SCHOONMAAK
GOEDE 0PL0SS|NGEN.
OPLOSSINGEN.
ANEKDOTES.
door
C. E. DE 1ULLE HOGERWAARD.
't Is schoonmaaktijd. Twee meisjes,
Loek en haar zusje Gré,
Die kregen buiten stormde 't!
Op eens een goed idee.
Ze zouden met hun beiden
Ook schoonmaak houden, fijn!
Het poppenhuis moest immers
Vóór Zondag netjes zijn
Ze trokken aan het werk dus
Met flinke schorten aan.
Je kunt in goede kleeren
Niet prettig werken gaan!
Ze schrobden, boenden, plasten,
Namen gordijnen af.
Och, och, wat zulk een schoonmaak
Op eens een drukte gaf!
't Rook alles nu naar zeepsop
Zoo frisch! en terpentijn
De kleeden kregen 'n nabeurt
Met water en azijn!
Maar elnd'lijk kwam toch alles
Precies op tijd gereed.
En weet je, wat toen Moeder
Als een verrassing deed?
Zij ging de flinke werksters
Trakteeren: thee met koek!
Dat smaakte na den arbeid!
Gré keek nu eens naar Loek.
En zei: Lang leev' de schoonmar
Vandaag is het groot feest
In tijden is een middag
Zoo vlug niet „om" geweest! i
Loel: met een oolijk snuitje
Gaf Moeder fluks een zoen
En zei: Dat zullen wij graag
Heel dikwijls nog eens doen!
(Nadruk verboden).
Welnee jongen, natuurlijk niet", ant-
"ordde Meta. Dan is er immers niet eens
r. kopje thee klaar voor vader. Maar daar
:bben jongens nu eenmaal geen verstand
Haastig knapte Meta de kleeren der kin-
■ren wat op, die door 't spelen wat slordig
aren geworden Toen gingen ze weer huis
aarts.
Onderweg maande Meta de kleineren, die
raag voor winkels bleven kijken, telkens
>t spoed aan. Maar toen ze voor het huis
onden, bemerkte Meta dat vader hen toch
6ór was geweest. Want eer ze nog den
eutelj had kunnen krijgen, ging de deur
i open en stond vader in de gang.
„Zoo uitblljvers", lachte hij, „zijn jullie
aar eindelijk? 'k Zit al een heelc poos
p jullie te wachten".
„Ja maar vader", verontschuldigde Meta
ich, „ik wist heusch niet dat u zóo vroeg
huis zou komen. Anders was ik vast niet
;oc lang weggebleven".
Vader knikte haar vriendelijk toe.
„Je mocht ook wel eens uit, huismoedertje.
Zn dat nog wel op je verjaardag. Maar 't is
och maar goed Meta, dat ik gauw thuis
vas. want er is een verrassing voor je
gekomen. Die kon ik nu mooi in ontvangst
lemen".
„Een veriassing voor mij?" herhaalde
Vleta. „Hoe kan dat nu?"
lijd „Wel kind, je bent toch jarig", lacjite
l' /ader.
„O, 'k weet het al", riep Meta plotseling.
,'t Is een brief van moeder. Maar die ver
wachtte ik ook".
„Mis'zei vader, „de verrassing is in de
t; huiskamer. Ga jij nu eerst maar alleen naar
noiiinen om te zien wie.wat het is".
;tn Verwonderd keek Meta naar vader, maar
deed toch, wat haar gezegd werd.
lij' Ze ging de huiskamer binnen en ktyk
r; zoekend rond. Nee, op tafel lag geen paltje,
l^op den divan ook niet. Maar daar, in 't
hoekje tusschen het buffet en den muur,
wie zat daar op dien stoel?
re£- „Moeder.o moeder.roept Mela
in 't zelfde oogenblik ligt ze lachend
cen schreiend tegelijk in moeders armen.
„Mijn meisje,m'n lieve oudste.-
fluistert moeder, terwijl ze telkens weer
kus drukt op Meta's gezichtje.
Even later gaat de kamerdeur open en
.vader zegt „Mogen wij ook ons aandeel
r'in de vreugde hebben?"
In de gang ha:l vader, terwijl Meta binnen
was aan de anderen verteld, dat moeder
..thuis was gekomen. Willem wist het reeds,
jdie was in het geheim opgenomen.
„Toe Meta, ga eens op*zij", zei hij nu,
„ili wil moeder ook wel eens zien".
Wat was dat een blijde begroeting! Moe
der was overgelukkig, dat ze weer thuis
te midden van de haren was. Ze kon de
Boogen haast niet van haar kinderen af
houden.
't Werd een heerlijke avond. Toen de vier
L jongsten naar bed waren, zaten vader en
moeder Meta en Willem nog een heele poos
bij elkander.
Meta zat naast moeder. Af en toe drukte
ze moeders arm, als om zich te overtuigen
dal moeder er toch werkelijk was.
En Meta", vroeg vader, „mijn verras
sing is dus wel geslaagd?"
„O, vader", zei Meta, „ik heb niets,
hcelemaal niets gemerkt".
„En heb ik liet geheim niet goed be
waard?" vroeg Willem nu.
„Wist jij het dan?" vroeg Meta verbaasd.
b' „Wel ia. kind", antwoordde Willem wijs-
geerig.
f „Dan had je het mij toch ook wel kunnen
vertellen", zei Meta.
„Nee", plaagde Willem, „dat ging niet.
Kleine meisjes mogen nu eenmaal niet
alles weten.
„Stoor je er niet aan Meta", lachte
moeder. „Hij mocht het niet vertellen, want
het moest een verrassing zijn voor het
jonge huismoedertje".
„O, moeder, wat is het toch heerlijk
«lat u er weer is", zei Meta. „Nu kan ik
u weer fijn om raad vragen, als iK iets
nier weet".
„Heb je bet dikwijls moeilijk gehad,
meisje?" vroeg moeder.
„Soms wel moes", antwoordde Meta.
„Maar gelukkig was vader er toch".
„Ja kinderen", zei vader nu, „we hebben
een moeilijken tijd gehad. Maar we heb
ben ondervonden dat God toch alles beeft
welgemaakt. Hij heeft moeder weer gezond
tot ons terug gebracht. Laten we er Hem
dankbaar voor zijn".
't Was een gelukkige familie die aan den
avond van Meta's verjaardag ter ruste ging.
FRANCINA.
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN:
Koos en Tom Nieboer (brief der vorige
week, toen te laat ontvangen), Jannie
Verboon, Gerard de Geus, Dorus de Geus,
Dirkje Schaap, Neeltje Haasnoot, Marie-
tje Haasnoot, Maartje Verdoes, Elly Bloot,
Henk van der Woerdt, Ton Delfos, Jan
Delfos, Betsy van den Eyckhoff, Jan Was
senaar, Eempien Wassenaar, Jaap Verko
ren, Marietje van der Mey, Francina
Brussee, Miesjc Overmeer, Nico van der
Hout, Dirkje Hopman, Jan Geen jaar,
Lena Geenjaar, Clara Ouwersloot, Petro-
nella Ouwersloot, Annie Zaalberg, Jaco
bus Laurier, Anje Aleida de Gelder, Jo
de Wekker, Agnes Louise Planje, Abraham
van Es, Frans Pieter de Vries, Jannie van
Duuren, Willy Simonis, Bram Lasschuit,
Bert van Reenen, Annie den Hertog, Rei-
nier den Hertog, Annie Heymans, Maartje
van der Lelie, Jan Vlasveld, Gerard Kool
haas. Gerrit Koolhaas, Abram de Tombe,
Willy Wielinga. Philippus Bodry, Annie
Bootsma (brief der vorige week). Willy
de Neys, Johan van Nood, Maunts van
Nood (van beiden 2 brieven, ook de brie
ven der vorige weeki, Frans van der Nat,
Iteke Verkoren, Rietje de Gunst, Piet Nie
boer, Gerharda Eggink, Christiaan Eggink,
Bram Crama, Marietje Laterveer, Annie
van Dorp, Joop van Wijk, Leo van Veen,
Leni Schilp, Willie Schilp, Nelly Wage-
mans, Henk Boom, Agatha van Berkel,
Adri van Nood (Leiden), Suze van Po-
lanen. Leni Outshoorn, Suze Arnoldus,
een brief zonder naam met 3 nieuwe raad
sels, van wie die brief?, Wim van Driel,
Maartje van der Marei, Jannie de Water,
Frans de Water. Ru van Dijk, Bas van
Dijk, Betsie Philippo, Willy Mulder, Arie
Vijfhuizen, Jan Vijfhuizen, Adri van Nood
(Alphen). Gretha Schoite, Marie van der
Wolf, Leny Oostveen, Arie de Graaff,
Willy Rutgers, Koos Nieboer, Tom Nie
boer, Leni Bij. Plonia Vis. Annie Dorre-
paal, Gerrit Dorrepaal, Nelly Nagtegaal.
o
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER:
1. 6 6 6 6
9 9 9 9
1 6 6 6 5
2. Wolvega, Wolga.
3. Inktpot.
4. Een naald.
5. Een brief.
6. k
W i m
lanen
pol d e r s
br iket ten
kinderkrant
Breuke len
sparren
haard
ons
t
7. De letter B.
8.Een suikerbrood.
Ingezonden door Agnes Planje.
Jantje: Moeder, wie brengt de kinder
tjes bij een koning en koningin?
Moeder: „Natuurlijk de ooievaar."
Jantje: „Is dan de ooievaar dus hofle
verancier?"
Ingezonden door Marietje Laterveer.
Verstrooid.
Hendrik: „Hè Pa er zit zoo'n dikke spin
aan het plafond."
Papa (verdiept in zijn studie): „Trap ze
dood. Hendrik
Ingezonden door Celia en Kees Muyzert.
„Wie vond het eerste kunstlicht uit?"
„Natuurlijk Edison."
„Niet waar. Noach, want toen hij de oli-
lanten uitliet, maakte hij de ark lichter."