NI VA; Een ModereisjenaarZuid-Slaviê AMERIKAANSCHE NOTITIES onder de stukken kon krassen, en een dronkaard daarbij. Evenals de meeste vertegenwoordigers van de onderste lagen van de Russische bevolking haatte deze bakker de „heeren" en het verschafte hem een bijzonder genoegen bekende advocaten, geleerde juristen te tergen, te vernederen. Hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om een ouden advocaat uit te schelden, door den modder te halen. Wanneer een advocaat een ambtenaar verdedigde, die zich had laten omkoopen of een z.g. speculant, dan vroeg Smirnow steeds hoonend: „Welk bedrag heeft de beschuldigde u betaald om hem schoon te wasschen?" of: „Vertelt u eens, burger verdediger, welk deel van het gestolene heeft de beschuldigde u afgestaan?" Bo vendien had Smirnow de gewoonte den advocaten in de rede te vallen, hen te herinneren, dat zij eigenlijk bourgeois waren, dat de tijd der tsaristische recht banken voorbij was enz. Het gebeurde vaak, dat oude juristen, beroemde advo caten na zulk een rechtszitting huilden als kleine kinderen. Zoo was de toestand te Moskou. In de provincie, waar de rechters zich vrijer voelden, was de toe stand veel erger. t Toen dachten de advocaten, dat iets ergers niet te bedenken was, maar zij hebben zich vergist: er zijn veel erger tijden gekomen. Zooals de lezer weet, ls de NET langzamerhand afgeschaft, zijn alle plechtige beloften van Lenin, dat de NEP in ernst en voor zeer langen tijd" ingevoerd werd, geschonden. Stalin keerde terug tot de „roemruchtige" tijden van J het militaire communisme. Na de NEP kwam de tijd van collectivisatie en het vijf-jaar-plan. De particuliere handel is uitgeroeid, het particulier initiatief werd een halsmisdaad. De strijd over het bur gerlijk recht, die tijdens de NEP gevoerd werd, verloor elke beteekenis. De conflic ten tusschen de genationaliseerde bedrij ven worden door arbitrage-commissies bijgelegd. De advocaten verloren het grootste gedeelte van hun praktijk. Elke rechtspraak, zelfs de streng-proletarische werd een burgerlijk vooroordeel verklaard. De procureur-generaal van de sovjet-repu bliek, de beruchte Krylenko, de man die processen tegen de professoren, de sociaal-democraten enz. heeft geënsce neerd, vaardigde een circulaire uit, waar in de wetten afgeschaft werden en de rechters bevel kregen, zelfs in civiele ge dingen, niet meer op de geschreven wet ten te letten, maar zich uitsluitend door hun revolutionnair rechtsbewustzijn te laten leiden. Om elk misverstand te ver mijden, waarschuwde Krylenko de rechters dat zij, die zich aan de bepalingen van liet civiele recht zullen houden, kans loopen kennis te maken met de bepalingen van het strafrechtboek. De z.g. „autonomie" van de advocaTen werd natuurlijk afgeschaft. De vroegere president van de advocaten-balie, de com munist Meranville, werd uit de partij ge zet, iele leden van het bestuur gearres teerd, sommigen door de G.P.Oe. doodge schoten. Tot president van de advocaten- balie te Moskou is een agent van de G. P. Oe benoemd, die zelf geen advocaat is en geen lid van het „college der ver dedigers". Een tijdlang vervulde de rol van hoofd der balie een schoenmaker. De balie zelf ls ontaard. De bijeenkomsten van het college der advocaten worden bezocht door rechters en andere leden van de sovjet-justitie. Daarbij wordt in liet openbaar het particuliere leven van de leden besproken, die zich moeten ver dedigen: de advocaten beschuldigen elkaar van anti-sovjet-gezindheid. Een goed ad vocaat is nu, volgens de sovjet-opvattin gen. hij die het werk van het O. M. ver licht, die met den procureur géén strijd voert. Eens prees een rechter op een dergelijke bijeenkomst een advocaat, die in zijn „verdedigingsredevoering" ver klaarde, dat de aanklager te zachtzinnig was geweest en slechts 6 maanden ge vangenisstraf eischte; hij, de verdediger eischte voor zijn cliënt 3 jaar. Een van de oude advocaten kon zich niet bedwin gen en noemde den advocaat een schurk: daarvoor werd hij door de vergadering op hetzelfde oogenbllk als lid van het college der verdedigers geroyeerd. De advocaat wordt nu als iets volkomen overbodigs beschouwd. Het gebeurt vaak dat de rechtbank besluit de advocaten bij een proces niet toe te laten. Wordt de advocaat wel toegelaten, dan beperkt zich zijn werk tot de verheerlijking van de sovjet-rechtspraak, tot lofuitingen aan den aanklager en het sovjet-regime. Bij zonder sterk komt dit tot uiting tijdens de geënsceneerde politieke processen, waarbij de advocaten openlijk partij kiezen tegen hun cliënten. Het eenige middel, dat den advocaat over ls gebleven om zijn cliënt een dienst te bewijzen, is hem belachelijk te maken, te vernederen, te trachten den rechters aan te toonen, dat de cliënt een dom en onbenullig man- j netje ls en dus de hem toegeschreven over- I tredingen niet kon begaan of niet in staat J was te begrijpen, wat hij eigenlijk deed. Lukt het den advocaat de rechters te j overtuigen, dat zijn cliënt een onscha- delijk, nietig mannetje is. dan kan hij soms zijn leven redden. De particuliere praktijk van de advo caten behoort nu tot het verleden. Overal worden advocaten-collectieven opgericht; in de hoofdsteden vereenigt elk collectief pl.m. 50 advocaten. Officieel is elke ad vocaat vrij lid te worden van zulk een collectief of het niet te doen. maar in werkelijkheid blijft den advocaat, die zijn vak nog wil uitoefenen, niets anders over dan dat te doen. Het presidium van Had Marga Marguary gelijk? Wagende Nederlanders 'n Tikje dictatuur Echte Hollandsche kachelpijpen Uit ouden en nieuwen tijd Een bezienswaardig journa listenhuis Poëzie en symboliek. het collectief bepaalt, welke advocaat in een bepaalde zaak zal pleiten, het stelt ook het honorarium vast, waarbij alleen rekening gehouden wordt met het „klasse element": een bourgeois moet steeds meer betalen dan een sovjet-ambtenaar, een ambtenaar meer dan een proletariër. Eischt een cliënt, dat zijn zaak aan een bepaalden advocaat toevertrouwd wordt, dan moet hij boven het vastgestelde honorarium nog een zeker bedrag betalen. De arbeid van de advocaten bevindt zich onder voortdurende controle van het pre sidium, dat uit communisten bestaat, wier trouw aan het regime boven elke ver denking verheven is. Voor de civiele pro cessen geldt de regel, dat een collectief de belangen van beide partijen niet mag behartigen; bij strafrechtelijke processen geldt ook deze beperking niet. Het honorarium wordt in de gemeen schappelijke kas gestort. Voorloopig heeft elk collectief een eigen kas, maar er be staat nu een streven, alle collectieven tot een eenheid te maken met een gemeen schappelijke kas. Het presidium stelt het salaris van eiken advocaat vast, op de- „Ach gnadige Frau, das ist heut zu Tage die grosze Mode".1). Aldus geestdriftig het Haagsche ingenieursvrouwtje dat bij een roll-call op 'n Rotary-lunch „Kosme- tik" als haar beroep zou hebben opge geven. 's Was er even heengeloopen om raad te vragen tegen de uitbundige hoe veelheid stof, die ik me van een vroegere Balkanreis herinnerde. Of Frau Marguary gelijk had, toen ze een toer door Joego-Slavië als iets be schouwde, dat erg in de mode is? Ronduit gezegd m'n veel reizende kennissen gaan wèl naar het Lido of naar Spanje en „bijna iedereen" is in Noord-Afrlka of Praag of Boedapest geweest of in Grieken land of Konstantinopel. Maar voldoende belangstelling voor het merkwaardige land der drie godsdiensten was er ten onzent, meen ik, tot nu toe niet. Ook al hebben onze producten, met name onze bloemen er den weg heen wel weten te vinden! Toch, Ja uit m'n herinneringen van het najaar van 1908 wist ik hoeveel Ameri kanen, Engelschen en Duitsch-sprekenden toen reeds Dalmatië. Montenegro, Bosnië en de Herzegowina bereisden. Wat 'n grap pig allegaartje van Duitsch en Italiaansch spraken er toen al de straatjongens, die je met alle geweld den weg wilden wijzen. Nóóit heb ik het vuile, eigenwijze Turkije vergeten dat zich in Mostar aan ons had vastgeklampt, één wiens woordenschat maar héél beperkt was. Doch die op een bepaald beroemd punt gekomen, met een volmaakte intonatie losbarstte in: „Schauen Sie. meine Liebsten, Schauen Sie diese wunderschöne Brücke". Hoeveel maal moet hij dat zelfde zin netje van geestdriftige Duitschers hebben gehoord om het zoo onberispelijk te kun nen weergeven! Wie weet ook hoevelen van haar landgenooten Frau Marguary over deze streken heeft hooren spreken als 'n bezoek overwaard. Minstens zoo waard om in de mode" te zijn als ten tijde van keizer Willem II de „Nordlandfahrt" het was, die ieder Duitscher, die zich respec teerde, gedaan moést hebben en waar aan sinds het einde van den oorlog per Nederlandsch luxe-schip ook menig Nederlander zich waagt. Wagende Nederlanders in den beteren zin zijn dit voorjaar naar Joego-Slavie gegaan: de heer Jan van Gelderen uit Boskoop, die op de Jaarbeurs in Zagreb het vroegere Agram z'n rhododendrons, azalea's, blauwe en gouden regen met de bruinbladerige Japansche Acov tot een fraaie inzending wist te verwerken, en de heer Mensing, die met een keurcollectie afgesneden bloemen namens de Aalsmeer- sche veiling present is, terwijl de ener gieke Algemeene Vereeniging voor bloem bollencultuur ook om den anderen dag weer nieuwe voorraden zendt, die de groote bewondering wekken van al wat op 't oogenbllk In Zagreb woont of uit de omge ving er heen tijgt. Nooit was de halfjaar- lijksche jaarbeurs er zóó bezocht, ver zekert men ons, als nu de bloemen lokken uit 't land dat men „aan de zee bevoch ten heeft." (Uitdrukking van 'n school meisje door flpn der collega's opgevangen. DeNederlandsche journalisten, een negental, die op 't oogenbllk op uitnoo- diging van de Joego-Slavlsche Kamer van Koophandel het nieuwe groote koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen berei zen, zijn er trotsch op geweest, dat een der allereerste dingen, die ze in het vreemde land te zien kregen, dat fraaie, kleurige geheel was, dat de heeren zonder veel andere hulpmiddelen dan wat gras zoden, varens en adianthum hadden weten te scheppen. Enkele groepen rotsplantjes zullen misschien hun weg ook wel vinden naar de parken en particuliere tuinen in Zagreb. De typisch Hollandsche in alle vormen gesneden buxas scheen minder de aandacht te trekken dan dat b.v. in een Amerlkaansch milieu het geval zou zijn geweest. 'n Vreemd land? Bestaat dat eigenlijk nog in den tegen- woordigen tijd? Wij althans voelen ons binnen vier en twintig uur al volkomen thuis en onder vrienden. Maar toen we 42 uur nadat we uit Amsterdam en Den Haag vertrokken waren, het eerste rust punt bereikt hadden, werden daar ook al dadelijk hartelijke handen uitgestoken. Daar was dr. Jutcisa, de voorzitter en Vadwazka de secretaris van de afdeeling Zagreb van de Joego-Slavische journa- listenvereeniging om ons te begroeten en dr. Vera QuinzMinaljenec, moeder van volwassen zoons, die op de meisjes-gym nasia het vak hygiëne doceert en nog pas tot „Sanitatsrat" bevorderd werd en dr. Mira Vodwazka—Koconda, de strijdbare feministe, een der eersten die op de nominatie staat om in den gemeenteraad of parlement te komen. Als de vrouw hier haar stemrecht voor den raad terugkrijgt, dat ze' actief een jaar bezeten heeft en dat haar toen is afge- nomen, omdat ze te objectief was en zich niet vanzelf willig in het partij-gareel schikte, zooals dat in andere landen het geval is geweest. En als er weer 'n parle ment komt en niet langer, zooals sinds 2'iaar het geval is, de gemeenteraads leden door den koning benoemd worden. Om op die wijze een einde te maken aan het partijgeharrewar en eendrachtig te kunnen arbeiden in 's lands belang. Gearbeid wordt er! En ondanks het tikje dictatuur is het nergens „Vreemd" meer hier of waar ook in de wereld, nu we zelfde wijze als de directie van een trust het voor haar ambtenaren doet. De ad vocaat, die eenige vergoeding van zijn cliënt aanneemt, wordt gerechtelijk ver volgd wegens omkooperij (art, 117 van 't wetboek van strafrecht.) De advocaten zijn dus opnieuw gelijk gesteld met staatsambtenaren. De sovjet-balie is ge komen tot haar uitgangspunt. Er blijft nu over nog een stap te doen en de balie geheel af te schaffen. Of de bolsjewiki dezen stap zullen doen. is niet met zeker heid te zeggen. Misschien zullen zij er de voorkeur aan geven den schijn van het bestaan van een college van verdedigers te behouden, al is het alleen voor het buitenland. Dr. BORIS RAPSCHINSKY. overal vakgenooten vinden of overtui- gingsgenooten en de onvolprezen pers zorgt dat we ook over en weer van elkan ders bestaan op de hoogte zijn. Als we den trein uitstappen en 'n paar plech tige hooge hoeden zien glanzen, vermoe den we al dadelijk dat daar Nederlanders onder schuilen en ook dót komt uit en geeft je een gezellig gevoel. En als we 's middags van een autotocht langs de merkwaardige groote gebouwen, die hier uit den grond gestampt zijn voor allerlei algemeene doeleinden, daar waar enkele jaren geleden nog de boerenkarren met hun paarden stonden, waarop de produc ten der landbevolking 76 der ge- heele bevolking hier! naar stad worden gebracht, dan vinden we een uitnoodi- ging van onzen consul en mevrouw Cznadak, met het onberispelijke adres aan „mevrouw" of „den heer". We voelen ons thuis en dat is geen gering compli ment voor het land, dat bijna allen onzer voor het eerst zien, 's Middags zijn we o.a. met een elsctri- sche lift tot hoog in een der torens van den Dom gebracht, waarvan we een over weldigenden indruk van de omgeving krijgen en we hooren hoe indertijd Za greb uit drie stukken bestond, zwaar ommuurd en met dikke poorten, onder een ervan zien we een altaar met tiental len kaarsen en ex-voto's, het vriendelijk ste openlucht bedeplekje, dat ik op m'n vele omzwervingen ooit aantrof. Die drie stukken of liever hun bewoners, bevoch ten elkander hardnekkig! En nog altijd luidt van 99 1/4 's avonds in het bis schoppelijk gedeelte de „Luuy en glocke" die de bewoners van oudsher binnen de omheinig terugriep. Slechts de Luuy, de bedelaar die niets te verliezen had, gaf daaraan soms geen gehoor! En natuurlijk flitste het door je heen of nu eindelijk de menschheid niet zoo ver kon zijn geko men om ook het landsgewijs bestrijden maar voorgoed tot het verleden te laten behooren. Waar men toch geen „Vreem den" voor elkaar meer is. Maar we hoo ren ook hoe de haat en afkeer tusschen bepaalde groepen van het zich één ge toond Slovenië, Kroatië, Dalmatië, Monte negro, Bosnië, Herzegowina en Servië, vooral onder de minst ontwikkelden, nog groot is. Ook al omdat vroeger uit mak kelijk te bevroeden redenen zoo vertelt men de Oostenrijksche regeering de roomsch-katholieken tegen de belijders van de orthodoxe kerk opzette; zoodat nu nog de eersten met een tot scheldwoord geworden term de laatsten plegen aan te duiden. Doen ook wij niet vaak 't zelfde ten opzichte onzer Oosterburen? En is er iets .dat de Pan-Europa denkbeelden méér in den weg staat als een dergelijk stuk j- volkspsychologie? Trouwens we hebben zoo'n merkwaardig staaltje van oplaaien- den hartstocht meegemaakt van een uit Istrië stammenden Joegoslaaf, dat maar al te sterk irredentistische gevoelens verried. Te overwinnen Is dat alleen door strikte rechtvaardigheid en zelfbeschik kingsrecht. Door in voortdurende weder- keerige uitwisseling, ook uit alle kringen, tot een leeren kennen van land en volk dat oppervlakkig gezien ons wèl vreemd lijkt, van wie men zoo graag gelooft dat zij, al is het in uiterlijke vormen, onze minderen zijn. 'k Wou dat men ze eens zien kon de keurig gehandschoende trein conducteurs, douane-beambten en op post staande soldaten, 'k Wou dat men het gymnasiastje eens mee had gemaakt, niet minder correct gehandschoend ge durende de treinreis, die voortdurend stond uit te kijken in den corridor van den onberispelijk zindelijken D-trein. maar aldoor oppaste geen der reizigersin de coupé het uitzicht te benemen op de besneeuwde bergtoppen, het prachtig groen der jonge beuken tusschen de don kere dennen, het juichende wit van de bloeiende vruchtboomen. Met hoe 'n geestdrift roept de jongen je bij het raam als bij Trbovlje de steenkolenmijnen ge passeerd worden, kleine watervalletjes bruisend naar beneden storten of ergens een nieuwe betonbrug In 't zicht komt Liefde voor het eigen land dat blijkt telkens weer uit tal van trekjes en het doet altdij weldadig aan. ook al voelt men overigens sterk cosmopolitisch. 't Spreekt uit den bouw van het Instituut voor hygiëne en de nabij gelegen school voor Volksgezondheid, waar dr. Mikic en dr. Quinz de beide vrouwelijke journalisten rondleidden, die altijd méér willen weten. Mei is de maand van de propaganda tegen de tuberculose en den alcohol. Dan werken de 10 groote centra en de 45 „hui zen voor volksgezondheid" door de ver spreiding van kostelooze vlugschriften en schoolplaten en de dertig film-apparaten die in het banaat zijn men kent negen banaten in het nieuwe koninkrijk draaien de leerfilms af, die op de „School voor Volksgezondheid" worden vervaar digd, Dat het Rockefeller-Instituut het zijne bijdroeg om dit alles mogelijk te maken, eerst het internationale Altruïsme der Nieuwe Wereld. En is het niet eigen aardig, dat alle kinderen van de middel bare scholen lid van het jeugd Roode Kruis moeten zijn, dat óók hier is onder gebracht? Zoodra er ergens 'n ramp gebeurt, spannen de kinderen zich in om kleeren en eetwaren en speelgoed te ver zamelen. De meer bevoorrechten, die tijdig wennen voor de ongelukkigen te zorgen! Wat me alleen totaal niet heeft willen bevallen, is dat iedereen ook al is men in z'n hart „religionslos" lid van een kerk móét zijn! Maar hoeveel goeds en frisch staat daar tegenover! We zijn dien eersten avond gasten in het Novinarski Dom, het journalistenhuis. De stad gaf den grond ten geschenke en het ministerie voor boschbouw gaf een groote hoeveelheid hout, dat verkocht werd en met 't verder bijeengebrachte geld de mogelijkheid van bouwen bracht. Natuurlijk is er een ge weldige schuld, maar een jaarlljksch bal brengt 120.000 dinars 'op en het regel matig verhuren van de mooie vergader zaal en van tal van zaalcomplexen aan bepaalde vereenlgingen: 'n Alliance fran- gaise, een Britsch genootschap enz. enz. brengt geld in, terwijl de bepaalde be doeling is dit journalistenhuls op die wijze i te maken tot een centrum van cultuur. Op de hoogere verdiepingen zijn flats aan 1 gehuwde journalisten verhuurd en heele- maal boven vinden journalisten-celiba tairs tegen lagen prijs een goed onder- komen. Waarom wij zoo iets ook niet bezitten? vraagt men ons tijdens het aangeboden souper, waarbij de eerste uit de rij der toespraken ons gelegenheid geeft te hooren welk een zoetvloeiende taal het Joego- slavisch is. Het past bij de poëtische ziels gesteldheid van het volk, waarvan het ethnografisch museum ons den volgenden dag even 'n kijkje geeft. Dat alleen maakt een bezoek aan Zagreb ten volle de moeite waard. Wat eens de particuliere verzame ling van een kunstzinnig Slowaak, den heer Simon Berger was, werd door hem aan den Staat afgestaan, 'n geschenk dat op 'n dertig millicen geschat wordt. Toe vallig wandelde ook Albert Thomas er gelijk met ons rond. Maar alleen als er deskundige uiteenzetting over de symbo liek wordt gegeven, die door de vrouwen in haar weef- en borduurwerk wordt ge legd, kan men ten volle genieten. Waar- deeren ook dat in dit land gevonden wor- aen voorbeelden van al de kunsten, die eenmaal in het oude Egypte, in Tibet en in Mexico en uit de Koptische graven tot ons spraken. Een land van wel hoogst be langrijke oude cultuur, dat nu. na z'n nationale vereeniging en herleving z'n plaats onder de moderne cultuurvolken ten volle handhaaft. Daarvan geeft o.a. het reusachtige Esplanade-hotel een typeerend staaltje, dat men dankt aan het initiatief van Milivoz Crnadok, den veelzijdigen finan- cier, tevens Nederlandsch consul. Een zeldzaam geslaagd souper in Espla nade, waar de eene geestige toespraak op de andere volgde, was wel het meest ge- wenschte slot van de eerste acte dezer journalistenreis. die ongetwijfeld bijdra gen moet om de beide veraf gelegenlan den nader tot elkaar te brengen. W. WYNAENDTS FRANCKEN— DYSERINCK. 1) Och mevrouw dat is tegenwoordig vreeselijk in de mode, 2) Kijk toch, lieve menschen wat een prachtige brug. RECLAME. H. P. H. KEEREWEEF* BEGRAFENISSEN Tei.net AUTO-TRANSPORT Aalmarkt 16. CREMATIE 4762 (Van onzen N.-Yorkschen correspondent). STRANDINGEN IN AMERIKA. New-York. 24 April 1931. Dezer dagen kreeg ik het jaarrapport van The Netherland Benevolent Society of New-York (de Nederlandsche Vereeniging van Weldadigheid te N.-York> in handen, waarvan de titel al meer dan genoeg zegt. Wettelijk erkend in 1908 is deze vereeniging alleen maar doende om de jammerlijkste gevallen van stranding door landgenooten in deze wereldstad naar vermogen te helpen. Ik herhaal nog eens, dat het hier alleen de gevallen betreft van radeloozen, die geen uitkomst meer zien en waarvan er, helaas, meer voorkomen, dat men bij ons wel bevroedt. En dan nog is de hulp van deze vereeniging, die niet meer dan 125 leden en donateurs bezit, een zeer, zeer bescheidene van laat ons zeggen vijf dollar per week voor een familie van man, vrouw en kind. Hetgeen nog niet een vierde of vijfde van het benoodigde is. En toch werden 117 gevallen families worden als een enkel geval gerekend over het afgeloopen jaar door de heeren A. Berends en I. Spetter, resp. vice-president en secre taris der vereeniging, onderzocht. Zoo goed als alle gevallen bleken hulp waard te zijn en ontvingen dan ook: een totaal van 489 logiesnachten en 427 maaltijden werden aan 96 mannen verstrekt. Boven dien werden 81 personen, van wie het meerendeel een familie bezat, geholpen met leeningen en eetwaren; voor sommi gen was de vereeniging zoo gelukkig werk te vinden, maar het jaarrapport vangt met deze sombere bewoordingen aan: „Het afgeloopen jaar vergde veel van onze vereeniging". En verderop staat: „Er werden ongeveer 200 logies en maaltijden meer verstrekt, dan in het vorige jaar" om de zeer begrijpelijke oorzaak „van de heerschende werkloosheid over het heele land, waardoor veel meer Hollanders in 1930 in kommervolle omstandigheden ver keerden dan in het vorige jaar." De lezers dienen wel te weten, dat het j hier geen kersversche landverhuizers be- treft, die pas een paar weken of maanden I aan wal zijn gestapt, maar mensehen, die 1 al jaren hier zijn. Die dus het klappen van de zweep kennen en weten waar zich te vervoegen om werk te verkrijgen. En zelfs zulke lieden zijn in hun wanhoop terecht gekomen bij de Benevolent Society, hoe- veel te erger moet het dan zijn voor nieu- welingen, die meestal gehandicapt worden door vrij groote onbekendheid met de taal en nog grooter onwetendheid omtrent land en zeden. Het is voor zulke immigranten een vrijwel onbegonnen bezigheid en herhaaldelijk komen de droevigste erva ringen aan het daglicht bij ons Hollanders, te New-York woonachtig, en van wie deze gestranden schijnen te verwachten, dat wij baantjes voor het wegschenken hebben of over een elastieke beurs beschikken. Het is niet meer dan natuurlijk, dat iemand, die in een vreemd land in het ongereede raakt, het eerst aan zijn landgenooten denkt en die gaat opzoeken, maar het is een goed bewijs van hun verbijstering, dat zij ver wachten, ja half en half eischen geholpen te worden. Ter wille van ons aller vader land! In de laatste tien dagen kreeg ik zes verschillende menschen op mijn kantoor, die op de een of andere manier achter mijn naam en adres waren gekomen. En geen van het zestal verschilde van het andere: ze wilden alles aanpakken, ze liepen al maanden naar werk te zoeken en waren hier gekomen, niettegenstaande ze wisten hoe slap de toestand in Amerika is. Dit laatste is niet beter te vergelijken dan met iemand, die weet hoe brandbaar ben zine is en die een aangestoken lucifer bij een geopend blik houdt. Men l slotte geen medelijden voelen m» die met open oogen het gevaar loopt en dan in plaats van de et^ aanvaarden den last op zijn even tracht te werpen. Wanneer nu alleen nlaar zichzelf de n„ hun roekeloozen stap berokkenenI, nog zoo erg niet, maar het wordt etnJ geval, wanneer vrouwen en kinderend of in het verre vaderland, er de worden. Gelukkig komt dit laatsü weinig voor en zijn het meestal t leden van beide geslachten, die mé de wanhoop nabij zijn. Ik heb ai i,, van dit bezoeken gehad, dat jji zamerhand 'n vragenlijstje uit mimi ken en bij eiken nieuwen solllcitLl ik meer tot de totale conclusie, h« landverhuizers met een goed bete] en vaststaand plan naar Amerika b Het is heel goed in te denken - omstandigheden leiden er bijna al» dat men zich voorneemt „van a te pakken", mits er maar een t levensdoel mee gepaard gaat. Het L ztjn, dat zulke van-alles-aanpakfanl ongewisse naturen zijn, die nog alt- looven, dat in Amerika iedereen vaï den Oceaan welkom is? Graag wil geven, dat men hier de zonderlings! eenvolging van baantjes kan wa; en dat sommige carrières van personen, m de ambtelijke of u cieele wereld, een ware staalkaart z bezigheden, die een Hollander stut'L stuk als zijn levensroeping bc-sehocrl nieuwe burgemeester van Chicago cj is evenals zijn voorganger Thompssl voorbeeld daarvan; immers welke ij-'J vader ten onzent ving zijn loopbarl als mijnwerker, was directeur van T verhuis- en transportmaatschappi] n meer? Evenwel moet men niet vej. dat in den tijd van heden de meer is: ben je geneigd de handerTs mouw te steken? maar veeleer I hoeveel ondervinding heb je in be2igheid? Men sla er gerust allet, tenties in de kranten op na, waarmj gezocht wordt huishoudelijke-, ku of winkelhulp die zoo goed als i uitzondering „experienced" of j neerde, ervaren krachten zoeken ander is natuurlijk het gevolg t_ moderne wetenschappelijke behang van het geheele zakenleven Onlangs kwam mij een vragenlijst tg oogen, die voorgelegd werd aan tanten voor het baantje van bediende. De tientallen vragen vertl zich niet alleen in de wetenschap ontwikkeling van den candidaat, zelfs in zijn particuliere leven: wal stokpaardjes hield hij er op na, wat 1 hij in zijn vrijen tijd? Het is niet d alleen quaestie van een open plaats ben en een werkzoeker aan te net is zooveel concurrentie en de werl zijn er op uit, om het neusje zalm uit te pikken, waar blijft de voor Jan en alleman of het slag, da! alles aanpakt? Het jongemensch. dat een paar dagen geleden bezocht, to typisch voorbeeld van hetgeen ik boven beweer. Wat hij op het oog Alles! Hoe lang hij al liep te zoeken! maanden. Wist hij vóór zijn overt naar Amerika, dat hier ook malaise i JaEn toch de kans gewaagd, o: in een totaal vreemd land, waar het beter is dan in zijn eigen, te protw Jawel, meneer! Hier zwijgt de ondem stil, hij kan niet meer. Meestal exen hij zich wegens drukke bezigheden, nog een minuut langer van zijn werl 1 houden te worden en ik dien er voegen, dat ik een beleefder gezicht dan ik inwendig over mijn bezoekers i Ik heb al eens meer in deze kolos op verzoek, zelfs op dringend verzoel officleele landgenooten in New-Yort waarschuwd voor het onbekookte tn naar Amerika. Ook van andere schijnt het langzamerhand bekend geworden en indien dit allemaal i vraagt men zich in gemoede af hoe e nog altijd doordrijvers gevonden wi die met hun hoofd tegen den muur; schen te loopen. Indien ze dat nu is eentje en alle stilte deden, zou he: daaraan toe zijn, maar komt de nood den man, dan zetten maar weinige tanden op elkaar en vechten het met zelf en die veel verlangde nieuwe s schappij uit. De bureaux van den co: generaal, den directeur van de Hol Amerika-Lijn en andere zijn een j doorgangshuis van narigheid, die dek' in veel gevallen aan zichzelf hebbs wijten. Niet voor niets is de algen immigratie op voorstel van Pres Hover voor twee jaar stil gezet, omds in het land zelf gebrek is aan genoeg i plaatsen en al is dit een rem op he! stroomen van onverstandige menschel het toch maar eens probeeren wlllen.1 de waarschuwing nog van dubbele t tegenover de zoogenaamde „non ga immigranten. Uit het bovenstaande begrijpt duidelijk, dat indien mij op den az gevraagd wordt zooals meermalen beurt of ik 't aanraad nu naar Ari te trekken, ik met een hartgrondig antwoord. Zelfs wanneer de Au: lustige over de noodige contantec schikt laten wij zeggen 1500 r- minstens! om het zes maanden fl loos „uit te zingen". In vele gevallet dit weggegooid geld blijken en is er geen geld meer over voor een ten! dan begint de misère. Hij of zij, moe! vinden, verslijt zolen en hakken yrai loos en belandt ten lange leste bij tigde landgenooten. Iedere consul iedere andere nationaliteit zal ml) r geven in de bewering, dat er tallooze schen in het buitenland aangetroffen i den, die meenen recht te hebbes ondersteuning en zelfs terugzending: hun geboorteland, op welke groK Tjaomdat zij immers Hollander Duitscher of wat dan ook zijn. En jas genoeg vergeten zij op eigen kosten? gekomen te zijn, evenals dat de regeer van hun land. dat zij tijdelijk den toekeerden, niet de minste verpllcb® tegenover hen heeft. Gestrand Is humoristische positie van een plener.* op een Zondagsche picnic, maar een afschuwelijke werkelijkheid vreemd land, waar men liever m« beginnen moet. RECLAME. Dr H. NANNING'5 TANDPA5'1 25&75cfj reinigt „mond en-tady 6184

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10