HUDSON -„ESSEX
NOG
SLECHTS
KENT U
MIZZIBRAUN1
Op 't Voorjaarsfeest
VOORJAARSFEER
v.h. J. J. POLLMANN
HAARLEMMERSTR. 42 - GARAGf
OP 'T VROOLIJKE
nrSïS HAAGSCHEN DIERENTUIt
Waar amuseert U zich het meest
ZOMERTIJD.
FOUTEN-ZOEKPLAATJE.
LEIDSCHE BEGRAFENIS-ONDERNEMING
Begrafenissen - Crematies - Transporten
Opgericht 1871. - Tel. 861. - Aalmarkt 16.
H. P. H. 'KEEREWEER. LEIDEN.
Tafel-, Thee- en Ontbijtserviezen
TE KOOP OF TE HUUR:
5924
Zij regeert veertien
brave Beieren! Waar?
Daar gaat het clkcn dag weer vro'
lijk toe. Lou Bandy, op de grat
variété-voorstelling in de groo
zaai, weet wat een mensch tt
komt. In de Rups wordt gelachci
En in de Ridell o! In Schie
tent, Cham
pignonpaleis,
in Cakewalk-
en Caroussel,
in Scooter
eti Apcn-
variété,
overall is vroolijkheid en pret te d
beleven.
Toegangsprijs:
's«vo«d« en Hemelvaartedeg
50 cent.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
„Jaap, vergeet niet je wekker een uur
vooruit te zetten. Morgen gaat de zomertijd
in en zijn we dus met alles een uur
vroeger", zei mevrouw Vonk tegen haar
zoontje.
„Ja- Moeder, ik zal het straks wel doen'
antwoordde Jaap, die in zijn meccano ver
diept was en zich niet gaarne storen liet,
er bovendien een handje van had, de din
gen, welke hij doen moest, zelfs zoo'n
kleinigheid als een wekker verzetten
steeds uit te stellen.
Moeder ging naar beneden en Jaap was
weldra zóó verdiept in zijn hijschtoestel,
dat hij aan geen zomertijd meer dacht.
Dat verzetten van de klok viel juist in
den nacht van Zaterdag op Zondag.
Toen Jaap dien Zaterdagavond naar bad
ging, peinsde hij nog over een kleine fout
in zijn bouwwerk, die hij maar niet had
kunnen ontdekken.
Machinaal won hij zijn wekker op. Van
verzetten geen sprake. Hij dacht er een
voudig niet aan. Ook niet, toen hij onder
de wo^ kroon en nog veel minder, toen
liii sliep.
Hii had zijn wekker op kwart na acht ge
zet. Al was het morgen Zondag, verslapen
wilde hij zich niet, want hij zou met een
paar vriendjes een fietstocht maken.
Om negen uur zouden zij zich verzame
len bij Piet Lagers'en Jan van Holk, twee
trouwe vrienden en buren, wier beide
vaders het halve dozijn jongens op hun
tocht zouden vergezellen, 'n Fijn plannetje
en liet weer was zóó mooi en vast, dat het
hun wel geen parten zou spelen.
Voor het gemak had Moeder hem
's avonds zijn boterhammen en zijn glas
melk maar mee naar boven gegeven, dan
hoefde hij niemand zoo vroeg te storen en
kon hij zoo onder het aankleeden door
een slok en een hap nemen, al naar dat
liet uitkwam.
Jaap sliep dus rustig in, vervuld van ai-
Ierlei prettige gedachten over den fiets
tocht. Hij werd pas wakker, toen rrrrt! de
wekker afliep, wreef zich de oogen eens uit
en keek op zijn uurwerk. Precies kwart na
acht! 't Was toch een goede wekker, dien
bij op zijn verjaardag gekregen had: op de
minuut liep hij af.
Ja, de wekker deed zi jn plicht, maar.
Jaap had dien verzuimd. Zoo kwam het dus
dal het klokje nog den wintertijd had en...
dien nacht was de zomertijd ingetreden!
Jaap, die altijd voor alles nog tijd had
en de dingen dikwijls tot het laatste nip
pertje uitstelde, Jaap had zichzelf ditmaal
leelijk gefopt.
Zonder echter eenig kwaad te vermoeden,
kleedde onze Jaap zich vlug aan. Vóór
kwart voor negen was hij al klaar, stak den
laatsten reep van zijn boterham in zijn
mond en haalde zijn fiets uit de schuur.
Jongens, wat was hij mooi vroeg! En
dan zeiden ze nog wel, dat hij altijd op het
nippertje was. Vandaag toch eens lekker
niet! 't Was nog stellig vijf heele minuten
vóór negen, toen hij bij Piet Lagers voor
de deur stond. Ja hij was zelfs de eerste!
Nergens waren ten minste jongens of fiet
sen te zien. Jaap kon zijn eigen oogen bij
na niet gelooven. Dat moest hij Moeder
eens vertellen, als hij vanmiddag thuis
kwam, want dat behoorde tot de groote
zeldzaamheden. Hij zou maar vast eens
aanbellen, niet weinig trotsch op het feit,
dat hij nummer één was.
De moeder van 'zijn vriendje deed de
deur open. „Piet is zeker nog niet klaar;
zoo'n luilak!' schoot het even door Jaap
heen.
„Zoo Jaap, ben je daar eindelijk?" vroeg
mevrouw Lagers.
„U bedoeld zeker: al? Ik ben immers de
eerste!" riep Jaap vroolijk uit.
„De eerste?! Hoe heb ik het nou met je,
jongen? Slaap je nog of - heeft de
zomertijd je parten gespeeld?'
Plotseling werd het Jaap duidelijk en
overzag hij den geheelen toestand: hij was
een uur te laat en de anderen waren weg
gefietst zonder hem
Het huilen stond hem nader dan het
lachen en mevrouw Lagers had werkelijk
medelijden met hem, terwijl zij zei:
„Ja, jongen, ze hebben tot half tien ge
wacht, maar toen je nog steeds niet kwam
opdagen, zijn ze eindelijk maar vertrokken.
Ze zijn dus al bijna een half uur weg. Het
eenige, wat je te doen staat, is hen vlug
achterna te rijden. Weet je, welken weg
ze genomen hebben?"
Ja, dat wist Jaap en hij had geen enkele
seconde meer te verliezen.
„Dag mevrouw", zei hij nog, sprong op
Welke zijn de twaalf fouten in deze teekening?
Nadruk verboden)
zijn fiets en peddelde met vlugge vaart
door de Zondag-stille straat. Om den hoek
reed hij bijna tegen een dame met een
hondje op. Dit was het eerste oponthoud,
dat gelukkig zonder ongelukken afliep. Qe
dame was alleen een beetje geschrokken
en haar hondje kefte nijdig.
Jaap zat al weer op zijn rijwiel. Hij kon
hard fietsen en van morgen leek het wel,
of zijn stalen ros vleugelen had gekregen.
Zoodra hij de stad uit was, volgde hij den
weg naar Zeist; even vóór Zeist moest hij
het fietspad inslaan. Vóór dien tijd zou hij
ze zeker niet inhalen. Steeds harder reed
Jaap. Op liet fietspad, dat veel op een
kolfbaan geleek, ging het nog vlugger.
T5ij efke bocht hoopte hij het gezelschap
in te halen. Maar jawel, hoor! Haal maar
eens iemand op de fiets in, als hij je een
half uur vóór is. En van den weg afsnijden
was ook al geen spraken. Neen, alleen zijn
vlugge fietsen kon hem helpen. Dat was het
eenige, wat er op zat. Eindelijk, steeds
nauwkeurig den afgesproken weg volgend,
kwam hij bij een huisje en op zijn vraag,
of hier ook twee heeren met een troepje
jongens voorbijgekomen waren, luidde het
antwoord:
„Jawel, 'n kwartiertje geleden zoowat!"
De anderen hadden dus nog een voor
sprong van een kwartier! Jaap kreeg het
er warm van. Hij moest en zou de inhalen
en snelde weer verder. Plotseling wat
was dat? Met een ruk stond zijn fiets stil.
Jaap lag op den grond. Pijn deed hij zich
niet, maar het spatbord van zijn fiets was
leelijk verbogen. Dat moest hij eerst weer
in den goeden vorm buigen. Een tak, die op
op den grond had gelegen, maar niet door
hem was gezien, was tusschen zijn fiets
gekomen en had het ongeval veroorzaakt.
Gelukkig had Jaap kracht in zijn handen
en slaagde hij er in het spatbord goed te
buigen. Vlug sprong hij daarna weer op
de fiets. Nu moest hij dit oponthoud ook
nog inhalen en was de afstand tusschen zijn
vriendjes en hem weer grooter geworden.
Wat een pech toch! Het stoomde Jaap aan
alle kanten uit, zoo warm had hij het.
Al voortpeddelende en zich den tijd niet
gunnend, om zich heen te kijken, naderde
hij de Pyramide. Hij wist, dat de jongens
die beklimmen zouden. Dat beteekende een
oponthoud voor hen en Jaap had daardoor
kans zijn makkers eindelijk in te halen. Als
dat eens waar mocht zijn!
„Zijn ze er nog?" was zijn ongeduldige
vraag aan een kellner, die wat om stond te
hangen.
De man keek Jaap verbaasd aan en zei:
„Wat blieft u, jongeheer?"
„Of de fietsers er nog zijn?" vroeg Jaap
weer.
„Er zijn hier een massa fietsers", klonk
bet laconiek terug.
„Ja, maar ik bedoel: twee heeren en vijf
jongens".
„Die zijn een minuut of wat geleden
weggereden".
Jaap fietste al weer door. Hij zou ze
inhalen, nu of nooit! Zag hij daar heel
in de verte al niet een troepje fietsers?
Een geweldige knal scheen liet antwoord
op zijn vraag te willen geven. Plotseling
drong het tot Jaap door, dat de achterband
van zijn fiets lek was en hij er niet op
voortkon! Ook dat nog! Waar kreeg hij
zijn fiets zoo gauw gemaakt? Teruggaa
naar de Pyramide?
„Dat nooit!" mompelde Jaap. Nee, 't \va
geen doen. Waren er dan nergens rijwiel
herstellers in de buurt? In liet bosch zeker
niet!
Somber stond Jaap naar zijn fiets te sta
ren. Als die hem nu ook al ontrouw wed!
En dat juist, nu hij zijn vrienden bijna in
gehaald had. Dat was werkelijk te erg
„Lekke fietsband?" vroeg plotseling eea
vriendelijke stem.
Jaap keek op en zag een heer, terwijl hij
antwoordde. „Ja meneer, en ik had ze 1
ingehaald!"
Jaap zag er zóó ongelukkig uit, dat
fietser werkelijk medelijden met hem kree?
en besloot hem te helpen. Vlug haalde hij
een en ander uit zijn fietstaschje en too?
hij aan het werk. Jaap was den vreemden
heer hoogst dankbaar en toch o, wat
duurde het vreeselijk Jang, vóór de band
klaar was. Hij wilde niet ongeduldig zijo,
maar
Eindelijk was de fiets dan toch weer
rijdbaar en nadat Jaap den vreemde vrien
delijk bedankt had, snelde hij weer verder.
In de buurt van Maam zou halt gemaakt
worden, bedacht hij plotseling, dus "zou h
hen kunnen inhalen, maar och, zijn eigen
oponthoud had misschien langer geduurd
dan het hunne!
En helaas, nergens ontdekte hij eenig
spoor van zijn vrienden. Steeds zenuwach
tiger wordend, trapte hij door, tot even voer
Doorn, waar hij den achterweg naar Zeist
insloeg.
Daar kwam een boertje aan. Zou hij de
anderen gezien hebben? Juist was Jaap op
het punt hem dit te vragen, toen het boertje
uitriep:
„Zoo allinnig jongeheer? Da's niks ge-
döon
Heb je ook zeven fietsers gezien?''
vroeg Jaap.
„Zeven fietsers?" klonk het terug. „Zeven
fietsers bi mekaor of allinnig?"
Jaap luisterde al niet meer. Hij had geen
seconde te verliezen en fietste weer verder,
tot hij op eenszag hij goed? een
partijtje fietsers aan den kant van den weg
zag zitten. Hij schreeuwde uit alle macht
en ja, daar klonken stemmen:
„Jaap! Ja-pie!"
„Ze zijn het!" juichte het in Jaap. „Ein
delijk Hoera! Nu kan ik ze toch niet
meer missen
Het duurde niet lang meer, of Jaap had
het groepje bereikt. Aan vragen van alle
kanten geen gebrek, totdat meneer Lagers
zei:
„Maar laat den armen jongen toch eerst
eens wat op zijn verhaal komen. Hij is
geheel buiten adem".
Aan deze roepstem werd gehoor gegeven
en de vijf jongens wisten geen betere
manier om dezen rusttijd te benutten dan
door Jaap allerlei versnaperingen, „verster
kingen" noemden zij het, aan te bieden
Jaap liet zich die hulde grif aanleunen
en was dan ook spoedig in staat de oorzaak
van zijn te laat konïen op te helderen-
Allen lachten. Jaap kon er nu zelf oj»
om lachen. Vanaf het oogenblik, waarop hij
zijn vrienden ingehaald had, was alle door
gestane ellende vergeten.
Het werd nog een heerlijke terugrit.
5931
4769
Laantje), Kaauster «tut t>
nrs. 2571, 2569 en ged. 2572,
samen groot ong. 97 aren.
Perc. 2. Alsvoren, kadaster
sectie B nrs. 2570, 2625 en
ged. 2572, samen groot ong.
1.75.50 H.A. 4624
Aanvaarding, vrij van huur,
bij betaling der kooppen
ningen op 17 Augustus 1931.
Nadere inlichtingen ten
kantore van gemelden no
taris en bij Gebrs. BERG
MAN, Beekbrug, Lisse.
N.V. Galanterieënhandel 3897
NIEUWE RIJN 1HOOGSTRAAT 3
DE NIEUWSTE MODELLEN.
DE NIEUWSTE DECORS.
DE NIEUWSTE PRIJZEN.
DUS GOEDKOOP!
v. d. Boonstr., Regentesselaan. Witte Rozenstraat:
kuizen Warmonderiveg met centrale verw.groot Hw
Hooge Rijndijk.
HEERENHUIZEN: Mariitnpoelstraat, Lijsterstraat.
Roodbontst raat. Merelstraat, Leeuwerikstraat, Warmt
Emmalaan. Buitenruststraat, Colietstraat. Rapenburg
Bovenwoning in de Lijsterstraat.
Vraagt prijs van hnur en koop van Woon en Wk
Veel winkels en woonhuizen ingeschreven v. verhuur
INLICHTINGEN GRATIS. - 71E D