in uw pup: v. ROSSEM's TROOST MARTENS RECLAME AANBIEDING parlementair overzicht HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN financien. rechtzaken. feuilleton. DE GEZONKEN SCHAT. U® Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Maart 1931 Vierde Blad No. 21781 Steeds Goedkooper EERSTE KAMER. ONDERWIJS. jij de Begrooting van Onderwijs, Kun- i en Wetenschappen heeft de heer tllik gepleit voor invoering van het Es- rinto °P de !aSere school, want de be- ''jte aan een internationale omgangs- f*j ioet zich steeds sterker gevoelen. Hij ve opnieuw om een wetsontwerp inzake -•behoud van monumenten. Om een- teld de spelling onzer taal vroeg de I r De Gijselaar; om oprichting van een I tflbpaedagogiseh Instituut de heer Os- I j-gorp. die voor invoering van het Espe- I "into op de lagere school met veel bleek lp i„n; wèl wilde hij onderricht in de I r,j| van Irtesche scholen onderwijs in 't Friesch). Mevr PothuisSmit had weer een an- iwensch: zij wilde uitbreiding van het derwijs in de cultuurgeschiedenis en 't I ^jbrengen van begrip inzake den Volken- bood. Tegen invoering van het Esperanto op I d» lagere school heeft ook de heer Ser- nrens nog een woord gesproken. I ue Minister van Onderwijs heeft ver- I jjiard inzake 't spelling-vraagstuk thans I jjet verder te kunnen gaan dan hij ge- I daan heeft. Tegen een Centraal Paedago- I nsch Instituut had hij bezwaren: We zou- I den zoodoende een soort officieele paeda- krijgen en het lichaam zou op het I ierrein van den Onderwijsraad komen. Ilen regeling van het bewaarschool-on- 1,'erwijs is thans om financieele redenen "-mogelijk. Aan Esperanto bij het Lager- I a Middelbaar Onderwijs kan niet worden I «jacht. De Begrooting werd aangenomen. BINNENLANDSCHE ZAKEN. Bij de Begrooting van Binnenlandsche lillen een zeer uitvoerig betoog van mr. Ifadels over de geruchtmakende zaakjes I én de Maastrichtsche relletjes. Mosterd na den maaltijd. Er kwam geen enkel nieuw argument in I debat en er was dan ook bitter weinig be- I langstelling. Hierna heeft de heer Koster nog ge raagd de moeilijkheden, uit de Tarwewet I Kortvloeiend, zooveel mogelijk te beper- I heeft de heer Haffmans aangedron- I ,?n op verhooging van den steun aan de I vrijwillige burgerwachten en vroeg de liter De Veer, dat het Rijk de risico's op Inch zal nemen, die uit de toepassing Inn de landarbeiderswet voortvloeien. De vergadering werd daarna verdaagd. TWEEDE KAMER. CRISIS-DIENST. Bij het wetsontwerp inzake weder-in- steiling van den crisis-dienst en het hef- I len van opcenten op den tabaks-accijns un sigaretten, werd gestemd over de mo- lic-Uzerman, bedoelend uit te spreken dat uit de overschotten der laatste dienstja- I feu een bedrag zal worden bestemd voor I de dekking van crisis-uitgaven. Deze motie werd met 58 tegen 22 stem- I ren verworpen. Voorde sociaal-demo- raten en de heer Braat. BINNENV AARTRAMPENWET. De Kamer ging voort met de behande ling der Binnenvaartrampenwet. Het amendement-Beumer, waarover den Torigen dag de stemmen staakten (3434) ai dat uitsprak dat voorzitter en onder- roorzltter der onderzoek-commissie steeds sn jurist zouden moeten zijn, kwam nog- itais in stemming. De stemmen staakten «pnieuw. 4040. Het amendement werd ■irdoor geacht te zijn verworpen. Deze verweping leidde den heer Beumer toe, om zijn overige amendementen in te trekken en deed den heer Heemskerk verklaren, dat hij, nu niet vaststaat dat sn rechtsgeleerde voorzitter der commis- tie zal zijn, geen vertrouwen in deze com missie kan stellen en daarom tegen het «ntwerp zal stemmen. Het wetsontwerp werd met 72 tegen 7 stemmen aangenomen. Tegen: de anti revolutionairen (behalve De Wilde en Smeenk). CRISIS-DIENST EN SIGA- RETTENBELASTNG. De Kamer ging daarna verder met de behandeling van het ontwerp inzake we- der-instelling van den crisis-dienst en het heffen van opcenten op den tabaks-ac cijns van sigaretten. De heer Oud heeft een amendement verdedigd, waarvan de bedoeling was de crisis-opcenten op de grondbelasting voor de ongebouwde eigendommen met ingang van 1 Januari 1932 te doen vervallen. Hij betoogde dat deze opcenten nu kunnen worden gemist, ten bate van den land bouw. De heer Snoeck Henkemans verdedigt een soortgelijk amendement, met deze bijvoeging echter, dat het aantal opcen ten op de sigaretten-accijns niet zal zijn 30. maar 40. Dan krijgt de Minister toch het geld dat hij noodlg heeft, doch de landbouw wordt ontlast. Een vlag op een modderschuit! zoo beoordeelde de heer IJzerman het amen dement-Oud Hij was tegen de modder schuit (het wetsontwerp), maar voor de vlag (het amendement). Van het amende- ment-Snoeck wilde hij niet weten, omdat dit nog meer geld van de sigaretten-roo- kers vroeg dan de Regeering. Ook de heer Van Vuuren verklaarde zich voor het amendement-Oud, evenals de heer Braat, waarna de heer Oud zijnerzijds het amen- dement-Snoeck bestreed, en de heer Van den Heuvel ook van zijn kant pleitte voor afschaffing der opcenten ongebouwd, even als de heer Weitkamp. Minister De Geer verklaarde het onge woon te achten, om bij amendement een belasting af te schaffen, en dit is vooral ongewoon op het oogenblik, nu al het geld noodig is om er te komen. Allerlei heffin gen zijn in de laatste jaren verminderd of afgeschaft. De belasting-druk is daardoor zeer verlicht. Nu vroeg de Minister een nieuwe heffing (sigaretten-opcenten) en nu stelde het amendement-Oud voor om de meerdere opbrengst ten deele onge daan te maken, terwijl de Kamer vroeger de opcenten ongebouwd niet heeft afge schaft, toen het wèl kon. De Minister verklaarde op dit oogen blik geen geld te kunnen prijsgeven; hij zal al blij zijn. ais hij met niet te veel nieuwe heffingen behoeft te komen. Hij betoogde ook. dat de afschaffing der op centen ongebouwd volstrekt de kleinere landbouwers niet zal ontlasten. Mochten de omstandigheden de afschaffing toela ten, dan kan de Regeering zelf nog in het najaar met een voorstel komen. Werd het amendement-Oud aangeno men. dan zou de Minister het ontwerp intrekken. Over deze houding gaven verschillende sprekers hun verbazing te kennen. Men wees er op, dat hij, om een amende ment te ontgaan dat ongeveer 1 millioen per jaar zou kosten, de volle opbrengst van 5 millioen per jaar van zijn ontwerp wilde prijsgeven. Hebben wij vroeg de heer Van Vuu ren bij aanneming van het amende ment soms erger gevolgen te wachten? Eenige afgevaardigden vroegen nog maals, of de Regeering de zaak in het na jaar nogmaals aan de orde zou willen stellen. De Heer Albarda heeft opgemerkt dat de Kamer aan het ontwerp weinig behoef te gevoelt. Daarom is het dreigement van den Minister (intrekking) niet sterk. Toch protesteerde hij er met kracht tegen. Het is een nieuw staaltje van de tactiek, om de Kamer te dwingen. De Kamer moet daaraan een eind maken! riep de spre ker uit. De heer Nolens ontkende voor zijn frac tie, dat zij vroeger voor dwang zou zijn gezwicht. Onder een parlementair kabi net echter is de dwang gewoonlijk veel grooter In gelijken geest sprak de heer Heemskerk: een Minister kan zich niet per amendement door de Kamer laten dwingen om een belasting af te schaffen. En de heer Marchant zei: wil de Minister het ontwerp intrekken, laat hij dan zijn gang gaan. want de Kamer zal dat vrij koud laten. De Minister dupliceerde, en hield vol, dat hij meermalen blijk heeft gegeven van gemeen overleg met de Kamer op prijs te stellen Wat er zal volgen als het ontwerp mocht worden ingetrokken, kan eerst later worden bepaald. De' heer Snoeck Henkemans trok zijn amendement in omdat aanneming er van 255. Wim, na zijn avontuur met de zeep Dacht aan nieuwe avonturen Toen hij al slenterend, langs de vaart, Door 't gat van de wand ging gluren, De slapende man zag hij weldra Die suffend vasthield zijn hengel. Met hem haal ik gauw een grapje uit." Dacht Wim, die leelijke bengel. 256. De jongen keek waarlijk zijn oogen uit. Zoo iets moest hem overkomen Hij zat nu rustig in een vliegmachine Dit had hij nooit durven droomen Hij vloog door de lucht en kende geen angst. Hij zag de zee en haar golven ,,De Vliegenier", dacht hij, „kwam net op tijd" 'k Was anders al lang bedolven." toch niet het gewenschte gevolg zou hebben. Het amendement-Oud werd hierna met 38 tegen 36 stemmen verworpen. Er vóór stemde de linkerzijde en de hee- ren Weitkamp, Van Poll, Van den Heuvel, Zandt en Van Dis. Het artikel is vervolgens aangenomen met 55 tegen 19 stemmen (de sociaal-de mocraten en de heer Suring) waarna het ontwerp zelf werd aangenomen met 55 tegen 17 stemmen. NOTARIS-AMBT. Nadat de Kamer zich had vereenigd met de conclusie der Commissie over het adres van den tandarts Mertens (overgaan tot de orde van den dag) is er nog even ge debatteerd over het wetsontwerp houden de meer waarborgen voor hen. die hun belangen toevertrouwen aan notarissen. Mevr BakkerNort en de heeren Knot tenbelt en Oud voerden het woord en wer den door Minister Donner bean tv/oord, die de actie, in notaris-kringen tegen het ontwerp gevoerd, ongemotiveerd noemde. Het verdere debat werd verdaagd. HAGENAAR. „VESTA", MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVERZEKERING N.V. In de te Arnhem'gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders werden de Balans en Winst- en Verliesrekening over 1930 goedgekeurd. De sterfte bij verzekeringen bij over lijden had, in vergelijking met 1929, een zeer gunstig verloop, terwijl van den terug loopenden rentevoet in dit jaar nog geen nadeelige gevolgen werden ondervonden. De premiereserve nam toe met f. 584.907) (v. j. f. 484.298) en bedroeg op ulto. Dec. 1930 f. 6.925.881.— (v. j. f. 6.340.974.—1 De extra reserves bedroegen f550.000. (v. j. f. 520.000.1, het Bouwfonds bedroeg f. 80.000.— (v. p. f. 70.000.— Het totaal verzekerd bedrag beliep op 31 December 1930 f. 43.637.615.— (v. j. f. 40.322.251.— Aan uitkeeringen en afkoopen werd be taald f. 534.244.— (V. j. f. 721.321.54). Aan premie en rente werd geboekt f. 1.922.945.39 (V. j. f. 1.819.766.56) Uit het beschikbare saldo ad f. 215.639.53 wordt na verschillende doteeringen 21 dividend uitgekeerd en f. 100.- per oprich- tersbewijs. De aftredende Commissaris, de heer Ir. D. W. P. Wisboom werd herkozen. ALPHENSCHE BANK. In de gisteren gehouden algemeene ver gadering van aandeelhouders van de Alphensche Bank N.V. werden de Balans met de Verlies en Winstrekening over het afgeloopen jaar goedgekeurd. Een bedrag van f. 11.000 werd bij de extra reserve ge voegd waarna de statutaire- en extra reserve samen f. 187.500 groot zijn. Een bedrag van f. 7.684.03 werd op de gebou wen-rekening afgeschreven, waarna deze voor f1 te boek staat, f2000 werd bij het ondersteuningsfonds voor het personeel gevoegd. Het dividend werd bepaald op 8"/o. De heer J. C. Jongenburger werd als Commissaris herkozen. RECLAME. 1793 MOORD TE CUYK. Opnieuw stond gisteren voor de recht bank te 's-Hertogenbosch terecht de 58-ja- rige zwerver D. van O., verdacht van moord op B. Tap te Cuyk, omtrent welke zaak een nieuw onderzoek was bevolen. Nadat verd. zijn verklaringen gehand haafd had en eenige deskundigen gehoord waren, eischte het O. M. opnieuw 8 jaren gevangenisstraf. Voorts stond weder terecht B. M., zwer vend „dichteres", tegen wie de eisch ter zelfder zake 12 jaar gevangenisstraf was. Zij hield vol dat zij geen afspraak met van D. had gemaakt, dat van D. Tap met een ijzer geslagen had en dat zij, toen deze in de sloot lag en hevig leed, uit mede lijden hem den genadeslag had toege bracht. Ook hier handhaafde het O. M. zijn eisch. RECLAME. 9320 RECLAME. Haarlemmerstraat 245 Nieuwe Rijn 58 1840 Zware Zijden Nonladder Dameskousen 49 Allovernet Dubbelbreed 19 Landhuisstof reclameprijs 21 Ontbijtlakens 114 x 150 diverse kleuren 98 Gummi Schortjes leuke patronen 29 Gestr. Dames-Jasschorten 98 Heeren-Flanellen dub, borst 79 Waschzijden Dameskousen onovertrefbaar v. 1.75 v. 1.28 Gekl. Damesonderjurken 69 Dames-Directoires, koopje 43 Zaterdag, Maandag. Dinsdag en Woensdag bij aankoop vanaf 2 gulden een fraaie Kop en Schotel Cadeau. 'aar het Engelsch van LEO WALMSLEY. VIJFDE HOOFDSTUK. Dondereiland. „Bij het wegsluiten van de kaart in den heren kof ier op no. 2 kwam ik tot de ont waking, dat de dokter van het oproer gehoord had. Hij sliep rustig Ik liet slapen en vertelde hem pas den vol lenden morgen, aan het ontbijt, wat me f'erkomen was. Tot mijn verbazing nam J1! de jobstijding met philosophische hlmte op, hij onthield zich zelfs van me reprimande-geven voor mijn stommi- «t om aan het teekenen te gaan, zonder ®e vooraf ervan te overtuigen of de kust «1 veilig was. Zelfs zag ik het geval nu wat minder somber in. Ik vond het ïriiurlijk wel heel jammer, dat Dusi j™n me te slim af geweest was, maar het wa' er mee 8ewonnen had, was, r' "ij nu onze plaats van bestemming: jvMereiiand positief wist. Waarschijnlijk r" hij gedacht, door de kaart de ligging in de dhow te weten te komen.Wat betreft had hij een teleurstelling te °wken; dr. Flint zelf kon niet eens zeg- tenminste niet tot op een kwart mijl "trokeurig, waar de dhow gezonken was. J4aar hoe zouden de plannen van den wenaar na het gelukken van zijn zet den vorigen avond, nu wel zijn, vroe- wd ons af. Zou hij nu zelf een expe ditie gaan uitrusten, of zou hij de tactiek, hij tot dusver gevolgd hadafwachten f ons het werk laten doen, ook verder '■■(passen! Maar dan, als ons werk met succes bekroond werd! Wat zou hij dan doen? Ons aanvallen en ons de schedels afhandig maken? Avontuurlijk, maar ris kant. En wat zou het een leelijke ontgoo cheling voor hem zijn, als het ten slotte bleek, waaruit die betwistte schat eigen lijk bestond: veertig reliquieën uit een tijd, duizenden jaren voor Christus, een collec tie half vergane schedels! En hoe stond het met numero drie, die aanspraak maakte op den schat! Was de bewering van Miss Howard, dat zij even eens een expeditie ging uitrusten, niets anders dan bluf geweest? De mailboot naar Suez had den vorigen dag Zanzibar aangedaan; maar wie er van boord gegaan was, geen Engelsche dame. Natuurlijk was het niets dan bluf geweest; het idee. dat zij, in haar eentje, aan zulk een avontuur lijke onderneming zou beginnen was ab surd, gewoonweg absurd. Om half acht klommen de dokter en ik aan boord, kapitein Timms was op mijn verzoek een uur eerder gegaan. De vriend schap tusschen dr. Flint en den resident was ons te pas gekomen. Dank zij de wel willendheid van dien hoogen functionaris hadden we uitklaringspapieren voor elke kustplaats van Oost-Afrika, die we zouden willen aandoen. 't Wachten was nu slechts op het keeren van het getij en dan, dan konden we onze avontuurlijke reis beginnen. 't Was een zonderling gezelschap, de drie menschen, die onder het groote witte zeil bij den achtersteven van de dhow bijeen waren. Eerst de dokter in zijn grooten rie ten stoel; een kleine magere figuur met een smal donker-bruin verbrand gezicht, waartegen de blauwe brillegiazen die zijn oogen moesten maskeeren, als donkere plekken afstaken. Dan kapitein Timms, ge kleed in een broek en hemd. die zijn harige borst en beenen bloot lieten, met zijn ver- loopen maar tóch nog oolijke blauwe oogen, zijn grooten, viezen Terai-hoed en zijn eeuwige pijp, op de kist, die de dui kers-uitrusting bevatte, tegenover den dokter. En achter Timms Hamsar, onze schipper, een groote, magere Arabier, met een gezicht, waarvan elke trek zijn af stamming proclameerde van het ras van slavenhandelaars, die een eeuw geleden het begrip mensch in Afrika te schande maakten, die van hun schandelijke prak tijken in breede banen van ellende en ziekten kennis gaven. Om even over achten gaf de schipper bevel om het anker te lichten. Er stond een stevige Noord-Oostelijke bries en met dien wind in ons voordeel, duurde het niet lang of we zagen Zanzibar nog maar als een witte stip in een krans van groen. Vriend Hamsar had, wat het zeil-vermogen van de „Sultan Seltm" betrof, ten minste de waarheid gesproken. Dat moest Timms zelfs toegeven. Geen minuut, nadat de donkere streep, die Zanzibar-eiland was, onder den Oos telijken gezichtseinder weggedoken was, kregen we het vasteland in zicht. En nu zette de dhow koers naar de wazige, blauwe vlek. die de plaats aangeeft, waar Dar-es-Salam zich bevindt. Tegen den avond kwamen we daar aan en na even manoeuvreeren lieten we. in de haven, het anker vallen, op geen tweehonderd meter afstand van de plek, waar in den oorlog het groote Britsche vliegkamp geweest was. Wat een herinneringen maakte het zien van die plek bij me wakker. Ik ging aan wal. Mijn eerste bezoek gold de Duitsche bungalow, die alweer zoo veel jaar geleden onze can tine geweest was. Ik doorliep de reeks verlaten vertrek ken, waar we, mijn mede-officiers en ik, zoo vaak bijeen geweest waren. Daarna ging ik over het vliegveld naar het terrein, dat toentertijd ons kampement geweest was en zocht ik zoo lang tot ik de plek ge vonden had, waar mijn tent had gestaan. dezelfde tent, waarin ik, ja .avonden als mijn stemming tot onder nul was, uren lang op mijn veldbed had gelegen, in één opstand tegen den oorlog, in één verlan gen naar huis. Zoo is het leven' En nu, terwijl ik daar op die leege plek stond, zou ik mijn ziel en mijn zaligheid er voor over gehad hebben als ik den stuurknuppel van mijn ouden verkenner weer onder mijn handen ge voeld had, als ik alles, wat je de prélude van een vlucht zou kunnen noemen, weer mee mocht maken, de explosie-geluiden van den motor, die aangeslagen wordt, het wegtrekken van de startblokken, het vol gas geven, het vooruit schieten en dan dan de vlucht zelf, de extatische sprong in het vrijste aller elementen, de sensatie, die alleen de hoogere luchtlagen van de tropen je geven kunnen, het gevoel, ko ning van de lucht te zijn. een gevoel, dat iedereen, die onze aarde van uit de wol ken bekijkt tegen beter weten in, besluipt. We logeerden dien nacht in het Kaiserhof Hotel en zeilden den volgenden morgen met het keeren van het getij uit. Tegen den avond van den derden dag kregen we Mafia, een eiland vijf-en-dertig mijlen be noorden ons „eiland" van bestemming, in zicht. Als de wind zich behoorlijk hield, konden we den volgenden middag Donder eiland bereiken Die gedachte stak ons „en bloc" een hart onder den riem, want eer lijk gezegd begonnen we meer dan genoeg van de „Sultan Selim" te krijgen Zelfs Timms moest toegeven, dat hij nooit van z'n leven zulke kakkerlakken gezien had als de exemplaren die, als het begon te schemeren uit hun schuilhoeken te voor schijn kwamen om onzen maaltijd te dee- len of den moord op hun gesneuvelde mak kers te wreken, door onderzoekingstochten over onze lichamen te organiseeren. Dien laatsten avond aan boord, dadelijk na het eten bracht de dokter het ware doel van onze expeditie ter sprake. Ham- zar, de schipper, had het aan den stok met de bemanning op een meter of tien af stand, vlak bij den voorsteven. Voor het oogenblik waren we dus beveiligd tegen te scherp toeluisterende ooren. „Straks, als u mijn verhaal gehoord heeft, mijn waarde kapitein, begon de dok ter, terwijl inj op zijn gemak achterover in zijn stoel ging zitten, „straks als u mijn verhaal gehoord heeft, zal u begrijpen, dat het noodig was, omtrent het werkelijke doel van onze expeditie de noodige discre tie in acht te nemen. Ik zal dan beginnen. Vlak voor het uitbreken van den oorlog deed ik een reis met een dhowwaar ik vandaan kwam is van geen belang. Het schip werd overvallen door een storm en liep vóór Dondereiland op de riffen. Als lading voerde het een collectie schedels, die ik zonder toesteming van de autoritei ten opgegraven en meegenomen had. De schedels ik had ze gevonden in pyra- miden in Midden-Afrikaze waren dus heel oud! maar komaan, dat begrijpt u natuurlijk toch niet...., waren voor mij van het grootste belang, ze vertegenwoor digden een bezit, dat ik voor niets ter we reld zou hebben willen missen. En met de dhow rusten ze nu op den bodem van den oceaan.... En ik. een oude, zieke man, een oude, zieke, blinde man. die. zooals mijn vrienden me meer dan eens verzekerd hebben, eerder in een ziekenstoel ergens in een beschut hoekje thuishoort, dan op een boot met als bestemming Afrika, heb me dadelijk, toen de wereld zich weer wat begon te stabiliseeren, ingescheept ten einde een poging te doen om die kostbare voDdst kostbaar niet alleen voor mij, maar voor iedereen! aan de mensch- heid terug te geven. Een zware taak! ongetwijfeld, maar eene, die mij niet te zwaar zal vallen, zoolang ik makkers ais u, kapitein! en jou, Cleveland! heb om me te helpen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 13