Humor uit het Buitenland
Een modereisjenaar Zuid-Slavië.
Goeie hemel, wat zie JU er slecht uit. Wat heb Je met 3e mei oe oaaaaa ran mn jongetje geoaau aeott
Verontwaardigde moeder: Woesteling. ÜJJfc nu eens was li heb 4Des onder de woo geprobeerd om te maien dat
hl) me rroeg
jezelf uitgevoerd?
EeD vermageringskuur ondergaan.
I O, ln dat geval zie Je er uitstekend uit.
(Passing Show),
(London Opinion) Waarom pro beet Je dan niet eens wat onder de maan? Ik moet lectuur hebben,
(Judge), de haren te berge doet rijzi
Hier is de rekening vaal
modiste 1
Mevrouw (midden ln een rookkamer-verhaal binnen
komend): „En de kellnerln wat?l"
Verteller„De kellncr ln De Leeuw zei ook dat hij
nog nooit zoo blllart had zien spelen"
(London Opinion).
Stadsmeisje„Zeg eens, vrouw Boersma, toen Ik
daarnet ln m'n slaapkamer kwam. kwamen er drie
biggetjes onder mJ)D bed vandaan en renden naar
bulten"
Boerin„Trek het Je maar niet aan Uelje. se Dlnne
nog wat schuw In t begin maar ze ze 11e wel gauw
gewend zijn" (Passing Show)»
Advocaat: „Is het u duidelijk, dat mijn cliënt 20 1
van u verwijderd was omstreeks het tijdstip waarop
beweert, door hem aangereden te zijn?"
Slachtoffer van een snelheids-maniak„Ik wril hij
graag gelooven" (Humorijt)J
noodig ook hier weer sabel- en bajonet-
gerinkel te doen hooren?
Voor den tempel liggen kleine onbedui
dende waterpartijen, welker bodem door een
spiegel wordt gevormd. De licht-gepljnigde
tempel weerspiegelt zich ln het water en
plots zien we daar in dat stille onbewogen
vlak den echten tempel van Angkor voor
ons. Weg zijn de harde trekken, \veg fs
het bordpapier en de pleister en wat zich
daar in het water arteekent schijnt zoo
uit de jungle van Pnom-Benh naar Vin-
cennes fe zijn geslopen.
Wellicht is het toch wel goed, dat het
Comité ln de schuwleelijke lichtkolommen
heeft aangegeven, dat men zich hier op
Fransch terrein bevindt. De geografische
kennis van het Fransche. liever het
Parijsche volk gaat niet bijster ver en
het was dan ook niet verwonderlijk, toen
ik een guit achter me hoorde beweren,
trotsch op zijn aardrijkskundige kennis:
„Kom, laten we nu do Middellandsche Zee
oversteken", toen hij het pad kruiste, dat
ons van het verre Angkor naar de afdee-
ling Tunis bracht. Maar dat is eigenlijk
nog niets vergeleken bij de lieflijke juf
frouw, over wier gelaatstrekken maar al
to duidelijk het woord „Conciërge" stond
geschreven, die voor 't tentje van de
Phoscoa-firma belangstellend aan haar man
vroeg: „C'est bien en Afrique, quoi?"
Er moest evenwel eens klaarheid komen
in de bedoeling van het Comité. Men moet
geen entree in ontvangst nemen, indien
toch, zooals thans, de pavillocns 's avonds
gesloten blijven. Een tentoonstelling Is geen
winkelweek, waar men 's avonds om 8 uur
sluit en indien het terrein geopend is,
behooron eveneens de paviljoens geopend te
zijn. Op deze wijze wordt het een kermis,
waar 's avonds slechts de menschen naar
gaan kijken om zich ongansch te eten aan
allerlei, dat in de restaurants, buvettes enz.
wordt verkocht. Er zijn niet minder dan
230 kleine en groote restaurants op het
terrein, een aantal, dat zeer goed tot de
helft had kunnen zijn teruggebracht, daar
liet meerendeel niets met de Koloniale ten
toonstelling heeft to maken.
Wij zijn koloniaal gebleven en hebben
onze krachten terug gevonden bij een
rijsttafel in de Warong Djawa, waar de
djongos van de Rotterdamsche Lloyd in
hunne keurige witte pakjes en de sierlijke
hoofddoeken als tot binnentreden nooden.
Het is vermakelijk, want slechts weinige
van de gaston die hun hoed aan den
djongos afgeven weten wat hen boven het
hoofd hangt. Achter me zat een Fransch
paartje, dat eenigszins blank keek, toen ze
het menu te bestudeeren kregen. Bami, Nassi
Goreng, rijsttafel met kip en rijsttafel zon
der kip Ongolongol, ketan klappa, Atjar,
Daging, Mata Sapi en hoe al het ander
fraais mag hoeten, dat men in Indië als
alledaagscb beschouwt. Er zijn vertalingen
van gemaakt, de wakkere eigenaar heeft
zelfs op tafel briefjes neergelegd met een
handleiding: „De kunst om te rijsttafelen',
doch het brengt u slechts weinig verder.
Het paartje achter me zat gichelend het
menu te bestudeeren zonder een cent wijzer
te worden. Ik kreeg medelijden en vroeg
hen of ik hen misschien mocht helpen, juist
toen ze op het punt stonden uit de reeks
samballans een paar van de minst geschikte
te kiezen voor een nieuweling. Dat sambal
zonder rijsttafel slechts weinig attractie kon
vormen, was hun wel eenigszins moeilijk bij
te brengen, doch ik kreeg hen er toch
toe zich te bepalen tot bami en nassi goreng,
gerechten die men kan, apprecieeren of
verfoeien, doch die in ieder geval zonder
groote moeilijkheden zijn te verwerken.
Toen liet ik hen verder aan hun lot
over.
Na eenigen tijd was het ai mis. Ze
werden overmoedig en gingen verder zelf
bestellen. Ik zag de djongos verdwijnen en
na enkele momenten terugkomen met de
volgende gerechten, die ze besteld hadden
toen ze de bami en de nassi goreng in den
steek hadden gelaten. Het vriendelijke
vrouwtje kreeg een bordje geraspte klapper
opgediend, hij een schaal met kroe
poek Heftig protesteerde hij. Hij had iets
met garnalen besteldInderdaadHet
was Kroepoek Oedang.Ze gaven het op.
Een Indisch restaurant was machtiger dan
hun wil om lekker te eten en op het
phlegma van den jongen stuitte alles af.
Ze bestelden koffie. Ik voorzag een verdere
moeilijkheid. Die ook kwam.
In Indië drinkt men extract koffie, een
klein laagje koffie met veel warme melk,
een Franschman drinkt na tafel zwarte
koffie en verwacht derhalve een vol kopje.
Weer protesteerde hij en na tal van verdere
misverstanden begreep de djongos dat de
toewan meer koffie wou hebben. Het werd
me te machtig, ik zag reeds In verbeelding
het pittige Franschmannetje spugen en
schelden wanneer hij een flinken teug ex
tract koffie naar binnen zou gulpen. Ik
voorzag moord en doodslag. Voordat het
zoover kwam betaalde ik en ging er van
door
Maar men blijft in de koloniale stemming
en wat niet smaakt of anders afloopt dan
men verwacht heeft, wordt geschoven op
onbekendheid met de gebruiken en gewoon
ten van al die exotische landen. Doch om
te rijsttafelen heeft men voorlichting noodig,
anders loopt het al als met den anderen
gast van het Indisch restaurant, die ik
eerst zijn kip zag verorberen, de sambalans
stuk voor stuk proefde en opzij schoof,
totdat hij met een droog partijtje rijst over
bleef, waarnaar hij in stomme verbazing
bleek staren.
Dc man bestelde een sinaasappel. Semi
tropisch
Een wijs man.
Parijs, Mei, 1931.
A. P.
n.
Een goedkoop en mooi toeristenland - „Putnik".
Onaangename bondgenooten - Een landsgrens
dwars door een kapel - Wat pacifisten weten
moeten - Herzegnovi en 'n kinderherstellingsoord.
De Hapag kent den weg.
Terwijl ik dit schrijf, varen we langs de
boeiende kust van het vroegere Dalmatië.
'n Warme Meidag, het water diepblauw.
Het heele gezelschap is dankbaar voor
den rustdag, al betreuren we het met 't
oog op onze lezers, dat de snelboot als
ik dat woord maken mag ons geen ge
legenheid geeft iets meer dan een vluch-
tlgen, minuten-langen indruk te krijgen
van het aantrekkelijke eiland Rab, dat.
naar foto's en ligging te oordeelen een
verblijf moet zijn, dat ruim opweegt tegen
de Riviera of de Italiaansche meren, mits
men van al te overdreven mondain gedoe
wil afzien. Een verrukkelijk klimaat,
strand en rotsen en al wat hoort bij een
dergelijke omgeving van baden en „zon
nen." En dan bij een volledigen pensions-
prijs van 7585 dinar, dat is nog geen f. 4
's daags! Het retourbiljet vermoedelijk
minder dan f. 150, waar tijdens voor en
naseizoen op de terugreis, voor zoover die
op Joegoslavisch gebied valt, nog 75"/» re
ductie ook wordt toegestaan (50"/o ln de
zomermaanden.) Onze boot de „Zagreb",
van de Jadranska Plooldba, en nog niet
eens de grootste van een vloot van 60
schepen, is van volmaakte zindelijkheid
en comfort. Voldoend ruime éénpersoons-
hutten met stroomend water. Alleen de
radio, die tot 's avonds laat, met veel ge
knars van den luidspreker, eerst Buda
pest, daarna München de eetzaal inschet-
tert, lijkt me geen aanwinst!
Laat ik, voor wie de eerste dezer vluch
tige reisschetsen niet las, even herinneren,
dat we met 9 persvertegenwoordig(st)ers
gehoor gaven aan een uitnoodiging van de
Joegoslavische Kamer van Koophandel tot
een veertiendaagsche rondreis met het
doel om aan het nieuwe koninkrijk die
het èn uit handëlsoogpunt, én als toeris
tenland ten volle verdient. In 1908 heb ik
al ln een groot Amsterdamsch blad ge
tracht de aandacht te vestigen op het
zeldzaam heerlijke klimaat van de Adla
en de bekoring van Bosnië en Herzego-
wina, met hun deels Mohammedaansche,
deels orthodox-katholieke, deels Room-
sche bevolking. Wat destijds nog eenigs
zins primitief was op booten en hotels
kan thans elke critiek doorstaan, terwijl
een zeer energieke maatschappij „Putnik".
wat reiziger of toerist beteekent, alles
desgewenscht kan voorbereiden en regelen
terwijl de wagons llts tot diep in het land
de nachtreizen mogelijk maken.
Maar laat ik eens terug keeren tot het
punt, waar m'n eerste reisbrief eindigde:
Zagreb. Vroeg in den ochtend moesten we
er vertrekken, wat niet wegnam, dat ver-
scheidenen onzer nieuwe vrienden toch
den weg naar het station hadden weten te
vinden. Aan hartelijkheid en spontaneï
teit ontbreekt het den Joegoslaven zeker
allerminst!
De naaste omgeving der op-één-na-
grootste stad van dit land ls vriendelijk,
een heuvelrij op den achtergrond van het
deels vlakke, deels golvende land. Maar
na een uur wordt het landschap berg
achtig en weldra schiet een grijsgroene
stroom, met witte koppen in de versnel
lingen, hier en daar door de kloven heen.
Dan een diep ravijn, in dc verte een
flesch-groen meer. Langzaam verandert
het karakter tot we door de grimmige
Karst sporen. Heel vaak hebben ijverige
handen een veldje met de grijze steenen
weten af te perken, waarop roodbruine
aarde het zaad al bergt. Soms passeeren
we een zwaren muur, 'n beschutting tegen
den ijskouden verraderlijken bora, den
Noordenwind, die in de wintermaanden
naar beneden komt stormen. Ook het ge
steente zelf heeft soms die vuurroode
kleur en de massa primula's, de viooltjes
en de op ranke steeltjes wiegelende gele
sleutelbloemen temperen de wildheid en
onbarmhartigheid van den rotsbodem.
Door tal van tunnels windt de spoorbaan
zich de hoogte in totdat we plotseling bij
een bocht de zee voor ons zien en spon
taan een kreet van bewondering ons ont
snapt. Dan dalen we weer zig-zag den
berg al tot Susak, Joegoslavie's noorde
lijkste havenplaats. Daar snoert zich da
delijk een atmosfeer van gespannenheid
om ons heen, zooals we die nog niet ge
kend hebben Hier ligt de wonde plek.
Immers de eenmaal bloeiende havenplaats
Fiume ln de bocht achter Istrië, land
streek door bijna 600.000 Joegoslaven be
woond, is met dat land aan Italië ten deel
gevallen door het Verdrag van Rapallo.
Het is hard als een volk, waardoor men
overwonnen is na jarenlangen bloedigen
strijd, aan de verslagenen een deel af
neemt van wat uit historisch of rasoog
punt, hun toebehoort of zelfs als men zich
slechts verbeeldt dat het er toe behoort.
Het is echter véél harder, het is moreel
niet te verwerken, als een bondgenoot
zich listiglijk meester maakt van een deel
van den buit. waarvan men goede redenen
heeft, het als eigen toekomstig bezit te
beschouwen. Laat tk dadelijk zeggen, dat
ik uit oude aanteekeningen zie, wat mij
destijds werd meegedeeld, dat toen Fiume
nog tot Hongarije behoorde, er.... 55 pet.
Italianen, woonden. Wellicht dat dit
Gabriel d'Annunzio mede tot z'n ramp
zaligen „staatsgreep" als men dit woord
voor een dergelijke handeling mag ge
bruiken verleid heeft. Maar wat ln
Fiume zelf het geval mag zijn geweest,
mocht nimmer het lot. van het overwe
gend Joegoslaafsche Istrië bepalen. En
het ergste is we kennen het Immers
ook uit Tyrol! de absolute onderdruk
king van taal en levensgewoonten. Alleen
het Kroatische gymnasium, dat in het
aangrenzende Susah ligt, mogen de kin
deren der Fiumanen dan nog bezoeken,
met het gevolg dat dit overvol is en het
Italiaansche gymnasium in Fiume kwijnt.
Precies als het havenverkeer zelf. Begrij
pelijk, want drie havens in eikaars on
middellijke nabijheid: Venetië, Triest,
Fiume kan geen enkel land aan. En de
taai-onvrijheid is des te voelbaarder, om
dat Joegoslavië zelf een volmaakte libe
raliteit aan den dag legt. Men kent in
het rijk 1705 minderheidsscholen. Daar
van zijn er 626 voor Duitsche, 549 voor
Hongaarsche, 89 voor Rumeensche, 184
voor Turksche, 241 voor Albanische en
16 voor Italiaansche kinderen.
Trouwens, het herderlijke schrijven van
den aartsbisschop van Zagreb, nu eeni
gen tijd geleden, om op 19 April voor de
onderdrukte Joegoslaven in Istrië te bid
den, heeft de algemeene aandacht op Ita-
llë's onwelwillende houding gevestigd. Te
eer, waar het Vaticaan een veelbeteeke-
nend zwijgen heeft bewaard. Dat de Ita
lianen dit alles gevoeld hebben, is alweer
gebleken, toen zij bij wijze van tegenmaat
regel kort daarna den bisschop van Ljubl
jana, die voor een kerkelijk feest naar
Italië wilde gaan. den toegang geweigerd
hebben En terwijl zoo de hartstochten
laaien, liggen daar het groote. eertijds
bloeiende, thans hard achteruitgaande
Fiume en het kleine met veel energie aan
pakkende Susah lettelijk ineengestrengeld
Een brug van enkele tientallen meters
lang behoort half aan Italië, half aan
Joegoslavië. Een ijzeren hek met wat prik
keldraad er op en 'n steenen onderlaag
scheidt de beide „landen" en loopt.
dwars door een kapel, waarvan de deuren
aan den een en het raam aan den ander
behoort en het altaar half aan Italië, half
aan Joegoslavië. Zoodat men maar geëin
digd is met het zaakje dicht te metselen.
Uit 't hotelraam in 't Italiaansche Fiume
kun je met 'n glas water een havenarbei
der ln 't Joegoslavische Susah nat gooien.
Wie ter wereld hebben er in Rapallo ge
zeten, die zulke dwaasheden om het nu
maar zacht te zeggen in de wereld kon
den brengen?
Susah met z'n 16.000 inwoners heeft een
stadhuis gebouwd met een steenen eere-
trap, waar geen Nederlandsche gemeente
met het vierdubbele zielental aan raken
kan. Het heeft van een bij wijze van spre
ken groot zwembassin een respectabele
haven weten te maken, waar groote sche
pen uit Hamburg, Bremershaven en Span
je voor anker lagen. De tonnenmaat van
716.000. die men op het oogenblik aan
goederen voornamelijk hout. laadt, neemt
van maand tot maand toe; men heeft
zelfs een regelmatlgen dienst tot aan de
Canarische eilanden toe in die weinige
jaren weten te scheppen.
En laten nu niet de lezers en lezeres
sen van deze courant zeggen dat hun dat
niets aangaat dat ze alleen een ontspan
nende reisbeschrijving willen hebben om
te beoordeelen of ze een der volgende
jaren hun Zwitsersche of andere zomer-
plannen niet eens zouden verwisselen
voor een vacantle-reis naar Zuid-SIaviè.
Wij, Nederlanders, die zonder uitzonde
ring pacifisten zijn, moeten open oog
hebben voor de brandstof, die op een zoo
onverantwoordelijke wijze nog in Europa
ligt opgehoopt. O nog niet vandaag
of morgen behoeft deze te ontvlammen.
Nog is het aantrekkelijk genoeg in Susah
te wandelen tusschen de rljkbloeiende gly-
clven, die muren en prieelen met een
weelde van bloemen bedekken, te genie
ten van een enkelen sinaasappelboom, een
slanke cypres of even zoo de trap van Je
hotel af te loopen en in het doorzichtige
water van de Adria onder te duiken, ter
wijl de bronzen lichamen van de inheem-
sche baders aantoonen, hoeveel zonne-
heerlijkheld hier al was. Maar de mooiste
natuur en het meest eerbied:
voornemen om te maken wat te
van, laat ik het maar onomwondi
gen: de aalmoes, die den Seni
hier is toegeworpen, kan de inner!
griefdheid niet wegnemen. Die
gevoeld, dien geheelen middag en
dien we in Susah hebben doorgel
met als slot het avondeten, door
meentebestuur aangeboden.
Welk een tegenstelling met al
tleke onrust was de maannacht
rimpellooze zee!
Hoe volmaakt heerlijk is het
aan menige kustplaats, waarvan
alle Herzegnovi noemen wil, met
gen van donkergroen blad met
achtlge bloemen, mooier nog
oranjebloesem, de pittosparum
(den eventueelen Hollandschen nai
lk niet)Het ligt al in een der inh:
van de grillige bocht van Kotor,
van een deel een machtige vloo
luchtvlootbasis blijkt te zijn, me
keurigste kazernes vol matroosjes
dige gazons omringen de helderwit
bouwen. Trouwens alles en allen
een zeer welvarenden indruk. Een
verschil met de kleine kwart eeur
den, toen Oostenrijk juist dit gede
aan het keizerrijk ln 1815 toegewe
ontzettend verwaarloosde. Wat een
gelijk vuile boel was het toen in C
(nu Kotor), hoe armoedig zag a
uit, behalve dan de natuur zelf
in de herfstmaanden anders, man
minder mooi wars dan nu met de
bloeiende acacia's en die, weeld
irissen, zoo hoog, dat men zich naut
behoeft te buigen om met de lipp
bloemen aan te raken.
Het eiland Lokrum, (Lacvriwen
tijds een der bezittingen van den
lukklgen keizer Maximillaan, die
z'n leven tusschen dit lustoord
schitterende Mirawen bij Triest, hai
gen verdeelen dan z'n trieste n
Mexico spelen, is thans grootendeer
stellingskolonie voor zwakke kindera
schaduwrijk, langzaam stijgend wei
voert van de kust over het eiland
naar één zoo wild rotsgedeelte, ds
tot de meest Idyllische plekjes
waar men eindeloos zou willen b
De dadelpalmen toonen er hun
trossen, de rozen bloeien en vlak
naast is het barre gesteente vol la
gele bloempjes, zooals wij in August
onze eigen duinen vinden.
Het klimaat is zoo opwekkend en
triseerend, dat men zich niet een
moe voelt, hoewel nachten van niet
dan vijf 4 zes uur geen zeldzaa
zijn, óók al door veel officieels, wat
ik m'n lezers niet vervelen zal.
Wie dit alles weten te waardeeren
de Duitschers. Waren in het begin
eeuw inderdaad IJsland, Spitsberg!
de Noordkaap „die grosse mode
komen we een heele optocht autos
met de bekende Hapag (Hamburg—:
rica-Packetfahrt-Actien-Gesellschalt)
Oceavea maakt z'n gezelschapsreizea
hierheen. Inderdaad Marga MarguaJ
gelijk En er zijn waarlijk 0»
paar Nederlanders onder. Overigens
men op de 40.000 vreemdelingen, (t
1930 naar Dubrovnik het vroegere
gusa togen slechts 300 landgen#
En dat terwijl we zooveel reizen en
nen heel goed op de hoogte te zb»-
W. WYNAENDTS FRANC®
DYSERIN®
RECLAME.
"Wü. ECHTE FRIESCHE
lilfajlHEEMNBAAl
20-50a.p<'"a
6176
lA