qfficieele kennisgeving stadsnieuws. 72,le Jaargang ZATERDAG 28 MAART 1931 No. 21788 Het voornaamste Nieuws van heden„ LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per weekf. 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post f. 2.35 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit ZES bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van a. L. J. Pièrlót om vergunning tot het oprichten van een wasch- en strij kinrichting in het perceel Oude Vest No. 157, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie H. No. 3132; b. p. H. Eggink om vergunning tot het oprichten van een koper- en blikslagerij en loodgieterswerkplaats in het perceel Pieterskerkkoorsteeg No. 9, kadastraal be tend Gemeente Leiden, Sectie G. No. 1579. t A. Kiel om vergunning tot het oprichten tan een smederij in 't perceel Haarl.straat Ko. 160, hoek Lange Vrouwenkerksteeg tadastraal bekend Leiden, Sectie H. No. 195; d. M. C. Schouten om vergunning tot het oprichten van 'n smederij en draaierij van metaal in het percee 1 Houtmarkt Nis. 6 en en 6a, kadastraal bekend Ge meente Leiden, Sectie B. No. 2642; e. E. 1. J. van der Linden om vergunning tot het oprichten van een boekdrukkerij en zetterij in een afzonderlijk gebouw.aan den Vliet No. 4, behoorende tot het per- teel Rapenburg No. 127, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie E. No. 725; f. de lirma Gebrs. Pleij om vergunning tot het oprichten van een smederij in het per- teel Haven No. 54. kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie C. No. 10; g. A. van der Goot om vergunning tot het uit breiden van de zagerij en schaverij van hout in het perceel Maredijk No. 163, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sec tie L. No. 1247. Gelet op de artikelen 6 en 7 der Hin derwet; Geven kennis aan het publiek, dat ge noemde verzoeken met de bijlagen op de Setretarie dezer gemeente ter visie ge legd 4Jn; aismede dat op Zaterdag, den 11 April ti. des voormiddags te half elf uren hl hei perceel Breestraat 125 (Bureau van Gemeentewerken) gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen deze verzoe ken in te brengen, terwijl zij er de aan dacht op vestigen, dat niet tot beroep ge rechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeente bestuur of een zijner leden zijn versche nen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. 2577 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 28 Maart 1931. ONZE NIEUWE HORTULANUS. Afscheid te Rotterdam. weest. Het is ons een behoefte, daar nu getuigenis van af te leggen, en wij zijn ervan overtuigd, dat dit uur van blijvende waarde voor u zal zijn. De heer A. Meijer heeft vervolgens namens de bloemisten een album over handigd met fraaie foto's uit de serres en den tuin. Namens de tuinders heeft de heer B. van Sprang een foto overhandigd van het gezamenlijke personeel. Dr. Kuiper heeft daarna een persoon lijk woord van afscheid gesproken om uiting te geven aan zijn spijt, dat de heer Veendorp heengaat. Spreker heeft het in zijn studententijd steeds als een lacune gevoeld, dat er zoo weinig contact bestond tusschen de studenten en den hortulanus. De opleiding en de geaardheid van den heer Veendorp zijn een waarborg, dat straks te Leiden een hechte samenwerking tot stand kan komen Spreker bood den heer Veendorp daarop het boek van dr. Rijnders: de psychologie der biologen aan. De heer Veendorp heeft tenslotte met een enkel woord dank gezegd voor de vele blijken van sympathie, welke hij bij zijn afscheid van Rotterdam heeft mogen ont vangen. DE GROOTE BETEEKENIS VAN HET BEWAARSCHOOLONDERWIJS. De heer H. Veendorp. De heer H. Veendorp, de nieuw be noemde hortulanus alhier heeft gisteren afscheid van Rotterdam genomen. pp den dag waarop hij zijn blikken brui loft met de Rotterdamsche Diergaarde vierde hij is daar juist zes en een kwart jaar in functie geweest werd het huwe lijk. dat zoo zeer harmonisch was, door scheiding ontbonden. De personeelsvereniging Onderlinge Samenwerking aldaar heeft den heer veendorp met zijn echtgenoote in het sociëteitsgebouw ontvangen, in tegenwoor digheid van den directeur van de Dier gaarde, dr. K. Kuiper en het kantoorper soneel. Namens Onderlinge Samenwerking heeft de voorzitter, de heer B. Kerkkamp, den heer Veendorp toegesproken. Het per soneel staat, zoo zeide spreker o.a.. tegen over uw afscheid zeker niet onverschillig. ™et leede oogen zien wij u. heengaan, om dat u steeds met ons meeleefde en u zich altijd bereid toonde, met de daad te hei- Pen. De verstandhoudingen zijn in deze 6 laar steeds van voortreffelijken aard ge Lezing mej. H. Bonn. Voor de vergadering door het „Comité voor de Openbare School" over dit onder werp gisteravond in het Nutsgebouw be legd. bleek groote belangstelling te be staan. De lokiliteit was eigenlijk te klein voor de vele bezoekers. De voorzitter van het Comité, de heer Waldkötter, opende de vergadering en heette allen welkom. Tot zijn spijt moest hij mededeelen dat mevrouw Hartog— Lansen, die als spreekster aangekondigd was, wegens ernstige familieomstandig heden niet kon komen. Gelukkig had deze mep. H. Bonn, onderwijzeres bij het voor bereidend onderwijs te Amsterdam, bereid gevonden haar te vervangen, mej. H. Bonn, onderwijzeres bij het voor eerst stil bij de naam bewaarschool. Ze achtte deze uit den tijd en dus niet juist. Ook de naam voorbereidend onderwijs be- I vredigt niet, daar men op de bedoelde scholen niet voorbereidt voor het lager onderwijs. De beste aanduiding lijkt haar de naam kleuterschool. Spreekster wees er op hoe de paedagogiek zich de laatste jaren veel bezig houdt met het jonge kind. In dit verband wees zij op de rede van prof. dr. Gunning op het jongste pae- dagogisch congres.. De periode van 3 tot 7 jaar in het kinderleven is van de groot ste beteekenis. De leiding in dien tijd ge geven kan beslissend zijn voor het ver dere leven. Met voorbeelden toont spreek ster dit aan. Bij de behandeling van de vraag, of het onderwijs aan kleuters ar menzorg is, dan wel een noodzakelijk deel in de opvoeding betoogde mej. B. hoe voor een 50 jaar de eerste meening vrij wel algemeen werd gehuldigd. Langzamerhand is men echter de pae- dagogische waarde van kleuterscholen gaan inzien. Zoowel voor het kind van den arme, als voor dat van den beter gesi tueerde en van den rijke is het van het grootste belang, dat het op 3 a 4-jarigen leeftijd omgang krijgt met kinderen van denzelfden leeftijd. Dit nu kan nergens beter geschieden dan op de goed inge richte kleuterschool. Met de opwekking toch vooral het voorbeeld van Utrecht niet te volgen maar overal kleuterscholen te bouwen, waar daaraan behoefte be staat, eindigde spreekster haar betoog Hierop werden eenige serie's lantaarn platen vertoond, welke een kijk gaven op het onderwijs, dat te Amsterdam aan verschillende kleuterscholen wordt gege ven. Mej. Bonn sprak hierbij zoo noodig een toelichtend woordje. Van de gelegenheid om vragen te stel len werd door een viertal aanwezigen ge bruik gemaakt. Mej. Bonn antwoordde uitvoerig. Op de vraag, hoe haar meening was over den leeftijd, waarop het onder wijs aan de kleuters, moet aanvangen, be toogde de spreekster, dat het onderwijs gegeven moet worden van 4 tot 6 jaar. Driejarige kinderen zijn nog te jong. Mej. Bonn besloot den avond met enkele van haar schetsen over het kleuteronderwijs in de jodenbuurt, te Amsterdam voor te lezen. Het hartelijk applaus, dat én na de rede én na het lezen der schetsen opkla- terde. bewees hoe het gegeven? in den smaak was gevallen. De voorzitter sloot de vergadering met woorden van hartelijken dank tot de spreekster en tot de aanwezigen voor hun belangstelling. ACADEMISCHE EXAMENS. I Geslaagd voor het doctoraal examen 1 geschiedenis de heer Ch. v. Isterdael (Den Haag)voor het doctoraal examen rechts- geleerdheid de heeren N. J. v. Leeuwen (Hoofddorp) en J. Verheus (Epe, Geld.); voor het candidaats-examen Indisch recht de heer A. K. Bahoewinangoen (Leiden). DE HALTE LAAN VAN NIEUW OOST-INDIE. Naar wij vernemen zullen op de lijn der H. S. M. tusschen Leiden en Den Haag bij de invoering van de zomerdienstregeling aan de halte Laan van Nieuw Oost-Indië gaan stoppen 15 treinen naar en 11 trei nen van Leiden. VROUWENGROEP VAN DE AFD. LEIDEN VAN DE LIBERALE STAATSPARTIJ „DE VRIJHEIDSBOND." Het Wezen en Werken van den Volkenbond. Op uitnoodiging van genoemde groep van de Lcidsche afdeeling van den Vrij heidsbond hield gisteravond in de Burcht zaal mej. L. C. A. van Eeghen, presidente van het Hoofdbestuur van de Vrouwen groep van den Vrijheidsbond en Hoofd bestuurslid van de Vereeniging „Volken bond en Vrede" een lezing met lichtbeel den over het onderwerp het wezen en werken van den Volkenbond. Na allen te hebben welkom geheeteh, wees de presidente van de Leidsche Vrou wengroep, mevr. K. MoolenburghHar mens. op de omstandigheid, dat mej. van Eeghen door een langdurig verbjijf temid den van het centrum van het Volken bondsraderwerk (Geneve) volkomen op de hoogte is van de werkwijze van den Vol kenbond. Nog vestigde mevr. Moolenburgh de aan dacht op de in Deventer aangenomen mo tie, waarin de Vrijheidsbond er bij de Ne- derlandsche regeering op aan dringt met alle haar ten dienste staande middelen mede te werken aan het welslagen van de komende groote, internationale ontwape ningsconferentie. Allereerst wees mej. van Eeghen op de overeenkomstige beginselen van den Vol kenbond en de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", welke de eenige Neder- derlandsche politieke partij is in welker programma de Volkenb. vermeld wordt. Onmogelijk is het natuurlijk het werk van den Volkenbond in Geneve en over de ge- heele wereld in één avond te bespreken, daarom bepaalde spr. zich er dan ook toe een aantal lichtbeelden te vertoonen, hier en daar even het een en ander memoree- rend en aanvullend. Gelijk bekend bestaat de Volkenbond uit 5 lichamen: de Volkenbondsraad, de Alge- meene Vergadering of Asserr.blée, het Secretariaat, het Internationale Hof van Justitie en het Internationale Arbeids bureau, onderverdeeld in of geassisteerd door een groot aantal permanente en tij delijke commissies en internationale insti tuten. Gezien de mentaliteit der mensch- heid van een twintigtal jaren terug toen nagenoeg alle geschillen met de wapenen werden uitgevochten dwingen, aldus spr,, de prestaties van den Volkenbond in een betrekkelijk korten tijd zeer zeker aller bewondering af. Toen toch hield men het absoluut voor onmogelijk, dat bet trot- sche Groot-Brittanië b.v. het geschil met Griekenland door een Internationaal Hof zou laten beslechten! Begrijpelijk is 't, dat de Volkenbondsidee onder het 600 man tellend secretariaats- personeel eenigszins is verwaterd en velen slechts het eigen belang in den vorm van een goede positie voor oogen heb ben; hoewel zij in hun arbeidscontract hebben verklaard alleen in dienst te staan van den Volkenbond en m. a.w. ook alleen zijn idee te zullen behartigen. In het onder leiding van Sir Eric Drummond staande secretariaat zijn nagenoeg alle nationali teiten vertegenwoordigd en kan men daarom in bijna alle talen terecht, hoe wel Engelsch en Fransch de officieele talen zijn. Abusievelijk stelt men veelal den Vol kenbondsraad boven de in September van elk jaar bijeenkomende Algemeene Ver gadering Beide instellingen hebben echter dezelfde rechten en hetzelfde doel, zoo wel de Volkenbondsraad als de Assemblée kiezen geheel afzonderlijk van elkaar de voor 9 jaar zitting hebbende rechters van het Internationaal Hof van Justitie. De andere werkzaamheden worden na voorbereid te zijn door een permanente of een tijdelijke commissie voor zoover zij niet behooren tot de terreinen van het Internationale Hof van Justitie of Ar beidsbureau door deze beide instellingen verricht. Het in 's-Gravenhage gevestigde Inter nationale Hof van Justitie is volgens mej. van Eeghen wel het minst onder politieke invloeden staand onderdeel van den Vol kenbond. hetgeen in de hand wordt ge werkt door de wijze van kiezen der rech ters Een land. dat een geschil laat be slechten door het Hof en daarin niet ver tegenwoordigd is. mag bovendien even als in den Volkenbondsraad voor de be hartiging zijner belangen nog een rechter toevoegen. Toegelicht door lichtbeelden en aange vuld met allerlei details vormde de hier boven in grove trekken weergegeven lezing een zeer interessant geheel. Het applaus der vergadering en het vriendelijke slot woord van de presidente waren dan ook volkomen verdiend. De Vrouwengroep van de afdeeling Leiden van de Liberale Staatspartij kan met voldoening op dezen avond terug zien. HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND. Een bcmalingsinstallatic. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft aan „Werkspoor" opgedragen het leveren en opstellen van een bemalings installatie voor het Dieselgemaal tusschen IJsel en Gouwe ten W. van Gouda Deze installatie zal bestaan uit drie Diesel motoren, elk van 6 cylinders, met een ver mogen van 460 E.P.K. bij 260 omwentelin gen per minuut, benevens uit drie centri- fugaalpompen met 70 omwentelingen per minuut; deze pompen zullen bij een op- voerhoogte van 2.15 M. elk 600 M3. water en bij een opvoerhoogte van 3.20 M. elk 420 M3. water per minuut uitslaan. MIJ. DER NEDERL. LETTERKUNDE. Flamingant en Franskiljon en een paar andere vreemde woorden. Gisteravond heeft prof. dr W. de Vreese bibliothecaris van Rotterdam voor de Maatschappij der Nederlandsche Letter kunde alhier ggsproken over: de woor den flamingant en franskiljon en een paar andere vreemde woorden. Spreker zette uiteen, dat „flamingant" geen afleiding is van het woord Vlaming, zooals gewoonlijk wordt beweerd, maar kant en klaar is overgenomen uit de Fransche kanselarijtaal. Reeds in begin van de 15de eeuw komt men voorbeelden tegen van Flandre flamingante Vlaamsch sprekend Vlaanderen, en Flandre gallicante Fransch sprekend Vlaanderen. Er waren dus ook: Flamands flamingants en flamands gallicants. Als de geleerden uit het begin van de 19de eeuw zich gaan verdiepen in de geschie denis van Vlaanderen der Middeleeuwen, wordt deze terminologie om zoo te zeggen tot nieuw leven gewekt en gaat ze over in de taal der Belgische publicisten en po lemisten. Uit de Fransche kanselarijtaal gaan de termen Flandre flamingante en Flandre gallicante in de Nederlandsche over. Het oudst bekende voorbeeld daar van dateert uit het jaar 1559. en onmid dellijk daarna komt men ze tegen in de verschillende werken van den Gentschen geschiedschrijver Marcus van- Veerne- wijek. In de 17de eeuw vindt men ze her haaldelijk in de kostumen van keizerlijk Vlaanderen, als uitdrukkelijk een verschil met die van Vlaanderen flamingant wordt geconstateerd. Toen het Fransch flamingant onmiddellijk na 1840 in de Fransch-Belgische pers van dagelijksch gebruik werd, en tot een scheldwoord voor de Vlamingen was geworden, hebben deze als de Geuzen in de 16de eeuw, 't scheld woord overgenomen en tot een eerenaam verheven. Uit de vraag, die in den Gent schen Volksalmanak voor 1840 gesteld wordt: „Wat verschil is er tusschen een Vlaming en een Flamingant", blijkt dui delijk, dat net woord onder de Vlamingen zelf toen al in zwang was. Thans zijn fla mingant en flamingantisme, met de be teekenis die de Vlamingen er aan geven opnieuw in het Fransch ingeburgerd. De geschiedenis van franskiljon loopt tot op zekere hoogte parallel met die van flamingant. Het woord franskiljon is voor het eerst algemeen bekend geworden door de artikels in de Brusselsche bladen tegen de zeer talrijke Fransche gelukzoe kers, die na de omwenteling van het jaar 1830 op België waren neergestreken en door de Belgen fransquillons werden ge noemd. Dergelijke berichten werden door de Vlaamsche pers overgenomen en zoo werd ook in het Vlaamsche land „Frans kiljon" een naam voor een slecht exem plaar Franschman. In die beteekenis is het door Vlaamsche hekeldichters en po lemisten nog ver'in de veertiger jaren ge bruikt. ook nog, toen het woord reeds werd toegepast op Fransch gezinde Vla mingen, die Frankrijk en zijn taal boven eigen land en taal verkozen en deze laat ste liefst uitgeroeid wilden zien. Deze nieuwe beteekenis werd algemeen ver spreid door het hekeldicht van F. A. Du- viliers, „De Fransquiljonade of dichtproef op de verbasterde Belgen", in 1842 te Gent verschenen. Dit woord fransquilion moet gevormd zijn in het Belgische Fransch, want van France komt Francillon, niet Fransquilion. Het kan ook geen woord zijn, dat pas na 1830 is gesmeed, want het komt reeds voor in een tooneelstuk van den Brusselschen rederijker Francois Godien, in 1658 daar verschenen, waarin de „Duitsche" poëeten de Fransche, o.a. Ronsard, tot tweemaal toe smalend frans quillons noemen, vrijwel in denzelfden zin als waarin het woord in 1655 en vlgg. werd gebruikt. De verdienste, dit woord bij Go- dien het eerst gelezen en bekend gemaakt te hebben, komt toe aan dr. F. A Snel- laert, reeds in 1895. In zijn beschrijvingen van verluchte handschriften heeft spreker herhaaldelijk gewag gemaakt van cadellen en daarop is hem van verschillende zijden naar de be teekenis van dit woord gevraagd. Cadel is de naam die rubricatoren en miniatu risten uit de 15e, tot ver in de 16e eeuw gaven aan die gekleurde kapitalen waar van schachten en bogen bestaan uit deels evenwijdig loopende, deels elkander door snijdende breede linten. Het is het Fran sche woord cadel, beter bekend on der den vorm cadeau, beteekenende: le hoofdletter: 2e met krullen en arabes ken versierde hoofdletters; 3e een op schrift met zulke letters; 4e nesterijen, beuzelingen en ten slotte 5e een geschenk bij een bepaalde gelegenheid Het woord cadel is door het Fransch ontleend aan het Provencaalsch cabdel, dat ontstaan is uit het Latijn capitale. Het is opmerkenswaardig dat de verschil lende beteekenissen van cadel ook eigen zijn aan het Vlaamsche woord kateil. dat door het Fransch héén uit het zelfde La tijn capitale is voortgekomen Dat ook de Vlaamsche miniaturisten het woord cadel kenden en gebruikten, blijkt uit een reke ning, opgemaakt in 1524, van de kosten der verluchting van een graduaal voor de abdij van Tongerloo. In deze rekening komen voor: flgnetten, dat zijn miniatu ren, letters daer historiën in sijn en ten slotte: cadessen ende capitael litteren ge floreerd zoo is althans deze rekening dooi den uitgever gelezen. Prof. De Vreese acht het boven twijfel dat er dient gelezen te worden cadellen. Ten slotte behandelde spreker het mid- delnederlandsche woord solre, in het mo dern Nederlandsch Zolder. Hij betoogt BINNENLAND. Bij den zestigsten verjaardag van prof. Aalbersc. (Binnenland, 3e Blad). De Bond van Ned. Haring-exporteurs over de haringcontróle. (Binnenl. 3e Bi.) Te Spanga (Fr.) zijn twee boerderijen afgebrand; 29 stuks vee zijn omgekomen. (Gemengd, 2e Blad). Te Amsterdam is een carbidkctel in de lucht gevlogeneen arbeider werd gedood. (Gemengd, 2e Blad). BUITENLAND. Een tolverdrag gesloten tusschen Zuid- Slavie en Tsjecho-SIowakije. (Buitenland, le Blad). Gandhi's politiek in Indië aanvaard. (Buitenl. le Blad). Een verkiezingsnederlaag voor Labour. (Buitenl. le Blad). dat op een aantal plaatsen het middel- nederlandsche solre niet kan beteekenen: een naar alle zijden bedekte ruimte boven in een huis, hetzij onmiddellijk onder het dak, hetzij een verdieping. Uit verschil lende voorbeelden uit de 15e en 16e eeuw blijkt duidelijk, dat solre een naam is voor: stellage, podium, tribune. Dit is vooral van beteekenis voor de kennis van het middeleeuwsch tooneel, waarbij her haaldelijk van solres sprake is. Die solres zijn tribunes, loges, die op geringe hoogte boven een amphitheater gebouwd zijn, wat spreker nader aantoonde aan een be kend staande miniatuur van Jean Fou- quet. voorkomende in een getijdenboek in het midden van de 15e eeuw en voor stellende de vertooning van het mirakel van St. Apollonia. Het is op deze minia-. tuur duidelijk waarneembaar, dat het pu bliek op den beganen grond op een am phitheater zit, en dat daar boven vijf met lijnwaad overdekte solres gebouwd zijn. Met deze miniatuur komt bijna in alle punten overeen een beschrijving van een tooneel, waarop hertog Willem van Cleve in 1541 te Parijs verschillende spe len had zien vertoonen. ACADEMISCHE EXAMENS. Candidaatsexamen Indisch recht mej. A. Croll (Den Haag). PANTOMIMECLÜB „V.O.D.O." Een geslaagde avond. Voor een zeer goed gevulde zaal gaf de Pantomimeclub V.O.D.O. gisteravond haar tweede uitvoering van dezen winter in de concertzaal „Concordia." Deze avond mag voorzeker goed ge slaagd genoemd worden; de vorderingen, die de spelers maken zijn verrassend. Op het programma vonden we eerst een vroolijke openingsmarsch op de piano ge speeld door den nog jeugdigen Hans Zier- fusz, die ons ook voor de pauze nog op menig nummertje vergastte. Daarna een hartelijk woord van welkom door de voor treffelijke leidster van V.O.DO., Mejuffr. Driessen. Vervolgens een drietal nummers: „Zijn vrouw is zoek" een pantomime van den heer Waisvisz uit Den Haag, die zelf ook op zeer verdienstelijke wijze meespeelde. Voorts nog twee nummers „Het betooverde hoofd" en „Een man hing zich." Deze drie pantomimes werden vlot gespeeld, de rollen zaten er goed in, de eene rol is natuurlijk dankbaarder dan de andere, doch zonder uitzondering speelden allen goed. Bewezen is dat V.O.D.O. over goede krachten beschikt. Dat deze vereeniging nog in lengte van dagen moge groeien en bloeien en velen zich nog opgegeven als werkend lid of als donateur of kunstlie vend lid! In de pauze was nog gezorgd voor een aardige attractie: er waren n.l door een vriendelijk gever 4 worsten beschikbaar gesteld ter verloting en voorts waren er zeer veel prijzen, waarom gehengeld moest worden. Voor dit alles b'.eek veel animo te zijn! Aanwezig was nog Mevr. Jansen uit Den Haag, bestuurslid van de Vereeniging van Doofstommen aldaar en van „Adopa" uit Amsterdam. Dat dit bezoek op zeer hoogen prijs werd gesteld door de Leidschp ver eeniging, behoeft geen betoog. De avond werd te ongeveer elf uur gesloten: do aanwezigen zullen ongetwijfeld allen z?er voldaan huiswaarts gekeerd zijn: althans cr is veel en hartelijk gelachen! Na de eerste pauze ontving Mej. Dries sen van I aar leden een groot bouquet seringen als dank voor haar prettige lei ding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1