NEDERL. Mij. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL
71ste Jaargang
DONDERDAG 18 DECEMBER 1930
No. 21705
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK
Het Voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per re^et toot adrertentiêD ait Leiden en plaatsen waar
agentschappen ran ons Blad gevestigd rijn. Voot alle andere
advertentiên 35 Cis. per regeL Kleine Adverlentiên uitsluitend
bij Tooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een
maximum aantal woorden Tan 30.
Incasso Tolgens postrechL Voor eventueele opzending Tan brieren
10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT3
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week018
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weet „0.18
Franco per post f. 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
VERGADERING
van den
GEMEENTEF AD VAN LEIDEN
op MAANDAG 22 DECEMBER 1930.
des namiddags te twee unr,
in het gebouw
„TOT NUT VAN 'I ALGEMEEN"
(Steenschuur 21).
Te behandelen onderwerpen: 5650
lo. Benoeming van 5 leden van de Plaat
selijke Schoolcommissie. (251)
2o. Praeadvies op hel verzoek van Ir. Cn.
C. van der Vlis, om ontslag als Ingenieur der
Gemeentewerken. (252)
3o. Voorstel tot verhuring van verschillen
de perceelen wei- en teelland. (259)
4o. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van een ge
deelte gedempte sloot langs den Lagen
Morschweg, Sectie B. No. 241, ged. (260)
5o. Voorstel tot aankoop van een perceel
grond nabij den Endegeesterstraatweg. kad.
bekend gemeente Oegstgeest. Sectie B No.
1682, ten behoeve van de gestichten ..Ende
geest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" en tot
beschikbaarstelling van de voor dien aan
koop benoodigde gelden. (261)
•6o. Voorstel:
a. tot aankoop in het belang van de Volks
huisvesting:
lo. van Ir. A. G. Bosman, een gedeelte
grond, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie
P no. 923 ged.;
2o. van Ir. P. J. van Voorst Vader, een ge
deelte grond kad. bekend gemeente Oegst
geest, Sectie E no. 2234 ged.
3o. van de N.V. Gemengd bedrijf Haagsche
Tramweg Maatschappij, eenige slrooken
grond langs de trambaan 's-Gravenhage
Wassenaar'Leiden, kad. bekend gemeente
Leiden, Sectie P no. 1241 ged en gemeente
Oegstgeest. Sectie E no. 2510 ged
b. lot inbreng van de sub a bedoelde gron
den in het Gemeentelijk Grondbedrijf;
c .let beschikbaarstelling van de voor de
sub a bedoelde aankoopen benoodigde gei
den. (262)
7o. Voorstel lot het geven van een naam
aan den weg loopende vanaf den Rijnsbur-
gcrweg bezuiden de trambaan der Haagsche
Tramweg-Maatschappij. (253)
8o. Voorstel tol het verleenen van een ver
goeding aan het gesticht „de Voorzienigheid"
in de kosten van stichting en exploitatie van
de bijzondere school voor buitengewoon lager
onderwijs aan den Zoelerwoudschen Singel.
(254)
9o Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor het in orde brengen van het
sportterrein aan den Zoeterwoudschen Sin-
gei eri in zake regeling van de exploitatie
van dat terrein. (263)
lOo. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de gedeeltelijke ver
nieuwing van de walmuren langs het
Utrechtsche Veer en de Oude Vest nabij de
Turfmarktsbrug. (258)
llo. Praeadvies op het voorstel van den
'heer Manders, tot verplaatsing van het
standbeeld van Boerhaave naar het kop-
einde van het middengazon in de Oegst-
geeslerlaan en tol beschikbaarstelling van
de daarvoor benoodigde gelden. (255)
12o Praeadvies op het voorstel van den
heer Zitman, in zake het leggen van dub
bel tramspoor over de geheele lengte van de
Hoogewoerd. (256)
13o. Voorste! tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de bijtrekking van
eeri gedeelte plantsoen achter „Aimicitia" bij
de beslaande veemarkt. (257)
14o. Voorstel tot toekenning van een jaar-
lijksche subsidie aan de N.V. Leidsche Auto
boxen-Garage, ten behoeve van den localen
Autobusdienst „Stadsverkeer" en tot vast
stelling van den desbelreffenden begrotings
staat, dienst 1930. (264)
15o. Praeadvies op het voorstel van den
heer van Stralen, in zake verhooging en uit
breiding van den Kerstloeslag aan werk-
loozen. (265)
KON. NED. MAATSCH. VOOR
TUINBOUW EN PLANTKUNDE
Maandelijksche bijeenkomst der
afd. Leiden.
De gisteravond in café-restaurant „In den
Vergulden Turk" gehouden vergadering van
de Afd. Leiden en Omstreken stond geheel
in het teeken van het Kerstfeest. Bij de
opening sprak de voorzitter, de heer J. G.
Ballego zijn voldoening uit over de talrijke
inzending van Kerstartikelen, waarin de
Kerststerren ons tegemoet straalden, de
Christmas Peppers in allerlei kleuren en
grootte tegenwoordig waren, de l'raaie rein-
vitte Kerstroos wedijverde met de mooie
Orchideeën en de bijzonder sierlijke, ele
gante bloeiwijze van de oranje-roode Euphor
bia jacquiniflora imponeerde.
Den leden werd verzocht om vooral vóór
1 .Tan, 1931 eandidaten op te geven voor
2 leden van het bestuur, in de plaats van
de heeren J. Kriest Jzn en G. Lubbe Thzn,
waarvan eerstgenoemde als secretaris ter
stond herkiesbaar is.
Na voorlezing der notulen werd mede
gedeeld dat de Winterbijeenkomst der Mijt
zal "plaats hebben op 12 Febr. 1931, op een
nader door het IL B. te bepalen plaats.
Van prof. dr. J. M. Janse was een r.chrij-
ven ingekomen dat hij wegens vertrek uit
Leiden bedankt als eere-voorzitter der af-
deeling met den wensch dat deze steeds
moge blijven groeien en bloeien. Besloten
werd hem schriftelijk dank te brengen voor
de wijze waarop hij steeds de belangen der
afdeeling mede heeft helpen bevorderen.
Den heeren A. J. Tatfijn, Joh. Ballego
en J. Brinkman werden verzocht een jury
te vormen voor het keuren der ingezonden
planten.
Naar aanleiding van een verzoek der
Redactie van het Orgaan der Kon. Ned.
Mij. v. Tuinb. en Piantk. om opgave van
allo oude, merkwaardige en interessante
hoornen in en om Leiden, kwam raenigen
boom ter sprake, waarbij bleek dat te
Oegstgeest, zoowel als in het Plantsoen en
den Hortus vermeldenswaardige hoornen ge
vonden worden.
Na de pauze werd door den heer Taffijn
medegeeld, dat aan de mooie Peppers van
den heer G. Verlind 9 punteD, de bijzonder
mooie Paperwhite's van den heer A. Zwart
10 punten, de Kerststerren enz. van den
heer Kriest 10 punten, de Orchideeën, Eu
phorbia's, Epiphyllum's enz. van de firma
Buurman 12 punten door de jury waren
toegekend.
Vervolgens besprak de heer J. Mater, de
in de bus gevonden vraag betreffende de
voornaamste uit Japan, hier ter stede inge
voerde planten op den proeftuin van jhr.
Ph. F. von Siebold, waarvan zeer zeker nog
wei 80 pot. in den handel is, zoodat er
van weinig bekend zijn geen sprake mag zijn.
Vooraf had spr. een korte beschrijving ge
geven van de levenswijze en het werken
van von Siebold zoowel in Japan, als hier
te lande en hier ter stede en illustreerde
hij zijn inleiding met de fraaie „Flora van
Japan" en eenige andere der beste werken
door von Siebold samengesteld.
De heer Witte deed nog een interessante
mededeeling betreffende de Aucuba. De om
streeks 1825 ingevoerde vrouwelijke Dlant
van Aucuba japonica werd eerst jaren daarna
gevolgd door een mannelijk exemplaar, dat
eveneens werd geplant in den proeftuin aan
den Lage Rijndijk, met het gevolg dat nog
hetzelfde jaar alle te Leiden en omgeving
groeiende vrouwelijke planten rijk met de
mooie roode bessen beladen werden. Dit
als bewijs voor het zich uren ver verplaatsen
van het stuifmeel, dat voor de bevruchting
onmisbaar is.
Hierna ging men over tot het bespreken
der ingezonden planten, hetgeen tot een
gezellig half uurtje aanleiding gaf.
Bij de rondvraag klaagde de heer van
Sluis zijn nood over het lange uitblijven van
het Jaarboekje der Mij. en bracht de heer
Mater eenige woorden van gelukwenschen
aan de heeren Ballego en Lubbe voor hun
verdiende onderscheiding op de Internatio
nale tentoonstelling te Antwerpen behaald.
Met dank aan de sprekers, inzenders en
een gelukkig einde van het Oude jaar werd
deze leerzame avond vrij laat gesloten.
o
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL
Nieuwe inschrijving: G Biesot Jr., Ha-
van 20a, Leiden, winkel in manufacturen en
aanverwante artikelen. Eigenaar: G. Bie
sot Jr., Leiden.
Opheffing: G. la Lau, Haarlemmerstr. 263,
Leiden, stoffeerderij levens winkel in meu
belen enz.
Wijzigingen: Café Restaurant Hotel Pen
sion „De Haagsche Schouw", Valkenburg-
scheweg 4, hoek Haagweg, Voorschoten. Uit
tredende eigenaar: J. M. R. Niese, Voorscho
len. d.d. Juni 1928.
„Onderling Hulpbetoon", Dorpsstraat 123,
Nieuwveen, ziekenhuisverzorging. Overleden
voorzitter: M. van den Ent Braat, Nieuw-
yeen.
INTERESSANTE LEZING VAN DEN HEER W. LUBBERINK
Onder de auspiciën van het departement
Leiden van de Nederlandsche Maatschappij
voor Handel en Nijverheid heeft de heer W.
Lubberink. leeraar in de staathuishoudkun
de teHaarlem gisteravond in hotel „den
Burcht" een lezing gehouden over het
„Werkloosheidsvraagstuk".
Na een korte inleiding van den voorzitter
van het departement, den heer N. C. F. van
Ginkel, die o.a. wees op de actualiteit van
het onderwerp, zeide spr. geen onfeilbaar
werkende middelen te .zullen noemen; maar,
dat het uitsluitend zijn bedoeling was dui
delijk te maken, dat: indien op den inge
slagen weg voort zou worden gegaan, het er
met de toekomst van West-Europa en dus
ook Nederland donker uit zou zien.
Allereerst, aldus spr., dringt de vraag zich
op: ..Wat is de inhoud van het werkloos
heidsvraagstuk? en dan blijkt, dat de gang
bare meening op het oogenblik is. dat de
economische orde heeft geleid tot de over
tolligheid van arbeidskrachten. Diegenen
echter, die aldus redeneeren beschouwen het
vraagstuk slechts van de economische zijde
en zien slechts het economische leven en
vergelen, dat hel leven zich afspeelt in het
geen Othmar Spann noemt ..de wereld der
middelen"; waarbij elk middel een doel
heeft en elk doel de bevrediging van een
menschelijke behoefte, van welken aard
ook. is. Bij een besludeering van het econo
mische leven moet men daarom aanvangen
met vast (e stellen:
a) dat het zieleleven van den mensch zich
doeleinden stelt;
b) dat door middel van het versland ge
poogd wordt deze doeleinden te verwezen
lijken;
c) dat zoowel in zijn ziele- als in zijn
verstandsleven de mensch afhankelijk blijft
van de natuurkrachten builen hem.
Wie dus bij de bestudeering van hel maat
schappelijk leven de drie elementen: „Ziel,
Verstand en Natuur" verwaarloost komt
vanzelfsprekend tot vreemde resultaten; ter
wijl een regeering, die bij haar sociale poli
tiek met deze factoren geen rekening houdt
onzekerheid, verwarring, armoede en ellen
de schept.
In de tweede plaats vragen wij ons af
welke verschijnselen wij waarnemen. Bepa
len wij ons dan tot den tegenwoordigen tijd,
dan "bemerken wij, dat millioenen men-
schen thans hun bestaansmiddelen ontvan
gen zonder hiervoor een contra-prestatie te
leveren; een vraagstuk wordt het echter,
wanneer wij ons de volgende vragen stellen:
A) Hoe is die toestand ontstaan?
B) Is het verschijnsel uit den weg te mi
men?
G> Zoo ja, zijn wij dan op den goeden weg?
Bij het nagaan der menschelijke geschie
denis blijkt, dat in de primitieve samenle
ving in de eerste eeuwen na het jaar 500
ongeveer van een werkloosheidsvraagstuk
geen sprake was; doch, dat tevens de levens
omstandigheden der menschen verre van
rooskleurig waren; de geschiedkundige wer
ken over de middeleeuwen daarentegen ma
ken reeds melding van „armenzorg"; terwijl
toch voortdurend nieuwe arbeidsmiddelen
werden uitgevonden en dus ook de arbeids
gelegenheid voor de zich uitbreidende bevol
king grooter werd. Had. aldus de heer Lub
berink. het levensprincipe, dat ieder mensch
met eigen versland, uit eigen ziel mag le
ven en dat hij met eigen arbeidskracht zich
de middelen voor het leven mag veroveren
in het Westersche leven de heerschappij
gevoerd, dan zou de ontwikkeling in dien
tijd een geheel ander verloop gehad hebben.
De verhouding ondernemer-loonarbeider,
welke zich in de 14de en 15de eeuw begon
af te leekenen, moet niet gezien worden als
een overwinning van oen der partijen in
den klassenstrijd: maar als een gevolg van
dit levensprincipe.
De ondernemer is bet. die in de 15de en
16de eeuw, de werkgelegenheid voor de be-
©cMobare arbeidskrachten schiep. Er bleven
echter overschotten en in Muenöhen, Keulen
en Hamburg zelfs 10 pOt. der bevolking;
doch vergeleken bij de middeleeuwen is er
vooruitgang en er word een begin gemaakt
met werkloozenzorg. Vervolgens haailde spr.
de breed opgezette, Fransche serie werken
crver „De Geschiedenis van den Arbeid" aan,
welke aantoont, da;t Europa in het tijdvak
van 15001800 steeds is vooruitgegaan in
de richting van massa-welvaart. De toen
malige werkloosheid vond haar oorzaak in
de onmogelijkheid het productie-apparaat in
gelijken tred met de bevolking en de be
hoeften uit te breiden Toen kwam in het
jaar 1800 ongeveer de uitvinding van de
Stoommachine, welke naast groote zegenin
gen ook groote elleAde heeft gebracht; doch
het streven dier eeuw was gericht op ver
betering der voortbrenging en bestrijding
der gedwongen armoede. Het resultaat hier
van was. dat in het jaar 1882 in het verst
ontwikkelde Engeland 0,7 pCt. der arbei
dende bevolking werkloos was (in 1913 on
geveer 2 pGl.)doch slechts als een gevolg
van de in sociaal verband plaats gehad heb
bende ind'ividueele krachtsinspanning. Met
de mededeeling dat, zoolang het den mensch
niet gegeven zal zijn de krachten van de
aan de drie elementen (Ziel, Verstand en
Natuur) ontspringende krachten in grootte
en richting te kennen, zoo lang zal het
onmogelijk blijven het economische leven
zoo te organiseeren, dat geen enkele een
heid menschelijke arbeidskracht onnoodig
ongebruikt blijft, de werkloosheid zal dus
in onze beschaving blijven bestaan; doch de
omvang kan tot een minimum beperkt wor
den. was de heer Lubberink gekomen aan
het tweede deel zijner lezing.
Dit deel beperkte zich tot de oplossing van
de vraag, hoe men, onbekend met alle oor
zaken van de werkloosheid, haar met resul
taat zou kunnen bestrijden; m.a.w. haar in
omvang tot een minimum beperken en haar
gevolgen verzachten. Hiertoe staan drie
wegen open: het vrije verkeer, dwang der
overheid, een combinatie vam beide. De hui
dige crisis aanvaardend als een uitsluitend
oorlogsgevolg en zich bepalend tot de vraag:
„Wat le doen" bouwde spr. voort op een
gezegde van prof. Fryda: „Een duurzaam
herstel is slechts denkbaar, wanneer alom
het besef zal zijn gerijpt dat geen individu
en geen natie de eigen belangen vermag te
dienen, zonder zich rekenschap te feven van
en rekening te houden met de belangen van
anderen". Hierbij stelt men zich dus ten doel
het herstel van de volle functioneering van
het producti e-apparaatd.w./z. herstel van
volle benutting van voortbrengingsmiddelen
en grondstoffen en herstel van vol verbruik
van het geproduceerde. Voor het bereiken
hiervan moet volgens den heer Lubberink
voldaan worden aan vier eischcn, n.m.l.:
a) zij, die op de verantwoord olijke posten
m het maatschappelijk leven zijn gesteld,
moeten doordrongen zijn van het besef, dat
de productie-organisatie ruimschoots gele
genheid biedt ter bereiking van liet gestelde
doel,
b) onder hen, die arbeiden moet mede
dinging bestaan, ten einde den besten exem
plaren kansen te bieden en den leiders der
ondernemingen gelegenheid te geven selectie
toe te passen.
c) de mogelijkheid voor een tot arbeiden
geschikt persoon om zonder prestatie be
staansmiddelen te verkrijgen moet lot een
minimum beperkt worden,
d) het individu moet, meer dan tihans het
geval is. op zichzelf gesteld worden.
Achtereenvolgens ging spr. de voorwaar
den waaraan thans voldaan wordt na.
Als bezetters van verantwoordelijke posten
noemde liij: de ondernemers, de leiders der
ondernemersorganiisaties en de leiders der
arbe id ers -or ganisati es
Allereerst beschouwde spr. de laatste
groep; het feit dat de arbeiders georgani
seerd zijn juichte hij toe; doch de wijze
waarop noemde hij in het nadeel der ar
beidersmassa en derhalve in het nadeel der
geheele gemeenschap. Onder leiding van de
dagelijks toenemende groep van leiders
wien het niet om verbetering der onder-
nemersgewijze voortbrenging te doen is
maar om de vernieling hiervan heeft men
bij de arbeiders door middel van nimmer
krachtig bestreden propaganda de* meening
doen postvatten, dat de beslaande orde on
deugdelijk is, niet verbeterd kan worden en
dat een betere orde mogelijk is. Daarom
aldus spr. zijn zij bereid bun arbeiders-
leiders als hun natuurlijke vijanden te be
strijden; loonsverhoogingen te eischen en op
uniforme verkorting van den arbeidstijd
aan te dringen, al leidt een loonsverhooging
ook tot verlaging van het reëele loon of tot
afwenteling van de kosten dier verhooging
op die categoriën arbeiders, die geen yer-
hooging verkregen. Ter illustratie citeerde
spr. uit gehouden redevoeringen en haalde
hij gedeelten uit periodieken aan.
Bij de beschouwing van de groep der on
dernemers gaf de heer Lubberink als zijn
meening te kennen, dat de ondernemers,
die dag in dag uit hooren, dat zij uitbuiten
en zich ten koste van anderen verrijken en
gemist kunnen worden alle enthousiasme
en bezieling missen, niets groots meer tot
stand kunnen brengen en dat zij op den
duur zullen degenereeren. „Niet de stoker,
maar hij die het stoken mogelijk maakt, is
toonaangevend" aldus citeerde spr. in dit
verband den auteur Spengler. Dat de dege
neratie der ondernemers reeds gaande is,
bewees spr. uit de fraudes der bankdirecteu
ren in het buitenland
BINNENLAND.
Het praeadvies van B. en W. van Leiden
inzake de Kerstgave aan de werkeloozen.
(Gemeentezaken, 3e Blad).
Ons parlementair overzicht. (3e Blad).
De voortgezette vergadering der Prov.
Staten van Znid-Holland. (3e Blad).
De stand van den varkensstapel op
1 December. (Land- en Tuinbouw, 3e BI.)
De werking van de Merapi blijft voort
duren. (Uit Ned. Oost Indië, le Bla,d).
Oud-minister J. Wentholt op 79-jarigen
leeftijd te 's Gravenhage overleden. (Laatste
Berichten, le Blad).
Het Vlootplan-Deckers door de Eerste
Kamer goedgekeurd. (Laatste Ber., le Blad),
BUITENLAND.
Poincaré's beterschap houdt aan. (Buiten
land en Tel. le Blad).
De regeeringsverklaring van het Fransche
kabinet Steeg. (Tel. le Blad).
De Engelsche regeering behaalt een meer
derheid van slechts 6 stemmen. Buitenl. le
Blad).
Amerika stelt de toetreding tot het Inter
nationale Hof van Justitie uit. (Buitenl. lo
Blad).
Ernstige fabrieksontwikkeling in Frankrijk
(Tel. le Blad).
Bevrijd van de zorgen van den onnoodig
gevoerden klassenstrijd, zouden de leiders
der ondernemersorganisaties volgens de
meening van den heer Lubberink wonderen
kunnen verrichten.
Bij de behandeling van de voorwaarde
der mededinging zeide spr., dat de over
tollige arbeidskrachten niet van hooge
waarde zouden moeten zijn en dus een
reserve; deze groep zou zich echter voort
durend moeten wijzigen, dus geen perma
nente werkloosheid voor een bepaalde groep
hidividuen; bij het onderwijs zou rekening
gehouden moeten worden met de indivi-
dueele ongelijkheid en de steeds verder
gaande differentiatie der beroepsfuncties. Het
thans beslaande collectieve arbeidscontract
zou natuurlijk moeten verdwijnen.
Ten aanzien van de derde voorwaarde
de minimale ondersteun'ng zeide spr. dat
deze alleen zou moeten gelden in normale
omstandigheden ten einde de werkloozen
.tot arbeiden te animeeren. Lichamelijk en
geestelijk onvolwaardigen zouden natuur*
lijk behoorlijk ondersteund moeten worden.
Het zichzelf-zijn van ieder individu isnoo-
dig als reactie tegen de organisatie-manie
van thans-, waardoor persoonlijkheden be
lemmerd worden door de middelmatigen.
Vervolgens ging spr. na of in de tegen-
woord'ge samenstelling van de regeering
verandering van de werkloozenpolitiek ver
wacht zou kunnen worden. De aangewezen
weg is echter, dat het Innerlijk der indivi
duen verandert; is dit het geval, dari volgt
onvermijdelijk de maatschappij.
Met een citaat uit F'chte besloot de heer
Lubberink zijn betoog. Na een korte pauze
volgde een geanimeerde gedachtenwisseling
waaraan door een 6-tal personen werd deel
genomen. Tenslotte dankte de heer Van
Ginkel den spreker voor zijn betoog om ver
volgens met een enkel woord de vergadering
te sluiten.
VOORSTEL VAN STRALEN.
Inzake de werkloosheid.
Het raadslid, de heer J. J. van Stralen,
heeft het volgend voorstel bij den raad in
gediend.
Ondergeleekende heeft de eer voor te stel
len om in verband met de groote werkloos
heid en de daardoor ontstane nood in tal
van gezinnen, de volgende besluiten te ne
men:
le. De regeling voor den huurtoeslag aan
werklooze ondersteunde gezinshoofden of
kostwinners zoodanig le wijzigen, dat voort
aan als toeslag wordt verstrekt het huur
bedrag boven f. 2.50, tot een maximum
huishuur van f. 6.00.
2e. Vanaf 1 Januari 1931 op de kasuit-
keeringen van die werkloozen, welke na uit
getrokken te zijn voor gemeentel, steun in
aanmerking komen, een toeslag op de kas-
uilkeering te verstrekken ten bedrage van
bet verschil tusschen kosuilkeering en steun
bedrag.
e. Wegens de ongunstige tijdsomstandig
heden de wacht li jdregeling voor uitgetrok
ken werkloozen tijdelijk buiten werking te
stellen.