Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 9 Mei 1931 Tweede Blad No. 21822 UIT DE PERS. IENOEMING VAN JHR. DE JONGE. an van bekwaamheid en rechtschapen karakter. wachtende houding der bladen. aanzien van ue Benoeming van jhr. 'ge tot gouverneur-generaal schrijft vaderland" dat in het tegenwoor- ndië in de eerste plaats een staats- noodig is en het vervolgt dan: I Gouverneur-Generaal De Jonge die lman zal zijn. moet worden afge- «och als minister van Oorlog, ais directeur of commissaris van de t e' Peeft de nieuwe landvoogd ■nheid gehad, zijn kwaliteiten als ug te toonen. Maar wij zien ook niet aanleiding om den nieuwen ajeur-Generaal deze hoedanigheden »>J voorbaat te ontzeggen. Dat de landvoogd een krachtige persoon- h t' Jan wien raaS worden ver- oat hij een vaste lijn zal volgen. ?eval een goed ding. Deze laat- anigheid van den nieuwen be- er van Nederlandsch-Indië zal naar pen een tegenwicht vormen tegen overwicht van den minister .,™'n waar het inwendige Indi- betreft Niemand '■'Wddijigen minister van Ko- '0 kennis van Indische zaken ffmt. p z'ch ze" 's dat natuurlijk UHiS waarde. Maar in deze groote wiifiia van den minister schuilt 'en a Ji' Eevaar, dat het zwaarte- ia «.j"2!611 van bestuur en wetge- van n!,u andscb-Indië practisch te '■enzorg naar het Plein wordt verlegd. Dit gevaar is niet denkbeeldig. Reeds thans kwam in den Volksraad her haaldelijk misnoegen tot uiting over te groote ministerieele inmenging. Het is dus wel ten zeerste gewenscht. dat de nieuwe vertegenwoordiger der Kroon een krachtige persoonlijkheid be- zitte, zoodat bij het overleg tusschen Mi nister en Landvoogd het Indische stand punt volkomen tot zijn recht kome De „Nederlander" schrijft: De a s. Gouverneur-Generaal deed zich in zijn langdurige ambtelijke loopbaan kennen als. een man van bekwaamheid en rechtschapen karakter, zacht in het oor deel over anderen, streng in hetgeen hij van zichzelf eischte, waardoor van zijn voorbeeld invloed ten goede uitging, op den kring, over welken hij gesteld was. Zijn optreden als minister van Oorlog in het jaar 1917 werd. niet het minst in den kring van het Departement met groote blijdschap begroet. Zijn aftreden, door de Kabinetswisseling in September 1918, werd in en buiten het Departement ten zeerste betreurd De heer De Jonge heeft in Neder landsch-Indië nimmer een ambtelijken werkkring vervuld. Toch kent hij land en volk door een langdurige reis in or.s "Overzeesch Gebied, een reis, welke, door de bijzondere omstandigheden, onder welke zij werk ondernomen, hem in staat stelde, meer te zien en te verstaan, dan aan menig ander gegeven is. die langeren tijd in Indië vertoefde Waar de benoeming tot Gouverneur- Generaal van Nederlandsch—Indië eene zeer zeldzame onderscheiding is. voor den benoemde altijd een hartelijken geluk- wensch waard, zoo meenen wij hier toch allereerst het land te mogen gelukwen- schen, welke belangen zullen worden be hartigd, en ook de Regeering, die erin staagde, op zoo uitnemend candidaat de hand te leggen. Tèn slotte doet het C.H-hoofdorgaan een mededeeling omtrent de vourouders van den nieuwen Landvoogd. ,De Grootmoeder van jhr. De Jonge was Maria Clasina Groen van Prinsterer, zuster van mr. G. Groen van Prinsterer, den grondlegger der Nederlandsche Chr.- Historische Staatkunde. De moeder van den heer De Jonge, Elizabeth Henriëtte Maria Philipse, was de dochter van Maria Clasina Groen van Prinsterer, bovengenoemd, en mr. J. A. Philipse, van 18491871 lid en van '52— '70 voorzitter der Eerste Kamer. De vader van den heer De Jonge was de executeur-testamentair van mr. Groen van Prinsterer. De echtgenoote van den nieuwen land voogd. jonkvrouw van Wassenaer van Ro- sande, is de dochter van wijlen baron van Wassenaer van Rosande, vele jaren lid der Eerste Kamer voor Zuid-Holland." De Hoefijzer correspondent van het ..Handelsblad" spreekt zijn teleurstelling erover uit, dat men in dezen tijd en in omstandigheden, zoo moeilijk als die waarin Indië verkeert, Indië opnieuw tot het object maakt van een experimenteels benoeming. „Immers zoo vervolgt hij de heer De Jonge is, ten aanzien van Indië, ge heel en al een „baar", een orang baroe", d.w.z. iemand die Indië nog nooit degelijk heeft kunnen zien. Hij is ambtenaar aan Koloniën en directeur van de .Koninklijke' geweest zoodat hij althans Indirect met Indische zaken eenige aanraking heeft gehadmaar men krijgt geen begrip van de Indische sfeer en van de Indisch» werkelijkheid hetzij door olie hetzij door papier. En dat is het juist wat thans, meer dan ooit, zelfs meer dan bij het optreden van den heer De Graaff, het eerst noodige is in een G. G.: het vermogen om schijn .van werkelijkheid te onderscheiden, om onder en achter de uiterlijke verschijn selen te kijken en om door de menschen heen te zien." „Wij kunnen dus niet anders zeggen dan dat wij voor de naaste toekomst van Indië lang niet gerust zijn. We kunnen slechts hopen dat. na den tegenvaller van het bewind-De Graaff, het bewind-De Jonge mee zal vallen." Het slot van het artikel luidt: „Het is dus zeker niet zonder bezorgd heid. dat wij deze benoeming tegemoet zien. Maar, natuurlijk, ook niet geheel zon der hoop." Uit de Standaard. Een volkomen gaaf en eerlijk karakter. Een goed verstand. Een evenwichtig temperament. Ziedaar de attributen van den nieuwen gouverneur-generaal van Ned. Indie Attributen van groote beteekenis voor elk hoog ambt, maar vooral in dit ambt. Of mr. De Jonge opgewassen zal blijken te zijn tegen de moeilijkheden, die hem in Indië wachten, vooral de groote finan- cieele moeilijkheden, zal de uitkomst al teen kunnen leeren De Tijd schrijft: Zal de onverwachte keuze van het ka binet werkelijk een „trouvaille" blijken te zijn? Het wil ons voorkomen, dat het ook nu voorbarig zou zijn zich aan voorspellingen te wagen nopens hetgeen van den nieuw benoemden landvoogd is te verwachten, omdat uit zijn loopbaan als ambtenaar, miniter van oorlog, en leider van de Ba- taafsche Petroleum-maatschappij niet direct is af te lezen, wat hij'als gouver neur-generaal zal meenen te moeten doen en te moetennalaten. Oud-minister De Jonge is geen veel- prater en hij zal wel geen overlast hebben van gemoedsimpulsen en neigingen tot het afsteken van redevoeringen, noch in den Volksraad, noch bij gelegenheid van reizen, noch aan. eventueele feestmalen Met hem verschijnt op den Buitenzorg- schen troon een landvoogd, die wel uiterst voorzichtig en sober zal zijn op het stuk van het afleggen van „verklaringen", welke achteraf per nadere verklaring dienen te worden gerectificeerd, met het gevolg, dat in en buiten 's lands verga derzaal de tegenstrijdige interpretaties onrust, spanning, wantrouwen en onver vulbare verwachtingen wekken. Overigens kan thans worden geconsta teerd, dat aan de benoeming zelve is voorafgegaan een overleg met den mi nister van koloniën, waarbij de zekerheid is verkregen, dat de persoonlijke inzichten van jhr. de Jonge op de hoofdpunten ge heel overeenstemmen met het beleid, dat thans aan het Plein de richting der ko loniale staatkunde bepaalt. Persoonlijke karaktereigenschappen kunnen een be paalden vorm geven aan onderlinge ver houdingen en aan de uitwerking der denkbeelden, maar in het wezen der zaak mag op de hoofdpunten van het regee- ringsprogram verschil van inzicht tus schen opperbestuur en gouverneur-gene raal niet aanwezig zijn, en minister de Graaff is er de man niet naar om ienn d ter benoeming voor te dragen, zonder dat vooraf zekerheid over dit alles is ver kregen. t» „Het Volk" spreekt vam een petroleum- vertegenwoordiger" De overgang uit den ministerszetel naar de petroleum baarde destijds heel wat op zien en werd als een hoogst bedenkelijke practijk beschouwd. De olie heeft hier en in Indië bij herhaling politieke machtheb bers naar een vet-betaalde positie in haar dienst doen overgaan. Onwillekeurig zocht men hierin een belooning voor in regee- ringsfunctie verleende welwillendheden, iets als een uitgeworpen aas voor nog in SET NIEUWE JULIANA PAVILJOEN VAN DE PRINS ALEXANDER - STICHTING TE HUIS TER HEIDE is gisteren door H. K. H. Prinses Juliana officieel geopend. H K. H opent met den sleutel 't paviljoen. DS. J. L. DE HEER herdacht gis teren zijn gouden ambtsjubileum te Rotterdam. Hij is tevens vice- "•\sident der Martha-Stichting te Alphen LENTE IN DE HOOFDSTAD. Kastanjeboomen in bloei, zooals 'de wandelaars door Amsterdams straten ze niet te zien krijgen, doch zooals alleen bewoners van dakkamertjes ze kunnen bewonderen. Frappant is het contrast van de bloeiende lenteweelde met de wo ningen in het oude stadsdeel. TE BROOKLAND IN ENGELAND zijn gisteren de groote jaarlijksche auto-races begonnen, welke ieder jaar door duizenden worden bijge woond. Een der deelnemers mrs. Chetwynd, vóór den start. LANG IN LONDEN. De bekende vertolker van de Christusrol in de Oberam- Passiespelen, Anton Lang, die de laatste maal de proloog zegde, ver- op zijn reis deze week ook in Londen. Anton Lang vraagt den weg. H. K. H. PRINSES JULIANA bij de blincic kindertjes in het Juliana paviljoen van de Prins Alexanderstichting te Huis ter Heide

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 5