NEDERL. Mij. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL 71ste Jaargang DONDERDAG 18 DECEMBER 1930 No. 21705 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK Het Voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. per re^et toot adrertentiêD ait Leiden en plaatsen waar agentschappen ran ons Blad gevestigd rijn. Voot alle andere advertentiên 35 Cis. per regeL Kleine Adverlentiên uitsluitend bij Tooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een maximum aantal woorden Tan 30. Incasso Tolgens postrechL Voor eventueele opzending Tan brieren 10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT3 Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week018 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weet „0.18 Franco per post f. 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. VERGADERING van den GEMEENTEF AD VAN LEIDEN op MAANDAG 22 DECEMBER 1930. des namiddags te twee unr, in het gebouw „TOT NUT VAN 'I ALGEMEEN" (Steenschuur 21). Te behandelen onderwerpen: 5650 lo. Benoeming van 5 leden van de Plaat selijke Schoolcommissie. (251) 2o. Praeadvies op hel verzoek van Ir. Cn. C. van der Vlis, om ontslag als Ingenieur der Gemeentewerken. (252) 3o. Voorstel tot verhuring van verschillen de perceelen wei- en teelland. (259) 4o. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een ge deelte gedempte sloot langs den Lagen Morschweg, Sectie B. No. 241, ged. (260) 5o. Voorstel tot aankoop van een perceel grond nabij den Endegeesterstraatweg. kad. bekend gemeente Oegstgeest. Sectie B No. 1682, ten behoeve van de gestichten ..Ende geest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" en tot beschikbaarstelling van de voor dien aan koop benoodigde gelden. (261) •6o. Voorstel: a. tot aankoop in het belang van de Volks huisvesting: lo. van Ir. A. G. Bosman, een gedeelte grond, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie P no. 923 ged.; 2o. van Ir. P. J. van Voorst Vader, een ge deelte grond kad. bekend gemeente Oegst geest, Sectie E no. 2234 ged. 3o. van de N.V. Gemengd bedrijf Haagsche Tramweg Maatschappij, eenige slrooken grond langs de trambaan 's-Gravenhage Wassenaar'Leiden, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie P no. 1241 ged en gemeente Oegstgeest. Sectie E no. 2510 ged b. lot inbreng van de sub a bedoelde gron den in het Gemeentelijk Grondbedrijf; c .let beschikbaarstelling van de voor de sub a bedoelde aankoopen benoodigde gei den. (262) 7o. Voorstel lot het geven van een naam aan den weg loopende vanaf den Rijnsbur- gcrweg bezuiden de trambaan der Haagsche Tramweg-Maatschappij. (253) 8o. Voorstel tol het verleenen van een ver goeding aan het gesticht „de Voorzienigheid" in de kosten van stichting en exploitatie van de bijzondere school voor buitengewoon lager onderwijs aan den Zoelerwoudschen Singel. (254) 9o Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het in orde brengen van het sportterrein aan den Zoeterwoudschen Sin- gei eri in zake regeling van de exploitatie van dat terrein. (263) lOo. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de gedeeltelijke ver nieuwing van de walmuren langs het Utrechtsche Veer en de Oude Vest nabij de Turfmarktsbrug. (258) llo. Praeadvies op het voorstel van den 'heer Manders, tot verplaatsing van het standbeeld van Boerhaave naar het kop- einde van het middengazon in de Oegst- geeslerlaan en tol beschikbaarstelling van de daarvoor benoodigde gelden. (255) 12o Praeadvies op het voorstel van den heer Zitman, in zake het leggen van dub bel tramspoor over de geheele lengte van de Hoogewoerd. (256) 13o. Voorste! tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de bijtrekking van eeri gedeelte plantsoen achter „Aimicitia" bij de beslaande veemarkt. (257) 14o. Voorstel tot toekenning van een jaar- lijksche subsidie aan de N.V. Leidsche Auto boxen-Garage, ten behoeve van den localen Autobusdienst „Stadsverkeer" en tot vast stelling van den desbelreffenden begrotings staat, dienst 1930. (264) 15o. Praeadvies op het voorstel van den heer van Stralen, in zake verhooging en uit breiding van den Kerstloeslag aan werk- loozen. (265) KON. NED. MAATSCH. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE Maandelijksche bijeenkomst der afd. Leiden. De gisteravond in café-restaurant „In den Vergulden Turk" gehouden vergadering van de Afd. Leiden en Omstreken stond geheel in het teeken van het Kerstfeest. Bij de opening sprak de voorzitter, de heer J. G. Ballego zijn voldoening uit over de talrijke inzending van Kerstartikelen, waarin de Kerststerren ons tegemoet straalden, de Christmas Peppers in allerlei kleuren en grootte tegenwoordig waren, de l'raaie rein- vitte Kerstroos wedijverde met de mooie Orchideeën en de bijzonder sierlijke, ele gante bloeiwijze van de oranje-roode Euphor bia jacquiniflora imponeerde. Den leden werd verzocht om vooral vóór 1 .Tan, 1931 eandidaten op te geven voor 2 leden van het bestuur, in de plaats van de heeren J. Kriest Jzn en G. Lubbe Thzn, waarvan eerstgenoemde als secretaris ter stond herkiesbaar is. Na voorlezing der notulen werd mede gedeeld dat de Winterbijeenkomst der Mijt zal "plaats hebben op 12 Febr. 1931, op een nader door het IL B. te bepalen plaats. Van prof. dr. J. M. Janse was een r.chrij- ven ingekomen dat hij wegens vertrek uit Leiden bedankt als eere-voorzitter der af- deeling met den wensch dat deze steeds moge blijven groeien en bloeien. Besloten werd hem schriftelijk dank te brengen voor de wijze waarop hij steeds de belangen der afdeeling mede heeft helpen bevorderen. Den heeren A. J. Tatfijn, Joh. Ballego en J. Brinkman werden verzocht een jury te vormen voor het keuren der ingezonden planten. Naar aanleiding van een verzoek der Redactie van het Orgaan der Kon. Ned. Mij. v. Tuinb. en Piantk. om opgave van allo oude, merkwaardige en interessante hoornen in en om Leiden, kwam raenigen boom ter sprake, waarbij bleek dat te Oegstgeest, zoowel als in het Plantsoen en den Hortus vermeldenswaardige hoornen ge vonden worden. Na de pauze werd door den heer Taffijn medegeeld, dat aan de mooie Peppers van den heer G. Verlind 9 punteD, de bijzonder mooie Paperwhite's van den heer A. Zwart 10 punten, de Kerststerren enz. van den heer Kriest 10 punten, de Orchideeën, Eu phorbia's, Epiphyllum's enz. van de firma Buurman 12 punten door de jury waren toegekend. Vervolgens besprak de heer J. Mater, de in de bus gevonden vraag betreffende de voornaamste uit Japan, hier ter stede inge voerde planten op den proeftuin van jhr. Ph. F. von Siebold, waarvan zeer zeker nog wei 80 pot. in den handel is, zoodat er van weinig bekend zijn geen sprake mag zijn. Vooraf had spr. een korte beschrijving ge geven van de levenswijze en het werken van von Siebold zoowel in Japan, als hier te lande en hier ter stede en illustreerde hij zijn inleiding met de fraaie „Flora van Japan" en eenige andere der beste werken door von Siebold samengesteld. De heer Witte deed nog een interessante mededeeling betreffende de Aucuba. De om streeks 1825 ingevoerde vrouwelijke Dlant van Aucuba japonica werd eerst jaren daarna gevolgd door een mannelijk exemplaar, dat eveneens werd geplant in den proeftuin aan den Lage Rijndijk, met het gevolg dat nog hetzelfde jaar alle te Leiden en omgeving groeiende vrouwelijke planten rijk met de mooie roode bessen beladen werden. Dit als bewijs voor het zich uren ver verplaatsen van het stuifmeel, dat voor de bevruchting onmisbaar is. Hierna ging men over tot het bespreken der ingezonden planten, hetgeen tot een gezellig half uurtje aanleiding gaf. Bij de rondvraag klaagde de heer van Sluis zijn nood over het lange uitblijven van het Jaarboekje der Mij. en bracht de heer Mater eenige woorden van gelukwenschen aan de heeren Ballego en Lubbe voor hun verdiende onderscheiding op de Internatio nale tentoonstelling te Antwerpen behaald. Met dank aan de sprekers, inzenders en een gelukkig einde van het Oude jaar werd deze leerzame avond vrij laat gesloten. o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL Nieuwe inschrijving: G Biesot Jr., Ha- van 20a, Leiden, winkel in manufacturen en aanverwante artikelen. Eigenaar: G. Bie sot Jr., Leiden. Opheffing: G. la Lau, Haarlemmerstr. 263, Leiden, stoffeerderij levens winkel in meu belen enz. Wijzigingen: Café Restaurant Hotel Pen sion „De Haagsche Schouw", Valkenburg- scheweg 4, hoek Haagweg, Voorschoten. Uit tredende eigenaar: J. M. R. Niese, Voorscho len. d.d. Juni 1928. „Onderling Hulpbetoon", Dorpsstraat 123, Nieuwveen, ziekenhuisverzorging. Overleden voorzitter: M. van den Ent Braat, Nieuw- yeen. INTERESSANTE LEZING VAN DEN HEER W. LUBBERINK Onder de auspiciën van het departement Leiden van de Nederlandsche Maatschappij voor Handel en Nijverheid heeft de heer W. Lubberink. leeraar in de staathuishoudkun de teHaarlem gisteravond in hotel „den Burcht" een lezing gehouden over het „Werkloosheidsvraagstuk". Na een korte inleiding van den voorzitter van het departement, den heer N. C. F. van Ginkel, die o.a. wees op de actualiteit van het onderwerp, zeide spr. geen onfeilbaar werkende middelen te .zullen noemen; maar, dat het uitsluitend zijn bedoeling was dui delijk te maken, dat: indien op den inge slagen weg voort zou worden gegaan, het er met de toekomst van West-Europa en dus ook Nederland donker uit zou zien. Allereerst, aldus spr., dringt de vraag zich op: ..Wat is de inhoud van het werkloos heidsvraagstuk? en dan blijkt, dat de gang bare meening op het oogenblik is. dat de economische orde heeft geleid tot de over tolligheid van arbeidskrachten. Diegenen echter, die aldus redeneeren beschouwen het vraagstuk slechts van de economische zijde en zien slechts het economische leven en vergelen, dat hel leven zich afspeelt in het geen Othmar Spann noemt ..de wereld der middelen"; waarbij elk middel een doel heeft en elk doel de bevrediging van een menschelijke behoefte, van welken aard ook. is. Bij een besludeering van het econo mische leven moet men daarom aanvangen met vast (e stellen: a) dat het zieleleven van den mensch zich doeleinden stelt; b) dat door middel van het versland ge poogd wordt deze doeleinden te verwezen lijken; c) dat zoowel in zijn ziele- als in zijn verstandsleven de mensch afhankelijk blijft van de natuurkrachten builen hem. Wie dus bij de bestudeering van hel maat schappelijk leven de drie elementen: „Ziel, Verstand en Natuur" verwaarloost komt vanzelfsprekend tot vreemde resultaten; ter wijl een regeering, die bij haar sociale poli tiek met deze factoren geen rekening houdt onzekerheid, verwarring, armoede en ellen de schept. In de tweede plaats vragen wij ons af welke verschijnselen wij waarnemen. Bepa len wij ons dan tot den tegenwoordigen tijd, dan "bemerken wij, dat millioenen men- schen thans hun bestaansmiddelen ontvan gen zonder hiervoor een contra-prestatie te leveren; een vraagstuk wordt het echter, wanneer wij ons de volgende vragen stellen: A) Hoe is die toestand ontstaan? B) Is het verschijnsel uit den weg te mi men? G> Zoo ja, zijn wij dan op den goeden weg? Bij het nagaan der menschelijke geschie denis blijkt, dat in de primitieve samenle ving in de eerste eeuwen na het jaar 500 ongeveer van een werkloosheidsvraagstuk geen sprake was; doch, dat tevens de levens omstandigheden der menschen verre van rooskleurig waren; de geschiedkundige wer ken over de middeleeuwen daarentegen ma ken reeds melding van „armenzorg"; terwijl toch voortdurend nieuwe arbeidsmiddelen werden uitgevonden en dus ook de arbeids gelegenheid voor de zich uitbreidende bevol king grooter werd. Had. aldus de heer Lub berink. het levensprincipe, dat ieder mensch met eigen versland, uit eigen ziel mag le ven en dat hij met eigen arbeidskracht zich de middelen voor het leven mag veroveren in het Westersche leven de heerschappij gevoerd, dan zou de ontwikkeling in dien tijd een geheel ander verloop gehad hebben. De verhouding ondernemer-loonarbeider, welke zich in de 14de en 15de eeuw begon af te leekenen, moet niet gezien worden als een overwinning van oen der partijen in den klassenstrijd: maar als een gevolg van dit levensprincipe. De ondernemer is bet. die in de 15de en 16de eeuw, de werkgelegenheid voor de be- ©cMobare arbeidskrachten schiep. Er bleven echter overschotten en in Muenöhen, Keulen en Hamburg zelfs 10 pOt. der bevolking; doch vergeleken bij de middeleeuwen is er vooruitgang en er word een begin gemaakt met werkloozenzorg. Vervolgens haailde spr. de breed opgezette, Fransche serie werken crver „De Geschiedenis van den Arbeid" aan, welke aantoont, da;t Europa in het tijdvak van 15001800 steeds is vooruitgegaan in de richting van massa-welvaart. De toen malige werkloosheid vond haar oorzaak in de onmogelijkheid het productie-apparaat in gelijken tred met de bevolking en de be hoeften uit te breiden Toen kwam in het jaar 1800 ongeveer de uitvinding van de Stoommachine, welke naast groote zegenin gen ook groote elleAde heeft gebracht; doch het streven dier eeuw was gericht op ver betering der voortbrenging en bestrijding der gedwongen armoede. Het resultaat hier van was. dat in het jaar 1882 in het verst ontwikkelde Engeland 0,7 pCt. der arbei dende bevolking werkloos was (in 1913 on geveer 2 pGl.)doch slechts als een gevolg van de in sociaal verband plaats gehad heb bende ind'ividueele krachtsinspanning. Met de mededeeling dat, zoolang het den mensch niet gegeven zal zijn de krachten van de aan de drie elementen (Ziel, Verstand en Natuur) ontspringende krachten in grootte en richting te kennen, zoo lang zal het onmogelijk blijven het economische leven zoo te organiseeren, dat geen enkele een heid menschelijke arbeidskracht onnoodig ongebruikt blijft, de werkloosheid zal dus in onze beschaving blijven bestaan; doch de omvang kan tot een minimum beperkt wor den. was de heer Lubberink gekomen aan het tweede deel zijner lezing. Dit deel beperkte zich tot de oplossing van de vraag, hoe men, onbekend met alle oor zaken van de werkloosheid, haar met resul taat zou kunnen bestrijden; m.a.w. haar in omvang tot een minimum beperken en haar gevolgen verzachten. Hiertoe staan drie wegen open: het vrije verkeer, dwang der overheid, een combinatie vam beide. De hui dige crisis aanvaardend als een uitsluitend oorlogsgevolg en zich bepalend tot de vraag: „Wat le doen" bouwde spr. voort op een gezegde van prof. Fryda: „Een duurzaam herstel is slechts denkbaar, wanneer alom het besef zal zijn gerijpt dat geen individu en geen natie de eigen belangen vermag te dienen, zonder zich rekenschap te feven van en rekening te houden met de belangen van anderen". Hierbij stelt men zich dus ten doel het herstel van de volle functioneering van het producti e-apparaatd.w./z. herstel van volle benutting van voortbrengingsmiddelen en grondstoffen en herstel van vol verbruik van het geproduceerde. Voor het bereiken hiervan moet volgens den heer Lubberink voldaan worden aan vier eischcn, n.m.l.: a) zij, die op de verantwoord olijke posten m het maatschappelijk leven zijn gesteld, moeten doordrongen zijn van het besef, dat de productie-organisatie ruimschoots gele genheid biedt ter bereiking van liet gestelde doel, b) onder hen, die arbeiden moet mede dinging bestaan, ten einde den besten exem plaren kansen te bieden en den leiders der ondernemingen gelegenheid te geven selectie toe te passen. c) de mogelijkheid voor een tot arbeiden geschikt persoon om zonder prestatie be staansmiddelen te verkrijgen moet lot een minimum beperkt worden, d) het individu moet, meer dan tihans het geval is. op zichzelf gesteld worden. Achtereenvolgens ging spr. de voorwaar den waaraan thans voldaan wordt na. Als bezetters van verantwoordelijke posten noemde liij: de ondernemers, de leiders der ondernemersorganiisaties en de leiders der arbe id ers -or ganisati es Allereerst beschouwde spr. de laatste groep; het feit dat de arbeiders georgani seerd zijn juichte hij toe; doch de wijze waarop noemde hij in het nadeel der ar beidersmassa en derhalve in het nadeel der geheele gemeenschap. Onder leiding van de dagelijks toenemende groep van leiders wien het niet om verbetering der onder- nemersgewijze voortbrenging te doen is maar om de vernieling hiervan heeft men bij de arbeiders door middel van nimmer krachtig bestreden propaganda de* meening doen postvatten, dat de beslaande orde on deugdelijk is, niet verbeterd kan worden en dat een betere orde mogelijk is. Daarom aldus spr. zijn zij bereid bun arbeiders- leiders als hun natuurlijke vijanden te be strijden; loonsverhoogingen te eischen en op uniforme verkorting van den arbeidstijd aan te dringen, al leidt een loonsverhooging ook tot verlaging van het reëele loon of tot afwenteling van de kosten dier verhooging op die categoriën arbeiders, die geen yer- hooging verkregen. Ter illustratie citeerde spr. uit gehouden redevoeringen en haalde hij gedeelten uit periodieken aan. Bij de beschouwing van de groep der on dernemers gaf de heer Lubberink als zijn meening te kennen, dat de ondernemers, die dag in dag uit hooren, dat zij uitbuiten en zich ten koste van anderen verrijken en gemist kunnen worden alle enthousiasme en bezieling missen, niets groots meer tot stand kunnen brengen en dat zij op den duur zullen degenereeren. „Niet de stoker, maar hij die het stoken mogelijk maakt, is toonaangevend" aldus citeerde spr. in dit verband den auteur Spengler. Dat de dege neratie der ondernemers reeds gaande is, bewees spr. uit de fraudes der bankdirecteu ren in het buitenland BINNENLAND. Het praeadvies van B. en W. van Leiden inzake de Kerstgave aan de werkeloozen. (Gemeentezaken, 3e Blad). Ons parlementair overzicht. (3e Blad). De voortgezette vergadering der Prov. Staten van Znid-Holland. (3e Blad). De stand van den varkensstapel op 1 December. (Land- en Tuinbouw, 3e BI.) De werking van de Merapi blijft voort duren. (Uit Ned. Oost Indië, le Bla,d). Oud-minister J. Wentholt op 79-jarigen leeftijd te 's Gravenhage overleden. (Laatste Berichten, le Blad). Het Vlootplan-Deckers door de Eerste Kamer goedgekeurd. (Laatste Ber., le Blad), BUITENLAND. Poincaré's beterschap houdt aan. (Buiten land en Tel. le Blad). De regeeringsverklaring van het Fransche kabinet Steeg. (Tel. le Blad). De Engelsche regeering behaalt een meer derheid van slechts 6 stemmen. Buitenl. le Blad). Amerika stelt de toetreding tot het Inter nationale Hof van Justitie uit. (Buitenl. lo Blad). Ernstige fabrieksontwikkeling in Frankrijk (Tel. le Blad). Bevrijd van de zorgen van den onnoodig gevoerden klassenstrijd, zouden de leiders der ondernemersorganisaties volgens de meening van den heer Lubberink wonderen kunnen verrichten. Bij de behandeling van de voorwaarde der mededinging zeide spr., dat de over tollige arbeidskrachten niet van hooge waarde zouden moeten zijn en dus een reserve; deze groep zou zich echter voort durend moeten wijzigen, dus geen perma nente werkloosheid voor een bepaalde groep hidividuen; bij het onderwijs zou rekening gehouden moeten worden met de indivi- dueele ongelijkheid en de steeds verder gaande differentiatie der beroepsfuncties. Het thans beslaande collectieve arbeidscontract zou natuurlijk moeten verdwijnen. Ten aanzien van de derde voorwaarde de minimale ondersteun'ng zeide spr. dat deze alleen zou moeten gelden in normale omstandigheden ten einde de werkloozen .tot arbeiden te animeeren. Lichamelijk en geestelijk onvolwaardigen zouden natuur* lijk behoorlijk ondersteund moeten worden. Het zichzelf-zijn van ieder individu isnoo- dig als reactie tegen de organisatie-manie van thans-, waardoor persoonlijkheden be lemmerd worden door de middelmatigen. Vervolgens ging spr. na of in de tegen- woord'ge samenstelling van de regeering verandering van de werkloozenpolitiek ver wacht zou kunnen worden. De aangewezen weg is echter, dat het Innerlijk der indivi duen verandert; is dit het geval, dari volgt onvermijdelijk de maatschappij. Met een citaat uit F'chte besloot de heer Lubberink zijn betoog. Na een korte pauze volgde een geanimeerde gedachtenwisseling waaraan door een 6-tal personen werd deel genomen. Tenslotte dankte de heer Van Ginkel den spreker voor zijn betoog om ver volgens met een enkel woord de vergadering te sluiten. VOORSTEL VAN STRALEN. Inzake de werkloosheid. Het raadslid, de heer J. J. van Stralen, heeft het volgend voorstel bij den raad in gediend. Ondergeleekende heeft de eer voor te stel len om in verband met de groote werkloos heid en de daardoor ontstane nood in tal van gezinnen, de volgende besluiten te ne men: le. De regeling voor den huurtoeslag aan werklooze ondersteunde gezinshoofden of kostwinners zoodanig le wijzigen, dat voort aan als toeslag wordt verstrekt het huur bedrag boven f. 2.50, tot een maximum huishuur van f. 6.00. 2e. Vanaf 1 Januari 1931 op de kasuit- keeringen van die werkloozen, welke na uit getrokken te zijn voor gemeentel, steun in aanmerking komen, een toeslag op de kas- uilkeering te verstrekken ten bedrage van bet verschil tusschen kosuilkeering en steun bedrag. e. Wegens de ongunstige tijdsomstandig heden de wacht li jdregeling voor uitgetrok ken werkloozen tijdelijk buiten werking te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 1