CITY-THE AT ÉW Haarl.straat 33 - Telet. 2019 A\v\ N.V. DE LANDBOUWBANK TE UTRECHT r S VOOR EENDENHOUOERS EXTRA KOT n *V leiden f rr\inr\t CTTT F 2.- DUBBEL BE Ityr. EEN DIKKE MUIS IN DEN OUDEN SCHOEN G. VAN DONGEN Leverworst20 ct. Boterhamworst 25 ct. Pekelvleesch 19 p. half pond cent per ons LOU BANDY ZONG VOOR DE PARLOPHON O.A.: Refrein Kust de meisjes duizend malen Drink op tijd je potje bier Waarom zou je blijven d'"1 Neem toch hier maar je Kust de meisjes duizend Drink op tijd je potje b Anders moet je voor je En je valen^^Mja&',~,len En een 3^4BHr .J%?l HAARLEMMERSTRAAT 52 TELEFOON 1483 i/M\I TT ft Tr»TT HEDEN DONDERDAG o ■o 4. -i. °s X s- ■f X O. Refreut? Marie-Marie, waarom heb je lange r Marie-Maric. vroeger droeg je ze Marie. Marie 'k vind zoo jammer dat ik niets T3k roept vol spijt: O, Marie ons' mooie uitzicht zij'ri Ideaal electrische opnan Vraagt in eiken c j^arfo) Importeurs I. STAD Co., Eendenvoer per 50 K.G. f. 4.i FRANCO THOIS Bestaande uit schitterende producten voor eend DOET Off VOORDEEL EN BESTEL NOG HEE- Pluimveevoederfabr. J. DE LA BI IE. Leiden. Tel. 781 verleent CREDIET aan LANDBOUWERS en INDUSTRIEELEN onder borgstelling en hypothecair verband. AGENT VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN 3571 de Heer A. J. DEN HOLLANDER Prinsessekade 3 (ingang Schapensteeg) - Leiden. door C. E. DE LILLE IIOGERWAARD. In een klein holletje in een donkere kast woonde Moeder Muis mei al haar kleintjes. Ze deed daar eigenlijk heelemaal geen kwaad, want liet was geen provisiekast, waaruit zij of haar kindertjes konden snoepenook stonden of lagen er geen boe ken in de kast, waaraan zij konden knab belen. 't Waren veldmuisjes, die in den zomer lusschen het koren hadden gebuisd en nu dit al eenigen lijd weggemaaid en het kouder geworden was, een warmer plekje in huis hadden uilgezoeht. Nu zij n muizen natuurlijk wel eens las tig of snoeplustig en dan kunnen de men schen hen niet in hun omgeving dulden. Ze worden dan in kleine vallen gevangen, waarin ze onmiddellijk dood zijn. Natuurlijk mogen ze nooit langzaam gedood of op eenige andere wijze gekweld woiden. We moeten de dieren zooveel mogelijk pijn be sparen en niet hun kwellers, doch hun be schermers zijn. Moeder dacht er dan ook niet over. nu de muizenfamilie niet lastig was, haar uit te roeien en zij had Kees, haar jongen, streng verboden de muizen te vangen of te mar telen. Maar op een dag, toen Moeder uit was en Kees. die eigenlijk een nare, wreede jongen was. dus de kans schoon zag, sloop hij zon der dat één der andere huisgcnoolen het hoorde, naar do kast, de „muizenkast" zoo als hij haar in gedachten noemde, met het plan een muisje te vangen. Nu had Moeder Muis haar heelc leventje builen gewoond en nog geen slechts van de menschen ondervonden. Alleen hij liet na deren der maaimachine had zij over haar heele lijfje getrild en was zij niet haar kin dertjes diep in haar holletje onder den grond weggekropen Zij had echter heelemaal niet geweten, dat liet menschen waren, die dit angst-aanjagend lawaai veroorzaakten. Mis schien had ze wel aan een lievig onweer of een aardbeving gedacht. Wie zal 't zeggen? In hel holletje in de kast was liet echter zóó rustig, dat Moeder Muis er vrijmoedig rondhuppelde en daarbij soms haar kinder tjes meenam. Dit laatste gebeurde echter alleen 's naclils; overdag moeien kleine muisjes slapen. Op dien dag trippelde zij dus alleen in de kast, terwijl Piepsje, Vaaltje, Sprielsnor en hoe haar kleuters verder mochten lieelen in de dut waren. Toen Kees behoedzaam de kastdeur open maakten en niets zag, ging hij plat op den grond liggen en bleef zoo wachten. Het duurde niet' lang, of daar kwam Moeder Muis al aangetrippeld. Kees hield zijn adem in en verroerde zich niet. Plotseling slak hij echter vlug zijn hand uit en greep de arme muis hij den staart. Ze spartelde natuurlijk hevig en vond die ken nismaking met de menschen blijkbaar aller- unpleziengst. Het trof dan ook al heel onge lukkig, dat Kees haar juist in handen kreeg. Van Kees viel nu eenmaal niet veel goeds te verwachten. Natuurlijk wist Moeder Muis dit niet, al zou zij het helaas spoedig ondervinden. Zoodra Kees do muis gevangen had, slaakte hij een kreet van vreugde Hij bond een touwtje, dat hij uit zijn broekzak haalde, om liet staartje van zijn slachtoffer en liet liet telkens een eindje loopen, om liet dan weer terug te trekken. De onnadenkende wreede jongen vond dit een aardig spelletje, bekommerde zich niet om het angstig ge piep der muis en ging voort met haar te kwellen. Met arme dier was weldra zóó uit geput, dat het heelemaal niet meer loopen of springen kon en in een hoekje in elkaar gedoken zat. Op dit oogenhlik hoorde Kees iemand de ■trap op jongensachtige manier opstormen. Dat moest Jaap, de nieuwe buurjongen zijnl Maar die zou zeker niet aardig vin den, wal hij deed. Vlug wilde Kees wegloo- pen, doch liet was reeds te laatl Jaap stond in de kamer en keek zijn buurman verbaasd aan. Wat voerde hij eigenlijk uil? Toen dit tot Jaap doordrong, was hij heel verontwaardigd. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. lat K en. Hu Ieder slaapt in 't groole huis Midden in den nacht. Daar komt plots een muisje: Spits, Uit zijn hol, heel zacht. Piept: Och, ik verveel me zoo! Had 'k maar wat te doenl Wel, zegt Grijsje In de kast Staal een oude schoen. 'k Weel een spel: verstoppertje, Maar eerst maak ik licht. Grijsje steekt een kaars vlug aan. Vindt T een mooi gezicht. Want bij 't kleine vlammetje Ziet hij daad'lijk al, Wat een pret die oude schoen Hun vast geven zal! Spitsje zet een ladder nu Vlug er legen aan. Denkt: 'k Zal in dat vreemde huis Maar eens binnen gaan. Stellig vindt me hier geen muis. Langstaart in den hoek Met zijn bol diep in een doos Is heml Toe dan, zoek! In de kast speelt 't muizenvolk Wit leuk heel den nacht. Muisjes tripp'len, hebben pret, Maar doen alles zacht. 's Morgens zegt de vrouw verblM Staande vóór de kast: Wat een rommel I Foei, voorlig Beier opgepasll Vlug ruimt zij dan alles op 't Muizenvolkje lacht En in 't donker holletje Piept nu Grijsje zacht: Ach, het helpt je toch geen ijt Foei, wal ben je dom! Als het heel'maal donker is, Komen we weeroml En we spelen samen weer In den ouden schoen. Zouden menschenkind'ren ooit Zoo iets leuks wel doeD? - nu, Och, die slapen allen Liggen zoet in bed, Juist als 't kleine muizenvolk Heeft de grootste pret! ïekf sijn te zi Ei Eft Ne pp En'' uit öm i Uk bf IWI 1 „Wat ben jij 'n geniepig jong!" riep hij uit, en Kees, die een kleur lot achter zijn ooren kreeg, begreep maar al te goed, dat Jaap de waarheid sprak. Het eerste wat Jaap deed, was het arme, half versufte muisje in zijn hand nemen. Ilij bekeek het eens goc-d en peuterde voor zichtig het touwtje los, dat nog altijd om zijn staartje zat. Na eenige inspanning slaagde hij hierin. Behoedzaam zette hij het muisje nu weer in de kast, sloot de deur, keerde zich naar Kees om, keek dezen, woedend aan, voegde hem een verontwaar digd: „Lafaardl" toe en liep haastig de kamer uit. O, wat had Kees nu toch het land! Jaap, die een vol jaar ouder was dan hij. leek hem zoo'n aardige baas en Kees wilde eigen lijk niels liever dan zijn vriend zijn. En nu had Jaap hem een „lafaard" genoemd! Diep in zichzelf proest Kees erkennen, dal Jaap gelijk had en dat maakte de zaak nog ellendiger. „Dat Jaap nu ook nel moest binnen- komenl" prevelde hij. „Dat jij nu ook net zoo wreed was!" klonk het binnen-in hem. Landerig ging Kees aan zijn huiswerk, maar zijn gedachten waren nog steeds ver vuld van het gebeurde. Hij zou er een lief ding voor gegeven hebben, als hij het onge daan had kunnen maken. Maar, helaasl dal behoorde nu eenmaal tot de onmogelijk heden. ree! uo 3e hee! i n; voei keu i' Hit. Moe 1 Op den Woensdag daarna was 'lts gewoon mooi, zacht herstweer en die veel van lezen hield, bovendie: niet onder de oogen durfde komen, zich aan den rand van een stuk li grond in zijn boek te verdiepen. Jaap, die hem had zien uitgaan, hem op eenigen afstand achterna. Ito lijke zag hij, dat Kees op den grond lezen, ofhij keerde haastij huis terug. Onderweg zag hij een pa-ar gens uit zijn klas, sprak geheimü fluisterend met hen en holde weer we?- jongens bleven op hem wachten en w kwam Jaap bij hen terug, gewapend een lang, dik touw, waarvan hij een' had gemaakt. Op zijn teenen naderde hij nu de waar Kees lag te lezen; de andere j« kwamen op eenigen afstand achter aan. HE Kees was zóó verdiept in zijn boet.| hij hij niets van de naderende jongens bi te. Plotseling schrikte hij echter 't Was net, alsof ex iets op zijn scl viel. Vóór hij begreep, wat het was, hij dat het „iets" zich strakker schouders sloot. Hij worstelde om tf te komen, want dat hij gevangea •drong spoedig genoeg tot hem door- kracht duwde hij het touw omlaag, hopö er uit te kunnen stappen. Reeds wares beide armen vrij, zat de lasso om wjoj del en werd deze zóó stijf M ver! Zl ALS iedere VOETSTAP eene MARTELING is DIRECT baat! Pédicure specialist Breestraat 173 Tel. 1320 LEIDEN. 9938 Inrichting dag. geopend v. 10 uur v.m. tot 7 uur n.m. 8347 de nieuwste, nimmer smeltende lekke' met verrassend aangenamen smaak pakjes van 5 tabletten a 5 in o.a. verkrijgbaar bij G. .T. BIK, Doezastraat 4: BLEYS, Noordeinde 24F. W. DONKERS. Haarlemmers*! J. ELSINGA, Hoogstraat 5; E. DE JONGH, Nieun"e IJ J. VRIJENHOEK. Haarl.straat 117J.MEÏJERS,Jatfjl Wed. SEPERS, Lage Rijndijk 46; JOH. DE TOM''1- .J singel 52; H. VAN VLIET, Heerenstraat 10.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 14