LUGDUNUM T. H.B. - (HAARLEM) 71sïe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 Januari 1931 Vierde Blad No. 21716 ZONDAGMIDDAG 2 UUR - COMPETITIE-WEDSTRIJD FEUILLETON. De leege gevangenistoren. IV. Ik nam, in den lijd toen wij hier vertoef den, de gelegenheid waar om nu en dan eens naar Filsit Ie gaan, waar ik echter niets buitengewoons heb aangetroffen dan de plaats, alwaar in den jare 1807 op een vlot in de rivier de Niemen, de vreden tussche.n de Russen, Pruissen en Fransschen, door de vorsten in persoon getroffen werd [laar wij nu wel vooruit zagen, dat wij onze beste dagen gehad hadden, en armoede cn allerlei ongemakken en ontberingen ons voot de deur stonden, tiet ik hier cene zoo genaamde marmile of kookketel maken, ten êmde daar in ons eten, wanneer wij iets hadden (dat helaas I dikwijls het geval niet was), te kunnen koken. Dezelve bevatte voorts zes borden, een sauskom en eenige andere kleinigheden die men bij het houden ian ecnen maaltijd noodig heeft en ik ver beeldde mij dus al heel wel uitgerust te zijn: dan het vervolg beantwoordde niet altijd aan mijne verwachting. Op zekeren dag, toen de regementen op een groot veld bij elkander waren, weid aan ieder kolonel gelast, om uit bun regement twee officieren (e verkiezen, tot eene geheime expeditie en dit lot viel onder anderen ook mij en den kapitein La Fargue ten deel. Deze commissie behelsde, dat wij al de paarden die op de dorpen wa ren waar wij gekantonneerd lagen, op de ge- schiksle wijze moesten zoeken, bijeen te krijgen, ten einde dezelve ten dienste van de armee mede te voeren. Wij volvoerden dan ook dezen last, en bragten ongeveer tweehondert paarden bijeen, welke alle den eigenaren zonder eenigc vergoeding ontno men werden. Nimmer dit verklaar ik op mijn woord van eer onaangenamer taak uitgevoerd. Immers wat kan er grievender zijn voor eenen man van gevoel, dan weer- Iooze landlieden van hun wellig en dikwijls zuur verkregen eigendom le berooven. Doch dit zijn de droevige gevolgen des oorlogs, waar geen ander regt geldt, dan dat des sterksten. Het is waar, men verschoont zoo danige daden met de wet der noodzakelijk heid, welke alle andere bedenkingen doet ter zijde stellen, doch met dat al valt het eenen braven man hart, tot het werktuig van zoo danige onrechtvaardigheden le worden ge bruikt; maar wat zal men doen! Blinde ge hoorzaamheid aan de bevelen van zijne su perieuren, is de eerste pligt van ecnen sol daat. Don 30en Augustus namen wij eindelijk den marsch we der aan, al het geroofde vee en paarden mede voerende. Ons kort verblijf had dus de arme inwoners van hun voornaam ste bestaan beroofd, en hen in kommer en ellende gedom peld. Wij kwamen dien dag te Ragnitz, en den volgenden dag te Neulobenen. Hier be gon de armoede voor ons reeds een aanvang te nemen; want in plaats van, gelijk tol hiertoe geschied was. '"kwartierd te worden in de liu.zen der in gezetenen, hielden wij thans voor de eerste maal ons verblijf onder den bloten hemel, aan de zijde van een bosch. Dan dit was nog 'n heerlijk logement in ver gelijking van welke wij naderhand zoo me nig maal op andere plaatsen vonden Het weder was fraai, en wij hadden nog over vloed van alles, wat tot levensonderhoud noodig was; doch het blaadje keerde zich maar al te schielijk om; dan hier van in het vervolg nader. Hier moest nu mijn instru ment, waarvan ik hier voren gesproken heb, zijn eerste proefstuk doen, en dit beviel ons zeer wel, daar wij goede ingrediënten had den. Naderhand toen de knap schaarscher werd, en wij dikwijls in verscheidene dagen niets te koken of gebraden hadden, verveel de het ons dit ding langer mede te slee pen, en wij wierpen het dus weg. Doc.ii weldra hadden wij berouw over onze onbedachtzame voortvarendheid, want wan neer wij naderhand iets le bikken kregen, hadden wij moeite genoeg om eenen ketel op te lopen, om in te koken; zoodat bij ons het spreekwoord bewaarheid werd: dat men geene oude schoenen moet wegwerpen, eer men nieuwe in derzelver plaats heeft, In het dorp waar wij den volgenden dag (1 September) aankwamen, werden wij mili- tairement ingekwartierd, hetwelk, schoon wij met vijftig of zestig man in een en het zelfde huis moesten logeeren, ons log nog aangenamer was dan te bivouaequeren. Het zelfde had de twee volgende dagen plaats. Dan den 4e passeerden wij bij Coiveno eene stad in Russisch Polen, de rivier de Memel, wiens oevers wij tot den 30e dezer maand volgden. Hier sloegen wij weder buiten do stad, bij een bosch, ons bivouaeq op, en hielden er rustdag. Zulk een rustdag onder den bloolen hemel door le brengen is zeker niet zeer aangenaam, maar wat zouden wij doen! wij zochten ons door de lakken der boomen zooveel mogelijk tegen de stralen der zon te beschuiten; want hutten die digt waren, te maken, was der moeite niet waard, daar wij toch des anderen daags weder ver der moesten. Ik had sedert ruim twee jaren do kompag- nie voltigeurs van het derde Bataljon ge- kommandeerd; ook had ik dit met het groot ste genoegen gedaan, daar zij alle mijne landgenoten waren, en zich bij alle voor vallende gelegenheden den naam van Hol landers waardig betoonden. Ook hadden zij de hoogste achting voor mij, en ik beminde hen wederkeerig als mijne kinderen. Thans werd ik gelast deeze kompagnie aan den Kapitein La Fargui 1) over le geven. Hoe hard het mij dus viel dezen braven le moe- vee en cve^oöfo ten verlaten, met welko ik zoo veel had uit gestaan, zoo vertroostte 't mij toch dat ik mij geplaatst zag aan het hoofd van deeze ach tingswaardige grenadiers, welke ik vervol gens menigmalen in het vuur geleid heb, en wier dapperheid allen lot verdient. Tevens werd ik hier door bevorderd tot Kapitein der eerste klasse. Na de drie volgende nachten op verschil lende plaatsen gehivouaequeerd le hebben, kwamen wij bij de stad Wilna 2), alwaar ons regement in een nabij gelegen bosch zijn bivouaiq opsloeg. Hier hielden wij rustdag, welke met inspecleeren en schoonmaken van wapenen en kleeding werd doorgebragt. Ik nam deeze gelegenheid waar om de stad eens te bezien; dezelve kwam mij vrij wel gebouwd voor De inwoners zijn voor een groot gedeelte loden, welke het schage- heren meesterlijk verstonden. Hier van had ik zelf de ondervinding; ik kocht namelijk van eenen dezer Israëliten een tijgervel, om tot waltrap op mijn paard te dienen; doch toen ik het op de keper beschouwde, ont dekte ik, dat het geverfd was. Ook viel onze bagage, die wij hier achterlieten bij den te- rugtogt der armee in hunne hebzuchtige handen 1) Deze kapitein heb ik de Baltaje van de Beresina op twee stokken zien wegdragen, zijnde aan beide knië geblesseerd, en nim mer meer iets van hem vernomen hebbende, is hij vermoedelijk door pijn en smart omge komen. 2) Hier lieten wij reeds onze Regements- laisons terug, waarin de officieren bagaagsje zich bevond, omrede het middel van transport reeds schaars begon 'e worden, en onze paarden het niet meer konde uithou den, deeze faisons wierden door een paar onderofficieren onder de beveelen van een zeker officier bewaard, en hebben eene zoo danige directie gehouden, dat nog van het eene noch van het andere, ooit iets is teregl gekomen. Zekerlijk zijn zij in de gelegen heid geweest, ons naar genoegen zooveel zij wilden (e vinden hetwelk niet verloren was. CWordt vervolgd) VOETBAL. Programma voor morgen. KON. NED VOETBALBOND Afdeeling I, le klasse Z F C.Hermes- D.V.S.: V.U.C.Stormvogels; H.B.S. Excelsior; 't GooiAjax; H.F.C.D.F.C. 2e klasse A HollandiaH.R.C.; W.F.C. A.F.C.: T.O.G.Z.V.V ZeeburgiaAlc. maria Viclrix; D.E.CWest-Frisia. 2e klasse B- D.W.SZandvoort; B.F.C Baarn; V.V.Ade Spartaan, Vclox Blnemendaai 3e klasse D UtrechtU.V.V.; Voorwaarts H.V.C.; LSV—Alphia (Fr J Buis); DO.SZeist Afdeeling II, Ie klasse: SpartaH.V.V V.S.V.AD.O., FeijenoordR.C.H.; Blauw witK.F.C.. E.D.O.—Hilversum. 2e klasse B: V.D.L.Overmaas; D C L B.F.C; S.V.V.—S.V.W., O D S.C. V.V. GoudaFortuna. 3e klasse A: IlillinenL.F C (H. Roov- akkers); LugduuumT.H.B. (W. Blok); AlphenB.EC. (S Hakker); de Zeemeeu wenA.S.C. (N. J. Twisterling); U.V.S. Schoten (Joh. Hoek) •Ie klasse A: Leidsche BoysBodegraven (G Kemmers); CeleritasS.O.A.; R.C.L D.V.S. (C. F. Schöttelndreier); Postduiven Archipel; WaddinxveenH.D V. (M. Beze- mer). Reserve 2e klasse A- R.F.C. 2U.V.S. 2 (J. II Tilman); H.V.V. 3—V.U.C. 2; H.B.S. 3 S.V.V. 2; A D.O. 2Forluna 2; Quick 2— B.M.T. 2. Reserve 3e klasse A: A.D.O. 3Delft 2: A.S.C. 2V.I.O S. 2 (B. Honsbeek): B.E.C. 2 Alphen 2 (P. J. Schuddeboom); D II C 3 —H.V.V. i 6716 RECLAME. Sportterrein, achter Pomona. Gewone prijzen. Voorverkoop b. d. Heer DEVILÉ. Nieuwe Rijn 26 Aideeling UI, le klasse: RoburEnschede WageningenTubantia-, P.E.C.Go Ahead; VitesseZ.A.C.; HeraclesA G O.V.V. Afdeeling IV, Isle klasse: LongaM.V.V. Afdeeling V, le klasse: FrieslandVelo- citas; M.S.C.Leeuwarden; Be Quick Frisia. Van Overal. Er is geen club in ons land, die zóó popu lair is, zóó de sympathie heeft van de massa als het Amsterdamsche Ajax....l Sparta, Feyenoord, Blauw-Wit, Go Ahead e.a., hel zijn alle groote levenskrachtige vereenigingen met een sterken en omvang rijken aanhang, doch zij verzinken in het niet bij de supportersschare van genoemde hoofdstedelijke club. Thans staat Ajax bovenaan met een prachtkans op het kam pioenschap en het is alsof plotseling heel voetbalminnend Nederland interesse gaat koesteren voor de verrichtingen van dit elftal, dat met haar doelsaldo van 369 een wel buitengewoon goeden indruk maakt. Ajax is trouwens een bijzondere vereeni- ging! Haar spel is anders dan dat der anderen; on-Hollandsch, beweeglijk, mooi, en technisch uitstekend! Sinds Ajax de leiding heett veroverd in haar afdeeling zij het met miniem verschil is het niet meer de vraag: „Wie wordt kampioen in de eerste afdeeling?" doch wol: „Zal Ajax haar huidigen vorm behouden en bijgevolg den wedloop op fraaie wijze winnen?" Mor gen staat haar een zware taak te wachten in Hilversum, waar 't Gooi altijd goed partij geeft, maar wij gelooven toch dat de beide punten mee zullen gaan naar de hoofdstad. Z.F.C. kan inmiddels nog gelijk blijven door thuis te triomfeeren over het niet al te sterke H.D.V.S. Van de slaartclubs heeft H.F.C. de minst goede vooruitzichten- zij ontvangt D F.C. en er mag worden aange nomen dat de Dordtenaren hier de zege uit het vuur zullen sleepen. V.U.C. daarentegen kan thuis de baas blijven over Stormvogels en zoo haar positie wat verbeteren. De groote zege op Ecetsior was trouwens al een belofte voor de naaste toekomst! Ook Excel sior krijgt een moeilijke middag, maar wij zijn er toch nog zoo zeker niet van dat zij beide punten op Houtrust zal achterlaten. H.B.S. speelt daarvoor te wisselvallig Voor de derde klasse D trekt Alphia naar L.S V., dat tegen de Oranjetruien het onder spit zal moeten delven, vooral nu de Rijn streekbewoners weer een kansje maken voor de bezetting der eerste plaats. In de tweede afdeeling gaat R.C.H. ten onder tegen Feyenoord, dat stellig beter voetbal speelt en bovendien het voordeel heeft van eigen terrein. Sparta wordt tegen H.V.V. eveneens twee punten rijker, waar door deze Zondag tusschen de leidende clubs geen wijziging brengt. Wint A.D.O. van V.S.V. en dit lijkt ons waarschijnlijk dat leidt een en ander er wel toe dat de positie voor H.V.V. duisterder gaat wkirden dan ooit. Alleen E D.O. zou dan nog vrij dicht in haar nabijheid blijven, indien deze ploeg althans sneuvelt tegen het bezoekende Hilversum. In het Amsterdamsche Stadion komt K.F.C. bij de Zebra's te gast en het zou ons verwonderen indien de thuisclub met haar vrij sterk gewijzigde opstelling niet zou weten te triomfeeren. Voor de derde klasse A speelt Hillinen op eigen grond tegen L.F.C., dat in haar uit wedstrijden tot dusver zoo weinig succesvol was dat wij haar ook nu geen overwinning durven voorzeggen, Lugdunum blijft thuis de. baas over T.II.B. en brengt zich zoo doend een eind buiten .degradatiegevaar. Alphen krijgt bezoek van B.E.C., de veel besproken Delftsc'he ploeg, die zoowel tegen A.S.C. als tegen Lugdunum (in den tweeden wedstrijd) zulk een slechten indruk heeft gemaakt door haar ruwe spel en die ook verleden week tegen Zeemeeuwen weer zoo „kordaat" is opgetreden. Een der toch waarlijk niet zwakke Zeemeeuwen moest zelfs door drie clubgenooten van het veld worden gêdragenDe Alphenaren kun nen er vermoedelijk van Juslen en het is daarom wel zeer le hopen dat de heeren uit Delft nu eindelijk eens een arbiter zul len aantreffen, die zich behoorlijk weet te doen gelden, Inlusschen zien wij een neder laag van Alphen tegemoet. A.S.C. trekt met invallers voor Lefrandt, Han en Do Ruiter (die voorloopig afwezig is) naar Zandvoort en gaat daar vrij zeker ten onder. De mascotte ten spijt vermogen wij niet heel veel hoop te hebben! U.V.S. speelt thuis tegen Schoten en heeft daar de handen vol aan. Het belooft een aantrekkelijke wedstrijd te worden, met een kleine meerderheid der gasten. De vierde klasse A brengt een nederlaag van Leidsche Boys tegen het leidende Bode graven De plaatselijke wedstrijd tusschen R.C.L. en D.V.S. is waarschijnlijk voor de Racingclub, terwijl Waddinxveen klop krijgt van het sterke H.D.V. Voor de res. 2de klasse heeft U.V.S. II een kansje op succes tegen R F C. II, terwijl de res. 3e klasse een overwinning in uit zicht stelt van Alphen II over B.E.C. II. Nu A.S.C. I onvolledig naar Zandvoort trekt zal het gevolg wel zijn dat het eveneens onvolledig tweede elftal thuis verliest van Vios II. In het Oosten heeft Robur natuurlijk geen kans tegen Sportclub Enschede. Wagenin gen kan thuis revanche nemen op Tubantia, terwijl Vitesse en Z.A.C. in Arnhem zullen,' uitmaken wie voorloopig de meeste aan spraken zal maken op de functie van hekke- siuiter. Z.A.C. lijkt ons iets sterker en een kleine zege der Zwollenaren is derhalve waarschijnlijk. P.E.C. staat opnieuw voor een zware taak. Go Ahead is haar tegen partij en het is onwaarschijnlijk dat zij, evenals den eersten keer, met zeer groote cijfers winnen za! Tegen Enschede hee.t P.E.C. stand gehouden, maar het was slechts met kunst- en vliegwerk en tegen de Deven- tenaren, die op wraak zinnen, zal dan ook wel geen herhaling plaats vinden. Een tweede belangrijke match wordt gespeeld te Almelo tusschen Heracles en A.G.O.V.V. In Apeldoorn was Kluin destijds zoo goed op schot dat bet sterkere Heracles met flinke cijfers sneuvelde, maar wij verwachten thans een zege der thuisclub, die met Kerst mis door haar fraaie spel te Amsterdam in den wedstrijd tegen Blauw Wit zulk een goeden indruk heeft achtergelaten. In het Zuiden speelt Longa tegen M.V.V. waarbij de Maastrichtenaren wel aan het langste eind zullen trekken. Andere com petitie-wedstrijden zijn hier niet vastge-. Naar het Fransch door M. de R. La Galupe is de hoofdstad van een can ton; het heeft 1975 inwoners, een fabriek van espadrilles (linnen schoeisel) en een grooten afzet van paté de foie gras. In het centrum van het stadje bevinden zich de overblijfselen van het vroegere kasteel deT heeren van La Gahipe, waarvan niet veel meer dan een enkelen gothischen toren overeind staat. Die toren doet dienst als gevangenis. Aldus staat geschreven in den vcisgids. De gothisohe toren is inderdaad eon schoon bouwwerk. Touristen komen hem bezichtigen en photographecren, en, heengaande, drukken zij een fooitje in de band van den concierge, die tevens ge vangenbewaarder is, en zij zeggen gewoon, lijk jBijzonder mooie toren. Zijn er veel ge vangenen V' Dan laat de cipier 't hoofd beschaamd hangen en bekent nederig .Geen enkele, meneer! Wij hebben hier niets dan eerlijke mensehen!" Maar innerlijk schaamt hij zich, en zijn medeburgers voelen die leege gevangenis als een soort van smet op de gemeente. Vroeger herbergde de» oude toren ten minste nog geregeld drie of vier gedeti neerden. Voorbije glorie! In de laatste jaren is de boel verloopen. De gevolgen lieten zich spoedig voelen. Fr werden minder espadrilles verkocht, en de vette ganzenlevers vonden minder lief hebbers. De conversatie leed er ook onder; men bad elkander niets meer te vejtellen bp het hoekje van den haardgeen dic- venverhalen, geen opzienbarende misdrij ven. Men begon zich in La Galupe te ver velen Vroeger, wanneer er een misdadi ger werd opgebracht, stroomden de burgers naar de groote markt, en in de herbergen Werd de zaak daarna druk besproken. En dan - gevangenen moeten ook eten. zij gebruiken brood en vleesoh en wijn en kof fie en kaarten om te spelen, en wat al niet. Dat alles is verdienste voor de kleine luiden. En ze waren niet de eenigen, die nu te kort kwamen. Daar had je b.v. den cipier. Hij wilde graag eens een verhoo ging van zijn traktement vragen, net als alle ambtenaren. Maar wat voor bescheid kon hij verwachten als cipier van een leege gevangenis Hij zou waarschijnlijk worden geschorst! En de dienders, met welk recht konden zij om bevordering vragen En de metselaars, timmerlieden, leidekkers? De oude toren stond op invallen, moest hoog noodig gerestaureerd worden. Maar hoe kon men crediet aanvragen voor een gevangenis, die nooit gebruikt werd En dan het kantonrecht! Liep dat ook niet gevaar opgeheven te worden ornaat er bijna nooit iets te behandelen viel O, die misdadigersschaarsohte, wat een ramp voor een stad, die vooruit wil In de bladen stond nooit meer iets over La Galupe, omdat er nooit iets voorviel. En wat beteekent nu een stad, die door de pers genegeerd wordt? La Galupe ia Morto het doode La Galupe hoonden de naburige steden, die welvaart hadden en volle gevangenissen. ..Dat kan zoo niet Langer gaan", zeide de burgemeester tot zichzelf: hij was een goed vaderlander, wien het verval van zijn stad zeer ter harte ging en die zich bedreigd zag in zijn zoete hoop op een lintje, al9 burgervader van een zóó onbeteekenend oord. „Er moet raad geschaft", en hij riep het gemeentebestuur bijeen. ..Ambtsbroeders", aldus sprak hij hen aan, gij weet allen wat ons bekommert: La Ga lupe dreigt een doode slad te worden! (Goed! goed!) Wij bezitten een monument uit de vijftiende eeuw. dat tot heden de touristen naar onze mooie stad deed komen. Zij ver trokken geregeld met allerlei aandenkens: potten paté de foie gras of wel espadrilles of althans gekleurde briefkaarten. Mijne heeren. dit eerwaardig bouwwerk slaat op het punt te verdwijnen, want het is bezig af fp brokkelen en wij zullen nooit de noodigc gelden toegezegd krijgen voor restauratie, omdat het tot niets meer dient, aangezien het ons niet gelukt er een enke len schelm in op le bergen, zelfs geen kip pendief, zelfs geen enkelen ruziemaker, die 's nachts burengerucht maaktl Mijne heeren, wij moeten een misdadiger opsporen en dat wel binnen de vier en twin, fig uren! De onderprefect zal weldra de stad een bezoek brengen en dan moeten we hem kunnen toonen, dat de gevangenis van La Galupe een nuttige instelling is. Eén misdadiger! Is het dan zoo ondoenlijk, één misdadiger te vinden op een bevolking van 1975 zielen! Gaat bij u zeiven, uw familie en uw vriendenkring na (Beweging - gefluister). .Heeren", zegt aarzelend een der gemeen teraadsleden het schijnt mij dat Noli- bosik wil niet de zegsman zijn. maar Nolibos, de bakker uit de Nieuwstraat, ver koopt zoogenaamde Kilobrocden, die maar 750 gram wegen „Nolibos? och kom!" roept een ander raadslid uit. ..een beste kerel; ik hbe gis teren nog vijftien francs van hem gewonnen met een kaartspelletje". „Goed dan niet Nolibos die boven dien overheerlijke hoorntjes bakt, zegt een derde „Maar wat zoudt gij zeggen van Geslos. den barbier, die verdacht wordt 'n dozijn kippen te hebben gestolen van zijn buurvrouw, juffrouw Barthouil?" „Neen, laten we van Ge9tos af blijven! Hij scheert immers alle leden van onzen raad!" „Ja juist! Maar dan i9 er nog Coururet, die beschuldigd wordt brand te hebben ge sticht in de hooischuur van Etcheparé" ..Och, heeft Coucuret dat gedaan?" ..Wel. 't is mogelijk," meent een ander, ..maar vergeef niet. dat Coucuret on9 danig heeft geholpen bij de laal9te verkiezingen. Eif daarenboven i9 Etcheparé een lastig heer, ik ken hem. hij heeft een huis van me in huur en hij is mij drie termijnen huur schuldig, de 9churk!" Eindelijk staat de burgemeester op en luidt de schel met een droefgeestig gelaat. „Dus. dierbare ambtsbroeders niemand van u weet iemand aan te wijzen, dien wfj in de gevangenis kunnen zetten?" „Jawel! Ik weet iemand." zei een der wethouders, die lot nu toe gezwegen had. „Eindelijk! Een echte boef? Wie dan?" „Meneer Piédoux." „Wat?! De administrateur van Armen zorg?" „Ja". „Maar dat is een best men9ch! Hij doet veel goed." „Juist! Te veell" „Verklaar u nader, meneer de wet houder." „Dat zal ik gaarne doen." En meneer de wethouder trok zijn das recht en begon: „Mijne heeren, waarom hebben wij geen dieven meer? Wij hebben geen dieven, om dat wij geen armen hebben. En wiens schuld is het, dat wij geen armen meer hebben? De schuld van meneer Piédoux. Hij is veel te goed, die man! Wie gebrek aan iets heeft, klopt bij hem aan en dan geeft hij. Hij heeft een begrooting van drie duizend francs per jaar uit de gemeentekas, maar hij geeft negen duizend frs. uit!" „Wat zegt u?" „Negen duizend! Ik heb de zaak onder zocht." „En waar haalt hij al dat geld vandaan?" „Dat vraag ik U, heeren. Die man is moer dan verdacht." „Maar als hij 't nu uit zijn eigen zak be taalt?" „Oók als hij het uit zijn eigen zak be taalt Met welk recht doet hij dat? Het is on wettig. Wij machtigen hem om drie duizend francs uit te geven. Hij is zijn crediet le bui ten gegaan. Ik geloof bovendien, dat er valschheid in geschrifte bijkomt. Om die persoonlijke weldadigheid tegenover do ar men fe bedekken heeft hij posten uitgestre ken in zijn boeken. ïk heb het zelf gezien. Ik herhaal dus heeren. dat wij geen armen meer hebben en bijgevolg geen misdadigers, dat is zijn schuld. Daarvoor dient hij ge straft. Ik vraag de inhechtenisneming van dien ambtenaar wegens slecht beheer, ver duistering van gelden en onregelmatigheden in zijn boekhouding (Kreten van: wèl, wèl, daar is wel iets van aanl die Piédoux! men ziet hem ook nooit in 't café. enz.). Het voorstel van den wethouder om me neer Piédoux te arresteeren en in den ge vangenistoren op te sluiten zou juist in stemming worden gebracht, toen de briga dier der politie werd aangekondigd door een klerk. „Laat hem binnenkomen!" De brigadier trad de zaal binnen, builen adem, vuurrood, maar stralend. „Ik heb er een!" riep hij uit. „Een dief?" „Iets beters, een moordenaarl" „Niet mogelijk! En wie is er dan ver moord?" „Meneer Piédoux, de administrateur van Armenzorg!" „Wel, wel! En is hij dood?" „Nog niet. Hij kan er ook nog wel van boven opkomen." „Zóóll!" De heeren leden van den gemeenteraad zagen elkander aan. Wat een lastig geval! Daar waren nu opeens twee gegadigden; Aan den éénen kant de moordenaar, of alj thans de schuldige aan een moordaanslag. Aan den anderen kant meneer Piédoux, ver dacht van verduistering van gelden, onregel matige boekhouding, enz. enz. Men kon nu alvast beginnen met den moordenaar in het cachot le stoppen, waar door de gevangenisloren zijn nut en onmis* baarheid bewijzen zou. Maar twee gevanj genen, dat stond toch nog beter dan één. En zoo iets buitengewoons moest men zich niet laten ontgaan. Doch aangezien meneer Piédoux er op dit oogenblik slecht aan toe was, was het ondoenlijk hem terstond le arresteeren. Wegloopen zou hij tóch niet. De burgemeester stelde dus voor de laat ste zaak nog even aan te houden en daar over later een beslissing te nemen. In af wachting daarvan hoopte hij, dat het geval van den moordaanslag nu maar in kleuren en geuren in de couranten zou komen om La Galupe's oude vermaardheid te doen wederkeeren en aan den gevangenistoren do bestemming weer te geven, die de eeuwen hem hadden verleend en wiens verlies met alle gevoel van piëteit in strijd zou zijn. En de Raad van La Galupe ging uileen, blijde over het feit. dat nu eindelijk de mis daad zich over zijn stedeke had erbarmd, en opgetogen bij de gedachte, dat er zelfs nog eene mogelijkheid bestond om het getal der gevangenen tot twee op le voeren.,..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 13