spelend lichten
VAOERLANOSCHE BANK
f2*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 9 Mei 1931
Derde Blad No. 21822
INDIE IN ONS MEDEN.
NZE BRIDQE-RUBRIEK.
D Buiten!. Weekoverzicht.
[bedrijvigheid van japanners.
tólegraïisch bericht van 24 April
KJi.-via komt er weer aan herinneren,
«wrkrachtig nu en dan Japanners in
n archipel een bedrijf ter hand ne
en er veel meer uit halen dan inland-
hevolking die hetzelfde bedrijf uit-
- nt Men moet daaraan niet dadelijk
e gevolgtrekkingen verbinden ais
dat de Japanner dan wel voorname
êi«happen zal hebben voor meedoen
'in bedrijf, eigenschappen, die een Ja-
of Makassaar of Boeginees niet be -
Maar het is een feit, dat in de vis-
•li in onzen archipel de Japanner
•nmsten verkreeg in weinige Jaren,
n de Javaan niet kan bogen,
bedoelde bericht zegt, dat in 1925
ners begonnen te visschen in de
zee met één motorboot en er thans
Cebniiken benevens zeilschepen, terwijl
6 man aan den arbeid hebben. Dat is
krdaad verrassend en men verneemt
|k van eenige terugwerking, die het
fheeld van de vreemdelingen op Java's
L visschersvolk heeft. Wij weten, hoe
[f'e jaren geleden de Chineesche visch-
ïd'elaren den verkoop door Japanners
■abaja weerstreefden en hen noop-
Inaar Batavia te gaan tot voortzetting
l nun eerste proeven. Mocht de Chinees
ifn Japanschen ijver destijds een ge-
hebben gezien, thans verneemt men
van tegenwerking en het Japansche
jsl js wonderlijk snel toegenomen,
[eenvoudige verklaring voor het uit-
n tan tegenwerking ligt voor de
bet inlandsch verbruik van visch
-gde en gezouten) is zóó groot, dat
Ij-Angst van de Japanners de ver-
tójtetd van den oogst van inland-
Jbstierij niet schaadt.
>ei jj een feit, dat de inlandsche vis-
eni irachtiger kan zijn door het aan-
Mea van betere middelen en andere
Mirn en herhaaldelijk zijn er pogin-
[tedaan met steun van de overheid tot
Wering, maar dat alles wil er bij de
indictie visscherij niet in en men moet
Cel het besluit uit trekken, dat de
Ithers een verandering niet noodig vin-
fen genoegen nemen met de uitkom-
h die zij behalen. Het is het oude lied:
bevolking blijft bij haar manieren en
Jt geen prikkel tot verandering, omdat
Igenoegen neemt met haar inkomsten
indbouw en bedrijf. De Japanner is er
pjn land minder gelukkig aan toe en is
Dopt tot meer inspanning. Het is be-
I dat de landverhuizing voor de Ja-
Jcers een noodzaak is en men ziet dan
(dat zij in ons Indié zoeken naar oor-
1 vaar zij met arbeid hun brood kun-
verdienen. Het gevolg is dat men
fcl in Indië Japanners vindt, soms
A als gewone arbeiders. Ik wil nu niet
Eender begrijpen die zonen uit het
tan de rijzende zon, die in de eerste
van de Amerikaansch-Japansche
Itleit zich vestigden als winkelier,
ograaf, taxirijder, met, naar gerecht-
tód vermoeden, de bedoeling van
pge. Dat er officieren van het
pche leger en van de marine in
verbleven, verkapt als photograaf,
ixlrijder, als tuinder, staat nagenoeg
L Maar bulten deze menschen om zijn
feral Japanners gekomen met het doel
I een levensonderhoud te scheppen en
I ijver ontbrak het hun niet. Japansch
■aal zette zich op Java vast in de
«er, op Sumatra in rubber, op Borneo
lebber en daar zijn Japansche opzich-
lln dienst gesteld. Het is ten aanzien
Imkele ondernemingen ook vermeld,
Iren er Japansche arbeiders wilde
Kien Naar ik meen, is het zoover
1 gekomen, vermoedelijk omdat de
bner ongaarne in een zoo onder-
tikte betrekking zijn land verlaat
[indie; hij wil liever geen koelie zijn.
«elbediende lijkt hem beter, bediende
■tn photograaf, bij den kapper even-
I Hij wil ook werkbaas zijn en in die
lie vindt men er enkelen b.v. op Boe-
lin het asphaltbedrijf. Zelden treft
1 ln Indié den Japanner als daglooner,
[foelie. Over het geheel ziet men hen
Eden bij een landgenoot als werkgever
[ij vermengen zich minder gereedelijk
de gewone inlandsche bevolking dan
Ihlnees. Ook is hun omgang met de
talg minder gemakkelijk dan die van
ihinees. De inlander staat vreemder
tover een Japanner dan tegenover
■Chinees; hij weifelt in zijn houding
Teet niet of hij wel met een toewan.
Jmeneer, heeft te doen. Hij zal spreken
■den „toewan Japan", terwijl hij nooit
fit van den „toewan Tjina". De Ja-
the ondernemingen in Indië, het
bedrijf, zijn over het algemeen niet
tig; noch op Java in suiker en thee.'
on Borneo en Sumatra in rubber
ken zij wat de westersche onderne-
tot stand brengen. De Japansche
V.
fwoorden op de opgaven aan het slot
mijn vorig artikel.
Scnoppc-n. Sans-atout is gevaarlijk in
and met het ontbreken van Klaveren
lechts 1 dekking in Ruiten. Men wil
inlichtingen omtrent het spel van
ier cn of tegenspeler hebben.
1 Sans-atout. Alie kleuren zijn gedekt
'en heeft geen kleur, welke voldoende
nt heeft voor een openingsbod.
1 as. Het spel mist de eischen van
"Peningsbod voor een volgbod zeer
oende.
Grensgeval. Hoewel in het algemeen
aan de eischen van een openingsbod
Maan, bestaat de kans, dat ind en
'er een dergelijk spel in Ruiten en
erenheeft, een 3 sans-bod wordt ge-
jn, blijft echter een twijfelachtige
Hoewel 1 Sans-atout niet veel gevaar
en In vei"band met Boer, tweede
.^afdöor men in de blinde slechts
I ik a noodig heeft voor een dekking,
voorkeur aan 1 Schoppen als
bod.
Las Dit spel heeft niet de vereischte
P voor
een opningsbod. M?n misleidt
partner mede. Komt slechts als
|Ak'J aa""ierking.
|Ais 6.
tfnoü'^e ^w»sseling in mijn artikelen
!r ioo' h?d?n niet verder met
1 de <'oc'1 661,5 na^ar bescliou-
enkelingen doen hun zaken beter dan de
vennootschap, vermoedelijk omdat zij be
perkt zijn en voor hen niet zoozeer wordt
vereischt het gemak in den omgang met
den inlander. En als dat zoo is, dan is het
ook verklaarbaar, dat juist de Japansche
visscherij zoo goed gaat. Want het bedrijf
voeren zij uit op zee met eigen kornuiten
en den verkoop hebben zij geregeld met
Chineezen en anderen dadelijk aan den
wal, zoodat zij niet met het binnenland
van doen hebben. De koloniseering van
den Japanschen enkeling, zooals die voor
komt in de Minahassa en op Halmaheira,
waar een Japanner een kleine onderne
ming leidt van tuinbouw met enkele
helpers en familieleden, zal niet licht een
bezwaar vormen voor de gemeenschap.
Anders kan het zijn met een kolonisatie i
in het groot, wanneer tientallen en meer
op een groot terrein zich meester van de
omgeving zouden voelen en allicht meer
betrekkingen zouden krijgen met de oe-
volking Maar dat vermoedelijk lastige
geval doet zich niet voor en het is te
wenschen, dat er geen grondslag ontstaat
voor verwikkeling van Japansche kolonis
ten met de Indische bevolking. Hun erva
ringen met voortbrenging in het groot ln
Indif zijn niet bepaald aanmoedigend.
DENGAN HORMAT.
Politiek en economie.
Zooals te verwachten was, is het met de
besprekingen inzake de vlootovereenkomst
misgeloopen. Frankrijk heeft siechts
kleine concessies willen doen, die Enge
land en speciaal Italië niet ver genoeg
gingen en dientengevolge is men vast ge-
loopen. Wel is de eerste Fransche onder
handelaar Massigli, tegen de aanvanke
lijke meening in, naar Londen terugge
keerd, maar men is het er nu vrijwel
over eens, dat voorloopig elk resultaat is
uitgesloten en dat misschien na de bij
eenkomst van den Volkenbondsraad een
hervatting der besprekingen mogelijk zal
zijn. Misschien, want zeker is het nog al
lerminst. De beslissing zal afhangen van
de stemming, die in Genève zal heer-
schen tijdens de zitting van den Volken
bondsraad en daarop kan men, heiaas,
niet erg gerust zijn. Het zal toch een
moeilijke zitting worden, volgende week,
daar Frankrijk daar den voet dwars zal
houden, gesteund door zijn vazallen Polen
Tsjecho-Slowakije en de kleine entente,
althans wanneer deze op de bijeenkomst
van Sinaja tot een beslissing is gekomen.
Geheel zeker is dat namelijk niet, gelet
op hetgeen buiten het officieele commu
nique om daaromtrent bekend is gewor
den. Roemenië en Zuid-Slavië schijnen
er niet te veel voor te voelen om het
Fransche standpunt inzake de Duitsch-
Oostenrijksche tolunle volledig te aan
vaarden, zulks uit eigen belang natuurlijk.
En van de ai of niet overwinning van het
Fransche standpunt in deze materie zal
het toch afhangen, of in de naaste toe
komst iets zal zijn te bereiken op het
gebied der ontwapening!
Hoe dikwijls is al niet gezegd, dat
economische aangelegenheden buiten de
politieke kwesties moeten worden gehou
den, doch dit behoort in deze tijdsomstan
digheden tot de vrome wenschen Econo
mie en politiek zijn nog te dicht ineen
geweven, om gescheiden te kunnen blijven
en dat wil men nog maar niet voldoende
inzien: tot schade van de wereldgemeen
schap.. Zie b v. naar de conferentie der
Internationale Kamer van Koophandel te
Washington! Alle economen daar zijn het
er gloeiend over eens, dat alleen van een
afbreken der tol-barrières verbetering in
den toestand is te verkrijgen, dat zooveel
mogelijk naar een stelsel van vrijhandel
moet worden teruggekeerd, zij het met
eenige uitzonderingen, maar wat baat
deze opmerkenswaardige overeenstem
ming? Men kan daar besluiten, wat men
wil, de diverse regeeringen denken er
anders over en zoo heeft de resolutie, die
ten slotte te Washington geboren zal wor
den, slechts theoretische waarde en niets
meer. Men kan het betreuren, doch daar
mede is ook alles gezegd.
Zonder eenigen twijfel zal straks te
Genève zelfs o.i. de politiek de economie
overvleugelen, hoezeer men het anders
zou wenschen. Voor Frankrijk is het on
gedaan maken van de Duitsch-Oosten-
rijksche tolunie weinig minder dan een
kwestie van prestige geworden Doch zal
Briand daarin kunnen slagen? Over zijn
plannen inzake de vervanging van deze
tolunie door een algemeen Europeesche
unie is betrekkelijk nog zeer weinig be
kend geworden, in ieder geval zoo weinig,
dat het ondoenlijk is zich daarover een
meening aan te matigen. Men tast der- j
halve in het onzekere en conclusies zijn
RECLAME.
5654
dientengevolge moeilijk te trekken. Gelet
op de stemmingen uit Duitschland en
Oostenrijk zal Briand echter zeer aan
lokkelijke voorstellen moeten hebben, wil
hij ook maar eenige kans op succes ma
ken. Afwachten is dus de boodschap.
Briand heeft intusschen in ijet Fran
sche parlement een zwaren strijd te
strijden gehad, daar van de meest ver
schillende zijde zijn politiek tegenover de
vroegere vijanden is aangevallen. Zijn
overwinning schijnt echter zeker.
Vermoedelijk zal men onder de rubriek
Buitenland het resultaat kunnen vinden!
Om te zegevieren zal hij evenwel ver
zekeringen hebben moeten geven en die
zullen te Geneve zwaar wegen. De Engel-
sche regeeringsdeskundigen hebben n.l.
reeds uitgesproken, dat naar hun mee
ning het Duitsch-Oostenrijksche tolver
drag niet in strijd is met de vredesver
dragen en het protocol van 1922.
Practisch bekeken, wil dit zeggen, dat
Engeland dus dit verdrag verder geen
moeilijkheden in den weg zal legden. En
Italië vaart tegenwoordig zoo dicht in het
Engelsche kielzog, dat op goede gronden
is aan te nemen, dat het ook nu het
Engelsche standpunt zal aanvaarden. Het
wordt voor Briand dus een teere zaak,
want een volslagen nederlaag is voor hem
gelijk met een politieke dood. Zullen de
vroegere bondgenooten met dit feit voor
oogen bereid zijn om hem de hand boven
het hoofd te houden? Uitgesloten lijkt ons
dat geenszins, vooral niet. wanneer
Frankrijk op het terrein der ontwapening
dan als compensatie tot concessies bereid
zich verklaart .Zoo'n uitwisseling van be
langen is toch een normaal verschijnsel
geworden
Tevens zou daarmede verklaard worden,
waarom Frankrijk momenteel op zoo'n
overtuigende wijze het odium accepteert
van het mislukken der vlootbesprekingen,
waaraan immers een gevaarlijke zijde is,
gelet op de gangbare meening. dat het
Marianne is, die remmend werkt op een
verdere ontspanning in ons veel geplaagd
werelddeel.
Pessimisten achten de ontwapenlngs- j
conferentie van 1932 reeds mislukt ge
let op bovenstaande zouden wij niet direct
zoo zwartgallig willen zijn De pap wordt
niet zoo heet gegeten als zij wordt opge- i
diend, deze oude welbekende spreuk geldt
o. i. ook hier!
Dat het echter hard noodig is. dat den
vredesvrienden een hart onder den riem
wordt gestoken, dat is buiten kijf, slaat
men gade, wat er voor bewapening nog
wordt uitgegeven en wat nog op het
program staat. Zie b.v de groots opge
zette plannen in België, juist door minister
de Broqueville in de Kamer ontwikkeld.
Die getuigen zeker van weinig vertrouwen
ln de naaste toekomst inzake ontwape
ning Wanneer de kleintjes op die
wijze voorgaan Maar zal de wereld
ziende en welbewust den weg, leidend
naar het verderf, opstevenen? Wij weige
ren dit vooralsnog te aanvaarden en een
der motieven, waarop wij dit doen, is
juist, dat tenslotte het inzicht, dat niet
de politiek doch de economie de wereld
beheersch, gemeengoed der massa zal
worden Niets drukt zoo zwaar als een
economische depressie, zooals wij thans
moeten doormaken, niets dringt zoozeer
tot de harde werkelijkheid als economi
sche ellende en zelfs de grootste politici
zullen daarmede rekening moeten houden
willen zij op den duur niet worden weg
gevaagd. Laat ons daarop onze verwach
tingen bouwen!
RECLAME.
VOOR BELASTE WAARDEN
's-GRAVENHAGE
60 Tegen oeurskoers 1 1 n O
OBLIGATfÈN A IMII
'0 m. jftarl nitloting M ,WU
6353
ZORGEN - DE JEUGD VERGEET
ZE IN SPORT.
(Van onzen Correspondent.)
Berlijn, 2 Mei.
Eiken dag bijna kan men in de Berlijn-
sche kranten lezen, dat de een of andere
groote of kleine onderneming failliet
gegaan is. Het aantal openbare verkoo-
pingen is legio. Wie in deze tijden nog
over baar geld beschikt, kan werkelijk-
kostbare dingen nog voor een duit in
eigendom krijgen. Ik ken Duitsohers, die
vrijwel op elke vendutie te vinden zijn.
Noodig hebben ze eigenlijk niets. Maar
ze kunnen er met hun vingers niet af
blijven. Ze herinneren mij aan een goede
tante van me, die altijd naar uitverkoo-
pen trok en daar steeds weer volkomen
onnoodige zaken kocht, „omdat ze zoo
spotgoedkoop waren". Mijn Berlijnsche
vrienden koopen lang niet altijd. Ze
zitten zelf niet al te dik in de duiten.
Maar ze moeten er bij zijn. Het is een
soort koorts geworden. Ze zouden het
thuis niet kunnen uithouden met het ge
voel. dat ergens in deze groote stad een
boekenkast, die 300 Mark gekost heeft,
voor 25 Mark weggaat. En daarom trekken
ze er heen, en koopen de boekenkast niet.
Dan zijn ze tevreden.
Hoe het leven is voor de menschen, die
ten slotte na aftrek van gebruikelijke
kosten deze 25 Markt opsteken, willen we
liever niet nagaan. Ze hebben het niet
erg goed. Dat wilt u wel op m'n woord
van mij geiooven. De Duitsche midden
stand ligt op apegapen. En juist deze
menschen waren de beste elementen van
het volk. Men denkt er niet gaarne dieper
over na.
Intusschen, ik bedoel niet de klanten
uit den „burgerstand" alleen, maar ook
de handeldrij venden onder hen. Ik denk
aan de vele tienduizenden kleine en
groote neringdoenden in Berlijn, die niet
meer over voldoende kapitaal beschikken
om het eenige jaren te kunnen uitzingen.
Hoe het hun gaat, kunt u op een wan
deling door eenige stadswijken beoor-
deelen. Ze gaan, om het eens populair uit
te drukken, „bij risjes op de flacon". Hun
winkels staan leeg. Hun woningen zijn te
huur. Er is geen uitgaand publiek meer ln
de rijkshoofdstad.
Ik hoor mijn bereisde Roeien ln Neder
land, die wellicht elke week of elke
maand, zeker een paar malen in het jaar
voor zaken naar Berlijn komen, met de
noodige heftigheid protesteeren. „Wat!"
roepen ze uit, „geen uitgaand publiek!
Nu, dan weet die correspondent van u er
geen sikkepit van. Ik ben de vorige week
nog drie dagen in Berlijn geweest en ik
geef u de verzekering, dat het Deutsche
Theater, het Grosse Schausplelhaus en
het Ufa-Palast al die dagen uitverkocht
waren, dat ik voor de opera's geen plaats
kon krijgen, en dat bij Kempinski en
vooral in zijn „Haus Vaterland" aan de
Potzdammerplatz geen inkomen meer aan
was!"
En ik kan den verontwaardigden lezer
niet eens tegenspreken. Ik neem gaarne
aan. dat hij gelijk heeft. Maar ik vertel
er hem onmiddellijk bij, dat hij geen Pa
lais de Dance, geen Weinhaus Rheingold
meer zal open vinden, als hij straks naar
hier terugkomt. Om de eenvoudige reden,
dat deze eens wereldberoemde etablisse
menten nu ook al wegens gebrek aan
klanten gesloten zijn.
Jawel wegens gebrek aan klanten.
Laten we eens even nagaan, van wie
Berlijn het hebben moet. In de eerste
plaats van vreemdelingen uit binnen- en
buitenland. Hoeveel komen er zoowat per
dag? Laten we veel zeggen: tienduizend.
Nemen we aan, dat deze 10 000 drie dagen
gemiddeld blijven en zich 's middags en
's avohds over concert- en theater, caba
ret en koffiehuis, lunchroom en bierlokaal
verdeelen. Gemiddeld honderd man over
honderd lokalen. Wat beteekent dat in
deze reusachtige stad? De beroemde drup
pel op den gioeienden steen. Daar kunnen
de tientallen schouwburgen, de honderden
groote en kleine bioscopen natuurlijk niet
van leven. Slechts deze vreemdelingen be
talen volle prijzen. De Berlijner, die over
het algemeen geen geld meer heeft en
ook. omdat hij zijn woning tot zijn be
schikking heeft, niet eiken dag de be-
hiefte voelt naar verstrooiing buiten de
deur, weet maar al te goed, dat het niet
noodig is, veel geld uit te geven. Na kor
ter of langer tijd vindt hij theaterbiljet
ten in zijn brievenbus. Die geven hem het
recht voor 50 pet, en zelfs 25 pet. van de
officieele prijzen een goed tooneelstuk te
zien. Zulke biljetten vindt hij ook bij zijn
barbier, zijn sigarenhandelaar, zijn bak
ker. En desondanks blijft hij nog meestal
thuis.
Dan zijn daar de groote groepen, die
voor werkelijk weinig geld het geheele
jaar door abonnementskaarten hebben en
dus wel moeten uitgaan, om de kaarten
niet te laten verloopen. Dat zijn de men
schen, die de zalen vullen zonder dat de
theaterdirecties er zich bijzonder over
verheugen Naar de concerten voor eigen
geld gaat hier ongeveer niemand. Men
wacht op de vrijkaartjes, die met meer
dan milde hand worden rondgestrooid,
opdat in 's hemelsnaam de zaal er niet
zoo ongezellig leeg uitziet.
En dan: de koffiehuizen, de lunch
rooms, de danshuizen, de restaurants, de
kleine bioscopenJa, lieve hemel. Er
wonen hier 4.4 millioen menschen. Daar
van vallen toch zeker 1 millioen in de
termen om ten minste éénmaal per
maand met vrouw en kinderen uit te
gaan. Dat zijn er dus een 50.000 Der
avond. Niet voor 5 pet. menschen, die
werkelijk geld uitgeven. Maar wel voor 95
pet. luidjes, die drie uren op één potje
bier zitten en zich niet laten wegjagen.
De nieuwe burgemeester schijnt zijn
toestemming te willen geven, dat de reeds
zeer hooge belasting op bier dezer dagen
verdubbeld wordt. Let u straks eens op,
wat de kranten zullen berichten, dat weer
eenige honderden Berlijnsche bierlokalen
hun deuren gesloten hebben!
Neen het aanbod is hier zeker het
tienvoudige van de vraag geworden. En
de modelokalen, die de kundige lezer
hier bezoekt, zitten vol met spaarzame
Klanten, aan wie de ondernemer nauwe
lijks verdient, omdat ze van werkelijk
verteren niets weten willen. De theaters
zijn bezet met menschen, die voor drie
kwart uiterst matige prijzen betaald
hebben. In de groote restaurants wordt
bij een h?.]f potje bier een broodje met
rostbeaf gegeten, In plaats van vroeger
bij een flesch Rijnwijn een dozijn oesters
en een geheel menu.
Waarbij nog komt, dat ook de natuur
net met den Berlijner slecht meent, de
werkelijk warme zomers uitzondering
worden, ditmaal bijv. in deze stad op 1 Mei
nog alle boomen kaai staan en de
thermometer 's nachts nabij het vriespunt
wijst; zoodat de buitentuinen bijna zonder
uitzondering opschorting van betaling
hunner schulden hebben moeten aan
vragen.
Werkelijk uitgaan en geld uitgeven doen
hier, behalve rijke vreemdelingen, alleen
nog de Joden. Men kan ze 's middags en
's avonds bij duizenden op en om den
Kurfürstendamm aantreffen. Ze geven
deze stadswijk dan ook een geheel eigen
karakter. Ze verdienen snel en veel, en
geven het snel verdiende geld even zorge
loos weer uit. Ze verliezen ook snel, en
verdwijnen dan zonder sporen achter te
laten naar het „lompenproletariaat" om
den Alexanderplatz en de Grenadier-
I strasse. Tot ze na maanden of jaren weer
I opduiken, hun 12-cylinder Maybach-auto
laten voorrijden en den armen restaura-
teur of cabaretdirector weer verdienen
j laten Alles, wat zich hier „nationaal"
noemt, zou dit eigenaardig volkje wel
I over de grenzen willen jagen. Zonder
1 daarbij te bedenken, dat de Joden de
eenigen zijn, die de handen niet in den
I schoot leggen en der menschheld nog wat
i winst en levensvreugde bezorgen.
Wie in deze lentedagen naar Berlijn
komt, zal het in uiterlijke dingen moeten
zoeken, die niet door de tijdsomstandig
heden bedorven kunnen worden. De
groote architectonische tentoonstelling
opent binnenkort haar poorten. En reeds
binnen enkele dagen zal rondom de stad,
vooral om het stadje Werder, de „Baum-
blüte", de bloesempracht met bij behoo
renden roes-van-vruchtenwijn te genieten
zijn. die even beroemd is als onze hyacin-
thenvelden. En dan is er het Pergamon-
Zelf spelen of Doubieeren.
Met de puntentelling zooals die algemeen
in Nederland wordt toegepast en zooals die
ook werd vastgesteld door den Ned. Bridge
Bond zal in vele gevallen doubieeren van
de tegenpartij meer punten opbrengen dan
het spelen van eigen spel. Moet men nu
zijr. spel hierop steeds instellen? Zeer zeker
niet Met moet er steeds op uit zijn eigen
spel te spelen. Zoodra men echter vrij
zeker is, dat men door hooger bieden zelf
de kans loopt het contract niet te kunnen
maken en men de zekerheid heeft de tegen-
partij down te kunnen krijgen, doubleert
men.
Bij het doubieeren vergeet men vaak de
waarde, die aan de Manche moet worden
toegekend. Voor het behalen van de Robber
wordt 500 punten genoteerd. De waarde van
de eerste Manche kan men veilig op 300
punt n stelten, aangezien het de kans ver
groot, dat ook de Robber behaald zal
worden. Voeg hierbij gemiddeld 100—120
punten onder de streep voor behaalde
trekken, dan is het behalen van de le
Manche ruim 400 punten waard. Hieruit
volgt dus dat men indien de tegenpjrtij
4 Harten biedt en men zelf met vrij groote
zekerheid 4 schoppen zal kunnen bieden
en maken, het doubieeren van 4 Harten
eerste dan extra voordeel oplevert, indien
men de tegenpartij meer dan 2 down kan
krijgen. Immers het 4 Schoppenbod zou
de Manche opleveren met een belooning
van 300 punten voor de eerste Manche en
wellicht nog de kans van één of meer
overtrekken.
Het spelen van eigen spel of doubieeren
van de tegenpaitij, zal in vele gevallen
afhangen van den sland van de Robber.
Heeft de tegenpartij reeds een manche be
haald en men heeft die zelf nog niet,
dan heeft zij dus uit den aard der zaak
een grootere kans om de Robber te behalen.
Kan men dan een dubbel plaatsen, waarbij
men vrijwel de zekerheid heeft van 300
met de kans op 700 strafpunten dan is het
aanbevelenswaardig om te doubieeren en*
zich aldus te wapenen tegen eventueel ver
lies van de Robber. Heeft men echter reeds
een Manche en beteekent spelen van eigen
spel hoogst waarschijnlijk het behalen van
de Robber, hetgeen meebrengt, dat men
behalve de belooning onder de lijn ook de
500 punten voor de Robber behaalt, dan
zal spelen van eigen spel beter zijn. Immers,
doubleert men de tegenpartij, dan geeft
men haar daardoor opnieuw de kans om
de Robber te behalen en het verschil tus-
sciien winnen en verliezen van de Robber
bedraagt ongeveer 1250 punten. Hieruit
volgt dat alleen dubbels van minstens 3
down aan te raden zijn.
Het gunstigste oogenblik om te doubieeren
is. wanneer men zelf reeds 'n Manche heeft
en de tegenpartij nog niet. Men heeft dan
de betere kans om de Rubber te maken
aangezien de tegenpartij 2 Manches achter
elkaar zal moeten maken om de Rubber te
behalen. Doubleerl men dan, dan zijn de
strafpunten veelal extra winst immers de
betere kans op het behalen van de Robber
blijft bestaan.
Men moet echter niet uit het oog ver
liezen dat in dergelijke gevallen het spelen
van eigen spel geen risico in zich mag
dragen: dat men indien men er toe over
gaat bijv. 4 Schoppen te bieden inplaats
van 4 Harten van dc tegenpartij te dou
bieeren, inderdaad de normale zekerheid
heeft, dat men aan dit bod zal kunnen
voldoen. Heeft men die zekerheid niet,
doch wel de overtuiging dat men bet
Hartenbod kan doubieeren. dan is de dubbel
te verkiezen. Het komt toch herhaalde
malen voor dat de tegenpartij juist die
4 Harten geboden heeft om eventueel Uw
4 Schoppenbod te kunnen doubieeren. In
die gevallen moet men trachten haar vóór
te zijn.
Sinds de nieuwe telling voor Contract-
Bridge vrij algemeen werd aangenomen, is
echter lichtzinnig dubbelen een kostbare
bezigheid geworden. In de Auction-Bridge
dagen was elk bod dat toch de Manche zou
opleveren een z.g. „vrije dubbel" Werd het
bod gehaald dan werden alleen de slagen
dubbel geteld, die toen nog voor Harten
en Schoppen resp. 8 en 9 per trek telden
en was dat het eenige voordeel wat de
speler kon behalen. Werd het spel ver
loren dan noteerde de tegenpartij 100 pun
ten in plaats van 50 voor elke down-slag
Bij de nieuwe telling is de roekelooze
dubbel a!s wapen dikwijls een boomerang,
die terugkeert naar dengene die hem wierp
en hem dikwijls kwetst. Maakt de speler
niettegens'aande de dubbel toch zijn con
tract. dan krijgt hij de dubbele waarde voor
zijn geboden trekken en deze waarde is
met de nieuwe telling een sterk wapen
geworden, waarmede al te optimistische
dubbriaars gestraft worden. Doubleert m-n
bijv een 4 Hartenbod zonder dc zekerheid
den speler meer dan I slag down te zullen
krijgen, dan loopt men een te groot risico
voor een te kleine belooning.
Krijgt men bijv de speler 1 down dan
is de belooning ÏOII strafpunten inplaats
van 50. die men bij niet doubieeren zou
hebben gekregen. Heeft de speler of zijn
partner echter kaarten waarop IJ niet had
gerekend, of renonce in een kleur waarin
U één of meer slagen dacht te kunnen
maken dan is een redubbel het gevolg.
Maakt dan de speler zijn contract met
bijv. een overtrek wat lang niet uitgesloten
is, dan verkrijgt hij:
16 x 30 onder de streep
Contract
1 Overslag
480 punten
100
200
780 punten
tegenover 120 en 50 is 170 punten, indien
U niet had gedoubleerd. Het verschil van
ruim 600 punten is te groot dan dat U
dit risico mocht loopen om een extra 50
punten te behalen. Ook voor dit gevaar
is bet zoo noodig, dat liet openingsbod
betrouwbaar is en topkaartslagen bevat.
Veelal is in Uw dubbel het openingswoord
var. Uw partner verdisconteerd. Ontbreken
echter daaraan de topkaartslagen dan is
het resultaat wellicht een redouble met
alle gevolgen van dien.
Dikwijls hoort men beweren, dat dou
bieeren niet „fair" zou zijn in die gevallen
waarin degene die doubleert zelf een hooger
bod zou kunnen doen. Dit is natuurlijk
nonsens. Bridge wordt gespeeld om punten
en of men na afloop die punten verrekent
tegen een duur tarief of tegen pepernoten,
of om des Keizer's baard speelt, het is
het goede recht en de morcele plicht tegen
over zijn partner dat elk speler tracht
zooveel mogelijk punten voor zijn partij te
behalen Geeft doubieeren hiertoe de beste
kans, dan doubleert men.
Ik zal in mijn volgend artikel hierop
nog verder doorgaan en ook speciaal die
gevallen behandelen waarin men bepaald
niet moet doubieeren.
A. J. VERSTEEG.