HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
Een prachtige verscheidenheid
RADIO-PROGRAMMA.
XVIII.
dag, weder 'n rustdag zijnde,
joor ons besteed om onze weinige
Kn (of beter gezegd klungels) zooveel
|e herstellen. En zoo ondervonden
dal nood den mensch alles leert,
'lodi is, volgens het zeggen van een
dichter, de uitvinder der kunsten. Ik
dus ook reeds een stuk in mijne klee-
zfllen; evenwel kan ik juist niet zeg-
dat het heel netjes was, en een inspec-
van de naald, zoude er veel op aan te
gehad hebben. Geen wonder, want
,j n,et tot de snijderstafel opgeleid,
j begreep. dat eene lap, al zit hij er
een beetje lomp op, toch nog beter
in een gal
isten Augustus passeerden wij de
ieduidende rivier Onsja, op een vlot
just elkander liggende boomstammen
akt tVij moesten bij gedeelten op het-
;ian. wijl eene te groote last hetzelve
doen onderzinken. Van de eene zijde
rivier naar de andere was een touw7
mnen, waarmede het vlot werd overge-
iooai9 bij ons met de ponten gebrui-
AMBULANTE
KARA*
Dit touw was zeer dik van boom-
simengedraaid, en zoo fraai en regel-
jemaakt en volkomen aan het oog-
roldoonde, dat ik het met verwonde-
zag. Ik heb op mijne vetdere togt nog
ilen zulke touwen ontmoet. Ook is
lend, dat Russen van boombasten
,en maken, waarmede zij zich in den
glijd bezig houden; doch men kan ligt
■pen dat men van zulke schoenen
dozijnen in een jaar verslijten kan.
rivier de Nosja, die ook weinig he
it, overgetrokken zijnde, kwamen wij
dorp, waar ik voor het eerst sneeuw
den zag.
wren houten planken. 6 voet lang,
net breed en een duim dik. in welker
■i eene plaats was waarin de voeten
ruwen van boombast vastgemaakt wor-
vt sneeuwschoenen dienden om over
revallene sneeuw le gaan, wijl men
deze voorzorg zich aan ongelukken
ünolslellen. Nu, deze schoentjes zijn
sierlijk ook beter toe geschikt, dan
mede te dansen. Ook in Noorwegen
bekend en men heeft daar zelfs
piên sneeuwlopers, welke met zulke
i voorzien zijn.
streken welke wij nu doortrokken,
zeer armoedig en leverden genoeg-
jeen noemenswaardig dorp of ge-
op. zoodat er ook weinig verversching
ions le bekomen was. Hoe stonden wij
tmonderd, toen wij op eenmaal eene
hnte kabak zagen naderen. Dit is een
i s bij on9 een bierwagen, waarop ver-
'me valen dwars liggen en aan dezelve
a een menigte maatjes van onder-
re grootte en men kon hier naar
linden bediend worden. Wij raadpleeg
de beur? en spraken de kabak naar
van zaken aan. ook deden wij nog
voorraad op, wijl wij bij ondervin-
wisten, dal een glaasje op reis niet
1 is. Deze kabak nu reist van dorp tot
en biedt daar zijne drank te koop. Wij
n er niets tegen gehad hebben, zoo
Biechus-kar ons overal vergezeld had.
eer men een dorp nadert, kan men
van verre ontdekken of er eene kabak
niet, want dezelve onderscheidt zich
een langen stok, midden op dezelve
>K aan wiens boveneind een soort
t«em is vastgemaakt. Zij is dus als 't
een baken waarop de liefhebbers van
at kunnen aansturen. In zulk eene
is men verpligt eerst geld le geven,
w den brandewijn ontvangt, en dit
'awen schijnt mij niet geheel onge-
zijn, want daar de kastelein achter
'"bank staat, zoude iemand ligtelijk
betalen de deur kunnen uitsluipen.
'Ms is de verkoop van brandewijn een
■We van de kroon, even gelijk die van
in Frankrijk, en dus passen deze twee
ruheden goed bij elkander, want bij een
behoort toch een borrel.
3 l5den kwamen wij in de stad Orlof,
zeer wijd uiteen gebouwd is, liggende
"e groote rivier Watka. Hier zag ik, dat
T°r middel van op eene hangende
slaan, even gelijk bij ons de klep-
'Men.de uren van den dag aankondig-
1 was hier eene bazar of kermis.
Ie (coop was; die dus lust en geld
n bier leregt komen, aan het eerste
'■«het mij niet. maar wel aan het
moest mij dus met kijken verge-
"3 ondervond dus dat, hier zoo wel
- 't geld de hoofdrol speelt. Eindelijk
kwamen we den 18den Aug. te Watka, een
tamelijk schoone stad, liggende aan de rivier
van dien naam. Bij onze aankomst waren
wij niet weinig verwonderd hier lotgenoo-
ten aan le treffen, welke aldaar reed9 een
geruimen tijd geweest waren, zijnde deze
stad tot hunne verblijfplaats bestemd Doch
niet minder was ik verheugd, onder deze
gevangenen eenen speelmakker mijner jeugd
le vinden, die van mijn handwerk zijnde, ook
door het lot des oorlogs in gevangenschap
was geraakt. Dit was de luitenant L. Mac-
cherp, zoon van een gepensioneerd generaal,
wiens broeder. C. M'accherp. als een braaf
soldaat in de bataillie van Waterloo ge
sneuveld is. Deze gaf mij lerloops eenige
inlichting over den toestand der zaken al
daar, en hoe men er de gevangenen behan
delde. Hieruit kon ik duidelijk merken, dat
de gouverneur een zeer men9chlievend
mensch was. gelijk ik ook daarna zelf onder
vonden heb.
Dit verwekte bij ons een grote gerust
stelling, want wij hadden al dikwijls onder
vonden, dat die groote heeren soms alles
behalve vriendelijk
en kwalijk te nade
ren waren. Wij
werden alzoo de
stad binnengeleid,
en ons door eenen
politie-comm. aan
gewezen in welk
huis wij ons moes
ten begeven. Op de
deur werd met een
stuk krijt het getal
aangewezen, hoe
veel er in ieder
huis zouden zijn.
Ik behoorde bij een
gelal van vijf; onze
kibilken hielden
voor 't aangewezen»
huis stil, wij slapten er af, namen ons bun
deltje in de hand, en klopten aan. Doch er
werd ons geen gehoor gegeven, wij zetten
ons voor de deur neder om te wachten, tot
dat er open gedaan werd. Doch toen ons dat
verveelde, klopten wij andermaal maar wat
sterker aan. Eindelijk werd de deur ter halve
opengedaan, en nadat men ons braaf uitge
scholden en toegespogen had, weder toege
smeten. Terwijl men nu bezig was om onze
overige lotgenoten hunne woningen aan te
wijzen, zaten wij daar als veriatenen op de
straat, niet wetende wat wij doen zouden.
Eindelijk besloten wij twee uit ons midden
te benoemen om ons in persoon bij den gou
verneur over deze schandelijke behandeling
le beklagen. Hier toe werden de 1ste luite
nant S. en ik verkozen. Nu dus op straat in
de openen lucht ons toilet zoo goed mogelijk
gemaakt te 'hebben, begaven wij ons naar
het gouvernementshuis.
Hier werden wij dadelijk tegen gehouden
en ons de toegang belet, deels door de schild
wachten, deels door de knechts, welke ons te
kennen gaven, dat de gouverneur aan tafel
zat en dus niet te spreken was. Dit schrikte
ons evenwel niet af, wij drongen als 't ware
met geweld in huis. voorgevende, dat wij
zijn excellentie noodzakelijk spreken moes
ten. Dit had ten gevolge, dat er een knecht
uit de eetzaal te voorschijn kwam, ten einde
naar de oorzaak1 dezer onverwachte be
weging te vernemen. Deze ons ziende ging
berigten, dat er hvee gevangenen waren,
welke er op aandrongen om zijne excellentie
le spreken. De gouverneur met zijne gemalin
en eenige andere dames en heeren aan tafel
zittende, gebood dat men ons zoude laten
naderen. Na dat wij met gepaslen eerbied
binnen gekomen waren, vroeg hij ons. wie
wij waren en wat wij begeerden. Hij sprak
'Hoogduitsch en ik beantwoordde zijne vra
gen in dezelfde (aal. Toen de edele man be
merkte. dat wij geen Franse-hen waren, ver-
zogt hij ons aan zijne tafel plaats te nemen
en van het opgedischle gebruik te maken.
Men kan begrijpen, dat wij ons dit geen
twee maal lieten zeggen. Zulk een diner toch
was geheel buiten onze berekening. JFij
namen dus plaats en deden, zonder evenwel
de bescheidenheid, die een welopgevoed
mensch betaamt, uit het oog te verliezen,
onze aardschc tabernakel eens regt wat te
goed Het eten smaakte ons heerlijk, en do
wijn was ook lang geen krabhals en fris. Wij
hielden hier een maaltijd zoo als ons in vele
maanden niet ten deel was gevallen. Men
deed ons inluschen vele vragen, die wij alle
al etende (want wij smeedden nu het ijzer
terwijl het heet was) beantwoorden. Toen
de tafel afgenomen was, stond men op, een
porte-brisée opende zich en het gezelschap
begaf zich in een andere zaal, wij volgden
den trein, aan het einde dier zaal was een
canapé of sopha geplaatst, waarop zich de
gouverneur en zijne ega plaatsten, het
overige gezelschap zette zich in een halven
cirkel ter wederzijde' op stoelen, wij voeg
den ons hierbij, sohoon wij door onze arm
hartige kleeding een singulier contrast met
deze welgekleede dames en heeren maakten.
Niemand echter scheen dit te willen bemer
ken en men bewees ons dezeltde oplettend
heid. alsof wij aldaar in gala verschenen
waren. Zulk een gedrag deed deze menschen
waarlijk eer aan. Zij loonden dat zij gevoel
voor mensehenwaarde hadden, en het kleed
van de man wisten te onderscheiden.
RECLAME.
(Wordt vervolgd).
9659
"ubbi
Zoo prijkt in „Bloemlust" wederom een
keur van Flora's kinderen, voorboden van
de lente, die ons in den waan brengen reeds
in het voorjaar te zijn, welke illusie ons
direct bij het verlaten van het gebouw
door den scherpen, kouden wind weer wordt
ontnomen!
Wij hebben nog zelden zulk een mooien
aanblik in Bloemlust gezienl De schitterende
collectie narcissen, welker verscheidenheid
uniek is, moet door een ieder bezichtigd
worden.
Zooals wij reeds meldden, is de beker toe
gekend aan de N.V. Warnaar en Co., alhier.
Te halfdrie waren velen aanwezig om
bij de opening tegenwoordig te zijn.
De voorz. van het comité, de heer A. Frij-
link, sprak de volgende rede uit.
Rede van den voorzitter.
Hooggeachte Burgemeester, Dames en Heeren
In de eerste plaats zeg ik namens de
Commissie van Bloemlust U Burgemeester
vriendelijk dank dat U op ons verzoek dade
lijk bereid waart deze tentoonstelling te
willen openen. U geeft daardoor blijk dat
de Sassenheimers en de Sassenheimsche
Cultuur Uw volle sympathie hebben.
We leven in het teeken van tentoonstel
lingen, doch deze Narcissen-show is toch
wel iets bijzonders. Het brengt inzonderheid
datgene wat in de Sassenheimsche cultuur
op den voorgrond treedt, en wat hier is ten
toongesteld is wel van het beste en edelste
wat kan worden gebracht en welke soorten
daarbij ook de deugd hebben dat ze gemak
kelijk in bloei gebracht kunnen worden.
Een collectie als hier is samengebracht zal
wel niet gemakkelijk op een andeTe plaats
worden gevonden.
Toen we hier vorig jaar met een zelfde
gelegenheid bij elkaar waren, bespraken we
de mogelijkheid van den bouw van een
nieuw groot Bloemlusl, en zijn daarmede
flink geholpen door den Burgemeester en het
dagelijksch bestuur onzer gemeente. Door
verschillend© omstandigheden waarbij de
centenkwestie wel van het meeste belang
was heeft het Bestuur echter besloten nog
niet tot nieuwbouw over te gaan, doch zich
nog t© behelpen met dit gebouw. Een beslis
sing waaTover het bestuur, vooral met den
tegenwoordigen gang van zaken, zeer tevre
den is. Niet dat we de toekomst te donker
inzien, doch wel dat we vooreerst de groot
st© spaarzaamheid zullen moeten betrach
ten. De wereldcrisis is ook ons vak niet
voorbijgegaan en konden we vorig jaar van
deze plaats een zeer optimistische rekening
maken, we gelooven niet dat we nu hierin
zouden kunnen slagen.
Het Bestuur blijft echter paraat en zal
zoodra dit mogelijk is weder haar volle
aandacht aan de verschillende plannen
schenken.
Mijnheer de Burgemeester wij verzoeken
U nu deze tentoonstelling wel t© willen
openen en den wisselbeker die dit jaar door
de Fa. Warnaar Co. is gewonnen le willen
uitreiken.
De Burgemeester sprak hierop als volgt:
Rede van den Burgemeester.
Het Gemeentebestuur van Sassenheim
ziet U hier thans vertegenwoordigd zonder
de beide wethouders; beide heeren vertoeven
thans in de zitting der Staten van ons ge
west en we willen hen daarom immers wel
verontschuldigen. Gaarne zouden zij met mij
hier tegenwoordig zijn geweest, omdat liet
immers overbekend is dat ons gemeente
bestuur uw werken op hoogen prijs stelt
voor het wel der gemeente.
Ten vorigen jare hadden wij het voor
recht dat 's lands eerste Minister de groote
Narcissen-tentoonstelling kwam openen. De
Commissaris der Koningin gaf door een be
zoek al evenzeer blijk van waardeering.
Dit jaar is dit niet mogelijk en daarom
moeten we het thans stellen met een der
mindere goden. Maar dit wil naar mijn
meening deze aangelegenheid niet minder
karakteriseeren. Ongetwijfeld geeft een
officieele opening, met directe belangstel
ling van den hoogste uit den lande, een
voornaam cachet, maar we mogen en kun
nen niet verwachten, dat zij jaarlijks tot ons
kunnen komen Toch, we gevoelen ons over
tuigd, hun waardeering is er niet te minder
om, en in die overtuiging is het mij een eer
en een genoegen op dit oogenblik een enkel
woord te mogen spreken.
En dit woord kan geen ander zijn, dan
van innige belangstelling, van groote waar
deering en van lof. Wij kunnen het niet
ontkennen, dat de algemeene depressie in
het zakenleven en den economischen toe
stand in het algemeen, ook onzen bloem-
bollenhandel niet geheel onverstoord heeft
gelaten. Wel hebben wij, den Heer zij daar
voor dank, nog wel geen algemeene
catastrophe te betreuren, maar toch, wan
neer we om ons heen zien, dan is het zaak
dat we, als bij een stormsein aan alle
posten, ons gewaarschuwd rekenen: „Weest
op Uw hoede". Dat doet ons den toestand
kalm onder de oogen zien en dal doet ons
paraat zijn. Dat behoeft ons niet te ontmoe
digen en dal mag ons nog veel minder wer
keloos maken.
En dit le kunnen constaleeren, le mogen
zien dat integendeel de werklust en activi
teit zelfs hooger wordt opgevoerd, dat is het
dat mij verblijdt en daarvoor betuig ik thans
volgaarne de hooge waardeering en de alge
meene hulde van het Gemeentebestuur.
Deze tentoonstelling legt er getuigenis van
af dat ook de bloembollencultuur niet uit
sluitend is een onderneming op materieelen
basis, maar ook, dat de ideëele zijde van het
vak den beoefenaren begeestert.
Trouwens, wat is werken zonder idealen?
Wanneer er geen zelfvoldoening in arbeid
gevonden wordt, dan gaat de „fut", om dit
woord maar ee«s te gebruiken er Tas en
zeker uit, dan is er geen plaats in ons bin
nenste voor hoogere gedachten, dan komen
we er te eerder toe om bij de pakken te gaan
neerzitten, dan kunnen we ook geen nieuwe
krachten verzamelen en maken wij ons niet
paraat voor beteren tijd, dan zijn wij ook
geen goede voorbeelden voor anderen, die
zwaaTder door de algemeene depressie ge
troffen worden.
D© voortgaande veredeling van wel de
schoonste bloem onzer bolgewassen, de nar
cis, is nie thet minst de goede eigenschap
van de Sassenheimsche fijn-kweekers, en
ook tan de andere kweekers uit de omge
ving, die Bloemlust een goed hart toedra
gen. Zij zijn het vooral, die de ideëele, de
mooie eigenschap van de bloembollenkwee-
kers toonen, waardoor vooral het bloembol
lenvak wordt gcsiempeld tot een aanzien
lijk vak.
Deze tentoonslelling levert weer bewijzen
en producten van kunst en volharding,
levert ook weer bewijzen van gemeen
schappelijk streven, van samenwerking tot
aller welvaarl en tot eigen heil.
De onderscheidingen, welke de jury-man
nen hebben toegekend, mogen de than9
minder gelukkigen met hun inzendingen
een nieuwen prikkel zijn voor de volgende
tentoonslelling, moge het primaatschap
sleeds wisselen, dan blijft het ideaal en de
lus! er in, dan blijft er ook in het eendrach
tige en hartelijke samenwerken, wat ik U
allen, lot bloei van Uwe bedrijven, tot bloei
van onze mooie gemeente, van harte toe-
we nsch.
Hierna volgde de bezichtiging van h'et
geëxposeerde.
„Bloemlust" zal deze week zeker niet
over bezoek te klagen hebbenReeds op den
middag der opening kwamen velen, ook van
andere plaatsen, dichtbij en veraf, de ten
toonstelling bezoeken!
Een bezoek aan Bloemlust loont voorzeker
do moeite!
VOOR DONDERDAG 19 FEBRUARI.
Hilversum, 1875 M. Van 8.006.00 AVRO.
Daarna Verm. IITRO 8.009.50: Gramo-
foonpl. 10.0010.15: Morgenwijding
10.3012.00: Concert AVRO-kwintet o l. v.
Fr. Lupgens 12.302.00: Concert Rem-
brandt-orkest, Amsterdam o. 1. v. David
Hartogs 2.002.30 Vrouwenhalfuurtje
3.00f.00: Naaicursus 4.005.00: Zie-
kenuurlje 5.006.00: Aansluiting Hole!
Centraal te Den Haag. Concert door Willy
Honsbeek en zijn orkest 8.15 Lezng
Söharroo 8.359.00: Tholen en Van Lier
9.0011.00: Concert Omroeporkest o.l.v.
Nico Treep.— 10.0010.15: Vaz Dias
11.00—12.00: Gramofoonpl.
Huizen, 298 M. 8.00 KRO. 10.00 NCRV
11.00 IvRO. Hierna NCRV. Vanaf 2.00:
8.009 15: Gramofoonpl. 10 00: Zang
NORV Dameskoor 10 3011.00: Zieken-
dienst 11.0011.30: Gramofoonpl.
11.3012.00: Godsd. Halfuurtje Pastoor
Percjuin 12.001.30: Concert KRO-Trio
1.302.00: Gramofoonpl. 2.002.15:
Gramofoonpl. 2.15-3.15: Handwerkcur-
sus 3.153.45: Vrouwenhalfuurtje
4.005.00: Ziekenuurtje 5.006 45: Con
cert. Mevr. G. de KnegtTer Haas (sopr.),
L. de Ruyter (viool), mej. R. Beute (piano)
6.457.00: Knipcursus 7.007.30: R.
Haeviside: „Kernprobleem uit de Aether-
Iransmissie bij radio-golven" 7.308 00:
Vragen-halfuurtje 8.0010.30: Concert
Hengelo's Mannenkoor o. 1. v. E. Wettig
Weissenborn. E. Weissenborn (Cello), mej.
Salomons (piano). Dr. J. C. Roose: „De be-
teekenis van d© nieuwe zielkunde voor ge
wone menschen" 10.30 Vaz Dias 10.40
11.30: Gramofoonpl.
Daventry, 1554,4 M.10.35: Morgenwij
ding 11.05: Lezing 12 20—1.20: Orgel
spel door R. Foort1 302.10: Kerkdienst
2.25: Uitz. voor scholen 4.50: Orkest
concert 5.35: Kinderuurtje 6.20: Le
zing G.35: Berichten 7.00: Gramoofon-
platen 7.20: Lezing 7.45: Lezing
8.05: ConceTt. Militair Orkest. D Wise
(viool) 9.20: Berichten 9.35: Berichten
9.40: Lezing 9-55: „Thealrescope" II
10.5512.20: Dansmuziek 12 20
12.25: Televisie.
Parijs „Radio Paris", 1725 M 8 05:
Gramofoonpl12.50: Gramofoonpl
1.25: Gramofoonpl. 4.05: Gramofoonpl.
8.20: „Ohafoichou" van H. Duvernois
9.05: Concert. Trio, kwartet en solisten.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gra
mofoonpl. 9.3510.05: Gramofoonpi
10.3511.15: Gramofoonpl. 11.30: Gra
mofoonpl. 12.251.50: Concert. Orkest
W. Wurm (cello), Grape (begel.) 4.20
5.20: Orkestconcert 7.059.20: Orkest-
concert 7.359.20: Concert. Zang en or
kest. Intermezzi: 2 hoorspelen. Na afloop
concert: Berichten en tot 11.30- Dans
muziek.
Kalundborg, 1163 M. 11.20—1.20: Or
kestconcert 2.204.20: Orkestconcert en
zang 4.205.00: Kinderuurtje 7.20—
8.20: Orkestconcert 8.209.35': Decla
matie en zang. Voordracht. Orkestconcert
9.5010.20: Orkestconcert 10.2011.50:
Dansmuziek.
Brussel, 508,5 M. en 338,2 M. 508,5 M.
5.20: -Orkestconcert 6.20: Kindoruurtje
7.20 Gramofoonpl. 7.50: Gramofoonpl.
8.20: Concert. Operette-uitzending. Orkest
en toespraak 33S,2 M.: 5.20: Orkestcon
cert en piano-soli 6.20: Kinderuurtje -
7.20: Gramofoonpl. 7.50: Gramofoonpl.
8.20: Orkestconcert. zang en causerie.
Zeesen, 1635 M. 5.40—11.20: Voor
drachten 11.2012.15: Gramofoonpl.
12.15—1.20: Berichten 1.20—2.20: Gra
mofoonpl. 2.203.50: Lessen, lezingen
3.50f.50: Orkestconcert 4-.506,50:
Voordrachten 6.50: Orkestconcert 7.50
8.30: Voordracht en Berichten 8.30:
Hoorspel „Der Wunderdokter", Kurt Hey-
nike 9.40: Berichten. Daarna lot 11.50:
Dansmuziek.
205. Wim gekweld door dorst en 'n droog keeltje,
Maar niet door eenig berouw,
Ging op zoek. waar hij zich kon laven,
En wat zijn dorst lesschen zou.
Een ijsco kon hem, wis bevallen,
Ook karnemelk slond hem aan.
Een fosco kon hem wel behagen.
Een kwast liet hij ook niet staan.
206 Waar ben ik nu, dacht de arme jongen,
Waar ben ik nu verzeild geraakt?
Het lijkt wel alsof ik niet zal dalen.
Door mij 'n wereldreis wordt gemaakt.
Hij dreef boven een groote vlakte,
Met een groote vesting in het verschiet.
Waarom die vesting hier geplaatst was,
Dat wist de arme jongen niet.
3—3