wn veafutait c£g riaid:
MYSTERIE
PARLEMENTAIR OVERZICHT
BINNENLAND.
an haar geheel op een bepaalcl oogenblifc,
gewoonlijk na 30 jaar, worden afgelost.
Behoud van de algemeene reserve acht hij
noodig.
Dit lid constateert met voldoening, dat de
werkwijze van de Commissie van Financiën
met medewerking van B. en W. grondig is
gewijzigd. Deze werkwijze wordt thans ech
ter niet meer door de verordening gedekt. Hij
vertrouwt daarom, dat B. en W door voor
stellen tot wijziging van deze verordening
in te dienen, bereid zullen zijn ook den
laatsten stap in dezen te doen.
Hetzelfde lid verzoekt B. en W. de kwestie
van de financiering van uitbreidingen van
de bedrijven, in 1928 aanhangig gemaakt
door een voorstel De Reede-Bosman met be
trekking tol de financiering van de uitbrei
ding van de Electrioiteitsfabriek met ee:i
•turbo-generator, in onderzoek te nemen.
Ten slotte brengt dit lid hulde aan de door
de Wethouders van Fabricage en Financiën
betoonde activiteit.
Tegen wederinvoering van de zakelijke
belasting op het bedrijf hadden meerdere
leden bezwaar.
RECLAME.
B. en W. antwoorden:
Geenszins kunnen wij toegeven, dat ons
College te eenzijdig den nadruk heeft gelegd
op de schaduwzijden van hel financieels
aspect van Leiden's toekomst. Uiteraard
'hebben ook de ongunstige tijdsomstandig
heden van het oogenblrk het opmaken van
de begroeting beïnvloed. Niet aWeen echter
op grond van de tegenwoordige tijdsomstan
digheden schreven wij in den geleidebrief,
dat voor de verdere toekomst het algemeene
aspect niet geheel bemoedigend was; tot
d&ze conclusie kwamen wij ooi:, omdat
eenerzijds vele belangrijke voorzieningen in
het belang van de ontwikkeling van de
gemeente moeten worden getroffen, die ge
durende de eerste jaren zware edschen aan
de gemeentekas zullen stollen, en anderzijds,
omda.t onder de werking van de nieuwe wet
op de financieele verhouding tusschen Rijk
en Gemeenten en het gewijzigde belasting
stelsel de gemeente in welhaast de voor
naamste bronnen van inkomst zeer is be
perkt
Ons Col-lege onderschat niet het voordeel
van de vastheid van een inkomst van meer
•clan 1 milldoen, uit het gemeentefonds en de
andere vaste baten, doch daartegenover
staan vaste uitgaven.
Van een gewild optimisme getuigen o.i.
beschouwingen, die ten opzichte van de
hooge uitgaven voor werkloosheid- en ar
menzorg verklaren, dat zij een gevolg van
den bestaande n toestand zijn, welke van
voorbijgaanden aard is; die zelfs de uitgaven
voor publieke werken daarmede gelijk stel
ten en den achterstand reeds over eenigen
tijd zien ingehaald.
Op het gebied van puiblieke weiken is im
mers nog zoo buitengewoon veel te doen,
dat men zich niet mag vleien met de ge
dachte, dat binnen korten tijd daarvoor niet
meer aanzienlijke bedragen noodig zuilen
zijn. Bovendien komen voortdurend n'ieuwe
behoeften op. waaraan moet worden vol
daan. Men mag de uitvoering van publieke
werken daarom absoluut niet als een zaak
van voorbijgaanden aard aanmerken.
Ook omtrent den duur van de heerschende
crisis valt thans nog niets te zeggen. Het
schaduwbeeld is dan ook o i. overheer-
schend; zelfs is sedert het opmaken van de
begrooting het aanzien van den financieelen
t-oestand eer slechter dan beter géworden.
Zonder nu den toestand bepaald ongun
stig le wi-lilen noemen, kan men wel zeg
gen. dat hij zorgèischend is, maar dan zorg-
eischond in de dringende beteeken is van het
woord.
Wat betreft de afschaffing der straatbe
lasting in de plaats van deze belasting,
welker opbrengst werd geraamd op
f. 200.000.wenscht bedoeld lid de vol
gende maatregelen te nemen:
verhooging van het aantal opcenten op
de vermogensbelasting tot 50; meerdere op
brengst f. 35000.
weder-invoering van de zakelijke belas
ting op het bedrijf, waarvan de opbrengst
wellicht kan worden geraamd op f. 65 000;
invoering van de belasting op bouwter
reinen, die b.v f. 10.000.kan opbrengen.
Hot hier aan het woord zijnde lid be
grijpt. dat het gat van f. 200 000.dan
nog niet gedicht is. en wil het ontbrekende
daarom maar nemen uit het batig slot van
de rekening 1929, hetwelk wij voorstelden
in het Fonds voor Stadsverbelering te
•storten.
De door het desbetreffende lid voorge
stelde dekking van het ontbrekend bedrag
kan voor de toekomst geen dienst doen,
daar men bronnen noodig heeft, die blij
vend zijn, waarop dus voortdurend kan
worden gerekend. Aan dezen eisch beant
woorden niet batige saldi, aangezien men
niet tevoren weet, of en tot welk bedrag
de rekeningen batige saldi zullen opleveren
Bovendien zou ten opzichte van de onder-
werpelijke begrooting dit middel niet meer
kunnen worden toegepast. Het was toch
reeds tevoren bekend, dat het fonds (met
inbegrip van liet batig slot) al zoo goed als
geheel een bestemming had gekregen.
Eensdeels moet het huur toeslagen fonds
hieruit worden gevormd, terwijl het restant
zal worden aangewend voor verbetering
van wegen en aldus mode dienstbaar zal
worden gemaakt aan de beteugeling van de
werkloosheid, hetgeen, naar wij meenam,
meer in den smaak van den voorsteller
zou vallen, dan besteding voor een begroo-
tingsfekort. De straatbelasling is de eenige
oplossing in de huidige omstandigheden
Een en andermaal hebben wij de nood
zakelijkheid betoogd van het behoud van
de algemeene reserve als middel om even-
tueele begroolingslekorten op te vangen,
d.i nivelleering van den belastingdruk;
vooral than« nu de toekomst zoo onzeker
is, klemt dit. Voorts dient men zich er re
kenschap van te geven, dat het bedrag der
rijksuitkeering ppr inwoner voor 5 jaren
vastligt en dat, volgens de bepalingen der
welt daarna alleen een nieuwe berekening
van de uifkperine plaat* heeft op de basis
van het gemiddelde van de desbetreffende
uitgaven enz van de 5 voorliggende jaren
De gemeente zal zich aan dezen toestand
moeten aanpassen. Het toepassen van een
andere wijze van belastingheffing ligt niet
in dc macht van de gemeente en zou niet
dadelijk, wanneer Leiden er behoefte aan
had, kunnen worden ingevoerd. Hieraan
willen wij nog toevoegen, dat opvoering
van de progressie, vooral voor Leiden met
zijn gering aantal hooge inkomens, een
zeer ongewenschte maatregel zou zijn.
Op hetgeen het vorenbedoeld lid opmerkt
met betrekking lot de winsten van de be
drijven. in het bijzonder van die der Licht
fabrieken, volstaan B en W. met nog eens
le herhalen, dat deze winslen, die ook in
tal van andere gemeenten een belangrijk
bedrag op de begrooling uitmaken, alles
zins redelijk gerechtvaardigd zijn. Ook i9
deze bron niet zoo onzeker. Evenzeer zou
men kunnen afdingen op de stabiliteit van
den sluilpo9t der begrooting- de opcenten op
de hooTdsom der gemeentefondsbelasting.
Docht afgescheiden hiervan zouden wij
dit lkl willen vragen, waar hij het millioen,
dat thans uit de Lichtfabrieken komt. dan
wel wil vinden, vooral na de nieuwe^wet op
de financiëele verhouding en de wijziging
van het belastingstelsel.
Wil men de in afwijking van ons voorstel
aangenomen grootere belastingverlaging,
dan het exploitatie-saldo van den dienst
1928 mogelijk maakte en waardoor men een
aanzienlijk bedrag aan de Algemeene Re
serve onthield, een prijzenswaardige daad
noemen, dan komt daarvoor uitsluitend lol
toe aan den Raad en niet aan ons College,
dat die verdere verlaging ten zeerste heeft
meenen te moeten ontraden.
Ook de begrooting 1931 hebben wq slui
tend opgemaakt; dat het dienstjaar 1932
als gevolg van den overgang van den ouden
naar den nieuwen toestand er vermoedelijk
ruim f. 100.000 nadeeliger voor zal staan,
rechtvaardigt nog niet de conclusie, dat de
thans aangeboden begrooting normaal"
een tekort aanwijst' van L 108.000. On
welke wijze de begrooting 1932 sluitend is
te maken is thans niet aan de orde. Wan
neer men mtusschen in aanmerking neemt,
dat de opcenten op de gomeentefondsbe-
lasting feitelijk dc sluitpost dei begrooting
vormen en deze opcenten nog slechts do
geringe marge van plm. f. 130.000 bieden,
wordt het zorgeischende van den toestand
en de noodzakelijkheid van de instandhou
ding van de Algemeene Reserve intusschcn
wel heel sterk geïllustreerd.
Wat de leeningspolitiek betreft, die even
eens ter sprake werd gebracht, brengen
v/jj, voor zoover noodig, onder de aandacht,
dat ons College er zich terdege van bewust
dat in dit opzicht de moeilijkheden
aanzien mededeelen, dat er in beginsel bij
ons College geen bezwaar tegen bestaat,
dat de Commissie ook formeel als Commis
sie van Bijstand wordt ingericht Deze aan
gelegenheid is in voorbereiding -, het overleg
met de Commissie is nog gaande.
In verband met het denkbeeld, neerge
legd in het ingetrokken voorstel de Reede-
Bosman in zake de financiering van de uit
breidingen der Lichtfabrieken uit het ver
nieuwingsfonds, heeft ons College in ös
maand Maart van dit jaar een Commissie/
ingesteld, bestaande uit genoemde heeren,
alsmede onzen Voorzitter en den Wethouder
van Financiën.
Deze Commissie heeft de aangelegenheid
nog in studie.
Steunt, bij gelijken prijs en
kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
TWEEDE KAMER.
zijn toegenomen, nu het Fonds voor Stads
verbetering is verbruikt.
Deze reserve, op voorstel van ons College
ingesteld, heeft inderdaad zeer nuttig ge
werkt; er zijn echter nog tal van objecten,
welker kosten ten laste van het fonds be
hoorden te komen, en het is dan ook te
betreuren, dat niet meer middelen beschik
baar waren. In het vervolg zal dus voor
dekking van dergelijke uitgaven een keuze
'zijn te doen tusschen geldleening en ge
wonen dienst. Zoo eenigszins mogelijk zullen
de uitgaven o.i. uit den gewonen dienst
moeten worden bestreden en alleen in uiter
ste noodzaak en wanneer de aard van het
werk zich daartegen niet verzet, zal dek
king door geldleening mogen plaats hebben.
Nu dus voor Stadsverbetering in den
aangegeven zin £een ionds meer beschik-
baar is, en ook de post „onvoorziene uit
gaven" noodgedwongen tot een bedrag van
f. 60.000.— beperkt moest blijven, zal men
nog meer dan vroeger zich met nauwgezet
heid moeten afvragen, of een uitgaaf, hetzg
van gewonen of van buitengewonen aard,
kau worden gevoteerd.
Intusschen zouden de cjjfers, die in het
vc-rslag omtrent de geraeenteschuld worden
genoemd, tot een minder juist oordeel kun
nen leiden II dt eerste plaats, omdai de
vermelde bedragen niet juist zijn.
Op 1 Januan 1927 bedroe? de gewone
schuld der gemeente f. 13.204.400 (do wo
ningwet-voorschotten buiten rekening gela
ten) Op dit oogenblik bedraagt de gewone
schuld f. 16 565 300.
In de tweede plaats behoori men bij de
vermelding van de schulden aan te geven
het gedeelte voor productieve en voor z.g.
improductieve doeleinden aangewend, om
dat een opgave zonder meer van het totaal
bedrag zeer weinig zegt. Van de tegenwoor
dige schuld kan een bedrag van ruim
^f 11.600 000 geacht worden te zijn aange
gaan voor productieve zaken (woningbouw,
bedrijven, aankoop eigendommen, enz.) en
een bedrag van slechts f. 5.^9.000 met z.g.
improductieve bestemming (aanleg wegen,
bouw van scholen, enz). Per inwoner zijn
deze bedragen resp. f. 164.96 en f. 70 26.
Met andere gemeenten kan Leiden in deze
de vergelijking zeer goed doorstaan. Van de
laatste leening ad f. 2 000.000 was b.7.
f 1.339 633 voor den aankoop van de aan-
deelen enz. L.D.M. en f. 416.728 voor wo
ningbouw bestemd. Ook mag men o.i. uit het
toevallige feit, dat tusschen de vorige lee
ning en de laatste van f. 2.000.000 een tijd
van ongeveer twee jaren ligt, niet de con
clusie trekken dat gemiddeld f. 1.000 000
per jaar moet worden geleend.
Of het in het verslag aangegeven denk
beeld inzake het sluiten van geldleeningen,
die na een bepaalden tijd geheel aflosbaar
zijn. tot vermindering van den aflossings-
last zou kunnen leiden, is voor ons nog een
vraag.
Voor zoover ons bekend, werd door over-
heids-lichamen nog niet een proef in deze
richting genomen
Thans rest ons nog de beantwoording van
een tweetal meer op zichzelf staande vra
gen.
De eerste betreft de taak van de Commm-
Financiën. Wij kunnen u te dien
Maal- en Meng-gebocL
In deze vergadering heeft Minister Rnys
de Beerenbronck zijn wetsontwerp Inzake
het maal- en menggebod verdedigd.
Hij heeft er op gewezen, dat het ontwerp
een economischen en een technischen kant
heeft. De Regeering heeft het ontwerp niet
ingediend, dan nadat zij zich van de tech
nische uitvoerbaarheid had vergewischt.
De strekking van het ontwerp is, om met
gepaste voorzichtigheid den tarwe-prijs gun
stig te beinvloeden, door het veredelen van
den afzet. De tarwe-prijs i9 door allerlei
oorzaken gedrukt en het ziet er niet naar
uit, dat de prijs spoedig zal opleven. Maar
als gevolg daarvan aldus de Minister
Zullen de boeren naar het verbouwen van
andere producten gaan omzien, omdat de
tarwe niet meer loonend is.
Daarom
er moet op min of meer kunstmatige wijze
iets worden gedaan, om de tarwe-prijs en
daardoor de tarwe-produclie te beinvloeden.
Het ontwerp mi wil den tarwe-prijs in-
fiuenceeren en tevens den waarborg schep
pen, dat het product ook verbruikt wordt.
De regeering is niet blind voor de bezwaren,
die aan elk kunstmatig ingrijpen verbonden
zijn, maar het belang van het eigen pro
duct rechtvaardigt dit ingrijpen. En de rege
ling die boven andere te verkiezen was
is zoo gemaakt, dat ze bij de uitvoering
zoo soepel mogelijk kan worden toegepast.
Het valt te betreuren, dat bij de regeling
ook andere bedrijven moesten worden lastig
gevallen, maar dit viel nu eenmaal niet te
Vermijden. Overigens zal niet zonder meer
elk 9oort inlandsche tarwe voor de brood
bereiding worden gebruikt, maar zal wel
degelijk op hoedanigheid en geschiktheid
worden gelet. Met de belangen der impor
teurs zal rekening worden gehouden. De
tarwe, die zij invoeren, zal op een plaats,
waar het op de meest-eenvoudige en rninst-
ko9tbare wijze kan, worden gemengd met
inlandsche tarwe, maar het gaat natuurlijk
niet aan, hun vrijheid te laten om onver
mengde tarwe in den handel te brengen: dit
mag de Nederlandsche handel ook niet, en
er is geen reden den importeur wel die
vrijheid te geven.
De Minister heeft verschillende der
aangevoerde bezwaren besproken en ont
kend en de onvoldoendheid van andere
aanbevolen maatregelen zijnerzijds in het
licht gesteld. Hij deelde echter mede dat de
Regeering bereid is een proef te nemen met
het z-B- bij-leveren (apart-leveren) van
inlandsch meel. Wat de zoo-even bedoelde
andere maatregelen betreft wees de Minister
er op, dat geen enkel ander 9telsel den
waarborg levert, dat het product ook ver
bruikt wordt. Dit doet het regeerings-stelsel
wèl.
Inzonderheid het verleenen van een pro
ductie-premie achtte de Minister niet aan
bevelenswaardig.
Immers:
zulk een premie zou hel karakter dragen
van ondersteuning. Dit is niet prettig. Ook
kan een premie prijsverlagend werken. De
motie van de Sluis moest daarom worden
ontraden. Belanghebbenden zijn er niet
in geslaagd een vrijwillig stelstel te ontwer
pen, dat hetzelfde effect zou hebben als
dat der Regeering.
Wat de broodprijs betreft, stelde de Mi
nister in het licht, dat de broodprijs den
tarwe-prijs niet op den voet pleegt te vol
gen. Niemand kan met zekerheid iets voor
spellen. Zelfs echter al zou de broodprijs
iets stijgen, dan nog staat daartegenover, dat
velenook buiten den landbouw belang
hebben bij een beteren economischen toe
stand. Overigens is de maatregel van tijde-
lijken aard en het percentage binnenland-
sche tarwe zal door de Regeering worden
bepaald naar gelang van de omstandigheden.
Uit welke mededeeling bleek, dat niet aan
stonds naar de 25 pCt zal worden gestreefd.
De Minister eindigde met aanneming van
het ontwerp dringend aan te bevelen.
Bij de replieken heeft de heer Oud ernstig
geklaagd over het feit, dat de Minister geen
enkele inlichting geeft omtrent de wijze
waaop hij de regeling zal uitvoeren en con
trole daarop zal doen oefenen. Ook de heer
Knottenbelt wees er op. dat de indiening
van het ontwerp geheel praematuur is ge
weest: niemand weet hoe de regeling er
prnrlivh zal uitzien.
Bovendien:
Zelfs de heer Colijn bleek in geen erikel
opzicht eenige geestdrift voor het Ontwerp
te gevoelen en gat het advies, om als de
bezwaren in de practijk te groot mochten
zijn alsnog tot een ander stelsel over te
gaan.
De Minister was omtrent de controle nog
tul optimistisch: met enkele controleerende
ambtenaren zou kunnen worden volstaan,
meende hij.
Na sluiting van de algemeene beschou
wingen over hel ontwerp heeft de Kamer
de molié-y. d. Sluis (productie-premie)
met 68 tegen 18 stemmen verworpen,
Bij de artikelen kwam een belangrijk
arnendement-Eoon aan de orde, dat ten doel
had het meng-gebod te schrappen.
Immers:
de heer Boon wilde ieder, die buiten-
landsch meel of bloem gebruikt, verplichten
ook een zekere hoeveelheid binnenlandsdh
meel in voorraad te hebben. Of hij het wil
mengen, moet hij zelf weten: hij mag het
echter ook zelfstandig gebruiken. Het doel
wordt zoo meenden de heeren Boon en
Ond bereikt, wanneer men maar zéker
heid heeft, dat het inlandsche meel wordt
gekocht, dus verbruikt. Dan behoeft men
niet lot een bepaalde menging te verplichten.
Beide heeren deelden mede, dat hun
fracties (liberalen en vrijzinnig-democraten)
vrijwel geheel voor het ontwerp zouden
stemmen, indien de meng-plicht zou ver
vallen.
Echter:
in weerwil, van dezê verklaring heeft de
Minister het amendement-Boon afgewezen.
Hij had verschillende bezwaren. De con
trole zou zeer moeilijk worden. Men zou
ongemengde bloem in den handel brengen.
Zekerheid dat inlandsche tarwe in het
brood zou worden verwerkt, zou er niet be
slaan. Daarom verklaarde de Minister uit
drukkelijk, dal het amendement het ont
werp zou denatureeren: bij aanneming er
van zon hij het ontwerp intrekken. Dit
laatste was beslissend, want verschillende
leden van rechts kwamen nu verklaren, dat
ge tegen het amendement zouden 9temmen,
Niemand minder dan de heer Colijn echter
keurde 's ministère houding uitdrukkelijk
af. En de liberaal dr. Bierema protesteerde
tegen 's ministers „terrorisme".
Toch scheelde het tenslotte niet zoo heel
veel, want het amendement-Boon werd met
49 tegen 41 9temmen verworpen. Er vóór
stemden dc socialisten (behalve de heer
Schaper), vrijzinnig-democraten, liberalen,
communisten, staatkundig-gereformeerden,
de anti-revolutionairen Beumer en Schou
ten en de heer Floris Vos.
Tenslotte:
ïhet wetsontwerp werd met 58 tegen 31
stemmen aangenomen. Tegenstanders waren
de socialisten (behalve de heeren van der
Heide, Hiemslra, Schaper), de liberalen (be
halve de heeren Bierema en van Rap-
pard) en de vrijzinnig-democraten (behalve
de heer Ebels).
Zoodat het maal- en meng gebod er
is dóórgekomen, dank zij het dreigement
van den Minister.
De Voorzitter sprak een afscheidswoord
voor het reces en wenschte den leden een
aangenaam Kerstfeest. Hij heeft het zelf
ook verdiend, want hij deed de karakte-
restieke mededeeling, dat er sinds September
1280 redevoeringen zijn gehouden, met onge
veer 1 3/4 millioen woorden. Die heeft hij
allemaal moeten aanhooren!
Merapi.
Bij den aanvang der vergadering hebben
de Voorzitter en Minister Rnys de Beeren
bronck woorden van deernis gesproken met
den ernstigen ramp op Java.
De Kamer is tot 10 Februari op reces.
HAGENAAR.
DE P0STVLUCHTEN
NAAR INDIE.
In October een wekelijksche
verbinding?
Bsvredigende resultaten der radio-installatie
Op Schiphol heeft de heer Plesman,
directeur der K.L.M., gisteren aau de Pers
het een en ander medegedeeld over de
plannen inzake de postverbinding met Indië,
zulks naar aanleiding van de aankomst van
de P H.A.G.A.
"Het is de eerste keer, aldu3 zei de ar
Plesman, dat een vliegtuig van deze aime-
tingen de Indië-route heeft gevlogen. On
danks den kleinen tegenslag in Boedapest
ben ik van oordeel, dat de vlucht geslaagd
is. De F IX heeft bewezen voor de Indië-
vl och ten zeer geschikt te zijn. We hebben
dus nu de keuze uit drie typen. Vooreerst
da F VII B, waarvan de K.L.M. er vijf
bezit. Twee hebben we er inmiddels over
gedaan aan de Fransche maatschappij „Air-
Oriënt", terwjjl we twee nieuwe machines
van hetzelfde type hebben bijbesteld. Deze
machines zijn zeer goed geschikt voor de
vluchten op Indië, het nadeel is echter,
dat ze een beperkt laadvermogen hebben.
We hebben het weliswaar opgevoerd tot
5800 K.G. doch daarmee is dan ook het
maximum bereikt.
Het nieuwste type, dat wjj nu gaan in
voeren, is de F XII, een verbeterde en
vergroote F VIII. Deze heeft een laad
vermogen van 7250 K.G., is uitgerust met
3 motoren van 425 P.K. en beeft bovendien
een groots kruissnelheid, n.l. 190 K.M.
En dan onze grootste machine, de F IX,
wc-lke nu van haar eerste Indië vlucht
teruggekomen is. Haar laadvermogen is
9300 K.G. Ze is uitgerust met 3 Jupiter-
motoren van 500 P K.
Het is ons plan den Indië-dienst te gaan
ondertonden met 5 F XII- en 5 F IX-
vliegtuigen. Geleidelijk zal de F VII B van
deze route worden afgenomen.
Het belangrijkste van deze veertiendaag-
sche Inchtverbindingen, zoo verklaarde de
heer Plesman, nog eens, is. dat we nu reeds
de wekelijksche bootverbindingen met Indië
tn snelheid overtreff™ Maar ook de lucht-
verbinding moet wekelijks worden. We voeren
Herover onderhandelingen met de postauto-
riteiten. Slagen deze op tijd, dan zullen
in October van het volgend jaar een begin
maken met onze wekelijksche luchtverbin-
ding met Indië. Er zullen echter voor we de
verbinding geregeld het geheele jaar kunnen
onderhouden nog veel moeilijkheden te over
winnen zijn, zooals de moesson, die van
Mei tot en met Augustus duurt.
De heer Strijkers, die als marconist de
laatste vlucht meemaakte, vfllde nog niet
teveel in bijzonderheden over zijn ervaring
met de radio uitweiden, daar hij van zijn
ondervindingen in een rapport aan den
minister van Waterstaat verslag zal moeten
uitbrengen.
Over hot algemeen, zoo verklaarde hij,
ben ik tevreden. Ik moest onderzoeken in
hoover van een radiostation aan boord van
de vliestwgen op de Indië route profijt was
te trekken, zoowel op de lange als op de
korte golf. De korte golf. was zuiver exoeri-
menteei
Op de terugreis zijn de resultrten beter
geweest dan op de heenreis. Op het traject
CaTro-Bagdad raakte de korte golf defect.
De mecaniciens konden het euvel gedurende
de vlucht w«»r herstellen. De lange golf
is de voorkeur van zoovelen
voor Karei I niet. Het is in
tegendeel zeer verklaarbaar.
De Karei I rookers toch
worden altijd weer getroffen
door het ondefinieerbare in
geur, smaak en aroma, gevolg
van een superieure melange
der fijnste tabak, die het
monopolie is van
2500 arbeiders - 272 millioen sigaren per week
2 -3