HOEST
de tentoonstelling der
onafhankelijker
Raadsel en de Prinses
7l«te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Februari 1931
Derde Blad
No. 21746
BOUWKUNSTIG schoon.
ViuJu
41.
STILLEND
j'mop/ossenc/
Buiten!. Weekoverzicht.
FEUILLETON.
XVII.
NOGMAALS ..DE VLIET".
t aan de Vliet nog een trapgeveltje
i begin der 17de eeuw. dat we even
Jbnoeken. De gevel is eenvoudig, zoo-
schets hierboven kunt zien. Hel
I'il is tot ihet uiterste beperkt. Meer
heven cordonbanden de scheiding der
ingen aan. Deze cordonbanden die-
n tevens als waterlijsten, waarlangs
;enwater afdruipt, zoodat het inwa-
jn de muren zooveel mogelijk wordt
en Cordonbanden ontbreken hier
Wel hebben de trappen van den
1 flinke geprofileerde dekbanden en
i in ieder geval noodzakelijk. Men
as de fijne bewogenlheid van de
i bij eiken trapgevel nog verhoogd
tdoor de vooruitspringende dekbanden.
ij nogmaals in herinnering, dat deze
den niet uitsluitend als ornament
i aangebracht, maar als middel om
len baksteen en de voegen daartus-
te beveiligen voor inwatering. Ner-
tch zou de baksteenconstructie sier-
a weersinvloeden bloot slaan dan
an 't boveneinde.
tan U hier en daar te Leiden wel een
aanwijzen, waar door eene ot andere
li een dekband van een trap ver-
i u. U kunt opmerken, hoe zoo'n
|weMra een brokkelig aanzien krijgt,
i. droogte, vorst, van alles dringt er
timp binnen en 't gaat er mee als een
doken kies: de specie gaat vermolmen
'leren. Hoe eerder dus zoo'n trap her-
Iwordt des te beier, want achter de
Bfl het hout van de dakconstructie en
I rog gevoeliger dan baksteen.
V'a U ziel, zijn de kruiskozijnen in
I hevel verdwenen. Boven de ramen
pste, Iweede en zolderverdieping zijn
pige ontlasüngsbogen, ieder met vijf
tenen, alles vlak gehouden,
hevel is met den nokbalk verbonden
Jen Iraai gesmeed ijzeren anker, waar-
fieronder een afbeelding Alleen moet
t opgemerkt, dal links een der krullen
tekl, hel begin van hel verval. Na de
frul volgt de andere en tenslotte blijft
Vr een fragment meer over.
is altijd jammer, dat dergelijke din-
(bet voortdurend worden onderhouden
en tijdig hersteld. Men ziet in Leiden de
mooie topankers stuk voor stuk verdwijnen.
Dit constructieve ornament hoort evengoed
bij de oude renaissance bouwkunst als ont
laslingsbogen, dekbanden, enz.
Men lette nog eens op de fraaie muur
ankers van Oude Singel 72, Heerengracht li
e.a. Het decoratieve werd steeds dienstbaar
gemaakt aan constructieve noodzakelijkheid
Men houde bij zijn beoordeeling van
moderne bouwwerken wel in het oog, dat
dit ook het streven is der moderne boutv-
meesters: Berlage (Beurs, modehuis Med-
dens), Kromhout (Gebouw ..Noordzee" te
Rotterdam), P. Kramer (Haagsche Bijen
korf, „De Dageraad" Amsterdam). Van
Heukelom (Bureau der S. S. Ie Utrecht). W.
M. Dudok (Rotterdamsche Bijenkorf. Stad
huis te Hilversum, Columbarium „Wester-
veld"). Geen versiering dan die uit de con
structie voortvloeit] En dat is ook altijd het
mooist en het zuiverst gevoeld, al bazelt de
leek, die door de leelijke producten der
19de eeuw, welke ons van alle zijden met
hun onnoodige tierelantijntjes of suffe be-
wegeloosheid aangrijzen dan ook van nuch
terheid. De moderne bouwkunst met haar
strakke lijnen en zuivere vormen is veel
minder in tegenspraak met de Hollandsche
j Renaissance der 17de eeuw, dan men opper
vlakkig wel denkl
Een onderwerp waarop ik nog wel eens
hoop terug te komen.
De voor de woning Vliet li nog monu
mentale decor is blijkbaar uit de 18de eeuw.
Het ontwerpen van mooie deuren en por-
j tieken was de kracht der 18de eeuw, een
onderwerp dal later zal worden behandeld.
Maar het kan geen kwaad er nu al vast
even aan te herinneren, omdat wc bij onze
wandelingen door de Sleutelstad en passant
hiervan notitie kunnen nemen.
Nog een enkel woord over het hoekhuis
VlietRapenburg. Alles wijst er op dat dit
vroeger een trapgevel is geweest, die daar
met zijn warmrooden baksteen een schilder-
achligen indruk moet hebben gemaakt
Thans is de gevel voorzien van een kroon
lijst Voorgevel en zijgevel zijn in den loop
der lijden belangrijk veranderd. We zien
hier weer langs de randen der muren zand-
steenen hoekblokken en in den hoek steekt
een aardig gebeeldhouwd kopje vooruit.
In 't bizonder wijs ik even op de samen
stelling van de korfboogvormige ontlaslings
bogen, waarvan ik er hier één heb getee-
kend.
RECLAME.
In Doozen 20 en 30 cent. Bij Apoth. en Drogisten
8966
Praatje uit Dnitschland, Engeland en Spanje
Wederom lieerscht er rust op het groote
wereld-speeltooneel, maar toch. zijn er
enkele gebeurtenissen, die ook voor het
algemeen aspect der wereld en dan speciaal
voor Europa van belang zijn. Om te begin
nen is de politieke houding van den Duit-
schen minister van buitenl. zaken Curtius (e
Geneve bij de behandeling voor den Vol
kenbondsraad der Poolsch-Duitsche affaire
door de commisie voor buitenl. zaken uit
den Duitschen Rijksdag goedgekeurd, zij het
ook, dal de nationaal-socialisten en commu
nisten natuurlijk ontevreden waren en tegen
den minister stemden. Hoe Curlius zijn be
leid verdedigd heeft, zal men vermoedelijk
volgende week vernemen, wanneer de
Rijusdag in openbare zitting zich met deze
kwestie zal bezig houden. Is dit op dezelfde
gematigde wijze als zijn Poolsche collega in
de Scjm de aangelegenheid behandelde, ook
al gaf hij er uil den aard der zaak een
inwendig gekleurd beeld aan, dan kan men
gerust voorloopig alle gevaar als geweken
beschouwenl Ieder minister speelt in eigen
parlement gaarne de mooie rol en dat gunt
mep elkaar over en weer ook wel
En voorts blijkt uit kleinigheden, dat de
vredesgedactite toch veld wint onder de
publieke opinie, Is daarvan ook niet een be
wijs, dat te Saloniki opnieuw een zitting
van de Balkan-conferentie heeft plaats ge
had, waar men wederom dichter lot elkaar
i9 gekomen? .lammer daarom, dat juist na
deze conferentie de stemming tusschen
Griekenland en Bulgarije dreigt te worden
verstoord door een grensincident, waarbij
een Griesch soldaat werd gedood. Gelukkig
lijkt het er wel op, dat men van weerszijden
de hoofden koel zal weten le houden, zoodat
een gemengde commissie van onderzoek de
netelige kwestie misschien spoedig uit de
i wereld zal welen le helpen
j Overigens zullen wij ons dit maal bezig
moeten houden met benige zuivere inwen
dige aangelegenheden. Beginnen we met
Duitschland. Daar heeft het kabinet Btü-
ning den strijd ingezet om de begrooting
door den Rijksdag te doen goedkeuren. Het
eerste vooruitzicht leek niet erg gunstig,
doch er is verbetering ingetreden. Een
i oogcnblik leek het er toch op, dat de Duit-
j 9che Volkspartij, dus een der regeerings-
partijen, het kabinet den rug zou toe
draaien, daar zij beslist een bezuiniging van
nog 300 millioen eischte. Bij onderlinge be
sprekingen is men het echter eens geworden
op dezen grondslag, dat niet direct zal wor
den bezuinigd, doch dat tekorten in geen
geval zullen worden gedekt uit nieuwe be
lastingen maar uit dan in te voeren bezui
nigingen. Zoo wordt aan de grondgedachte
van de Duitsche Volkspartij voldaan. Toch
Is de regeering nog allesbehalve veilig en
daarom heeft de rijkskanselier al zijn in
vloed in de waagschaal geworpen om de
partijen te bewegen deze regeering le steu
nen. die in het buiteqland algemeen waar-
dccring ondervindt en daar wordt beschouwd
als het plechtanker van Duitsche bereid
willigheid om zich le schikken in de evolu
tie der wereldontwikkeling. Hitier schijnt
momenteel op het toppunt van zijn macht te
slaan en mede als gevolg daarvan schijnt
de Centrum-partij van plan om te probee-
ren verloren invloed te herwinnen, toenade
ring toonend tot de sociaal-democraten, die
eveneens weer op het oorlogspad zijn geto
gen legen de Nazis. Men wil bereid zijn, ais
het tenslotte toch nog eens noodig moest
zijn over te gaan tot rijksdag-ontbinding.
Deze is n.l. niet geheel uitgesloten, daar
Briining le kennen gaf, dat hij den tijd voor
grondwettig regeeren zonder verdere toepas
sing van noodverordeningen gekomen acht,
ook al heeft hij deze niet geheel uitgescha
keld als de begrooting toch nog verworpen
mocht worden
De nationaal-socialisten geven inmiddels
nog geen krimp, gelet op hun actie voor ont
binding van den Pruisischen landdag, dien
zij door middel van een Volksbegehren wil
len trachten af te dwingen. Milliqenen Mar
ken dreigen noodeloos daarvoor te worden
geoflerd in deze benarde lijden, nu de werk
loosheid nog steeds groeiende i9 en landen
en gemeenten mei het rijk zuchlen onder de
uitgaven
In Engeland heeft Winston Churchill een
felle campagne ingezet tegen de Indische
politiek der regeering, al heeft hij zijn
eigen partij daarbij niet achter zich. Il
lusies behoeft hij zich dientengevolge niet
te maken, maar niettemin voert hij zijn
aanval met groote kracht, een betere zaak
waardig. Of deze actie nog nadeelige ge
volgen zal hebben in Indië? Het is voor
Engeland niet le wenschen, want zelden
beeft de kans zoo mooi gestaan voor de
Engelsche regeering om het eens te worden
met de nationalisten. Zooals wij voorzagen,
is Gandhi langzaam maar zeker in zijn
uitlatingen toeschietelijker geworden, ook al
heeft hij zich nog tot niets verbonden.
Intusschen zrjn de deelnemers aan de Ronde-
Tafel-conferentie in hun vaderland terug
gekeerd en nu zal spoedig, nadat de groote
leider met hen een onderhoud zal hebben
gehad, moeten blijken of er inderdaad
mogelijkheid bestaat op een compromis.
Kwaad lijkt ons liet vooruitzicht niet
De stemming in Engeland ten opzichte
van de regeering Mc Donald blijft inmid
dels nog altijd in dalende lijn. dat komt
duidelijk naar voren bij tussclientijdsche ver
kiezingen. Mc Donald heeft echter ronduit
verklaard, dat hij niet zal heengaan dan
na een motie van wantrouwen, dus niet
na het verwerpen van regeeringsvoorstellen,
ook al raken deze echte labour-belangen
zooals b.v. de wet tot terugkeer tot de vroe
gere toestanden op vakvereeniginsgebied.
Spanje staat voor een belangrijke beslis
sing: terug tot parlementaire vormen! De
regeering Berenguer heeft in hoofdzaak toe
gegeven aan de eischen, die gesteld konden
worden voor Vrije verkiezingen; de censuur
is opgeheven evenals 'de staat van beleg,
de propaganda is vfjj.en toch weigeren
socialisten en andere linksche partjjen mede
fe doen. Mislukken dientengevolge de ver
kiezingen, dan kan de regeering zeggen
onschuldig te zijn! Doch wat dan? Voort
zetting der dictatuur? Het zou in dat geval
wel eens de eenige uitweg kunnen zjjn.
Op degenen, die de verkiezingen sabo-
teeren. rast dientengevolge een zware ver
antwoordelijkheid.
Voor den 42slen keer sinds 1884 heelt d?
Salon der Onafhankelijken haar deuren ge
opend. En zooals ieder jaar verdrong er zich
op den dag der „vernissage" (den openings
dag) een dichte menigte in de zalen. Een
menigte uit zeer verschillende elementen
samengesteld. Voor hetzelfde „oeuvre" def
tige dames in bontmantels met precieuse
maniertjes, woorden en gebaren, en familie
leden van den een of anderen Zondags-
schilder, zielige armoedig-geklecde luitjes
met gezichten, waarop duidelijk te lezen
staat, dat ze zich ui die Salon heeleonaal
niet „thuis" voelen. En d'an kunstenaars
natuurlijk. en nog eens kunstenaars.
en een massa ongelukkige kunst-critici, die
moeten trachten zich een oordeel te vormen
over die 4336 „kunstwerken", geëxposeerd
in 43 zalen, die daarover een nauwkeurig en
gedetailleerd verslag moeten schrijven
Maar wat mag er dit jaar met het Grand
Palais geheuid zijn? Waar komen al die af
schuwelijke tochtstroomen vandaan, en die
ijzige kou? buiten is het toch zacht
weer!
Hel publiek laat zich echter niet afschrik
ken daardoor. Alle zaten zijn vol menschen,
zelfs die waar men bijna bevriest van
de kou.
Arm publiek, arme critici, arme kunste
naars
Nu 46 jaar geleden werd de Salon des
Indépendants opgericht om aan oorspronke
lijke talenten een gelegenheid te verschaffen
hun werk tentoon te stellen zónder genood-
zaalfct te zijn, dat eerst aan het oordeel, van
een tendentieuze jury te onderwerpen. En
lange jaren inderdaad waren de zalen der
Onafhankelijken hel toevluchtsoord voor
talrijke kunstenaars, die naar een eigen,
persoonlijke uitdrukkmgs-wijze zochten. Ze
ker. er kwamen ook altijd charlatans en
onnoozele slumpers exposeeren Maar 'twas
toch altijd de moeite waard, die tentoonstel
ling te bezoeken, al was 't alleen maar om
de curiositeit, om de nieuwste en wonder
lijkste schilders-manieren, die men daar te
zien kreeg. En er ging geen jaar voorbij, of
door die Salon werden er toch werkelijk
artistieke, gevoelige talenten aan het publiek
geojien'ba.ard.
Die tijden zijn voorbij. Geen „wilden"
meer, en geen, of bijna geen kubisten meer
ook, evenmin onnoozele stumpers, maaT
een afschuwelijke rommel-markt, een opeen-
hooping van middelmatigheden, waar zelfs
liet werk der Zondagsschilders berekend is
op een mogelijke plotselinge beroemdheid.
Ieder heeft immers we! eens hooren spreken
over den „douanier Rousseau", zoo maar een
doodgewone douane-beambte, die met zijn
onbeholpen naïeve schilderijen een wereld
beroemdheid verwierf. En waarom zou een
kantoor-bediende of een kappers-jongen, die
óók wel eens schilder!, niet op een even
groot succes hopen?
Pretentieuze „composities" met afschuwe
lijke onderwerpen, die u als een nachtmerrie
vervolgen of zóó grove onderwerpen, dat ge
u er met walging van afkeert te midden
ran een massa onbenulligheden, lafheden,
smakelooshedenDe tijd is voorbij, dat
op een tentoonstelling van de Onafhanke
lijken alle „onderwerpen" in de ban waren
gedaan; de tijd. dat de daar exposeereride
kunstenaars enkol zochten naar nieuwe
vormen, naar nieuwe harmonieën, of naar
nieuwe manieren om een schilderij „op te
bouwen". Nu integendeel triomfeert het
„onderwerp" op de „Onafhankelijken". hoe
wel een massa kunstenaars uit gewoonte, of
volgens een gebruik uit die vroegere tijden
overgebleven, hun werk in den catalogus
slechts aanduiden als „peinture" (schilder
werk). Natuurlijk zijn er vooral veel land
schappen, bloemen en stillevens. En als die
nu maar met kunst of temperament waren
uitgebeeldzou daar niets tegen zijn. Kunst,
eerlijkheid en temperament kunnen zich in
alle onderwerpen uiten. Maar dat is op en
kele, zeer zeldzame uitzonderingen na niet
het geval van de schilders der Onafhanke
lijken.
Misschien denkl u. dal dat wel wat erg
streng geoordeeld is, tè sfreng zelfs. Daarom
wil ik u hier enkele meeningen aanhalen
van zeer bekende en algemeen hooggeachte
Fransche kunst-critici.
Charles Kunstier schrijft:
„Wat vóór alles opvalt in die onmetelijke
scihilderijenmarkt, dat is de banaliteit, dal
is de nutteloosheid van al wie werken
Die Salon schijnt het toevluchts-oord gewor
den te zijn van folo-retouoheurs."
Pierre de Colombder schrijft:
„Neen, neen en nog eens neen! Er is geen
enkele geldige reden om ons te dwingen,
die vier duizend doeken te gaan bekijken,
die u veertien dagen lang een walging zou
den kunnen geven voor al wat schilder
kunst is."
En Maurice Ragnal, die er een eer in stelt
steeds aan de spits te staan van de voor
hoede der moderne schilderkunst, schrijft:
„Hier bij de Onafhankelijken krijgen we
geenszins stoutmoedige nieuwigheden te
zien. Maar evenmin is hier een terugkeer
lot de een of anderen ouden stijl te con-
stateeren. Terugkeer? Vanwaar? Ze komen
nergens vandaan,"
Die citaten zullen misschien voldoende
zijn
Elk jaar geregeld gebeurt het. dat er uit
den Salon der Onafhankelijken een onbe
hoorlijk geoordeeld schilderij door de politie
verwijderd wordt. Dit jaar is dat er een ran
een jong meisje van heele goede familie
naar men zegt.
Die jonge dame van 20 jaar heeft het in
haar hoofd gehaald om op een zeer onbe
hoorlijke manier den gek 1e steken met de
leden van de „Académie Frangaise". Uit een
kunst-oogpunt beschouwd behoeft men dat
optreden van de politie zeer zeker niet i
betreuren, want dat schilderij is gemaakt
zonder eenige geestigheid of talent. Maar
de maakster heeft er haar doel mee bereikt:
van alle kanten zijn de journalisten naar
haar toegestroomd om haar te interviewen-.
Haar portret en de reproductie van baar
schilderij is in de kranten gekomen. En mis
schien is er ook al wel de een of andere
idiote verzamelaar geweest, om zich den
aankoop te verzekeren van dat „meester
werk", dat niets is. niets, niets.
En uil zedelijkheids-oogpunt had 't -heusch
wel in den Salon der Onafhankelijken kun
nen blijven hangen vergeleken bij het
I Oorspronkelijke Detective-roman
door R. J. Brandenburg
1 banen sprongen den luitenant in de
u die straf verdiend?"
longe man kmkle.
afwachting van uw ontslag geef ik u
■rurresL U kunt gaan. En u, mijne
aldus wendde zich de prins lot de
"eeien, die eveneens opgerezen wa
ll0 W19l ^a' baron Kornowitz aan de
1" vers'aald was, dat de baron groote
Jj" gloren had, ja ook aan u mijne
'?ch speelt u met hem, hoewel u
I baron dat geld niet betalen kan.
L me' kameraadschappelijk cn za'
L «Joegen. Ik betreur het, dat niet
I ve'e vrienden van den baron
Ibtoi ?en ^ee" &ev°eld, hem van de
I™'tWig Ie houden.
Eii vk"er'ueven °cb enkele stemmen:
I') hebben het getracht, kolonel."
|S|rj.'en leu?dige luitenants, die dit rie-
Iba-rmrn°olen van hetzelfde jaar van
lknair ?an hen, een slanke, don-
I aas ,na,ar voren, nam de hou-
|en vragen kolonel hem iets 1e
)e?eslaan."
Ude. officier, „zou
u voor dezen eenen keer, de straf.maar
hij vermande zich en zei snel op militairen
toon, „niet kunnen verlichten en de ontslag
aanvrage niet indienen? Straf u ons, zijn
studiegenooten, ook, omdat het ons met is
gelukt baron Kornowitz in zijn strijd tegen
zijn passie te steunen, zoodanig, dat hij de
kaarten liggen liet."
„Het verheugt mij te vernemen, dat de
baron nog ware vrienden heeft, maar ik kan
mijn woorden niet intrekken
Zijn adjudant nam mij 3part en verhaalde
mij, dat de prins zeer streng optrad tegen
het spelen om hopge bedragen door zijn offi
cieren. Speelschulden maken werd niet toe
gelaten. Kwam het een enkele maal voor,
dat een jeugdig luitenant zich in moeilijk
heden bevond, dan placht de prins zelve de
schulden te betalen, doch vergde dan de be
lofte van zijn officier, dat hij de kaarten
niet meer zou aanraken Zoo was het ook
gegaan met den baron. Doch deze had zijn
woord gebroken
Begrijpelijkerwijze was door het voorge
vallene de vroolijke stemming bedorven. Er
werd niel meer gezongen, er heerschte een
gedrukte stilte. De prins was met den ma
joor in een fluisterend gesprek gewikkeld.
Zijn adjudant gaf een wenk de glazen nog
maals te vullen, wat geschiedde Doch nie
mand zette de lippen aan zijn roemer
Toen stond prins Alexander op: „Mijne
heeren". zei hij, „daar ik merk, dat het be-
treurenswaaidig incident uw stemming ge
heel heelt bedorven, deel ik u mede. dat de
voordracht tot ontslag van baron Kornowitz
door mij niet bij den konjng zal worden in
gediend."
Even heerschte er een ontroeide stilte. De
olticier, die zoo juist voor den baron in de
bres gesprongen was, snelde op den prins toe
en trachtte zijn hand te kussen, wat deze af
weerde.
„Leve de kolonel!" dreunde hel dan door
de zaal. t
„Laat ons thans tezamen nog eens een lied
zingen", verzocht prins Alexander en dra
klonken vroolijk de stemmen der officieren,
door geestdrift opgzweept.
Het was laat. toen de prins mij aan het
hotel afzette, maar dr. Heavenstone was nog
op. Hij zat in de zitkamer voor het haard
vuur en vorderde een omstandig verslag,
waarvan hij mij verschillende gedeelten liet
herhalen
„Ja," zeide de docter eindelijk, „prins
Alexander is een merkwaardige figuur. Ge
liefd bij zijn ofticieren, gehaat bij het volk,
dat in hem de personificatie ziet van het
militaire regiem en het conservatisme. Het
ongeluk van den prins is, dat hij vijftig jaar
te laat is geboren Maar bel volk kan dikwijls
haten mei een onberedeneerden haat. Men
verzet zich ook tegen een huwelijk van den
prins met prinses Erane, men acht haar
veel te goed voor hem Toch schijnt de prin
ses een diepen indruk op prins Alexander
te hebben gemaakt, en heeft hij liefde voor
haar opgevat
„Maar die liefde wordt niet beantwoord.
Wie zou toch die geheimzinnige man zijn,
dien ik gezien heb in de deur van de tuin
kamer?"
Dr Heavenstone hield met een afwerend
gebaar zijn slanke, witte banden omhoog.
„Nu vraag je meer dan ik weet", zei hij,
„in de geheimen van de prinses ben ik niet
doorgedrongen.'
„We zijn aan alle kanten door raadselen
omringd" meende ik, „zouden we onze po
gingen ze op te lossen maar niet opgeven
en naaj Engeland terugkeeren?"
„En het gravinnetje Rozencrantz?" vroeg
dr Heavenstone, fijntjes glimlachend
Ik kreeg een kleur van schaamte, ik had
dien avond in het geheel niet aan het gra
vinnetje gedacht. Bij nader inzien voelde ik
er totaal niets voor om Bclgardje te verlaten
alvorens dit, mijn probieem, tot een oplos
sing was gebracht.
HOOFDSTUK V
Het bal masqué.
Hel officieele bulletin in de bladen, dal
koning Sigurd wegens een lichte ongesteld
heid genoodzaakt was het bed te houden,
veroorzaakte in de hoofdstad eenige opge
wondenheid. De vulkaan, waarvan dr. Hea
venstone gesproken had. begon te werken.
In de straten heerschte een zenuwach
tige drukte. Het volk liep te hoop voor do
bureaux der groote bladen en op de mihtaiie
pleinen en eenige samenscholingen werden
door de politie met behulp van den gummi
stok uiteengedreven. Militaire patrouilles
trokken door de stad met den bajonet op het
geweer
Gelukkig meldde eenige dagen later een
bulletin, dat de koning het bed had kunnen
verlaten en binnen korten lijd geheel her
steld zou zijn, waarop de rast weer terug
keerde.
Gedurende een tweetal weken vond geen
enkele bijzondere gebeurtenis plaats
Dr Heavenstone maakte zich den tijd ten
nutte door een nauwlettende studie te ma
ken van de conservatieve en liberale bla
den. welke in Belgardie verschenen en daar
hij de landstaal niet machtig was maakte ik
op zijn verzoek gewapend met een dikke
dictionnaire, korte resumé's van de hoofd
artikelen en van de berichten, die op de po
litiek betrekking hadden. Een scherpe penne-
strijd werd in de pers gevoerd. Steeds klem
mender werd in de liberale en democrati
sche bladen het algemeen kiesrecht opge-
eischt. waartegen door de tegenpartij steeds
nieuwe argumenten werden aangevoerd.
Die bewerking en vertaling der verschil
lende artikelen en berichten in de bladen
vereischte veel tijd en de dokier wenschte
zoo spoedig mogelijk van het nieuws op de
hoogte te zijn, zoodat wij ons, terstond na
het verschijnen der ochtendbladen, aan het
werk zetten. Zoodoende was feitelijk de
Zondagavond de eenige, waarop we „vrij"
hadden. En van dien avond maaklen we
dan ook dankbaar gebruik door een concert
of een voorstelling der opera bij te wonen.
Zoo wilden we een Zondagavond in de
koninklijke opera „de Butterfly" gaan boe
ren. We hadden verzuimd te voren plaat
sen te gaan reserveeren. in de veronderstel
ling dat het niet noodig zou zijn, doch von
den de duurdere rangen geheel uitverkochl.
Er waren alleen op hel derde balcon. in den
engelenbak, nog twee plaatsen naast elkan
der te verkrijgen.
Dus klommen we naar boven, namen onzo
plaatsen in en waren spoedig geheel verdiept
in de stemmingsvolle muziek van Puccini,
die elke (rek van het karakter van dit Ja-
pansche kind-vrouwtje zoo fijntjes en gevoe
lig weet weer le geven.
Toen ik na het eerste bedrijf eens rond
keek, ontdekte ik tot mijn grooie verbazing
aan den overkant eveneens op het derde
balcon, hel gravinnelie Rozencrantz. Ik
wreef mijn oogen uil, maar ik vergiste mij
niet. Zij herkende mij ook en knikle me toe.
(Wordt vervolgd.)