HOEST de tentoonstelling der onafhankelijker Raadsel en de Prinses 7l«te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Februari 1931 Derde Blad No. 21746 BOUWKUNSTIG schoon. ViuJu 41. STILLEND j'mop/ossenc/ Buiten!. Weekoverzicht. FEUILLETON. XVII. NOGMAALS ..DE VLIET". t aan de Vliet nog een trapgeveltje i begin der 17de eeuw. dat we even Jbnoeken. De gevel is eenvoudig, zoo- schets hierboven kunt zien. Hel I'il is tot ihet uiterste beperkt. Meer heven cordonbanden de scheiding der ingen aan. Deze cordonbanden die- n tevens als waterlijsten, waarlangs ;enwater afdruipt, zoodat het inwa- jn de muren zooveel mogelijk wordt en Cordonbanden ontbreken hier Wel hebben de trappen van den 1 flinke geprofileerde dekbanden en i in ieder geval noodzakelijk. Men as de fijne bewogenlheid van de i bij eiken trapgevel nog verhoogd tdoor de vooruitspringende dekbanden. ij nogmaals in herinnering, dat deze den niet uitsluitend als ornament i aangebracht, maar als middel om len baksteen en de voegen daartus- te beveiligen voor inwatering. Ner- tch zou de baksteenconstructie sier- a weersinvloeden bloot slaan dan an 't boveneinde. tan U hier en daar te Leiden wel een aanwijzen, waar door eene ot andere li een dekband van een trap ver- i u. U kunt opmerken, hoe zoo'n |weMra een brokkelig aanzien krijgt, i. droogte, vorst, van alles dringt er timp binnen en 't gaat er mee als een doken kies: de specie gaat vermolmen 'leren. Hoe eerder dus zoo'n trap her- Iwordt des te beier, want achter de Bfl het hout van de dakconstructie en I rog gevoeliger dan baksteen. V'a U ziel, zijn de kruiskozijnen in I hevel verdwenen. Boven de ramen pste, Iweede en zolderverdieping zijn pige ontlasüngsbogen, ieder met vijf tenen, alles vlak gehouden, hevel is met den nokbalk verbonden Jen Iraai gesmeed ijzeren anker, waar- fieronder een afbeelding Alleen moet t opgemerkt, dal links een der krullen tekl, hel begin van hel verval. Na de frul volgt de andere en tenslotte blijft Vr een fragment meer over. is altijd jammer, dat dergelijke din- (bet voortdurend worden onderhouden en tijdig hersteld. Men ziet in Leiden de mooie topankers stuk voor stuk verdwijnen. Dit constructieve ornament hoort evengoed bij de oude renaissance bouwkunst als ont laslingsbogen, dekbanden, enz. Men lette nog eens op de fraaie muur ankers van Oude Singel 72, Heerengracht li e.a. Het decoratieve werd steeds dienstbaar gemaakt aan constructieve noodzakelijkheid Men houde bij zijn beoordeeling van moderne bouwwerken wel in het oog, dat dit ook het streven is der moderne boutv- meesters: Berlage (Beurs, modehuis Med- dens), Kromhout (Gebouw ..Noordzee" te Rotterdam), P. Kramer (Haagsche Bijen korf, „De Dageraad" Amsterdam). Van Heukelom (Bureau der S. S. Ie Utrecht). W. M. Dudok (Rotterdamsche Bijenkorf. Stad huis te Hilversum, Columbarium „Wester- veld"). Geen versiering dan die uit de con structie voortvloeit] En dat is ook altijd het mooist en het zuiverst gevoeld, al bazelt de leek, die door de leelijke producten der 19de eeuw, welke ons van alle zijden met hun onnoodige tierelantijntjes of suffe be- wegeloosheid aangrijzen dan ook van nuch terheid. De moderne bouwkunst met haar strakke lijnen en zuivere vormen is veel minder in tegenspraak met de Hollandsche j Renaissance der 17de eeuw, dan men opper vlakkig wel denkl Een onderwerp waarop ik nog wel eens hoop terug te komen. De voor de woning Vliet li nog monu mentale decor is blijkbaar uit de 18de eeuw. Het ontwerpen van mooie deuren en por- j tieken was de kracht der 18de eeuw, een onderwerp dal later zal worden behandeld. Maar het kan geen kwaad er nu al vast even aan te herinneren, omdat wc bij onze wandelingen door de Sleutelstad en passant hiervan notitie kunnen nemen. Nog een enkel woord over het hoekhuis VlietRapenburg. Alles wijst er op dat dit vroeger een trapgevel is geweest, die daar met zijn warmrooden baksteen een schilder- achligen indruk moet hebben gemaakt Thans is de gevel voorzien van een kroon lijst Voorgevel en zijgevel zijn in den loop der lijden belangrijk veranderd. We zien hier weer langs de randen der muren zand- steenen hoekblokken en in den hoek steekt een aardig gebeeldhouwd kopje vooruit. In 't bizonder wijs ik even op de samen stelling van de korfboogvormige ontlaslings bogen, waarvan ik er hier één heb getee- kend. RECLAME. In Doozen 20 en 30 cent. Bij Apoth. en Drogisten 8966 Praatje uit Dnitschland, Engeland en Spanje Wederom lieerscht er rust op het groote wereld-speeltooneel, maar toch. zijn er enkele gebeurtenissen, die ook voor het algemeen aspect der wereld en dan speciaal voor Europa van belang zijn. Om te begin nen is de politieke houding van den Duit- schen minister van buitenl. zaken Curtius (e Geneve bij de behandeling voor den Vol kenbondsraad der Poolsch-Duitsche affaire door de commisie voor buitenl. zaken uit den Duitschen Rijksdag goedgekeurd, zij het ook, dal de nationaal-socialisten en commu nisten natuurlijk ontevreden waren en tegen den minister stemden. Hoe Curlius zijn be leid verdedigd heeft, zal men vermoedelijk volgende week vernemen, wanneer de Rijusdag in openbare zitting zich met deze kwestie zal bezig houden. Is dit op dezelfde gematigde wijze als zijn Poolsche collega in de Scjm de aangelegenheid behandelde, ook al gaf hij er uil den aard der zaak een inwendig gekleurd beeld aan, dan kan men gerust voorloopig alle gevaar als geweken beschouwenl Ieder minister speelt in eigen parlement gaarne de mooie rol en dat gunt mep elkaar over en weer ook wel En voorts blijkt uit kleinigheden, dat de vredesgedactite toch veld wint onder de publieke opinie, Is daarvan ook niet een be wijs, dat te Saloniki opnieuw een zitting van de Balkan-conferentie heeft plaats ge had, waar men wederom dichter lot elkaar i9 gekomen? .lammer daarom, dat juist na deze conferentie de stemming tusschen Griekenland en Bulgarije dreigt te worden verstoord door een grensincident, waarbij een Griesch soldaat werd gedood. Gelukkig lijkt het er wel op, dat men van weerszijden de hoofden koel zal weten le houden, zoodat een gemengde commissie van onderzoek de netelige kwestie misschien spoedig uit de i wereld zal welen le helpen j Overigens zullen wij ons dit maal bezig moeten houden met benige zuivere inwen dige aangelegenheden. Beginnen we met Duitschland. Daar heeft het kabinet Btü- ning den strijd ingezet om de begrooting door den Rijksdag te doen goedkeuren. Het eerste vooruitzicht leek niet erg gunstig, doch er is verbetering ingetreden. Een i oogcnblik leek het er toch op, dat de Duit- j 9che Volkspartij, dus een der regeerings- partijen, het kabinet den rug zou toe draaien, daar zij beslist een bezuiniging van nog 300 millioen eischte. Bij onderlinge be sprekingen is men het echter eens geworden op dezen grondslag, dat niet direct zal wor den bezuinigd, doch dat tekorten in geen geval zullen worden gedekt uit nieuwe be lastingen maar uit dan in te voeren bezui nigingen. Zoo wordt aan de grondgedachte van de Duitsche Volkspartij voldaan. Toch Is de regeering nog allesbehalve veilig en daarom heeft de rijkskanselier al zijn in vloed in de waagschaal geworpen om de partijen te bewegen deze regeering le steu nen. die in het buiteqland algemeen waar- dccring ondervindt en daar wordt beschouwd als het plechtanker van Duitsche bereid willigheid om zich le schikken in de evolu tie der wereldontwikkeling. Hitier schijnt momenteel op het toppunt van zijn macht te slaan en mede als gevolg daarvan schijnt de Centrum-partij van plan om te probee- ren verloren invloed te herwinnen, toenade ring toonend tot de sociaal-democraten, die eveneens weer op het oorlogspad zijn geto gen legen de Nazis. Men wil bereid zijn, ais het tenslotte toch nog eens noodig moest zijn over te gaan tot rijksdag-ontbinding. Deze is n.l. niet geheel uitgesloten, daar Briining le kennen gaf, dat hij den tijd voor grondwettig regeeren zonder verdere toepas sing van noodverordeningen gekomen acht, ook al heeft hij deze niet geheel uitgescha keld als de begrooting toch nog verworpen mocht worden De nationaal-socialisten geven inmiddels nog geen krimp, gelet op hun actie voor ont binding van den Pruisischen landdag, dien zij door middel van een Volksbegehren wil len trachten af te dwingen. Milliqenen Mar ken dreigen noodeloos daarvoor te worden geoflerd in deze benarde lijden, nu de werk loosheid nog steeds groeiende i9 en landen en gemeenten mei het rijk zuchlen onder de uitgaven In Engeland heeft Winston Churchill een felle campagne ingezet tegen de Indische politiek der regeering, al heeft hij zijn eigen partij daarbij niet achter zich. Il lusies behoeft hij zich dientengevolge niet te maken, maar niettemin voert hij zijn aanval met groote kracht, een betere zaak waardig. Of deze actie nog nadeelige ge volgen zal hebben in Indië? Het is voor Engeland niet le wenschen, want zelden beeft de kans zoo mooi gestaan voor de Engelsche regeering om het eens te worden met de nationalisten. Zooals wij voorzagen, is Gandhi langzaam maar zeker in zijn uitlatingen toeschietelijker geworden, ook al heeft hij zich nog tot niets verbonden. Intusschen zrjn de deelnemers aan de Ronde- Tafel-conferentie in hun vaderland terug gekeerd en nu zal spoedig, nadat de groote leider met hen een onderhoud zal hebben gehad, moeten blijken of er inderdaad mogelijkheid bestaat op een compromis. Kwaad lijkt ons liet vooruitzicht niet De stemming in Engeland ten opzichte van de regeering Mc Donald blijft inmid dels nog altijd in dalende lijn. dat komt duidelijk naar voren bij tussclientijdsche ver kiezingen. Mc Donald heeft echter ronduit verklaard, dat hij niet zal heengaan dan na een motie van wantrouwen, dus niet na het verwerpen van regeeringsvoorstellen, ook al raken deze echte labour-belangen zooals b.v. de wet tot terugkeer tot de vroe gere toestanden op vakvereeniginsgebied. Spanje staat voor een belangrijke beslis sing: terug tot parlementaire vormen! De regeering Berenguer heeft in hoofdzaak toe gegeven aan de eischen, die gesteld konden worden voor Vrije verkiezingen; de censuur is opgeheven evenals 'de staat van beleg, de propaganda is vfjj.en toch weigeren socialisten en andere linksche partjjen mede fe doen. Mislukken dientengevolge de ver kiezingen, dan kan de regeering zeggen onschuldig te zijn! Doch wat dan? Voort zetting der dictatuur? Het zou in dat geval wel eens de eenige uitweg kunnen zjjn. Op degenen, die de verkiezingen sabo- teeren. rast dientengevolge een zware ver antwoordelijkheid. Voor den 42slen keer sinds 1884 heelt d? Salon der Onafhankelijken haar deuren ge opend. En zooals ieder jaar verdrong er zich op den dag der „vernissage" (den openings dag) een dichte menigte in de zalen. Een menigte uit zeer verschillende elementen samengesteld. Voor hetzelfde „oeuvre" def tige dames in bontmantels met precieuse maniertjes, woorden en gebaren, en familie leden van den een of anderen Zondags- schilder, zielige armoedig-geklecde luitjes met gezichten, waarop duidelijk te lezen staat, dat ze zich ui die Salon heeleonaal niet „thuis" voelen. En d'an kunstenaars natuurlijk. en nog eens kunstenaars. en een massa ongelukkige kunst-critici, die moeten trachten zich een oordeel te vormen over die 4336 „kunstwerken", geëxposeerd in 43 zalen, die daarover een nauwkeurig en gedetailleerd verslag moeten schrijven Maar wat mag er dit jaar met het Grand Palais geheuid zijn? Waar komen al die af schuwelijke tochtstroomen vandaan, en die ijzige kou? buiten is het toch zacht weer! Hel publiek laat zich echter niet afschrik ken daardoor. Alle zaten zijn vol menschen, zelfs die waar men bijna bevriest van de kou. Arm publiek, arme critici, arme kunste naars Nu 46 jaar geleden werd de Salon des Indépendants opgericht om aan oorspronke lijke talenten een gelegenheid te verschaffen hun werk tentoon te stellen zónder genood- zaalfct te zijn, dat eerst aan het oordeel, van een tendentieuze jury te onderwerpen. En lange jaren inderdaad waren de zalen der Onafhankelijken hel toevluchtsoord voor talrijke kunstenaars, die naar een eigen, persoonlijke uitdrukkmgs-wijze zochten. Ze ker. er kwamen ook altijd charlatans en onnoozele slumpers exposeeren Maar 'twas toch altijd de moeite waard, die tentoonstel ling te bezoeken, al was 't alleen maar om de curiositeit, om de nieuwste en wonder lijkste schilders-manieren, die men daar te zien kreeg. En er ging geen jaar voorbij, of door die Salon werden er toch werkelijk artistieke, gevoelige talenten aan het publiek geojien'ba.ard. Die tijden zijn voorbij. Geen „wilden" meer, en geen, of bijna geen kubisten meer ook, evenmin onnoozele stumpers, maaT een afschuwelijke rommel-markt, een opeen- hooping van middelmatigheden, waar zelfs liet werk der Zondagsschilders berekend is op een mogelijke plotselinge beroemdheid. Ieder heeft immers we! eens hooren spreken over den „douanier Rousseau", zoo maar een doodgewone douane-beambte, die met zijn onbeholpen naïeve schilderijen een wereld beroemdheid verwierf. En waarom zou een kantoor-bediende of een kappers-jongen, die óók wel eens schilder!, niet op een even groot succes hopen? Pretentieuze „composities" met afschuwe lijke onderwerpen, die u als een nachtmerrie vervolgen of zóó grove onderwerpen, dat ge u er met walging van afkeert te midden ran een massa onbenulligheden, lafheden, smakelooshedenDe tijd is voorbij, dat op een tentoonstelling van de Onafhanke lijken alle „onderwerpen" in de ban waren gedaan; de tijd. dat de daar exposeereride kunstenaars enkol zochten naar nieuwe vormen, naar nieuwe harmonieën, of naar nieuwe manieren om een schilderij „op te bouwen". Nu integendeel triomfeert het „onderwerp" op de „Onafhankelijken". hoe wel een massa kunstenaars uit gewoonte, of volgens een gebruik uit die vroegere tijden overgebleven, hun werk in den catalogus slechts aanduiden als „peinture" (schilder werk). Natuurlijk zijn er vooral veel land schappen, bloemen en stillevens. En als die nu maar met kunst of temperament waren uitgebeeldzou daar niets tegen zijn. Kunst, eerlijkheid en temperament kunnen zich in alle onderwerpen uiten. Maar dat is op en kele, zeer zeldzame uitzonderingen na niet het geval van de schilders der Onafhanke lijken. Misschien denkl u. dal dat wel wat erg streng geoordeeld is, tè sfreng zelfs. Daarom wil ik u hier enkele meeningen aanhalen van zeer bekende en algemeen hooggeachte Fransche kunst-critici. Charles Kunstier schrijft: „Wat vóór alles opvalt in die onmetelijke scihilderijenmarkt, dat is de banaliteit, dal is de nutteloosheid van al wie werken Die Salon schijnt het toevluchts-oord gewor den te zijn van folo-retouoheurs." Pierre de Colombder schrijft: „Neen, neen en nog eens neen! Er is geen enkele geldige reden om ons te dwingen, die vier duizend doeken te gaan bekijken, die u veertien dagen lang een walging zou den kunnen geven voor al wat schilder kunst is." En Maurice Ragnal, die er een eer in stelt steeds aan de spits te staan van de voor hoede der moderne schilderkunst, schrijft: „Hier bij de Onafhankelijken krijgen we geenszins stoutmoedige nieuwigheden te zien. Maar evenmin is hier een terugkeer lot de een of anderen ouden stijl te con- stateeren. Terugkeer? Vanwaar? Ze komen nergens vandaan," Die citaten zullen misschien voldoende zijn Elk jaar geregeld gebeurt het. dat er uit den Salon der Onafhankelijken een onbe hoorlijk geoordeeld schilderij door de politie verwijderd wordt. Dit jaar is dat er een ran een jong meisje van heele goede familie naar men zegt. Die jonge dame van 20 jaar heeft het in haar hoofd gehaald om op een zeer onbe hoorlijke manier den gek 1e steken met de leden van de „Académie Frangaise". Uit een kunst-oogpunt beschouwd behoeft men dat optreden van de politie zeer zeker niet i betreuren, want dat schilderij is gemaakt zonder eenige geestigheid of talent. Maar de maakster heeft er haar doel mee bereikt: van alle kanten zijn de journalisten naar haar toegestroomd om haar te interviewen-. Haar portret en de reproductie van baar schilderij is in de kranten gekomen. En mis schien is er ook al wel de een of andere idiote verzamelaar geweest, om zich den aankoop te verzekeren van dat „meester werk", dat niets is. niets, niets. En uil zedelijkheids-oogpunt had 't -heusch wel in den Salon der Onafhankelijken kun nen blijven hangen vergeleken bij het I Oorspronkelijke Detective-roman door R. J. Brandenburg 1 banen sprongen den luitenant in de u die straf verdiend?" longe man kmkle. afwachting van uw ontslag geef ik u ■rurresL U kunt gaan. En u, mijne aldus wendde zich de prins lot de "eeien, die eveneens opgerezen wa ll0 W19l ^a' baron Kornowitz aan de 1" vers'aald was, dat de baron groote Jj" gloren had, ja ook aan u mijne '?ch speelt u met hem, hoewel u I baron dat geld niet betalen kan. L me' kameraadschappelijk cn za' L «Joegen. Ik betreur het, dat niet I ve'e vrienden van den baron Ibtoi ?en ^ee" &ev°eld, hem van de I™'tWig Ie houden. Eii vk"er'ueven °cb enkele stemmen: I') hebben het getracht, kolonel." |S|rj.'en leu?dige luitenants, die dit rie- Iba-rmrn°olen van hetzelfde jaar van lknair ?an hen, een slanke, don- I aas ,na,ar voren, nam de hou- |en vragen kolonel hem iets 1e )e?eslaan." Ude. officier, „zou u voor dezen eenen keer, de straf.maar hij vermande zich en zei snel op militairen toon, „niet kunnen verlichten en de ontslag aanvrage niet indienen? Straf u ons, zijn studiegenooten, ook, omdat het ons met is gelukt baron Kornowitz in zijn strijd tegen zijn passie te steunen, zoodanig, dat hij de kaarten liggen liet." „Het verheugt mij te vernemen, dat de baron nog ware vrienden heeft, maar ik kan mijn woorden niet intrekken Zijn adjudant nam mij 3part en verhaalde mij, dat de prins zeer streng optrad tegen het spelen om hopge bedragen door zijn offi cieren. Speelschulden maken werd niet toe gelaten. Kwam het een enkele maal voor, dat een jeugdig luitenant zich in moeilijk heden bevond, dan placht de prins zelve de schulden te betalen, doch vergde dan de be lofte van zijn officier, dat hij de kaarten niet meer zou aanraken Zoo was het ook gegaan met den baron. Doch deze had zijn woord gebroken Begrijpelijkerwijze was door het voorge vallene de vroolijke stemming bedorven. Er werd niel meer gezongen, er heerschte een gedrukte stilte. De prins was met den ma joor in een fluisterend gesprek gewikkeld. Zijn adjudant gaf een wenk de glazen nog maals te vullen, wat geschiedde Doch nie mand zette de lippen aan zijn roemer Toen stond prins Alexander op: „Mijne heeren". zei hij, „daar ik merk, dat het be- treurenswaaidig incident uw stemming ge heel heelt bedorven, deel ik u mede. dat de voordracht tot ontslag van baron Kornowitz door mij niet bij den konjng zal worden in gediend." Even heerschte er een ontroeide stilte. De olticier, die zoo juist voor den baron in de bres gesprongen was, snelde op den prins toe en trachtte zijn hand te kussen, wat deze af weerde. „Leve de kolonel!" dreunde hel dan door de zaal. t „Laat ons thans tezamen nog eens een lied zingen", verzocht prins Alexander en dra klonken vroolijk de stemmen der officieren, door geestdrift opgzweept. Het was laat. toen de prins mij aan het hotel afzette, maar dr. Heavenstone was nog op. Hij zat in de zitkamer voor het haard vuur en vorderde een omstandig verslag, waarvan hij mij verschillende gedeelten liet herhalen „Ja," zeide de docter eindelijk, „prins Alexander is een merkwaardige figuur. Ge liefd bij zijn ofticieren, gehaat bij het volk, dat in hem de personificatie ziet van het militaire regiem en het conservatisme. Het ongeluk van den prins is, dat hij vijftig jaar te laat is geboren Maar bel volk kan dikwijls haten mei een onberedeneerden haat. Men verzet zich ook tegen een huwelijk van den prins met prinses Erane, men acht haar veel te goed voor hem Toch schijnt de prin ses een diepen indruk op prins Alexander te hebben gemaakt, en heeft hij liefde voor haar opgevat „Maar die liefde wordt niet beantwoord. Wie zou toch die geheimzinnige man zijn, dien ik gezien heb in de deur van de tuin kamer?" Dr Heavenstone hield met een afwerend gebaar zijn slanke, witte banden omhoog. „Nu vraag je meer dan ik weet", zei hij, „in de geheimen van de prinses ben ik niet doorgedrongen.' „We zijn aan alle kanten door raadselen omringd" meende ik, „zouden we onze po gingen ze op te lossen maar niet opgeven en naaj Engeland terugkeeren?" „En het gravinnetje Rozencrantz?" vroeg dr Heavenstone, fijntjes glimlachend Ik kreeg een kleur van schaamte, ik had dien avond in het geheel niet aan het gra vinnetje gedacht. Bij nader inzien voelde ik er totaal niets voor om Bclgardje te verlaten alvorens dit, mijn probieem, tot een oplos sing was gebracht. HOOFDSTUK V Het bal masqué. Hel officieele bulletin in de bladen, dal koning Sigurd wegens een lichte ongesteld heid genoodzaakt was het bed te houden, veroorzaakte in de hoofdstad eenige opge wondenheid. De vulkaan, waarvan dr. Hea venstone gesproken had. begon te werken. In de straten heerschte een zenuwach tige drukte. Het volk liep te hoop voor do bureaux der groote bladen en op de mihtaiie pleinen en eenige samenscholingen werden door de politie met behulp van den gummi stok uiteengedreven. Militaire patrouilles trokken door de stad met den bajonet op het geweer Gelukkig meldde eenige dagen later een bulletin, dat de koning het bed had kunnen verlaten en binnen korten lijd geheel her steld zou zijn, waarop de rast weer terug keerde. Gedurende een tweetal weken vond geen enkele bijzondere gebeurtenis plaats Dr Heavenstone maakte zich den tijd ten nutte door een nauwlettende studie te ma ken van de conservatieve en liberale bla den. welke in Belgardie verschenen en daar hij de landstaal niet machtig was maakte ik op zijn verzoek gewapend met een dikke dictionnaire, korte resumé's van de hoofd artikelen en van de berichten, die op de po litiek betrekking hadden. Een scherpe penne- strijd werd in de pers gevoerd. Steeds klem mender werd in de liberale en democrati sche bladen het algemeen kiesrecht opge- eischt. waartegen door de tegenpartij steeds nieuwe argumenten werden aangevoerd. Die bewerking en vertaling der verschil lende artikelen en berichten in de bladen vereischte veel tijd en de dokier wenschte zoo spoedig mogelijk van het nieuws op de hoogte te zijn, zoodat wij ons, terstond na het verschijnen der ochtendbladen, aan het werk zetten. Zoodoende was feitelijk de Zondagavond de eenige, waarop we „vrij" hadden. En van dien avond maaklen we dan ook dankbaar gebruik door een concert of een voorstelling der opera bij te wonen. Zoo wilden we een Zondagavond in de koninklijke opera „de Butterfly" gaan boe ren. We hadden verzuimd te voren plaat sen te gaan reserveeren. in de veronderstel ling dat het niet noodig zou zijn, doch von den de duurdere rangen geheel uitverkochl. Er waren alleen op hel derde balcon. in den engelenbak, nog twee plaatsen naast elkan der te verkrijgen. Dus klommen we naar boven, namen onzo plaatsen in en waren spoedig geheel verdiept in de stemmingsvolle muziek van Puccini, die elke (rek van het karakter van dit Ja- pansche kind-vrouwtje zoo fijntjes en gevoe lig weet weer le geven. Toen ik na het eerste bedrijf eens rond keek, ontdekte ik tot mijn grooie verbazing aan den overkant eveneens op het derde balcon, hel gravinnelie Rozencrantz. Ik wreef mijn oogen uil, maar ik vergiste mij niet. Zij herkende mij ook en knikle me toe. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9