LUGDUNUM T. H.B. - (HAARLEM)
71sïe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 Januari 1931
Vierde Blad
No. 21716
ZONDAGMIDDAG 2 UUR - COMPETITIE-WEDSTRIJD
FEUILLETON.
De leege gevangenistoren.
IV.
Ik nam, in den lijd toen wij hier vertoef
den, de gelegenheid waar om nu en dan eens
naar Filsit Ie gaan, waar ik echter niets
buitengewoons heb aangetroffen dan de
plaats, alwaar in den jare 1807 op een vlot
in de rivier de Niemen, de vreden tussche.n
de Russen, Pruissen en Fransschen, door de
vorsten in persoon getroffen werd
[laar wij nu wel vooruit zagen, dat wij
onze beste dagen gehad hadden, en armoede
cn allerlei ongemakken en ontberingen ons
voot de deur stonden, tiet ik hier cene zoo
genaamde marmile of kookketel maken, ten
êmde daar in ons eten, wanneer wij iets
hadden (dat helaas I dikwijls het geval niet
was), te kunnen koken. Dezelve bevatte
voorts zes borden, een sauskom en eenige
andere kleinigheden die men bij het houden
ian ecnen maaltijd noodig heeft en ik ver
beeldde mij dus al heel wel uitgerust te zijn:
dan het vervolg beantwoordde niet altijd aan
mijne verwachting. Op zekeren dag, toen de
regementen op een groot veld bij elkander
waren, weid aan ieder kolonel gelast, om uit
bun regement twee officieren (e verkiezen,
tot eene geheime expeditie en dit lot viel
onder anderen ook mij en den kapitein La
Fargue ten deel. Deze commissie behelsde,
dat wij al de paarden die op de dorpen wa
ren waar wij gekantonneerd lagen, op de ge-
schiksle wijze moesten zoeken, bijeen te
krijgen, ten einde dezelve ten dienste van
de armee mede te voeren. Wij volvoerden
dan ook dezen last, en bragten ongeveer
tweehondert paarden bijeen, welke alle den
eigenaren zonder eenigc vergoeding ontno
men werden. Nimmer dit verklaar ik op
mijn woord van eer onaangenamer taak
uitgevoerd. Immers wat kan er grievender
zijn voor eenen man van gevoel, dan weer-
Iooze landlieden van hun wellig en dikwijls
zuur verkregen eigendom le berooven. Doch
dit zijn de droevige gevolgen des oorlogs,
waar geen ander regt geldt, dan dat des
sterksten. Het is waar, men verschoont zoo
danige daden met de wet der noodzakelijk
heid, welke alle andere bedenkingen doet ter
zijde stellen, doch met dat al valt het eenen
braven man hart, tot het werktuig van zoo
danige onrechtvaardigheden le worden ge
bruikt; maar wat zal men doen! Blinde ge
hoorzaamheid aan de bevelen van zijne su
perieuren, is de eerste pligt van ecnen sol
daat.
Don 30en Augustus namen
wij eindelijk den marsch we
der aan, al het geroofde vee en
paarden mede voerende. Ons
kort verblijf had dus de arme
inwoners van hun voornaam
ste bestaan beroofd, en hen in
kommer en ellende gedom
peld. Wij kwamen dien dag te
Ragnitz, en den volgenden
dag te Neulobenen. Hier be
gon de armoede voor ons reeds
een aanvang te nemen; want
in plaats van, gelijk tol hiertoe
geschied was. '"kwartierd
te worden in de liu.zen der in
gezetenen, hielden wij thans
voor de eerste maal ons verblijf onder den
bloten hemel, aan de zijde van een bosch.
Dan dit was nog 'n heerlijk logement in ver
gelijking van welke wij naderhand zoo me
nig maal op andere plaatsen vonden Het
weder was fraai, en wij hadden nog over
vloed van alles, wat tot levensonderhoud
noodig was; doch het blaadje keerde zich
maar al te schielijk om; dan hier van in het
vervolg nader. Hier moest nu mijn instru
ment, waarvan ik hier voren gesproken heb,
zijn eerste proefstuk doen, en dit beviel ons
zeer wel, daar wij goede ingrediënten had
den. Naderhand toen de knap schaarscher
werd, en wij dikwijls in verscheidene dagen
niets te koken of gebraden hadden, verveel
de het ons dit ding langer mede te slee
pen, en wij wierpen het dus weg.
Doc.ii weldra hadden wij berouw over onze
onbedachtzame voortvarendheid, want wan
neer wij naderhand iets le bikken kregen,
hadden wij moeite genoeg om eenen ketel
op te lopen, om in te koken; zoodat bij ons
het spreekwoord bewaarheid werd: dat men
geene oude schoenen moet wegwerpen, eer
men nieuwe in derzelver plaats heeft,
In het dorp waar wij den volgenden dag
(1 September) aankwamen, werden wij mili-
tairement ingekwartierd, hetwelk, schoon
wij met vijftig of zestig man in een en het
zelfde huis moesten logeeren, ons log nog
aangenamer was dan te bivouaequeren. Het
zelfde had de twee volgende dagen plaats.
Dan den 4e passeerden wij bij Coiveno eene
stad in Russisch Polen, de rivier de Memel,
wiens oevers wij tot den 30e dezer maand
volgden. Hier sloegen wij weder buiten do
stad, bij een bosch, ons bivouaeq op, en
hielden er rustdag. Zulk een rustdag onder
den bloolen hemel door le brengen is zeker
niet zeer aangenaam, maar wat zouden wij
doen! wij zochten ons door de lakken der
boomen zooveel mogelijk tegen de stralen
der zon te beschuiten; want hutten die digt
waren, te maken, was der moeite niet waard,
daar wij toch des anderen daags weder ver
der moesten.
Ik had sedert ruim twee jaren do kompag-
nie voltigeurs van het derde Bataljon ge-
kommandeerd; ook had ik dit met het groot
ste genoegen gedaan, daar zij alle mijne
landgenoten waren, en zich bij alle voor
vallende gelegenheden den naam van Hol
landers waardig betoonden. Ook hadden zij
de hoogste achting voor mij, en ik beminde
hen wederkeerig als mijne kinderen. Thans
werd ik gelast deeze kompagnie aan den
Kapitein La Fargui 1) over le geven. Hoe
hard het mij dus viel dezen braven le moe-
vee en
cve^oöfo
ten verlaten, met welko ik zoo veel had uit
gestaan, zoo vertroostte 't mij toch dat ik mij
geplaatst zag aan het hoofd van deeze ach
tingswaardige grenadiers, welke ik vervol
gens menigmalen in het vuur geleid heb, en
wier dapperheid allen lot verdient. Tevens
werd ik hier door bevorderd tot Kapitein der
eerste klasse.
Na de drie volgende nachten op verschil
lende plaatsen gehivouaequeerd le hebben,
kwamen wij bij de stad Wilna 2), alwaar
ons regement in een nabij gelegen bosch zijn
bivouaiq opsloeg. Hier hielden wij rustdag,
welke met inspecleeren en schoonmaken
van wapenen en kleeding werd doorgebragt.
Ik nam deeze gelegenheid waar om de stad
eens te bezien; dezelve kwam mij vrij wel
gebouwd voor De inwoners zijn voor een
groot gedeelte loden, welke het schage-
heren meesterlijk verstonden. Hier van had
ik zelf de ondervinding; ik kocht namelijk
van eenen dezer Israëliten een tijgervel, om
tot waltrap op mijn paard te dienen; doch
toen ik het op de keper beschouwde, ont
dekte ik, dat het geverfd was. Ook viel onze
bagage, die wij hier achterlieten bij den te-
rugtogt der armee in hunne hebzuchtige
handen
1) Deze kapitein heb ik de Baltaje van de
Beresina op twee stokken zien wegdragen,
zijnde aan beide knië geblesseerd, en nim
mer meer iets van hem vernomen hebbende,
is hij vermoedelijk door pijn en smart omge
komen.
2) Hier lieten wij reeds onze Regements-
laisons terug, waarin de officieren bagaagsje
zich bevond, omrede het middel van
transport reeds schaars begon 'e worden, en
onze paarden het niet meer konde uithou
den, deeze faisons wierden door een paar
onderofficieren onder de beveelen van een
zeker officier bewaard, en hebben eene zoo
danige directie gehouden, dat nog van het
eene noch van het andere, ooit iets is teregl
gekomen. Zekerlijk zijn zij in de gelegen
heid geweest, ons naar genoegen zooveel zij
wilden (e vinden hetwelk niet verloren was.
CWordt vervolgd)
VOETBAL.
Programma voor morgen.
KON. NED VOETBALBOND
Afdeeling I, le klasse Z F C.Hermes-
D.V.S.: V.U.C.Stormvogels; H.B.S.
Excelsior; 't GooiAjax; H.F.C.D.F.C.
2e klasse A HollandiaH.R.C.; W.F.C.
A.F.C.: T.O.G.Z.V.V ZeeburgiaAlc.
maria Viclrix; D.E.CWest-Frisia.
2e klasse B- D.W.SZandvoort; B.F.C
Baarn; V.V.Ade Spartaan, Vclox
Blnemendaai
3e klasse D UtrechtU.V.V.; Voorwaarts
H.V.C.; LSV—Alphia (Fr J Buis);
DO.SZeist
Afdeeling II, Ie klasse: SpartaH.V.V
V.S.V.AD.O., FeijenoordR.C.H.; Blauw
witK.F.C.. E.D.O.—Hilversum.
2e klasse B: V.D.L.Overmaas; D C L
B.F.C; S.V.V.—S.V.W., O D S.C. V.V.
GoudaFortuna.
3e klasse A: IlillinenL.F C (H. Roov-
akkers); LugduuumT.H.B. (W. Blok);
AlphenB.EC. (S Hakker); de Zeemeeu
wenA.S.C. (N. J. Twisterling); U.V.S.
Schoten (Joh. Hoek)
•Ie klasse A: Leidsche BoysBodegraven
(G Kemmers); CeleritasS.O.A.; R.C.L
D.V.S. (C. F. Schöttelndreier); Postduiven
Archipel; WaddinxveenH.D V. (M. Beze-
mer).
Reserve 2e klasse A- R.F.C. 2U.V.S. 2
(J. II Tilman); H.V.V. 3—V.U.C. 2; H.B.S. 3
S.V.V. 2; A D.O. 2Forluna 2; Quick 2—
B.M.T. 2.
Reserve 3e klasse A: A.D.O. 3Delft 2:
A.S.C. 2V.I.O S. 2 (B. Honsbeek): B.E.C. 2
Alphen 2 (P. J. Schuddeboom); D II C 3
—H.V.V. i
6716
RECLAME.
Sportterrein, achter Pomona. Gewone prijzen. Voorverkoop b. d. Heer DEVILÉ. Nieuwe Rijn 26
Aideeling UI, le klasse: RoburEnschede
WageningenTubantia-, P.E.C.Go Ahead;
VitesseZ.A.C.; HeraclesA G O.V.V.
Afdeeling IV, Isle klasse: LongaM.V.V.
Afdeeling V, le klasse: FrieslandVelo-
citas; M.S.C.Leeuwarden; Be Quick
Frisia.
Van Overal.
Er is geen club in ons land, die zóó popu
lair is, zóó de sympathie heeft van de
massa als het Amsterdamsche Ajax....l
Sparta, Feyenoord, Blauw-Wit, Go Ahead
e.a., hel zijn alle groote levenskrachtige
vereenigingen met een sterken en omvang
rijken aanhang, doch zij verzinken in het
niet bij de supportersschare van genoemde
hoofdstedelijke club. Thans staat Ajax
bovenaan met een prachtkans op het kam
pioenschap en het is alsof plotseling heel
voetbalminnend Nederland interesse gaat
koesteren voor de verrichtingen van dit
elftal, dat met haar doelsaldo van 369 een
wel buitengewoon goeden indruk maakt.
Ajax is trouwens een bijzondere vereeni-
ging! Haar spel is anders dan dat der
anderen; on-Hollandsch, beweeglijk, mooi,
en technisch uitstekend! Sinds Ajax de
leiding heett veroverd in haar afdeeling
zij het met miniem verschil is het niet
meer de vraag: „Wie wordt kampioen in de
eerste afdeeling?" doch wol: „Zal Ajax
haar huidigen vorm behouden en bijgevolg
den wedloop op fraaie wijze winnen?" Mor
gen staat haar een zware taak te wachten
in Hilversum, waar 't Gooi altijd goed partij
geeft, maar wij gelooven toch dat de beide
punten mee zullen gaan naar de hoofdstad.
Z.F.C. kan inmiddels nog gelijk blijven door
thuis te triomfeeren over het niet al te
sterke H.D.V.S. Van de slaartclubs heeft
H.F.C. de minst goede vooruitzichten- zij
ontvangt D F.C. en er mag worden aange
nomen dat de Dordtenaren hier de zege uit
het vuur zullen sleepen. V.U.C. daarentegen
kan thuis de baas blijven over Stormvogels
en zoo haar positie wat verbeteren. De
groote zege op Ecetsior was trouwens al een
belofte voor de naaste toekomst! Ook Excel
sior krijgt een moeilijke middag, maar wij
zijn er toch nog zoo zeker niet van dat zij
beide punten op Houtrust zal achterlaten.
H.B.S. speelt daarvoor te wisselvallig
Voor de derde klasse D trekt Alphia naar
L.S V., dat tegen de Oranjetruien het onder
spit zal moeten delven, vooral nu de Rijn
streekbewoners weer een kansje maken
voor de bezetting der eerste plaats.
In de tweede afdeeling gaat R.C.H. ten
onder tegen Feyenoord, dat stellig beter
voetbal speelt en bovendien het voordeel
heeft van eigen terrein. Sparta wordt tegen
H.V.V. eveneens twee punten rijker, waar
door deze Zondag tusschen de leidende
clubs geen wijziging brengt. Wint A.D.O.
van V.S.V. en dit lijkt ons waarschijnlijk
dat leidt een en ander er wel toe dat de
positie voor H.V.V. duisterder gaat wkirden
dan ooit. Alleen E D.O. zou dan nog vrij
dicht in haar nabijheid blijven, indien deze
ploeg althans sneuvelt tegen het bezoekende
Hilversum. In het Amsterdamsche Stadion
komt K.F.C. bij de Zebra's te gast en het zou
ons verwonderen indien de thuisclub met
haar vrij sterk gewijzigde opstelling niet zou
weten te triomfeeren.
Voor de derde klasse A speelt Hillinen op
eigen grond tegen L.F.C., dat in haar uit
wedstrijden tot dusver zoo weinig succesvol
was dat wij haar ook nu geen overwinning
durven voorzeggen, Lugdunum blijft thuis
de. baas over T.II.B. en brengt zich zoo
doend een eind buiten .degradatiegevaar.
Alphen krijgt bezoek van B.E.C., de veel
besproken Delftsc'he ploeg, die zoowel tegen
A.S.C. als tegen Lugdunum (in den tweeden
wedstrijd) zulk een slechten indruk heeft
gemaakt door haar ruwe spel en die ook
verleden week tegen Zeemeeuwen weer zoo
„kordaat" is opgetreden. Een der toch
waarlijk niet zwakke Zeemeeuwen moest
zelfs door drie clubgenooten van het veld
worden gêdragenDe Alphenaren kun
nen er vermoedelijk van Juslen en het is
daarom wel zeer le hopen dat de heeren
uit Delft nu eindelijk eens een arbiter zul
len aantreffen, die zich behoorlijk weet te
doen gelden, Inlusschen zien wij een neder
laag van Alphen tegemoet. A.S.C. trekt
met invallers voor Lefrandt, Han en Do
Ruiter (die voorloopig afwezig is) naar
Zandvoort en gaat daar vrij zeker ten onder.
De mascotte ten spijt vermogen wij niet heel
veel hoop te hebben! U.V.S. speelt thuis
tegen Schoten en heeft daar de handen vol
aan. Het belooft een aantrekkelijke wedstrijd
te worden, met een kleine meerderheid der
gasten.
De vierde klasse A brengt een nederlaag
van Leidsche Boys tegen het leidende Bode
graven De plaatselijke wedstrijd tusschen
R.C.L. en D.V.S. is waarschijnlijk voor de
Racingclub, terwijl Waddinxveen klop krijgt
van het sterke H.D.V.
Voor de res. 2de klasse heeft U.V.S. II
een kansje op succes tegen R F C. II, terwijl
de res. 3e klasse een overwinning in uit
zicht stelt van Alphen II over B.E.C. II. Nu
A.S.C. I onvolledig naar Zandvoort trekt
zal het gevolg wel zijn dat het eveneens
onvolledig tweede elftal thuis verliest van
Vios II.
In het Oosten heeft Robur natuurlijk geen
kans tegen Sportclub Enschede. Wagenin
gen kan thuis revanche nemen op Tubantia,
terwijl Vitesse en Z.A.C. in Arnhem zullen,'
uitmaken wie voorloopig de meeste aan
spraken zal maken op de functie van hekke-
siuiter. Z.A.C. lijkt ons iets sterker en een
kleine zege der Zwollenaren is derhalve
waarschijnlijk. P.E.C. staat opnieuw voor
een zware taak. Go Ahead is haar tegen
partij en het is onwaarschijnlijk dat zij,
evenals den eersten keer, met zeer groote
cijfers winnen za! Tegen Enschede hee.t
P.E.C. stand gehouden, maar het was slechts
met kunst- en vliegwerk en tegen de Deven-
tenaren, die op wraak zinnen, zal dan ook
wel geen herhaling plaats vinden. Een
tweede belangrijke match wordt gespeeld
te Almelo tusschen Heracles en A.G.O.V.V.
In Apeldoorn was Kluin destijds zoo goed op
schot dat bet sterkere Heracles met flinke
cijfers sneuvelde, maar wij verwachten
thans een zege der thuisclub, die met Kerst
mis door haar fraaie spel te Amsterdam in
den wedstrijd tegen Blauw Wit zulk een
goeden indruk heeft achtergelaten.
In het Zuiden speelt Longa tegen M.V.V.
waarbij de Maastrichtenaren wel aan het
langste eind zullen trekken. Andere com
petitie-wedstrijden zijn hier niet vastge-.
Naar het Fransch door M. de R.
La Galupe is de hoofdstad van een can
ton; het heeft 1975 inwoners, een fabriek
van espadrilles (linnen schoeisel) en een
grooten afzet van paté de foie gras. In
het centrum van het stadje bevinden zich
de overblijfselen van het vroegere kasteel
deT heeren van La Gahipe, waarvan niet
veel meer dan een enkelen gothischen toren
overeind staat. Die toren doet dienst als
gevangenis. Aldus staat geschreven in den
vcisgids. De gothisohe toren is inderdaad
eon schoon bouwwerk. Touristen komen
hem bezichtigen en photographecren, en,
heengaande, drukken zij een fooitje in de
band van den concierge, die tevens ge
vangenbewaarder is, en zij zeggen gewoon,
lijk
jBijzonder mooie toren. Zijn er veel ge
vangenen V'
Dan laat de cipier 't hoofd beschaamd
hangen en bekent nederig
.Geen enkele, meneer! Wij hebben hier
niets dan eerlijke mensehen!"
Maar innerlijk schaamt hij zich, en zijn
medeburgers voelen die leege gevangenis
als een soort van smet op de gemeente.
Vroeger herbergde de» oude toren ten
minste nog geregeld drie of vier gedeti
neerden. Voorbije glorie! In de laatste
jaren is de boel verloopen.
De gevolgen lieten zich spoedig voelen.
Fr werden minder espadrilles verkocht, en
de vette ganzenlevers vonden minder lief
hebbers. De conversatie leed er ook onder;
men bad elkander niets meer te vejtellen
bp het hoekje van den haardgeen dic-
venverhalen, geen opzienbarende misdrij
ven. Men begon zich in La Galupe te ver
velen Vroeger, wanneer er een misdadi
ger werd opgebracht, stroomden de burgers
naar de groote markt, en in de herbergen
Werd de zaak daarna druk besproken.
En dan - gevangenen moeten ook eten. zij
gebruiken brood en vleesoh en wijn en kof
fie en kaarten om te spelen, en wat al
niet. Dat alles is verdienste voor de kleine
luiden. En ze waren niet de eenigen, die
nu te kort kwamen. Daar had je b.v. den
cipier. Hij wilde graag eens een verhoo
ging van zijn traktement vragen, net als
alle ambtenaren. Maar wat voor bescheid
kon hij verwachten als cipier van een leege
gevangenis Hij zou waarschijnlijk worden
geschorst! En de dienders, met welk recht
konden zij om bevordering vragen En de
metselaars, timmerlieden, leidekkers?
De oude toren stond op invallen, moest
hoog noodig gerestaureerd worden. Maar
hoe kon men crediet aanvragen voor een
gevangenis, die nooit gebruikt werd
En dan het kantonrecht! Liep dat ook
niet gevaar opgeheven te worden ornaat
er bijna nooit iets te behandelen viel O,
die misdadigersschaarsohte, wat een ramp
voor een stad, die vooruit wil
In de bladen stond nooit meer iets over
La Galupe, omdat er nooit iets voorviel.
En wat beteekent nu een stad, die door de
pers genegeerd wordt? La Galupe ia
Morto het doode La Galupe hoonden
de naburige steden, die welvaart hadden en
volle gevangenissen.
..Dat kan zoo niet Langer gaan", zeide de
burgemeester tot zichzelf: hij was een goed
vaderlander, wien het verval van zijn stad
zeer ter harte ging en die zich bedreigd
zag in zijn zoete hoop op een lintje, al9
burgervader van een zóó onbeteekenend
oord.
„Er moet raad geschaft", en hij riep het
gemeentebestuur bijeen.
..Ambtsbroeders", aldus sprak hij hen aan,
gij weet allen wat ons bekommert: La Ga
lupe dreigt een doode slad te worden! (Goed!
goed!) Wij bezitten een monument uit de
vijftiende eeuw. dat tot heden de touristen
naar onze mooie stad deed komen. Zij ver
trokken geregeld met allerlei aandenkens:
potten paté de foie gras of wel espadrilles
of althans gekleurde briefkaarten.
Mijne heeren. dit eerwaardig bouwwerk
slaat op het punt te verdwijnen, want het
is bezig af fp brokkelen en wij zullen nooit
de noodigc gelden toegezegd krijgen voor
restauratie, omdat het tot niets meer dient,
aangezien het ons niet gelukt er een enke
len schelm in op le bergen, zelfs geen kip
pendief, zelfs geen enkelen ruziemaker, die
's nachts burengerucht maaktl
Mijne heeren, wij moeten een misdadiger
opsporen en dat wel binnen de vier en twin,
fig uren! De onderprefect zal weldra de
stad een bezoek brengen en dan moeten we
hem kunnen toonen, dat de gevangenis van
La Galupe een nuttige instelling is. Eén
misdadiger! Is het dan zoo ondoenlijk, één
misdadiger te vinden op een bevolking van
1975 zielen! Gaat bij u zeiven, uw familie
en uw vriendenkring na
(Beweging - gefluister).
.Heeren", zegt aarzelend een der gemeen
teraadsleden het schijnt mij dat Noli-
bosik wil niet de zegsman zijn. maar
Nolibos, de bakker uit de Nieuwstraat, ver
koopt zoogenaamde Kilobrocden, die maar
750 gram wegen
„Nolibos? och kom!" roept een ander
raadslid uit. ..een beste kerel; ik hbe gis
teren nog vijftien francs van hem gewonnen
met een kaartspelletje".
„Goed dan niet Nolibos die boven
dien overheerlijke hoorntjes bakt, zegt een
derde „Maar wat zoudt gij zeggen van
Geslos. den barbier, die verdacht wordt 'n
dozijn kippen te hebben gestolen van zijn
buurvrouw, juffrouw Barthouil?"
„Neen, laten we van Ge9tos af blijven! Hij
scheert immers alle leden van onzen raad!"
„Ja juist! Maar dan i9 er nog Coururet,
die beschuldigd wordt brand te hebben ge
sticht in de hooischuur van Etcheparé"
..Och, heeft Coucuret dat gedaan?"
..Wel. 't is mogelijk," meent een ander,
..maar vergeef niet. dat Coucuret on9 danig
heeft geholpen bij de laal9te verkiezingen.
Eif daarenboven i9 Etcheparé een lastig
heer, ik ken hem. hij heeft een huis van me
in huur en hij is mij drie termijnen huur
schuldig, de 9churk!"
Eindelijk staat de burgemeester op en
luidt de schel met een droefgeestig gelaat.
„Dus. dierbare ambtsbroeders niemand
van u weet iemand aan te wijzen, dien wfj
in de gevangenis kunnen zetten?"
„Jawel! Ik weet iemand." zei een der
wethouders, die lot nu toe gezwegen had.
„Eindelijk! Een echte boef? Wie dan?"
„Meneer Piédoux."
„Wat?! De administrateur van Armen
zorg?"
„Ja".
„Maar dat is een best men9ch! Hij doet
veel goed."
„Juist! Te veell"
„Verklaar u nader, meneer de wet
houder."
„Dat zal ik gaarne doen." En meneer de
wethouder trok zijn das recht en begon:
„Mijne heeren, waarom hebben wij geen
dieven meer? Wij hebben geen dieven, om
dat wij geen armen hebben. En wiens schuld
is het, dat wij geen armen meer hebben?
De schuld van meneer Piédoux. Hij is veel te
goed, die man! Wie gebrek aan iets heeft,
klopt bij hem aan en dan geeft hij. Hij
heeft een begrooting van drie duizend francs
per jaar uit de gemeentekas, maar hij geeft
negen duizend frs. uit!"
„Wat zegt u?"
„Negen duizend! Ik heb de zaak onder
zocht."
„En waar haalt hij al dat geld vandaan?"
„Dat vraag ik U, heeren. Die man is moer
dan verdacht."
„Maar als hij 't nu uit zijn eigen zak be
taalt?"
„Oók als hij het uit zijn eigen zak be
taalt Met welk recht doet hij dat? Het is on
wettig. Wij machtigen hem om drie duizend
francs uit te geven. Hij is zijn crediet le bui
ten gegaan. Ik geloof bovendien, dat er
valschheid in geschrifte bijkomt. Om die
persoonlijke weldadigheid tegenover do ar
men fe bedekken heeft hij posten uitgestre
ken in zijn boeken. ïk heb het zelf gezien. Ik
herhaal dus heeren. dat wij geen armen
meer hebben en bijgevolg geen misdadigers,
dat is zijn schuld. Daarvoor dient hij ge
straft. Ik vraag de inhechtenisneming van
dien ambtenaar wegens slecht beheer, ver
duistering van gelden en onregelmatigheden
in zijn boekhouding (Kreten van: wèl, wèl,
daar is wel iets van aanl die Piédoux! men
ziet hem ook nooit in 't café. enz.).
Het voorstel van den wethouder om me
neer Piédoux te arresteeren en in den ge
vangenistoren op te sluiten zou juist in
stemming worden gebracht, toen de briga
dier der politie werd aangekondigd door een
klerk.
„Laat hem binnenkomen!"
De brigadier trad de zaal binnen, builen
adem, vuurrood, maar stralend.
„Ik heb er een!" riep hij uit.
„Een dief?"
„Iets beters, een moordenaarl"
„Niet mogelijk! En wie is er dan ver
moord?"
„Meneer Piédoux, de administrateur van
Armenzorg!"
„Wel, wel! En is hij dood?"
„Nog niet. Hij kan er ook nog wel van
boven opkomen."
„Zóóll!"
De heeren leden van den gemeenteraad
zagen elkander aan. Wat een lastig geval!
Daar waren nu opeens twee gegadigden;
Aan den éénen kant de moordenaar, of alj
thans de schuldige aan een moordaanslag.
Aan den anderen kant meneer Piédoux, ver
dacht van verduistering van gelden, onregel
matige boekhouding, enz. enz.
Men kon nu alvast beginnen met den
moordenaar in het cachot le stoppen, waar
door de gevangenisloren zijn nut en onmis*
baarheid bewijzen zou. Maar twee gevanj
genen, dat stond toch nog beter dan één. En
zoo iets buitengewoons moest men zich niet
laten ontgaan. Doch aangezien meneer
Piédoux er op dit oogenblik slecht aan toe
was, was het ondoenlijk hem terstond le
arresteeren. Wegloopen zou hij tóch niet.
De burgemeester stelde dus voor de laat
ste zaak nog even aan te houden en daar
over later een beslissing te nemen. In af
wachting daarvan hoopte hij, dat het geval
van den moordaanslag nu maar in kleuren
en geuren in de couranten zou komen om
La Galupe's oude vermaardheid te doen
wederkeeren en aan den gevangenistoren do
bestemming weer te geven, die de eeuwen
hem hadden verleend en wiens verlies met
alle gevoel van piëteit in strijd zou zijn.
En de Raad van La Galupe ging uileen,
blijde over het feit. dat nu eindelijk de mis
daad zich over zijn stedeke had erbarmd, en
opgetogen bij de gedachte, dat er zelfs nog
eene mogelijkheid bestond om het getal der
gevangenen tot twee op le voeren.,..