IPS Net niet ziek genoeg om het bed te houden Neem ABDIJSIROOP KERSTMIS IN ANDALUSIE. KERSTVARIA. Circa 6 millioen gulden DE CENTRALE ONZE KERSTREBUS. In de Zuidelijke landen kent men noch den bjj ons en vooral in Uuitachlarul gebruikel(f- ken kersteoom, noch andere kersigebru.ktn, die men in de Noordetyke streken aantreit. De „noche buena", de vooravond van Kerstmis, is uitsiunend een kerne-ijke plech tigheid, doch deze wordt dan ook met bij zonderen luister gevierd. De grootsche nacht mis, de „Missa del Gallo", roept de men- scLeu tot inkeer en gebed, nadat z\j de voiralgaande week in uitbundige vo.ks e;>ct.n en rumoerige uitgelatenheid gevierd hebben. Tjjdens deze week wordt in Andalusié een „Kenia", vn kerstmarkt, gehouden. Dit is een echt volksfeest, waar men het karak- teristieke Zuidelijke karakter der menschen uit kan opmerken en ook de Andalusische voorliefde voor pracht en opschik. Doch ook de spotzucht en de vechtlust vieren daar hoogtij. Op het kerkplein worden lange rijen kraampjes opgesteld, waarin „cintas" (bonte, zijden linten), zilver-filigrain ea andere sie raden verkocht worden. In andere kraampjes koopt men allerlei snoepgoed, vooral koeken van tarwemeel, honing en amandelen, die even hard zijn als een steen en voor een Spanjaard ona'sch.idelrjk aan K rslmis ver bonden zijn. Ook rozenkransen, heiligenbeel den. gebedenboeken en met volksliederen of balladen bedrukte bladen papier worden te koop aangeboden. De kraampjes met muziek instrumenten hebben het echter het drukste, vooral die, waar men zambamba's verkoopt, die ook bij een Spaansch kerstfeest niet mogen ontbreken. Een „zambamba" bestaat uit een pot van aardewerk, ongeveer zoo groot als een bloempot, die met een trom melvel bespannen is. Op dit trommelvel is een dun riet staafje bevestigd, dat heen en weer bewogen kan worden. Wanneer men dit doet met een eenigszins vochtige hand, geeft de zambamba een brommend of gorgelend geluid, dat al naar de grootte van het instrument hooger of lager is, doch altijd het noodige lawaai maakt. De zambamba is nog afkomstig van de Hoeren en is een symbool van den herder; daarom wordt dit instrument dan ook op het vigilie van Kerstmis door jong en oud bespeeld. Tusschen het gebrom der zam bamba's hoort men het gepiep van een doedelzak, het rammelen van castagnetten en het geklingel van een tamboerijn. Onder dit rumoer beweegt een bont gekleede volks menigte zich door de straatjes en over de pleiDen. Langs de trottoirs staan honderden ezels en muildieren naast groote hoopen zuidvruchten: versche druiven, sinaasappe len. bananen en ananassen. Mulatten ver korpen aan stukken gesneden su'k rshngen en cocosnot-en. Jonge meisjes met frissche rozen in het donkere haar bieden hun waren t.e koop aan en niten een stroom van scheld woorden tegen de jongens, die hen hl te brntaai het hof maken. De verkoopers der gedrukte liedjes reci- teeren ze met galmende stem; de pamfletjes ziin versierd met groteske houtsneden. Overal klinkt het schelle geroep van in lompen gekleede zigennervrouwen, die over houts koolvuurtjes kastanjes en pünappels roos teren of wnfe's IBunnneTasl bakken. Na zons- ondergand begint het eigenlijke feest der noche buena. Troepen mooi aangekleede jongens en meisjes trekkend zingend en juichend door de straten. Guitaren en cas tagnetten, tamboerijnen, zambamba's klinken. Oeroude volksliederen worden op de plei nen begeleid door typische nationale dansen. Waterdragers en koekverkoopers schreeuwen zich schor bij het aanprijzen van hun waren; nit de talrijke kroegen hoort men een wild geschreeuw en gejoel van halfdronken men schen opstijgen. Tegen elf nur verstomt het lawaai. De menigte gaat uiteen. De luidende klokken verkondigen de geboorte van den Zalig maker der Wereld en roepen de geloovigen op tot de „Missa del Gallo". Gesluierde vrouwen en mannen in donkere mantels stroomen de wijdgeopende deuren der ka thedraal binnen. De dolle vreugde van het volksfeest heeft plaats gemaakt voor de ernstige devotie van een groote godsdien stige plechtigheid. In de hooge kerk is het doodstil. Zwijgend en vroom liggen de menschen op de knieën, terwijl de dienstdoende pries ter voor het Hoogaltaar de gebeden leest Flikkerend kaarslicht schijnt op de pilaren] dia boven verdwenen in het donker der gr welven. De veelkleurige schilderingen der hooge Gotische venters worden door het maanlicht bes-benen en werpen vreemde kleuren over de donkere kleeren der menigte. Om twee uur is de Mis afgeloopen. Plech tige orgelklanken doorstroomen de kerk. Op het altaar worden de kaarsen gehluscht. Zwijgend staan de knielende menschen op cn gaan naar buiten. Aan den nachtelijken hr-mei stralen de sterren, zooals men het alleen tn Zuidelijke landen ziet.De stra ten die enkele uren geleden nog zooveel drukte en feestgewoel te aanschouwen gaven, zijn nu stil. (Nadruk verhoden). RECLAME. Asp W|w< bij verkoudheden en rheumatiek Weiger namaak en let er op da! op elke tablet het woord 'Bayer* staal. Prijs 75 ets, 61U SCANDINAVISCHE KERSTGEBRUIKEN. Ieder land heeft zijn eigen kerstgebruiken. Zoo wordt in Zweden en Noorwegen de kerstboom reeds op den eersten Advents zondag opgesteld. Eiken dag komt er één lichtje bij, totdat op Kerstmis den geheelen boom verlicht is. Gedurende deze dagen staan alle huizen open voor de zwervers, die hartelijk ontvangen werden aan den steeds gedekten tafel. Ook de dieren, vooral de vogels, worden met liefde verzorgd, ter wijl allen er naar streven, vrede te ver spreiden en te behouden, wat een zeer prij zenswaardige trek van het feest is. Oude twisten worden vóór Kerstmis bijgelegd en lang gekoesterde wrok uit de harten ver dreven. KERSTBOOMVERSIERING EN WAAR ZE VANDAAN KOMT. Velen vragen zich niet af, waar de ver sierselen van hun kerstboom vandaan komen. Elk jaar opnieuw wordt er een groote hoeveelheid van verbruikt in alle landen, waar de kerstboom tot de kerstge bruiken behoort. Oorspronkelijk werden deze versierselen gemaakt in Duilschland, in de dorpen van Thüringen en Franken, waar gehe'ele gezinnen zic'h bezig hielden met het vervaardigen der teere voorwerpen. Vooral de omgeving van Sonneberg en Neurenberg was een middelpunt van deze bewerkelijke en weinig loonende huisvlijt; deze streken zijn ook in de geheele wereld bekend om hun speelgoedindustrie. Oude voorbeelden worden nagemaakt, nieuwe uit gedacht, en elk jaar worden zij op de beide groote jaarmarkten te Leipzig tentoonge steld, om van daaruit door de groothande laars en exporteurs naar geheel Europa te worden verkocht De wijze van versiering van den kerst boom is zeer verschillend. Oudere menschen geven dikwijls de voorkeur aan het aesthe- tisch effect van kaarslicht op een overvloed van zilverdraad, doch waar er kinderen in huis zijn, vindt men gewoonlijk een meer kleurige versiering, waarbij ook snoepgoed niet ontbreekt. Bollen en kettingen van ge kleurd glas worden afgewisseld door voor werpen .die de kinderen zelf wekenlang uit geknipt, geplakt, verzilverd en verguld heb ben. Velen geven er ook den voorkeur aan, niet elk jaar een geheel nieuwe kerstboom versiering te koopen, doch zooveel mogelijk de versierselen uit vroegere jaren opnieuw te gebruiken met het oog op de daaraan ver bonden herinneringen. Anderen versieren den kerstboom zoo min mogelijk of maken zelfs uitsluitend gebruik van kaarsen. Het is ook wel aan te raden, den kerstboom niet te overladen, zelfs niet voor kinderen, om dat dan de schoonheid van den donker groenen boom op zichzelf niet meer uitkomt. Even oneigenlijk is het gebruik van elec- trische gloeilampjes op een kerstboom-, deze mag slechts verlicht worden door het zachte licht der kaarsjes, terwijl ook de kamer niet te licht mag zijn. DE EERSTE KERSTBOOM. De eer9le betrouwbare mededeeling over het opstellen van een kerstboom wordt ons gedaan door een onbekende man uit Straats burg, die in de zestiende eeuw geschreven heeft: „Op Kerstavond wordt te Straatsburg in de kamer een denneboom opgezet, waar aan men rozetten van veelkleurig papier, appels, klatergoud en suikerwerk hangt." Hieruit volgt echter niet, dat dit gebruik niet van veel ouderen datum kan zijn. Men neemt zelfs aan, dat het een oud gebruik der Alemannen in den Elzas was en weer opleefde omstreeks 1500. Tevoren was het een tijd lang bijna vergeten geweest, o.a. omdat de in 1024: gestorven Bisschop Bur- chard van Wormes ijverde tegen het ge bruik, boomen te versieren met kaarsen en andere voorwerpen, omdat daardoor de ge dachte werd opgewekt aan wonderboomen en de vereering van heilige boomen in den heidenschen voortijd. Het is dan ook niet buitengesloten, dat er tusschen den altijd groenen, verlichten kerstboom en oude hei- densche gebruiken verband bestaat. Het Noorsche joelfeest is folkloristisch ge sproken de voorlooper van het Kerstfeest en daarin speelde de lijsterbes een rol. Een oude IJslandsche sage vertelt van een hei lige lijsterbes, die in den nacht der zonne wende straalt in een geheimzinnigen glans van duizenden lichtjes, zoodat de kale klip pen aan de eenzame kusten der zee in het licht flikkeren. In de 17e en 18e eeuw trof men als voorlooper van den kerstboom een groengeverfde, houten, pyramidevormige stellage aan, waarvan de hoeken versierd waren door verscheidene rijen kaarsen. Deze Kerstpyramides hebben zich het langst ge handhaafd te Berlijn, waar zij nog in het midden der vorige eeuw verkocht werden op de van ouds beroemde kerstmarkt, die op het slotplein gehouden werd. Tegenwoordig treft men echter overal in Duit9chland den verlichten denneboom aan. RECLAME. verzekert „De Centrale" elk jaar opnieuw. Welk een bedrag voor een Instelling, waarvan het leger der po lishouders uit modern den kende arbeiders bestaat! Alléén een polis bij „De Centrale" - moet het parool luiden! Vraagt U eens onze concurreerende tarieven I RIJNSTRAAT DEN HAAS. 6117 I. 1812. 29 Junij, Groningen. Na dat het 125e regement van Linie, waaronder ik toen als kapitein diende, of wel de drie eerste bataljons van hetzelve, gekomman- deerd door den kolonel Wagner, zich te Groningen verzameld, en alle detachemen ten zoo van de Oostriesche eilanden als van de zijlen (zeesluizen) aan de vaste kust van Oostfriesland, aan zich getrokken had, en geweer en wapenen in goeden staat ge- bragt waren, vertrokken wij eindelijk den 29e Junij 1812, ten getale van ongeveer 1600 weerbare manschappen uit Groningen (voor de meeste helaas! om nimmer weder te keeren) en namen onze marsch op Win schoten, een aanzienlijk vlek in de provin cie Groningen, nabij Oostriesche grenzen. Op dezen marsch, het aangename en door de fraaiste buitenplaatsen omringde dorp Sapmeer passeerende, konde ik niet nalaten een afscheidsbezoek af te leggen bij mijnen neef, welke aldaar den post van pre dikant bij de Luthersche gemeente be kleedde. Aandoenlijk was ons afscheid daar wij beiden, ale het ware een voorgevoel hadden, dat wij elkander voor het laatst omhelsden. En dit voorgevoel is," helaas' maar al te zeer bewaarheid; echter niet zooals ik gedacht had: want ik. die mij aan duizenden gevaren, en eenen bijna zekeren dood ging bloodstellen. ik werd uit alle deze gevaren gelukkig gered, en kwam Na hier dus op onze manier uitgerust te hebben, marscheerden wij den öden Julij op Delmenhorst, en des anderen daags op Bremen. Daar ik hier in den jare 1807, voordat wij Straalsund te belegeren, eeni- gen tijd hadden doorgebragt. vond ik voor mij hier niets vreemds. Echter ging ik, voor zoo veel mijn tijd het toeliet toch nog eenige oude kennissen bezoeken, wier gulle vriend schap mij de onaangenaamheden van den rustdag (dien wij weder hier hielden en die vooral niet beter was dan de vorige) hielpen verzoeten. Hier moesten de kompagnies- massa's (o) in de regementskas gestort wor den; en dus kwamen zij in een zinkend fonds: want er is immer iets van te regt gekomen. Indien de Framsche administratie er nog iets ingelaten heeft, zullen onze vrienden de Kozakken zich wel over de re-st ontfermd hebben. Na van hier over Ottersberg en Rofhen- burg gemarscheerd te zijn, kwamen wij den 9den te Forst&dt, een klijn dorp, alwaar ik op eene pachthoeve ingekwartierd werd. Hier had ik gelegenheid om een goed paard te koopen; 'hetwelk mij in het vevolg vele diensten gedaan heeft. Des anderen daags marscheerden wij op Haarburg van waar wij, op daartoe gereed liggende schepen, over de Elbe, naar Ham burg voeren. Deze stad was mij wel bekend;' De oplossing van bovenstaande rebus zal gepubliceörd worden in ons blad van Maandag» 29 December. behouden in mijn vaderland terug maar ik vond er mijnen neef niet meer; hij was zelfs niet meer in het land der levenden. Want, na de omwenteling hier te lande, met zijne vrouw en vier kinderen naar Batavfa vertrokken zijnde, overleed hij aldaar kort na zijne aankomst, benevens zijne vrouw en twee kinderen. Zo onzeker is dus des menschen lot, en niemand weet den tijd of de plaats zijns doods 1 Dus waren die twee ongelukkige vader- en moederlooze wcezen, in een vreemd gewest, 2000 mijlen van hunne bloedverwanten verwijdert, en van allen steun ontbloot. Doch God, Die de vader der wezen is, verliet hen niet De Luthersche gemeente te Batavia nam zich hunne vaderlijk aan, en zorgt edelmoedig voor hunne opvoeding. Den volgenden dag marscheerden wij van Winschoten, en kwamen, na de rivier de Eems gepasseerd te zijn, te Leer, een niet onaanzienlijk steedje in Oostfriesland; en van daar 's anderen daags te Westerstee; en den 2e Julij te Oldenburg. Gelijk het nu rei zigers dikwijls gaat. dat zij somtijds onver wachts oude kennissen ontmoeten, zoo ging het mij ook hier. Toen ik in den jare 1811 op het eiland Wangeroog,-gelegen aan den mond van de Iade, kommandeerde, gebeurde het menigmalen dat er afgedankte of gepa9- poorteerde Hannoversche militairen door de Engel9chen aan wal werden gezet; hetwelk ik last had het ongehindert toe te laten. Nu gebeurde het op zekeren tijd, dat, onder anderen, ook een kornet of vaandrig met zijne vrouw aan land werd gezet. Deze vrouw had het ongeluk, van bij het van boord stappen in de branding te storten, waaruit zij met veel moeite gered, en geheel zonder bewustheid tot mij gebragt werd. Ik droeg alle zorgen voor haar. die hare omstandigheden en de menschlievendheid vorderden-, en ik had het genoegen, haar spoedig weder bij te brengen, en weldra ook van haren schrik hersteld te zien. Dezen kornet nu en zijne vrouw trof ik hier in Oldenzaal aan. Men kan denken dat onze ontmoeting hartelijk w.as. Wij herinnerden elkander nog menigmaal het gebeurde, en hunpe dankbaarheid beijverde zich om mijn verblijf in deze stad zoo genoeglijk te ma ken. als hun mooglijk was. Den volgenden dag hielden wij hier rust dag. Gij zult u nu zeker verheelden, waarde lezer, dat wij nu op ons gemak konden gaan en doen wat wij wilden. O neen! zulk een rustdag is, bij ons soldaten, al een raar ding! dat was, van den morgen tot den avond, niets anders dan appèl, inspectie, exerceeren, loopen en. draven zoo dat wij des avonds even moede waren, alsof wij den gantschen dag gemarecheerd hadden, zoodat wij naderhand eenparig verlangden, liever te marscheeren, dan rustdag te houden en zoo moet gij u in het vervolg al onze rustdagen voorstellen, op eenige weinige uitzonderingen na. daar ik in den jare 1807 hier eenigen tijd gelegen had. Ik was toen bij eenen suiker raffinadeur gelogeerd geweest, welken ik weder wilde bezoeken-, doch ik hoorde, dat hij niet meer te Hamburg woonde; maar zich op het land geretireerd had. Denkelijk zal de man zijne schaapjes op drooge gehad hebben en dan heeft hij van achteren be schouwd', wijsselijk gedaan: want het was in den jare 18131814 juist zoo aardig niet in Hamburg, toen de maarschalk Davoust aldaar zijne verfoeilijke rol speelde. Ham burg is, zooals bekend is een zeer vermake lijke stad: dan het vermak el ijkste gedeelte van dezelve, was de zoogenaamde Hambur- gerberg buiten de Altonasche poort, waar eene onafgebroken rij van de schoonste lusthuizen met sierlijk geboomte, het oog verlustigde. Meermalen had ik, bij mijn vorig verblijf, mij hier vermaakt; en kon dus niet nalaten, clie genoegens bij mijn kortstondig vertoef, thans nog eens te ge nieten: daar dit welligt voor de laatste keer in mijn leven zoude zijn. En waarlijk, ik kan niet zeggen, hoezeer het mij smarte naderhand te vernemen, dat deze schoone plek gronds, die het voornaamste genoegen van een gansche groote stad uitmaakte, enkel op den wensch van den toenmaligen kommandant verwoest is geworden, alleen om de positie van Hamburg, eene stad. die op den duur toch niet houdbaar wa9, voor eene korten tijd te verdedigen. Rampzalige gevolgen van den krijg, welke alles, wat menschelijk vlijt, met groote kosten en lan gen tijd daarslelt, dikwijls in één oogenblik vernielt, enkel om de luimen van eenen vorst ten dienste te staan! Hoe vele eertijds bloeijende steden en vlekken zijn niet het ongelukkige slagtoffer van deze verfoeijelijke drift geweest! (Wordt vervolgd). RECLAME. 6102 Zoo'n hoestaanval, die U afmat en ver velend maakt, die kou door Uw leden, die beklemde ademhaling: dat zijn de gevolgen eener verkoudheid, waarmee Ge blijft rondloopen. Laat Uw toestand niet verergeren. Neem 3 x per dag Abdijsiroop en gebruik de gemakkelijk mede te nemen Abdijsiroop-Bonbons 60 ct. („gestolde" Abdijsiroop). De meest vastzittende slijm komt los door Abdijsiroop, waardoor Uw hoest kan verdwijnen en Uw adem regelmatig wordt. Gij voelt U opknappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 16