HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN IRUSTARD SPORT. A.7Ps RADIO-PROGRAMMA. bijz. onderwijs nog te jong. En de SDAP ts tegen gelijkstelling. Toch zal het min derheidsstandpunt misschien aanvaard worden, met de R.K. steeds op de wip. Het zal een voortdurenden strijd worden, geen pacificatie. Spr. wil dan de voordeelen van het meerderheidsstandpunt uiteenzetten. Git wil toepassen: gelijk recht voor allen. Niet het onderwijs staat hier op den voor grond, doch de opvoeding. De primaire plicht rust bij de ouders. Bij het onderwijs moet de overheid aanvullen, zoo de ouders te kort schieten, niet hier. Hetzelfde •standpunt nemen B. en W. geheel ook in bij volksspeeltulnen etc. Nlemand's gewe ten wordt gekrenkt volgens het meerder heidsstandpunt, dat ieder evenveel geeft. Een ander voordeel is het aan het werk zetten van het volk, ook links. Zie b.v. het nijverheidsonderwijs, de actie der SDAP voor radio etc. Zou men daar geen fröbel school willen oprichten? De SDAP: neen wij willen geen eigen ECholen! De WETHOUDER: en in Limburg dan? De heer v. ECK: daarvoor was een bij zondere reden, dat weet u ook wel. De WETHOUDER citeert dan.dat de SDAP niet principieel zou staan tegenover eigen scholen. (Bij de SDAP tal van ont kenningen). Geen enkele linksche partij is principieel tegen bijz. onderwijs. De voorstellen der meerderheid zijn fi nancieel bereikbaar; de cilfers brengen geen verrassingen, zijn reëel. De heer Meynen vroeg: kan het nog niet goedkoo- per. Neem dan b.v. ook een leeftijdsgrens van 3'/> jaar. Dat scheelt f. 32.000 per jaar. En zoo is er nog wel eenige bezuini ging mogelijk. Den heer Romijn wijst spr. cr op, hoe in financieel gegoede wijken de subsidie daalt. Feitelijk is er een meerderheid in den i laad voor de minderheid, gezien het standpunt der R.K. De bijz. scholen wor den door het meerderheidsstandpunt ge handhaafd, bij het minderheidsstandpunt is dat problematisch, afhangend van het samengaan der rechtsche fractie's. Vergelijking met het L.O. is er glad naast. Al tientallen van jaren stond de bevoorrechting daarvan in de grondwet en men moest zich daarbij neerleggen, al was men het rechts er niet mee eens. Maar rechts kwam op voor zijn rechten Tot slot een enkel woord over dc motie der A R. kiesvereeniging. De heer Wilmer noemde deze uit hartstocht geboren on juist, doch het was een hartstochtelijke noodkreet tot de R.K. niet tot de tegen partij over te loopen. Het minderheids standpunt beteekent een verkoeling tus- schen de bondgenooten en beteekent een aanslag op de bijz. scholen De heer WILMER: dat vrees ik niet, zie de L.O. scholen. De WETHOUDER: tegen de overheid is het moeilijk te vechten. Men moet streven naar eenheid, zeker, doch naar de eenheid van recht, niet naai de eenheid van gedachte. Een eenheid van recht beoogt de meerderheid. Het stand punt der minderheid is financieel beden kelijk, politiek onhoudbaar, principieel on juist. De VOORZITTER zou gaarne zien, dat men van replieken afzag, wil men de zaak heden ten einde brengen. DE REPLIEKEN. De heer GROENEVELD meent, dat de raad dan wel direct had kunnen stemmen. Doch z.i. is de raad daarvoor niet en hij zal toch zijn meening moeten zeggen. Men verwart steeds neutraal bijz. en bijz. onderwijs. Zijn partij bogeert geen eigen scholen, alleen noodgedrongen. Ook spr. wil wel waardeering uiten voor het bijz. onderwijs doch hij verlangt dat dan ook voor het openb. onderwijs. Van bevoorrechting van het openb. onderwijs ziet spr. niets, eerder het tegen deel. Zoo is het ook bij het bew.school- onderwijs. Het neutrale is open voor ieder, het bijz. voor bepaalde richtingen. Wie is dan bevoorrecht? En moet men juist in godsdienstzaken niet bijzonder voorzichtig zijn, zoodat dit eerder een taak is der ouders? Wethouder GOSLINGA: samengaan tus- schen ouders en school I De heer GROENEVELD verzekert, dat de S.D.A.P. heelemaal niet staat op het standpunt, dat de overheid het bijz. onderwijs maar moet laten schieten; in tegendeel. De ruzie tusschen A.R. en R.K. moeten dezen zelf uitvechten, doch de A.R.-motle verbaast spr. toch, gezien de onderwijs- paragrafen der partijen, die evenals de Chr. Hist, staan op gelijkstellingstandpunt spr. citeert. Het minderheidsstandpunt is daarmee geheel in overeenstemming. Spr. gaat vervolgens nog in op eenige uitlatingen der beide wethouders om ten slotte te verzekeren, dat hij het minder heidsstandpunt ziet als complex, waar mede hij zich zal vereenigen, inziende, dat het niet mogelijk is daarin wijziging te brengen, al zou spr. dit gaarne zien. De heer MEYNEN gelooft niet, dat ex- minister de Viser het minderheidsstand punt zou aanvaarden, zooals de heer Wilmer zeide te gelooven. Dit licht hij nader toe. Het verwijt van partijdigheid van den heer Verwey werpt spr. verre van zich. al is hij overtuigd voorstander van bijz. onderwijs. Spr. verdedigt nader zijn stand punt tegenover wethouder Tepe, die zelf erkent, dat de volkomen gelijkstelling „bijkans" bereikt is. Er hapert dus nog iets. Nader gaat spr. daarop in om dit aan te toonen. De heer ROMIJN meent, dat wethouder Goslinga op zijn bekende handige debaters- manier zijn betoog heelt gevoerd, doch aan het slot, toen hij zich hartstochtelijk wendde tot de R.K., kwam de aap uit de mouw: vrees voor doodeljjke concurrentie voor de bijz. bew. scholen! Doch spr. voelt niets voor steun, uit socialen maatschap- pelijken nood geboren, aan dit bijz. onder wijs. waardoor deze scholen een zendings karakter krijgen. Spf. komt op voor vol ledige „vrijheid" en daarvoor zijn openb. bew. scholen noodzakelijk. Het heele betoog van dezen wethouder was in de richting van „partijman" en daarom is aan zijn finantieele bezwaren slechts hier en daar eenige waarde toe te kennen. De politieke bezwaren van den wethou der houden slechts sterk, zoo men a priori elkaar volkomen wantrouwt en dat is toch niet gewenscht. Zie bovendien hoe weinig is geageerd door spr.'s fractie tegen onder- wijsvoorstellèn die gewoonlijk onder den hamer doorgingen. De heer WILMER heeft waardeering voor het betoog van den wethouder Gos linga. doch hij is er in geen enkel opzicht door van zijn standpunt afgebracht. Er is in wezen geen verschil van beginsel, alleen Yan verschil in inzicht en redeneering, waardoor men tot een nadere conclusie komt. Feitelijk heeft ook de heer Wil brink dit erkend, die alleen uit finantieele motieven met de meerderheid meeging. Zeker is primair het onderwijs de taak der ouders, doch dit komt z.i. juist het best tot uiting in het minderheidsstand punt. Ieder ouder moet het onderwijs kun nen kiezen, dat hij begeert. Van bevoor rechting van neutraal onderwijs is geen sprake. De offervaardigheid der ouders gaat bij de minderheid ook niet verloren, zie het schoolgeld, en waarom ls anders de gelijkstelling dan aanvaard bij het L.O.? Zoo links een meerderheid zou krijgen en kwaad zou willen, dan kan zij dat altijd! De finantieele bezwaren tegen de minderheidsvoorstellen acht spr. niet over tuigend, al betreurt hij, dat de heer Groeneveld geen gelijkstelling wil. Spr. eindigt met een beroep op de A.R. fractie: een principieele scheiding bestaat er niet, ook niet in deze kwestie. Verkoe ling zal spr. dan ook aan de A.R. moeten wijten, als het daartoe onverhoopt mocht komen. De heer BERGERS motiveert zijn stem voor de minderheidsvoorstellen uit billijk heidsoverwegingen. De A.R. motie betreurt spr. de vrees voor het bijz. onderwijs niet deelend. De heer v. ES keert zich tegen uitlatin gen van de heeren Verwey en Groeneveld om daarop den leeftijdsgrens van 3 jaar te verdedigen. Alleen uit zuinigheidsoog punt gaat wethouder Tepe tot 3'A jaar. Via het verhoogde leergeld komt spr. ten slotte nog terug op de finantieele zijde en handhaaft zijn bezwaren tegen de min derheid. De heer VERWEY meent, dat wethouder Goslinga op verkeerde basis staat. De minderheidsvoorstellen bevorderen het openb. bew.school-onderwijs niet, evenmin als dit het geval is bij het L.O. Bij bezoek van 72 ouders uit chr. kringen bij de wet houder zijn zij zelfs in het voordeel, daar zij hun school altijd kunnen stichten! Vanaf 1924 kon men in het Haagwegkwar- tier b.v. geen O.L. school krijgen, al ls het getal kinderen er voor. Wethouder Gos linga sprak als voorzitter van bijz. school besturen niet als wethouder van een ge meente als Lelden. De taak van een wet houder is niet in de eerste plaats op te komen voor eigen partij! En ook hot standpunt der heeren Meynen env. Es is partijdig, al bedoelt hij dit niet ln kwaden zin van het woord. De S.D.A.P. is toch tegen eigen scholen en dat beginsel moet eerlijk erkend worden. De heei WILBRINK is door wethouder Tepe niet overtuigd. Het bew.school-on derwijs ls niet het eenig sociaal-wensche- lijke, daarmede moet rekening worden ge houden Spr. ontwikkelt nogmaals zijn be zwaren tegen het minderheidsstandpunt uit financieel oogpunt, hetgeen voor hem doorslaggevend is. Overigens draagt de Chr.-Hist. fractie hier haar eigen verant woordelijkheid. Spr, zal per amendement voorstellen volkomen gelijkstelling na 2 jaar, als de verordening in werking is ge steld, (dit laatste om den wethouder ge legenheid te geven zijn voorstellen prac- tlsch in daden om te zetten) en verlangt in dit verband tevens gesplitste stemming van art. 1 (in drieën) ook om den leef tijdsgrens van 3 jaar te handhaven, zoo als hij nader verdedigt. Verder doet hij een voorstel de subsidie direct te geven bij bouw van een bijz. school, wanneer de waarborgen zijn gegeven (dit ter wijziging van art. 9), zulks meer in het belang van werkelijke gelijkstelling. Tenslotte wijst sor. er op, dat zijn partij pas 2 bew scholen heeft, de R.-K. 6 en hij vraagt toezegging van den wethouder daarmede rekening te houden. DUPLIEKEN. Wethouder TEPE behoeft niet meer in te gaan op de replieken na de rede van den heer Wilmer doch enkele opmerkin gen van wethouder Goslinga meent hij toch niet onaangeroerd te mogen laten en daarom gaat spr nog even in op enkele financieele beschouwingen, handhavend, dat de minderheidsvoorstellen niet bedui dend duurder kunnen komen. De verwij zing naar Utrecht gaat niet op, daar men daar te hoog had geleefd. Het part. ini tiatief wordt ook niet gedood, zie wat de ouders doen voor vele openb. scholen. Zelfs de rijkswetgeving is niet geslaagd in vol ledige gelijkstelling,van spr. is het onmo gelijke ook niet te verwachten. Over 't algemeen, spr. herhaalt het, gel den de bezwaren tegen het minderheids- voorstel ook tegen dat der meerderheid, in sommige gevallen zelfs minder, naar hij nader uiteenzet. In liet praeadyjes der minderheid is duidelijk gezegd, dat haar voorstel is één complex. Daaraan moet men zich houden. Daarom kan er niet aan getornd worden. Wil de raad dat doen, dan neemt spr. geen verantwoordelijkheid voor de gevol gen, speciaal niet voor de financieele van den leeftijdsgrens van 3 jaar. Voor de idee Wilbrink Inzake volkomen gelijkstelling voelt spr. doch in dezen vorm is het niet te accepteeren. In 2 jaar ls z.i. de uitvoe ring mogelijk, doch hij wil het amende ment aanvaarden, zoo gezegd wordt: na de uitvoering. Het andere amendement (subsidie bouw) wil spr. ook aanvaarden mits gehandhaafd wordt het verplichte getal van 72 leerlingen. Wethouder GOSLINGA zegt den heer Romijn, dat ieder mag doen, wat de A.-R. partij deed. De heer Wilmer laat zijn on derwijspolitiek afhangen van 1918 (ge lijkstelling) doch hij moest verder terug gaan. Het verwijt van partijman van den heer Verwey wijst hij af. Ieder zit hier toch voor zijn beginselen, dus ook spr., al is hij wethouder Dat zou de heer Verwey ook doen als wethouder. De heer VERWEY: niet met negeeren van alle andere'inzlchten. Wethouder GOSLINGA: als wij dat niet deden, zouden wij onze beginselen ver- lochenen. Practisch oordeelt spr. het minderheids- voorstel onuitvoerbaar De meerderheid aanvaardt de voorstel- len-Wilbrink. STEMMIN GEN. De heer GROENEVELD zegt, dat zijn fractie de voorstellen beschouwt als een complex, dat zij geheel zal aanvaarden, al zijn er bezwaren tegen onderdeelen, als b.v. 3jaargrens, etc. Art. 1 eerste gedeelte der minderheid wordt aangenomen met 2110 stemmen. Tegen de Chr.-Hist en A.-R. Het amendement-Wilbrink (meerdere gelijkstelling) wordt in principe door wet- 273. Wim maakte het touw vast aan een kram Stevig in den muur geslagen Ging toen, voorzichtig naar den agent Nu scheen hij het te durven wagen. De jongen sloeg de lus om de hand Van den agent, die niets vermoedde, „Ja", zei Wim. „je doet mij nu toch niets Ik blijf wel op mijn hoede." 274. ,.'k Zal doen wat U zegt" zei Pim, gerust, „Graag wil ik naar Uw raad hooren, Misschien bereiken wij nog het land. Alle hoop is nog niet verloren. Of word ik wat zwaar, of U wat moe, Dan geeft U maar een seintje Dan laat U mij zakken in de zee, Ik zwem dan wel een eindje. houder Tepe aanvaard, die zal trachten net in de verordening uit te werken. Art. I tweede gedeelte wordt aange nomen met 256 stemmen. Art. 1 derde gedeelte (leeftijdsgrens) wordt aangenomen met 21—10 stemmen. Tegen de Chr.-Hist. en A.-R. Art. 2 wordt aangenomen met algemeene stemmen. Voor zoover gestemd wordt over de vol gende artikelen handhaaft zich dc stem verhouding 2110. Het amendement-Wilbrink op punt 9 zal in principe eveneens in de verordening worden verwerkt. Alleen de S. D. A. P. stemt tegen. Nadat nog eenig debat is gevoerd over het begrip „leerling" tusschen den heer Groeneveld en wethouder Tepe wordt het gansche minderhcidsvoorstel z. h. st. aan vaard. De heer v. ECK stelt voor de vergadering te verdagen en de verdere punten aan te houden. Conform wordt besloten. Hierna sluiting om halféén. VOETBAL. NA HOLLAND-BELGIE. Wat de Belgische bladen zeggen. „Sportwereld" meent» dat de uitslag de verhouding weergeeft. De Nederlanders combineerden goed en speelden zeer geest driftig Het blad zegt, dat de Nederlanders tweederden van den tijd aanvallend waren. Het Ned. elftal was een goed geheel. Het middentrio gevaarlijk. Bladen als „Les Sports". „Nation Beige" „Neptune", ..Metropole", ..Gazet van Ant werpen" zijn alle van meening, dat de overwinning der Nederlanders gerecht vaardigd is. Alle bladen zijn het er over eens, dat de linkervleugel van het Bel gisch elftal behoort vervangen te worden. Bladen als „Le Soir" en „Le Matln" vin den, dat de uitslag geflatteerd is voor Ne derland en dat de Belgen, dank zij hun superioriteit in de laatste 15 minuten den gelijkmaker hadden verdiend. Van der Meulen heeft volgens die Belgische bladen eenige veine gehad. Het „Hbld." zegt, dat Zondag voor het Stadion zijn aangereden 3420 auto's, van welke er 2320 in de buurt van het sport park hebben geparkeerd. DE TOESTAND VAN FORMENOOY. Naar gemeld wordt Iaat de toestand van Formenooy zich gunstig aanzien. De doc toren constateerden 'n breuk van scheen- en kuitbeen boven den enkel. Hij ls Zon dagavond per auto naar Rotterdam ver voerd. Er hebben zich geen complicaties voorgedaan. BILJARTEN. LEIDSCHE BILJARTBOND. De uitslag van den wedstrijd 't Gr. laken I—Kr.o.t. voor de 2e kl. L.B.B. luidt: pnt. brt. h.s. gem J. Westerbeke (Kr.o.t.) 42 20 7 2.10 J. Bruinincks CtGr.l.) 125 20 28 6.25 110 55 14 2.00 125 55 11 2.27 125 54 12 2.31 110 53 10 2.07 D. G. v. d. Voort N. N. (res.) G. v. d. Berg H. Barendse De 4e partij door Kr.o.t. gewonnen ge geven. w.n.o. 't Gr laken 2 punten. Kr.o.t. 0 punten. De uitslag van den wedstrijd T.O.G. 2 L.U.T.O. 4 voor de 4e kl. L.BH. luidt: pnt. brt. h.s. gem. D. v. Zanten (Luto) 64 27 11 2.37 J. Mulder (T.O.G.) 75 27 15 2.77 J. Contant (res.) 48 47 7 1.02 A. Schouten 75 47 6 1.59 J. Lagerwey 75 36 8 2.08 G. Dubbeldeman 68 35 8 1.94 C. v. Winkel (res.) 62 57 7 1.08 J. v. d. Burg 75 57 7 1.31 T.O.G. 2 punten. „.U.T.O. 0 punten. O De uitslag van 't Gr. laken 2P. v. Cleef 3, voor de 4e kl. L.B.B. luidt: pnt. brt. h.s. gcra. L. A. v. Iterson (P.v.Cl.) 73 29 13 2.51 N N. ('t Gr. 1.) 75 29 13 2.58 J. de Roo A. Crama (res.) H. de Roo P. Lagas (res.) 75 44 43 43 7 1.70 7 1.00 75 35 12 2.14 55 34 8 1.61 P. Roman 60 43 4 1.39 B. Brandt 75 43 10 1.74 't Gr. laken 1 punt. P. v. Cleef 1 punt. De uitslag van De Kroon 2SD.O. 4 voor de 4e kl. L.B.B. luidt' pnt. brt. h.s. gem. 75 29 10 2.58 64 28 5 2.28 62 42 8 1.47 75 42 12 1.78 67 35 10 1.91 75 35 10 2.14 N. N. (S.D.O.) C. v. Rijs (De Kr.) W. Ranselaar C .v .d. Wiel N. N. M. v. d. Oever P. Poelijoe C. de Niet (res.) D.O. voor de comp. N.B.B. afd. E luidt: pnt. brt. h.s. gem. I. Mazurel (S.D.O.) 100 21 16 4.76 G. v. Neuren (Royall 84 20 16 4.20 W. Penseel 100 25 14 4.00 C. Bunk 09 24 16 2.87 C. Schouten 100 42 22 2.35 Holtgrefe (res.) 79 41 10 1.92 R. Kantebeen 88 36 11 2.44 J. Hendriks 100 36 18 2.77 I. Mazurel 81 25 11 3.24 C. Bunk 100 25 25 4.00 W. Penseel 100 25 24 4.00 G. v. Neuren 83 24 17 3.45 C. Schouten 76 32 14 2.37 J. Hendriks 100 32 25 3.12 R. Kantebeen 94 45 17 2.08 Holtgrefe (res.) 100 45 10 2.22 Royal 1 punt. S. D. O. 1 punt. RECLAME. de fijne custard ■mgt ee*\ zakie UPJ VANILLESUIKER in. Leder pak. S -.X-J-POLAK GÜOmQtU 2665 ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATE .2 <oo (op 2 Ujnen") REDACTIE Hiv. 'WKK1 1507 68 46 8 1.47 75 46 9 1.63 De Kroon 2 punten. S.D.O. 0 punten. De uitslag van De Kroon 3—D.O.S. 4 voor de 4e kl. L.B.B, luidt: pnt. brt. h.s. gem. C. P. Fasel (D.OB.) 75 40 14 1.87 J. de Vreugd (De Kr.) 46 39 8 1,17 J. Chrispijn 75 37 12 2.02 C. Guyt 45 36 7 1.25 D. v. Tongeren 75 35 13 2.14 M. Meyvogel 37 34 4 1.08 De 4e party is door De Kroon gewonnen gegeven w.n.o. D.O.S. 2 punten De Kroon 0 punten. NEDERLANDSCHE BILJARTBOND De uitslag van den wedstrijd Royal—S. Wij vestigen hiermede Uwe aandaclt op het feit, dat met ingang van 1 Apil 1931 de golflengten van de stations Huizen en Hilversum wederom worden omgewis seld. V.af 1 April zijn de golflengten voer: Huizen1875 M. (KRO en NCR!) Hilversum298 M. (AVRO, VARA m VPRO.) VOOR WOENSDAG 1 APRIL 1931. Hilversum (298 M.). Uitsl. VARA-Ut- zending. 9 uur: Gramofoonpl. 9.J); Orgelspel Joh. Jong. 10 uur: Morgen wijding VPRO. 10.15: Onze keuken, d)or P. J. Kers. 11 uur: Gramofoonpl. k.05 Radio-Volksuniversiteit. 11.35: Grano- foonpl. 12 uur: Concert VARA-sg)tet o. 1. v. Is. Eyl en Gramofoonpl.. !.15: Gramofoonpl. 2.25: Vrouwenuurtj'. 3.15: Gramofoonpl. 3.20: Coópetfitie- kwartiertje. 3.35: Maak het zelf^door C. SchaakeVerkozen. 4.25: Gnmo- foonpl. 4.30: Kinderuurtje. 6uur: Concert VARA Mandoline-ensemble a 1. v. J. B. Kok. 6.30: Mandolinecursus J. B. Kok. 7 uur: Radio-Volks-Univ. 7.30; Toespraak. 7.50: Gramofoon. 8.10: Uitz. uit Zutphen. VARA-orkest oil. v. H. de Groot. 8.40: „Frank van Wjzel's roemruchte jaren", soldaterij in 7 tatrce- len. van A. M. de Jong. Het Gtoot- Volkstooneel o. 1. v. H. Bouber, W. v. Jap- pellen en B. Groeneveld. 10.40: Vovolg uitzending uit Zutfen. 1112 uur: pra- mofoonplaten. Huizen (1875 M.> Algemeen gramma. Verzorgd door NCRV. 8- Schnltlezing. 8.15-9.30: Gramofoonpl.- 10.3011 uur: Ziekendienst. 1112 icu: .Hl- Concert. M.F. Jurjaanz (harmonium) j de Jager (sopraan) en Mevr. Mijnhqit i (alt). 12 uur: Politieber. 12.30—2 uu. I Concert. J. Richters (viool), P. de Vrfes (fluit), C. I. Borgers (cello5, Mej. E. Sai- dow (harmonium en piano). 23 uir. Gramofoonpl. 34.30: Concert. Metr. I B. Jonckers-Tiggers (sopraan). Willy Kattr (viool). Mevr. H. del Valle (piano). 4.# 4.45: Gramofoonpl. 55.30 H. J. Stelrr voort: „Het opzetten van een lepelbakje. 5.30—6.15: H. Pilon: „Onkruid en (e bestrijding". 6.15—6.30: Gramofoon] 6.307 uur: Radio-dokter. 7—7 Afgestaan. 7.30: Politieber. 8.31 10.30: Concert door een solistenkwartet pn het kwintet van de Kon. Militaire kajeL Causerie door Prof. Dr. Joh. de Groot.— Ca. 10 uur: Vaz Dias. 10.3011.30: Gfa- mofoonpl. Daventry (1554.4 M.). 10.35: Moren- wijding. 11.05: Lezing. 12.20: Grabo- foonpl. 1.05: Orgelspel door L. H. Var- ner. 1.352.50: Orkestconcert. 360: Orkestconcert. L. Powell (piano). 905: Orgelspel door R. New. 6.35: Berichëm 7 uur: Pianospel door S. de Niedzietki. 7.20: Lezing. 7.45: Lezing. 805: The Ridgeway Parade. Cabaret. 910: Berichten. 9.35: Berichten. 940: Lezing. 9.55: Kamermuziek. P. Joles (tenor i, Strijkkwartet. 11.2012E0: Dansmuziek. Parijs, „Radio-Paris" (1720 M.). 8)5: Gramofoonplaten. 12.50: Gramofotn- platen. 1.25: Gramofoonplaten. 610: Gramofoonplaten. 9.05: Gramofoqi- platen. 9.20: „Redemption", oratorium Gounod. Langenberg (473 M.). 6.20—7.20: Gh- mofoonplaten. 9.3511.15: Gramofoco- platen. 11.30: Gramofoonplaten. - 12.251.50: Orkestconcert. 4.205.3: Vesperconcert en solisten. 7.057.51: Orkestconcert. 7.50: „April!". Daarip dansmuziek. Kalundborg (1153 M.). 11.20120 Dansmuziek. 7.20—8.20: Orkestconcen en soliste. 8.208.35: Moderne piano muziek. 8.35—9 uur: Humoristische voordrachten. 99.15: Zang met plano begeleiding. 9.3010.10: Kamermuziek. Solist. Brussel (508.5 M.l. 5.20: Dansmuziek 6.20: Orgelconcert. 7.05: Gramofoor platen. 8.20: Gramofoonplaten. 8 50 Orkestconcert. - 33R.2 M.: 5.20: Grauw foonnlaten. 6.20: Dansmuziek. '8 81 Eenige melodieën van De Beeck. 7.05 Gramofoonnlaten. 820: Gramofoon"'* ten. 8.20: Gramofoonplaten. 9.20 Dansmuziek. Zeesen (1G35 M.). 5.40—11.20: Lezinpm 11.20—12.15: Gramofoonpl. 12.15 1.20: Berichten. 1.20—2.05; Gramo- foonn' ?.053.50' Lezingen. 3 50— 4.50: Concert. 4.50—7.20: Lezingen. - 7.50: SoUstennrogramma - 9.20: Berichten. Daarna concert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10