Persil
25 cent
Persilbiuft Persil
Uit den Leidschen Raad.
per pakje
wordt
goedkooper,
- kost vanaf
1 Januari 1931
nog slechts
71,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 December 1930
Derde Blad
No. 21713
Het vorig besluit gehandhaafd.
het zelfwerkend
Waschmiddef,
FEUILLETON.
DE KONINGIN EN DE ARTS.
Een verloren zitting.
o
RECLAME.
6-380
Hallo!
(Zitting van gistermiddag 4l/i uur).
Voorzitter: de burgemeester mr. A. v. d.
Sande Bakhuvzen.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Huurman en Kuivenhoven.
De notulen worden goedgekeurd.
Ingekomen zijn eenige missives van Ged.
Staten, houdende goedkeuring van raadsbe
sluiten etc..
Voor kennisgeving wordt aangenomen een
adres der Bataafsche Import Mij. protestee-
rende tegen de verhooging der recognitie
voor een benzine-pomp.
In handen van B. en W. wordt gesteld
een verzoek van den Bond van Politie-Per-
soneel in Nederland om een gratificatie van
f '25 voor bewezen diensten bij den Stad
huisbrand.
De werkloosheidskwestie.
Aan de orde is dan het voorstel van
Stralen:
Ondergeteekende heeft de eer voor te stel
len om in verband met de groote werkloos
heid en de daardoor ontstane nood in tal
van gezinnen, de volgende besluiten te
nemen:
le. De regeling voor den huurloeslag aan
werkloozen ondersteunde gezinshoofden of
kostwinners zoodanig te wijzigen, dat voort
aan als toeslag wordt verstrekt het huur
bedrag boven f. 2.50, lot een maximum
huishuur van f. 6.00.
2e. Vanaf 1 Januari 1931 op de kasuil-
keeringen van die werkloozen, welke na uit
getrokken te zijn voor gemeentel, steun in
aanmerking komen, een toeslag op de kas-
uilkeering te verstrekken ten bedrage van
het verschil tusschen kasuitkeering en
steunbedrag.
3e. Wegens de ongunstige tijdsomstandig
heden de wachtlijdregeling voor uilgetrok
ken werkloozen lijdelijk builen werking te
stellen.
Ter toelichting wil de heer v. STRALEN
nog een kort relaas geven.
Spr. begint met B. en W. dank te bren
gen voor het bijeenroepen der vergadering.
Zijn fractie vindt het noodzakelijk, gezien
de steeds toenemende nood, iets te doen voor
de werkloozen. Met cijfers toont hij aan. dat
thans de werkloosheid het grootst is sinds
1924, n.l. 1533 personen, benevens 76 ge
deeltelijk werkloozen; dit zonder vorst!
Zelfs in Febr. 1929, in de allerergste vorst
periode. was het aantal 1130 benevens 385
vorst-wcrkloozen. Zoo er ernstige vorst zou
komen, zou bet een ramp voor de gemeente
kunnen worden.
In sommige bedrijven is de werkloosheid
bijzonder zwaar; speciaal is dit het geval
in de bouwvakken: in den modernen bond
202 van de 512 leden.
De huurtoeslagen beleekenen niet veel,
gezien de kosten daarvan. Aan de moderne
■bouwvaifcaifoeiders is over dit jaar b.v.
1.13.698 aan steun uitgekeerd, waarvan
f- 119.95 voor huu Moestegen.
Verhooging van den steun nor,m zou ook
kunnen, doch zijn fractie acht ilhans beter
verhooging der huurtoeslagen, ook gezien het
standpunt der burgerlijke partijen tegenover
opvoering van den norm. Misschien zal het
nu voorgestelde daar meer sympathie vin
den. De steun is natuurlijk slechts voldoende
voor het a-llernoodigste voor eten en drinken
en warmte. De huur is zelts meestall al te
zwaar om te 'betalen. En zou dus huurschuld
ontslaan met buuroptz egging etc., hetgeen de
ellende nog zou vergroeien.
Ook in andere gemeenten is de huurloe
slag behandeld en in vele gevallen is deze
verbeterd spr. geeft voorbeelden uil Amster
dam, Den Haag etc.
Het 2de punt is eveneens actueel. Zater
dag reeds gaan vele werkloozen terug naar
de kassen en zien daardoor hun steun aan
zienlijk dalen. spr. toont dit met cijfers aan.
En dat kan z.i. toch niet de bedoeling zijn.
Wat sub 3 betreft, de wachtgeldregeling
5s verbeterd, dat erkent -hij gaarne, doch de
'bijzondere omstandigheden noopten zijn
fractie toch tot liet doen van drt voorstel,
daar er nu nog menschen 1. 2, 3 of zelfs
meer weken moeten wachten. Bedoeld wordt
buitenwerkingstellen tot 1 April, dan is
verdeT le zien.
De heer WILMER heeft gemist het aan
geven van eenig motief, waarom de heer v.'
Stralen van zienswijze is veranderd inizake 't
tijdstip van behandeling van zijn voorstellen.
Op' 17 ^Tov, waren liij en zijn fractie er van
overtuigd, dat bij de 'begroeiing het werkloos-
heidvraagstuk zou worden behandeld en ook
toen kon de S.D A.P, welen, dat behande
ling der begrooting niet eerder kon dan in
Januari. Veranderd is er niets sindsdien,
wanl de werkloosheid is niet zooveel erger
dan op 17 Nov. in verhouding gesproken,
werd verwacht.
DM vraagstuk is te ernstig om naar wille
keur te worden behandeld. Daarom blijft hij
hij den lieer v. Stralen van 17 Nor nu op
de kwestie zelf niet verder ingaande.
Ongetwijfeld is liet werkloosheid vraagstuk
hel ernstigste vraagstuk van den dag. zoo
wel voor gemeente als rijk en samenwerking
is daarbij z.i. noodzakelijk.
'Het is niet in overeenstemming met het
onderling respect voor elkaar op een wille
keurig oogeniblik aan de touwtjes te gaan
trekken. Zoo moet met de belangen der werk
loozen niet worden gesold.
Als de heer v, Stralen nu niet anders be
reikt dan onkosten voor de gemeente, dan is
dat niet de schuld van de niet-socialis-
tische raadsleden doch van diens fractie.
Wij staan niet klaar om op ieder willekeurig
oogenblik te worden geroepen.
Wij zijn gpen poppen die ons laten trek
ken aan de touwtjes door den heer v.
Stralen.
Dit is ook de meening der andere recht-
sche fracties en een groot deel van de
raad en mede namens de heeren Wilbrink
en v. Es stelt hij voor do voorstellen van
Stralen na prae-advies van B. en W. te be
handelen bij de begrooling in de maand
Jan. 1931.
De heer v STRALEN wil allereerst op
merken. dat hij niet kon weten, dat de be
handeling der begrooling zou vallen eerst in
de 2e helft van Jan. Er is alleen gezegd, niet
meer dit jaar.
Er is z. i. wel wal veranderd Wel was in
Nov. de toestand reeds ernstig, doch de ver
wachtingen zijn, zoo al niet overschreden,
toch zeker bereikt en spoedeischende ern
stige gevallen eischen z.i. urgentie.
Uitstel tot plm. 24 Jan. kan z. i. niet wor
den gedragen. Het 2e voorstel zou b.v. dan al
heel weinig meer beleekenen daar de kas-
uitkeeringen dan grootendeels weer zullen
zijn geëindigd.
Was op hel adres van het P A. S
spoedig prae-advies uitgebracht zooals door
de voorzit Ier was toegezegd, dan waren zijn
voorstellen ook niet noodig geweest. Nu dit
prae-advies ontbrak moest zijn fractie wel
met eigen voorstellen komen met verzoek
om spooöeischend prae-advie9; doch met 5
Jan. wilde zijn fractie zelfs genoegen nemen.
Er is dus geen sprake van aan de touwtjes
trekken. Vel van weinig meegaandheid van
B. en W. die alleen beslissen willen over
het moment van behandeling, gesteund door
rechts.
De heer v. ECK heeft met verbazing en
ergernis kennis genomen van het voorstel
van orde van den heer Wilmer c.s.
Ook zijn fractie is gaarne bereid tot mede
werking met B. en W. en de andere raads
fracties in dit zoo belangrijke vraagstuk en
het is daarom vreemd, dat zij een spoed-
eischend voorstel in het belang der werk
loozen niel willen behandelen, 't Is alsof de
S. D. A P. niels met dit vraagstuk heeft te
maken. Dacht men dan werkelijk, dal de
S D. A. P. djt vraagstuk niet sleeds zal be
handelen? Dat zou zelfs zoo zijn. zoo er een
soc. dem. college zal. Het voorstel Wilmer
is geen voorstel om samenwerking te be\Tor-
deren! Als deze vergadering tot geen be
slissing leidt, wie is dan de schuld van
het vermorsen der presentiegelden?
Er is alleszins reden nu deze voorstellen
le behandelen gezien de nood. die toch niet
langer le ontkennen is. al erkent hij de
moeilijkheid voor den weihouder le letten
op de finantien der gemeente en op de
noodzakelijkheid de ellende te lenigen.
Op een samenwerking, bestaande in loven
en aannemen van de voorstellen van B. en
W. is zijn fractie niet gesteld; wij bedoelen
geen politiek fortuintje, als zorgt de rechter
zijde er voor dat het dit wordt bij*'de ver
kiezingen. Het zijn onze menschen voor een
belangrijk deel die gebrek lijden, doch ook
voor de slachtoffers der andere partijen
komen deze voorstellen gelijkelijk op. Spr.
is niet overtuigd, dat er heden geen zaken
te doen waren geweest, daar het praeadvies
over het adres van 'het P. A. S. bijna gereed
heette.
We zitten midden in den winter, directe
voorziening is ook daarom een gebiedende
eisch. Hoe moet het als er vorst komt?
Met kracht protesteert hij tegen de hou
ding van den lieer Wilmer c.s. en ook legen
het college, als B. en W. niet meer hebben
te zeggen, dan lotdusver geschied is.
De heer WILBRINK houdt slaande, dat.
de heer v. Slralen kon weten, dat de be
grooting pas in dc tweede helft van Ja
nuari zou worden behandeld. Z.i. is er
I
misschien aandrang gekomen van onderop,
die den heer v. Stralen heeft gedreven. In
derdaad i9 de toestand niet veranderd, want
het cijfer zegt z.i. weinig in dit geval. Als
1500 werkloozen beter regeling noodig heb
ben dan ook 1000. Wenschen blijven er al
tijd, zelfs al zouden do voorstellen v. Stra
len aangenomen, doch daarom dienen alle
voorstellen zorgvuldig le worden geAvikl en
geAvogen en daarom rust op de raadsmeer-
derheid een zware verantwoordelijkheid,
zelf wil de S.D.A.P. die niet dragen en ach
ter de groene tafel gaan zitten. (Tal van
inlerrurlies: geef ons maar eens 2 zetels!).
De heer v. ECK stelt niet in de eerste
plaats het gemeentebelang op den voor
grond doch het belang der S.D.A.P. bij de
werkloosheid. Om dit te bevorderen zal de
rechterzijde niet medewerken. Voor zulke
eischen kan de raad z.i. uit zelfrespect niet
uil den weg gaan.
Mevrouw BRAGG AARDE DOES meent
dal een goede samenwerking onmogelijk
wordt gemaakt door het voorstel Wilmer c.s.
dal is machlsmibruik. De heer Wilmer deed
zelf echter destijds een voorstel om eten
te verschaffen aan de werkloozen, hetgeen
aantoont, dat de nood ook z.i groot i9 en
nu wil hij de S.D.A.P. urgente voorstellen
onmogelijk maken.
Zij heeft geen beAvondering voor deze hou
ding A'an den heer Wilmer.
Ook de heer Wilmer vergeet hoezeer de
omstandigheden zijn veranderd ten nadeele
der werkloozen.
De heer VAN ES misl elk argument tegen
uilstel bij den heer v. Stralen die boven
dien geen enkele becijfering gaf o\rer de
kosten voor de gemeente. Uit nood zelfs de
gemeentefinanciën te verwaarloozen acht
spr. verkeerd. Als man van gezond verstand
had hij van den heer van Eek daarom een
andere houding verwacht.
Dwaasheid is het, dat de S.D.A.P. zich"
niet zou mogen bemoeien met de werkloos
heid, doch dit mag niet eenzijdig zijn. De
rechterzijde is verantAvoordelijk voor de
daden der gemeente en zal zich niet door
de S.D.A.P. laten A'oortsleepen.
Geestelijk zouden de werkloozen door
de«ze voorstellen niet worden opgeheven,
daarvoor is iets anders noodig.
De S.D.A.P. staat alleen op 't zuiver
materialistisch standpunt, dat bewijzen
deze voorstellen weer eens opnieuw.
Ook de historie bewijst overigens, dat B.
en W. oog hebben voor den nood en voor
bijzondere maatregelen niet terugdeinzen
als dit eisch is, gelet b.v. op de maatre
gelen tijdens A'orstperiode van \'orig jaar!
De heer ROMIJN, die aan geen enkel
besluit of A'oorstel meewerkte, dus neutraal
tegenover de zaak staat, meent, dat oolc
op 17 Nov. bekend was, dat 1 Tan. eon
Over Margaretha, de tweede uit de rij
der Sicilia-arische Koninginnen, weet de ge
schiedenis niet zoo heel veel te vertellen.
Bekend is, dat tijdens haar korte regeering
de treurige resles van twee kruistochten in
Catania landden; dat als direct gevolg hier
van, tegelijk met oorlogsellende en hon
gersnood ook wisselkoorts, pest en me-
laatsc'hiheid het land teisterden en dal zij
zelve ten slotte, met vrouwen en ridders,
mei pages en honden, vogels en vorstelijke
stoeterij jammerlijk omkwam. Stormen, die
later heerschten, hebben land en herinne
ring schoongeveegd van deze vrouw en van
'haar aanhoorigen en daardoor weten er
maar weinigen, dat zij een uitermate mooie
vrouw was, zeer streng en in groote angst
verkeerend voor het dierbare leven. Vele
der pestlijdenden deed zij vermoorden of in
de zee storten en, toen dit niet baatte en
de roes en de doods-larling in de met kruis
vaarders, monniken, deernen, schepelingen
en speellieden opgepropte stad hoogtij vier
den verdween zij plotseling, wanhopig ge
worden, uit aller oogen. Geruchten, dat zij
zich in de meest verborgen \rertrekken van
haar paleis had opgesloten, bleven even
onbevestigd als andere, die er liepen, dal een
scharlaken-kleurige domino, die sedert dien
tijd onherkenbaar, imponeerend en harls-
tochtelijk-ongenaakbaar bij alle gelagen en
feesten zich vertoonde, niet anders was dan
de verdwenen Koningin wat slechts er
toe bijdroeg om rondom de schoone, de verre
de door allen beminde, een dicht weefsel
van wenschen. droomen. geheimzinnigheid
en verisncreTis te spinnen, welke de doode-
lijk-aanvlasten in banketzaal en haven
kroeg niet konden nalaten te fanlaseeren.
Er wordt verhaald hoe een zekere Bocardo.
een nog jeugdig adept der geneeskundige
wetenschap, die. als zijnde reeds heelkun
dige, na hel sterven der drie stadsdoktoren
tot magister sanitatis of pest-verzorger was
aangesteld, bij den vruc'hteloozen strijd tegen
het kwaad als lam geslagen, eveneens als
alle anderen gegrepen werd door dien groo-
ten levensgier en het laat zich indenken
hoezeer zijn hart aan het kloppen sloeg, toen
in zekeren .nacht tegen het ochtendgloren, op
de straat achter den haventoren, diezelfde
scharlaken-kleurige domino, langs 'hem
heenstrijkend. zacht maar duidelijk het
woordje „kom" deed hooren.
Hij volgde de ijlings-voortschrijdende ge
daante door xie lichtkarige zij-steegjes*, hij
zag zich. verward, gelukkig, ontroerd, inder
daad onverwacht staan vóór een zijpoort van
het paleis en even later in een met fakkels
verlicht vrouwen-vertrek. Had hij zic'h door
vermetele wenschen laten meevoeren en van
dit uur iels zoets, iets liefelijks verwacht,
hij zou zich teleurgesteld zien. De schar-
laken-roode. slanke gestalte trad vóór hem
en zei: „Gij zijt de arts?"
Hij knikte.
Zij sprak: ,,Ik ben ziek. Gij moet mij ge
nezen".
Zij lichtte het bovenste gedeelte van het
masker op en van onder een feilloos-mooi
Aroorhoofd, dal teere jeugd omstraalde,
blikten de oogen zijner Koningin hem aan.
Zij zei:
„Een 'huiduitslag heb ik aan mijn mond.
Gij moet dat genezen!"
En met een plotselinge handbeweging
maakte zij nu ook het masker van onder vrij
Neus. kin en de week-gevormde gesloten
lippen waren wit. Alles scheen ingezonken,
als naarbinnen geschrompeld, zoodat de
beenderen zich accentueerden.
Bocardo werd vaalbleek.
„Sedert gisteren is alles iets verergerd",
sprak de hooge personage met roerend-
gespannen glimlach, in geheime angst.
Daar hij ZAveeg, werd haar oog strak; daar
hij bleef zwijgen, verstarde zij zelf en toen
er nog geen woord over zijn lippen kwam,
gilde zij:
„Het is dus melaatschheidl"
Hij knikte.
Zij deed een paar passen achteruit, maar
herstelde zich direct. Voornaam streng, zon
der ontroering vroeg zij hard:
„Ongeneeselijk?"
Hij knikte toestemmend.
Zij vroeg: „Hoe lang zal het duren nog?"
„Twee-maanden lang kunt gij hef kwaad
nog bedekt houden door een masker te
dragen.
Zij sprak als in zichzelf: „Twee maanden
leven, terwijl geen sterveling hiervan weet".
In haar oogen stond de koude beslissing
le lezen. Zij bedekte haar gelaat met het
masker en ging door de deur naar de trap,
builen. Bocardo, opgeschrikt, luisterde en
hoorde, dat zij een soldenier, die op wacht
stond een bevel toeriep. Hij vernam:
„Zes man bij de poort!"
Hij wist nu, dat bij het slot niet levend
meer zou verlaten.... de koningin be-
Avaarde haar geheim; de dolk wachtte
'hem
Hij stond nog geheel verward, met een
smarlelijken glimlach tegen den muur ge
leund, het hoofd gebogen, zoodat het lieve,
jongensachtige krulhaar hem over het voor
hoofd viel, toen hij de Kohingin zeggen
hoorde:
„Gij kunt gaan, Bocardo".
Zij greep naar een rol gouds, dien ze hem
reikte. Maar mogelijk dat dit spel met een
ten doode gewijde haar leed deed, want zij
wierp het goud in de la terug en zeide:
„Ik kan u niet danken. Doch inplaats van
dank aan u de trots: „ik heb mijn 'Koningin
gediend". En met een droevig gebaar wenkte
zij ten afscheid.
Zooals soms iemand, die niels meer te ver-
liezen heeft, al de lasten licht voelt worden
en zich ervan los weet Ie maken, over\rie!
ook Bocardo. loen hij nog eenmaal op den
drempel zich omwendde, zekere speelsch-
heid, bijna een vroolijkheid. Met een glim
lach zei hij: „Mijn Koningin? Ik ken u niet.
Tot haar hofstaat moogt gij behooren....
maar de vorstin zelve? Die heb ik eens van
verre zelf aanschouwd maanden geleden en
sedert is bot mij van binnen licht, door haar
beeld. Gij zijt schoondoch wat is uwe
schoonheid vergeleken bij de bare? Bij haar
oogen, van meesleepend-verleidelijke diepte
bij haar mond. bloed wanne zoelheid! Wal,
bij haar parelende tandenpracht, bij baar
AArangen, ëén wonder van perzik-teere huid?
Wal zijl gij. dame, bij dc Koningin
En hij wendde zich af. Toch draalde hij
nog even. Achter hem Averd geen geluid
waarneembaar. En daar hij eenmaal nog
naar haar heen keek, zag hij de vrouw op
haar zetel, gehuld in het scharlakenroods
feestkleed, inééngekromd. luidloos schreien.
Oneens hief zij zich op en zei zacht:
..Blijf."
En vóór hem uil liep zij naar de onver
lichte trap toe, het vertrek uit.
Haar volgend, door kromme gangen en
over verlaten trappen, tot eindelijk bij de
poort, sprong deze zonder geluid open. Zes
geharnaste mannen, als reuzen in het ster
renlicht. traden zonder een woord terzijde
en gaven den weg vrij. Wankelend en ver
ward zocht Bocardo den weg terug naar de
taveernes om met wijn en spel het aAmnluur
te vergeten, dat hem, om de korte spanne
lijds. weldra voorkwam al? pen spel zijner
\rerbeelding, doch waarover hij niettemin
eerst na jaren en jaren iets wilde vertellen.
0