Ve/JtcM C\mmOiac/mA De 165e Algemeene Vergadering van „Bloembollencultuur" HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN De verloren Injectienaald. 71sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 15 December 1930 Derde Blad No. 21702 Herdenkingswoorden - Groote bloei ondanks crisistijd FEUILLETON. De plannen voor de toekomst Bovengenoemde vergadering werd heden morgen gehouden in het Krelagehuis te Haarlem. 1. Opening der vergadering. De voorzitter, de heer Ernst H. Kreiage. opende de vergadering en hield de volgende rede: oordal wij onze werkzaamheden begin nen past het ons de overledenen te herden ken. wier verlies wij sinds de vonge alge meene vergadering te betreuren hebben Willem Sc'hoebuys. die op bijna 90-jariigen leeftijd te Uithoorn overleed, roept herinne ringen wakker aan het verre verleden der vereeniging. Hij was de laatst overgeblevene .van hen, die reeds in 1860 lid waren der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul tuur en was in zijn omgeving steeds als een kundig man van het vak geëerd Zijn belang stelling voor de vereeniging bleek o.a. uit zijn deelneming aan een door de in 1910 nog in leven zijnde oprichters aangeboden eere- prijs voor de tentoonstelling bi] het gouden jubileum der vereeniging. Theodoor van Waveren ontviel ons op 20 Juni Ofschoon hij van 1915'16, dus slechts korten tijd, lid van het hoofdbestuur der vereeniging was, zal hij in de herinnering in de eerste plaats blijven voortleven als een der oprichters van den Bond van Bloembol lenhandelaren. die mede dank zij zijn orga- mseerend talent zich heeft kunnen ontwik kelen lot het krachtige lichaam, dat wij tiran? kennen. In 1910 verplichtte Van Wa veren onze vereeniging aan zich door het voorzitterschap op zich te nemen van de commissie voor de jubilieum-tentoonstelling waarmede zij in da-t jaar haa-r vijftigjarig bestaan herdacht. En hij had reeds dezelfde laak voor onze te nloons lel ling van 1925 aanvaard, toen 'hij wegens onvoorziene an dere bezigheden zich daaraan weder moest onttrekken. Als leider van een bedrijf, dat hij tot een der grootste in de bloembollen streek heeft gemaakt, heeft hij het zijne bijgedragen tod; handhaving en uitbreiding van den goeden naam van ons vak in den vreemde Persoonlijk herdenk ik de eensge zinde vriendschappelijke samenwerking, die ik in het tijdvak 19901920 bij zoovele samen beraamde plannen van algemeen vakbelang met hem mocht hebben, met groote dankbaarheid. Hein Ruysenaars, overleden op 11 November, 'herdenken wij ails een waren vriend van en krachtig werker in onze vereeniging. Gedurende twee vijfjarige pe rioden (1919'23 en 1925—'29) was hij lid van het hoofdbestuur, in een tijd waarin tal van moeilijke vraagstukken, o.a. d-ie van het eigen gebouw lot oplossing moesten worden gebracht. Hij gaf zich daaraan ge heel, en was steeds bereid tijd en moeite beschikbaar te stellen voor de voorbereiding van lal Van onderwerpen, die door het hoofdbestuur behandeld moesten worden. Maar behalve in het hoofdbestuur stelde hij zich in dienst van het algemeen belang m de commissie van beoordeeling der bloemen- keuringen. in het Scheidsgerecht, in zijn af- deeling Heemstede en in verscheidene spe ciale commissies. Verheugden wij ons. na de ernstige operatie, die hij ondergaan had, in zijn 'herstel en zagen wij hem zelfs zijn taak in het Scheidsgerecht weer aanvaar den. niet lang helaas heeft deze beterschap mogen aanhouden, en na korten tijd hebben wij hem voor goed uit ons midden zien schelden. Een ander oud-lid van hef hoofdbestuur verloren wij in C. H. Damen, die daarin van 19081912 als vertegenwoordiger van het Westland zitting had. Hij overleed op 29 Augustus. Van de overige overledenen noem ik nog G. van der Mey, die ofschoon hij geen lei dende bestuursfunctie bekleed heeft, toch te vermelden is als een zeer gezien beoor- deelaar op lal van tentoonstellingen en een bijzonderen roep van vakkennis genoot Hij had zich sedert eenige jaren teruggetrokken uit zijn zaken, die met eere door zijn zonen worden voortgezet. In gelijken zin zou ik kunnen spreken over P Nelis. de stichter van de vennoot schap. die onder de beproefde leiding van zijn zoon een zoo goede reputatie geniet. Op hoogen leeftijd overleed hij den 9 Aug. De afdeeling Sassenheim betreurt in A. Ie Clercq een harer ijverigste bestuursleden, van wien nog veel mocht worden ver wacht. fn dezelfde plaats overleed Willem War- naar Jr. in den bloei zijner jaren. Ofschoon nog slechts kort lid van het Narcissen-co mité der commissie voor de Bloemenkeu- ringen, had hij zich daar reeds onderschei den als een uitnemend kenner van de tal rijke nieuwe aanwinsten die aan het oor deel van dat comité worden onderworpen. Bij dit tragisch sterfgeval is de algemeene sympathie uitgegaan naar den zwaar ge troffen vader, aan wien het vak zooveel te danken heeft Ofschoon niet tot hel vak behoorende, moge hier nog herdacht worden ons op 26 Augustus overleden medelid J. C. Peere boom. In de dagen toen het nog niet gebrui kelijk was, dat onze algemeene vergaderin gen door de pers werden bijgewoond, werd Peereboom lid der vereeniging om daardoor in de gelegenheid te zijn. zijn blad van ver slagen dier vergaderingen, voor zoover zij niet geheim waren, te voorzien. In later jaren heeft Peereboom menigmaal over het vak en de vereeniging geschreven en met genoegen zal men zich de vaak geestige be schouwingen hecinneren, die hij daaraan in Haarlem's Dagblad heeft gewijd Dat zij allen rusten in vrede 1 Tegenover deze vele en zware verliezen staat de zich nog steeds voortzettende aan was van nieuwe leden en nieuwe afdeelin- gen. Sedert onze vorige vergadering zijn geconstitueerd de afdeelingen Musselkanaal en Omstreken en de Goorn, zoodat de ver eeniging thans 57 afdeelingen met 5900 le den telt. terwijl de vestiging van afdeelin gen Ie Zwijndrecht en in Oostelijk Gronin gen weldra een voldongen feit zal zijn. Ik roep uit uw aller naam deze afdeelin gen een hartelijk welkom in ons midden toe. Hartelijk, ofschoon de ongebreidelde uitbreiding der bloembollenteelt, waarvan ook de oprichting dezer afdeelingen een uit vloeisel is, een zorgwekkend verschijnsel is. Hartelijk, omdat het een algemeen vakbe lang zoowel als een individueel belang voor de aangeslotenen is. dal allen, die bollen teelen of verhandelen, lid zijn van deze vereeniging, die hun onpartijdige en be trouwbare voorlichting kan geven en hunne handelstransactie brengt onder het Scheids gerecht voor den Bloembollenhandel. Gelijk te midden van de dorre woestijn hier en daar een enkele oase verfrissching en lafenis brengt, zoo handhaaft zich nog het bloembollcnbedrijf gezond en flink in dezen tijd van wereldcrisis en algemeene inzinking. 99. De opening was voor hem breed genoeg Daar doorheen kon hij best kruipen. En was hij maar eenmaal uit de cel, Dan zou hij weg kunnen sluipen. Hij klauterde tegen het venster op Met zuchten en met kreunen. „Dat valt niet erg mee", zei de man. Maar de brits kan mij weer steunen. 100. Uit de zee kwam plotseling een stormwind op. Juist toen Pim begon te zakken. Hij beukte de wateren van de Maa9, Nam nu ook vriend Pim te pakken. Hij joeg hem voort over weide en veld, Over torens, straten en daken. De menschen hoorden Pim gillen, schreeuwen En angstige kreten slaken. Zeker, de vette jaren zijn voorbij en de omstandigheden zijn ook voor dit vak moei lijk. Maar terwijl de crisis al op 't eind van 1929 begon, heeft hij zich gedurende 1930 nog niet doen gevoelen in verminderde koopkracht van het buitenland. De lagere prijzen van sommige artikelen hebben stel lig het hare bijgedragen om die verminde ring tegen te houden. De cijfers tot en met October leeren dat de uitvoer in 1930 over dat tijdvak heeft bedragen 43 millioen kilo tegen bijna 32 millioen kilo in 1929 en 40 millioen kilo in 1928 in het overeenkomstig tijdvak. Wat het gewicht betreft is dus het cijfer van 1928 weer bereikt en zelfs overtroffen. Naar de waarde is de vergelijking minder zuiver, omdat voor de genoemde jaren niet dezelfde eenheidsprijs geldt. Ook de onderlinge handel in het bollen- district verliep normaal, en ofschoon men nog eenigszins voor naweeën van den min of meer speculatieven handel in nieuwig heden bevreesd was, leverden de onderlinge verrekeningen op 1 November geen moeilijk heden van beteekenis op. Dit zijn alle teekenen van een naar om standigheden gezonden toestand, waarop het een voorrecht is, juist in dezen tijd te mogen wijzen. •V» •Het beeld zou echter verre van gelijkend zijn, indien niet gewaagd werd van de zorgen der toekomst. Het aantal landen, dat strenger toezicht noodzakelijk acht op den invoer van bloembollen, neemt gesta dig toe. Het afgeloopen jaar heeft voor den export zelf veel moeilijkheden, opgeleverd tengevolge van de abnormale hoeveelheden regen voor en tijdens het verzend seizoen, waardoor het. in verband met den korten tijd waarin de verzendingen steeds moeten plaats hebben, niet steeds mogelijk gebleken schijnt te zijn, de bollen voldoende droog te verzenden, waardoor rottings- en schim melverschijnselen niet konden worden voor komen. Dit heeft in Duitschland in 't bij zonder aanleiding gegeven tot bezwaren, in verband met de nieuwe verordening waarbij de invoer o.a. ook van bloembol len waarop schimmels voorkomen ver boden is. RECLAME. 5447 Het abnormale weer kan hier zeker als verzachtende omstandigheid gelden. Maar men kan niet verlangen, dat daarmede in het buitenland steeds rekening zal worden gehouden. Integendeel, het is van het groot ste belang, men kan het zelfs een levens kwestie noemen, dal alles in het werk wordt gesteld om te zorgen dat voortaan de bollen alleen dan verzonden worden, wan neer ze inderdaad voldoende droog zijn. Het is niet alleen de exporteur die hiervoor te zorgen heeft, maar ook de kweeker, van wien verwacht wordt dat hii ziin bollen goed droog aan de exporteurs zal afleveren. De nieuwe kweekers, die het zelfs niet noo- dig achten om van schuren gebruik te maken, zenden hun bollen vaak zoo van hot land naar de veiling. Op die wijze kan men geen goede bollen voor export afleve ren, en het is zeer noodig, dat de nieuwe kweekers lperen beseffen, dat tot de juiste eischen, die aan bollen gesteld worden, ook een goede schuurbehandeling behoort. Het ware Ie wenschen dat de veilingen bereid waren hare medewerking te verleenen om het veilen van bollen, die ziek of minder waardig zijn, tegen te gaan. De exporteurs zullen ernstig hebben na te gaan. of zij door onderling een later tijdstip van verzending vast te stellen, of door andere maatregelen, aan de bezwaren kunnen tegemoet komen. Afgezien hiervan, zal bovendien de grootst mogelijke zorg besleed behooren te worden aan de kwaliteit en den gezond heidstoestand der te verzenden bollen. Het is een algemeen vakbelang, dat ieder hier toe medewerkt door te zorgen, dat zijn kraam in onberispelijken toestand verkeert en dat de te exporleeren bollen geen aan leiding kunnen geven tot eenige gegronde klacht. Alleen zóó zal het mogelijk zijn het afzetgebied te behouden, dat tot zulk een belangrijke hoogte door gestagen arbeid en rustelooze toewijding is opgebouwd. Inmiddels wordt de propaganda voor den, afzet van onze producten voor rekening van het door het Centraal Bloembollen Comité beheerde 2 cent per Roe-fonds met kracht voortgezet en het zal in verband met de grootere productie der volgende jaren zeker noodzakelijk zijn. in deze richting nog veel meer te doen. Mochten de bedragen die uit het fonds hiervoor beschikbaar gesteld kun- _nen worden (rond f. 25000.per jaar) niet toereikend blijken, dan ligt het zeker op den weg der Regeering om door een subsidie dit bedrag te verhoogen, daar deze steun geheel in overeenstemming zou zijn met de door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ter zake geuite denkbeelden. Ook op eigen terrein zal onze vereeniging het volgend jaar in deze richting werken. In ons gebouw, dat zich daartoe zoo uit nemend leent, zullen achtereenvolgens een aantal speciale tentoonstellingen gehouden worden, die ongetwijfeld het hare zullen bijdragen tot het beter bekend maken van tal van minder bekende of nieuwe soorten, terwijl ook buitenlandsche vaklieden zeker zich persoonlijk daarvan op de hoogte zullen komen stellen. Na de Kersttentoonstelling, volgt in Fe bruari de grootste manifestatie van ver vroegde bolgewassen, die ooit gehouden is en dus een hoogst belangrijke gebeurtenis belooft te worden. Onze leden, vooral uit de nieuwe en verderaf gelegen afdeelingen, zullen niet opzettelijk aangespoord behoeven te worden om deze tentoonstellng te bezoeken. In April volgen onze sedert het vorig jaar gebruikelijke internationale Narcissen- tentoonstellingen, die min of meer zullen' samenvallen met de buitengewoon belangrijke opnaamstelling der Mendeltulpen in onzen proeftuin. Dit belang zal u duidelijk zr'.n, als gij verneemt, dat niet minder dan 1500 regels zijn uitgeplant van ongeveer 1000 verschillende soorten, alleen van Mendel tulpen. Het is nog te vroeg om van de later in het jaar te wachten gebeurtenissen in ons gebouw melding te maken, maar reeds het geen n werd medegedeeld zal voldoende zijn om aan te toonen, dat het nuttig ge bruik van ons gebouw en in 't bijzonder van de groote beurszaal snel toeneemt. Kunnen deze tentoonstellingen en opnaam stelling zeer veel bijdragen tot betere soor tenkennis, ook op ander gebied gordt onze vereeniging zich aan om nuttig werkzaam te zijn voor hare leden. Ter bevordering van de zuiverheid en den gezondheidstoestand der Tulpenpartüen wordt heden een voorstel aan uwe goedkeuring onderworpen ora een keuringsdienst mogelijk te maken van Tulpen, naast de reeds bestaande diensten van de vereenigingen „De Narcis" en „De Hya cinth". De nieuwe dienst zal plaatselijk wor den ingericht waar daaraan behoefte be staat, en de deelneming zal geheel vrijwillig zijn. Daar er geen kosten voor de vereeni ging mede verbonden zullen zijn, zullen ook zij, die van dezen dienst geen hooggespannen verwachtingen mochten koesteren, geen be zwaar kunnen hebben om degenen, die prijs stellen op keuring van hunne partijen, de gelegenheid daartoe te openen. (Zie vervolg le blad). Van ALICE CAMPBELL Geautoriseerde vertaling uil het Engels -h door J. E. DE B K. 59) „Dan draagt die man daar er de verant woording van. Een kwartier geleden heeft hij haar de laatste injectie gegeven." Het werpen van dezen bom had een niet te beschrijven uitwerking. Er heerschte een drukkend zwijgen en miss Clifford en de kleine dokter staarden Roger aan met een mengeling van verwarring en ongeloovige belangstelling. „Roger mijn beste, weet je wel wat je zegt?" fluisterde de oude dame, pijnlijk ge- tioffen, op vermanenden toon. Verdrietig, dat hij zich zoo had uitgela ten, wendde Roger zich op de lippen bijtend om. Het was klaarblijkkelijk nog niet bet cogenblik om onomwonden te sprekèn En hij zag de beide doktoren een blik wisselen van wederzijdsch begrijpen, waarin veront waardiging lag voor hem. ,,'t Doet er niet toe hoe ze die injecties kreeg", zeide hij haastig tegen dr. Bousquet „het gaat er om dat ze gered wordt. Ik had dil niet moeten zeggen." De dokter zweeg, hij had tegenover Roger, iets onvriendelijks en verwijtends. „Wel mr. Clifford lmt is het beste dat de jonge vrouw word mlgekleed en naar bed gebracht. Dan kan ik zien of ik nog meer sporen van injecties vinden kan en tot een conclusie komen over een paar punten, die nog twijfelachtig zijn. Is dit mogelijk?/' „Zeker, ik zal dadelijk een kamer voor haar in orde loten maken." Hij schelde en vroeg toen op den man af: „Zegt u mij nu eens, dokter, gelooft u dat zij in levensgevaar is?" „Het is heel moeilijk iets te zeggen voor het verdoovend middel heeft uitgewerkt. Ze schijnt aan ernstige zenuwuitputting ten prooi te zijn en de invloed van de morfine is daarbij een noodlottige complicatie. Zij schijnt eenigen tijd geen voedsel te hebben gebruikt, haar levenskracht is bijzonder laag, maar aan het hart vind ik geen afwij kingen." „Miss Rowe's kamer is klaar, mijnheer," zeide de oude knecht, „ik had het maar la ten doen, omdat ik begreep dal ze naar bed zou moeten gaan. Ik zal een handje helpen om haar te dragen, mijnheer." Het overbrengen van Esther naar haar oude kamer ging heel gemakkelijk. Roger bleef in de hall. dicht bij het boudoir en sprak nog even met dr. Bousquet over Es ther voor hij weer de wacht over Sartorius ging houden. „Ik meen u te moeten zeggen dokter, dat zij voor ze bewusteloos weid een zeer schokkende mededeeling deed. We weten niet of wat ze zeide waarheid bevatte, maar ik mag wel zeggen, dat er zeer veel van af hangt dat zij haar bewustzijn herkrijgt. Ik veronderstel, dat u niet kunt zeggen Over dr. Bousquet's gezicht gleed een vriendelijk, verachtelijk lachje: „Mijnheer, morfinisten zijn befaamd voor hun leugen achtigheid. Ze verzinnen allerlei buitenge wone verhalen en uiten ongelooflijke be schuldigingen met volle overtuiging. Ik weet natuurlijk niet? van dit jonge meisje af maar.Hij liet de zin onvoltooid en gaf op diplomatieke wijze het zegel van onbe trouwbaarheid aan alles wat Esther zou mo gen getuigen. Volgens zijn eigen verklaring wist de man niets, hij was geheel onbevan gen. Hij gaf alleen uiting aan een medisch gezichtspunt. Door nieuwen twijfel gekweld ging Roger weer naar het boudoir en de vrees bekroop hem dat hij dwaas had gehandeld. De eigen machtige wijze waarop hij zijn stiefmoeder en Sartorius had behandeld zou hem in groote moeilijkheden kunnen brengen. Hij had niet de macht hen in hun bewegingen tn belemmeren en het feit dat hij Sartonu9 bepaald bedreigd had kon als een strafbaar feit worden beschouwd. En toch was hij overtuigd, dat als hij het weer moest doen, hij evenzoo zou handelen. Hij wist zeker, dat, schuldig of onschuldig Thérèse en de dokter zijn argwaan hadden opgewekt. Toen hij de kamer weer wilde binnen gaan kwam Aline met booze oogen hem vra gen op ironischen toon of ze mevrouw wat eten mocht brengen." „Natuurlijk, breng mevrouw wat ze noo dig heeft." Ze vertrok, terwijl haar geheele persoon lijkheid vijandelijkheid uitstraalde. Het vervelend vindend in dezelfde kamer te zijn met die phlegmatieke gedaante bij het vuur. ging Roger door een van de open slaande ramen naar het smalle balkon. De motregen verkoelde zijn warm gezicht, de lucht was zuiver en vochtig en de bladeren van de boomen glommen van den regen. Rechts van hem viel het licht uit Thérè9e's raam met een breeden streep op den grond. De gordijnen waren open en hij zag haar silhouette. Wat deed ze? Wat ging er om in haar brein? Hij had nooit iets van haar be grepen. Kon ze schuldig zijn aan die kille, berekenende misdaad, waarvan Esther haar betichtte? Hij kon het zich niet indenken, dat zoo'n aeihensch, teer wezen zoo'n wan daad zou kunnen verbergen. Het was ge makkelijker te begrijpen, dat Esther, wan neer haar verstand onbeneveld was, zich door verschijnselen had laten misleiden. Maar wat voor verschijnselen? Hoe kwam ze er aan? Hij zou Chalmers vragen wat hij wist. Eslhèr moest den ouden man iets ver teld hebben, dat diepen indruk op hem moest hebben gemaakt, dat is zeker. Hij vond Chalmers in de hall op zijn weg naar beneden. Roger wendde zich tot hem en vroeg voorzichtig fluisterend: „Laat me eens precies hooren Chalmers wat zuster Rowe tot je zeide toen ze binnenkwam. Wat voor indruk maakte op je?" „U hebt zelf gezien hoe ze er uitzag," mijnheer," zeide de oude man op bedaarden toon, die toch een indruk gaf van opgewon denheid, wat Roger niet ontging. Ik hield haar bijna voor een geest. Ze kon haast niet 9taan, ik steunde haar met mijn hand, wat ze dreigde om te vallen. Waar komt u van daan miss? zeide ik. Verwilderd keek ze me aan en zeide half stikkend: „Chalmers, waar is mr. Roger? Is de dokter al bezig hem te verbinden?" „Vroeg ze dat zoo dadelijk?" vroeg Roger nadenkend. „Ja, mijnheer, ik dacht ze dat haar hoofd kwijt was. Ik zeide, dat u hier waart met miss Clifford en den dokter. Ze werd wit als een doek en holde met moei to de trappen op en ik hoorde haar zeggen: hij wil hem dood maken. hij wil hem klem bezorgen en iedereen zal denken dat het door oen onge luk komt." „Klem?" „Roger's gezicht drukte de grootste verba zing uit terwijl hij het woord fluisterend herhaalde. „Ja mijnheer, ik was net zoo verbaasd als u en ik dacht dat ze wartaal sprak, maar toen ze daarna zeide. Een heftige ruk aan de schel, gevolgd door karde slagen met den koperen klopper deed hem zijn zin afbreken. Het geluid deed beide mannen ontstellen en zei wisselden ver baasd een bezorgden blik. Wie kon op dat oogenblik zoo'n haast hebben om binnen te komen? „Pardon mijnheer, het is beter dat ik ga zien wat het is." „Ja, ja, Chalmers, je kunt me naderhand wel verder vertellen." Peinzend over de wonderlijke mededee ling, zoo juist gedaan, ging Roger weer naar de zitkamer. Het leek hem niet mogelijk, dat Sartorius even te voren zou getracht hebben hem met bacillen van tetanus te infectee- ren. Wie zou zoo iets doen? De risico. Maar bestond de risico wel? Had de doiler hem niet telkens gewaarschuwd, dat hij gevaar liep van infectie? Waarom had hij zijn kaak en gelaatspieren zoo bevoeld, dat hij den in druk maa'kle alsof hij een begin van teta- nussymplomen verwachtte en was dit mis schien omdat ooggetuigen dit konden ver klaren, zoodat alles heel gewoon leek? En dan dat stukje wit gaas, dat hij in het vuur had laten vallen? Misschien was het van geen belang, maar toch.... Hij bekeek zijn duim en rilde. Misschien was hij op het kantje af aan een vreeselijken dood ont snapt. Do man, wien zijn argwaan gold. zat doodstil in zijn notitieboekje te bladeren en door zijn kalmte stempelde hij den jongen man tot sen opgewonden standje. Roger dobberde tusschen twee meeningen. Het kon niet waar zijn, hij was een ezel, maar dan was Esther's gedrag al heel zon derling. De beide dokters hadden te kennen gegeven, dat zij morfiniste was. Esther! Het was ondenkbaar Wat was dal voor lawaai in de hall? Hij hoorde Frans< h spreken en verschillende voetstappen de trap opgaan. Chalmers deed de deur open en riep: „De politie, mijnheer!" Roger vloog overeind. .(Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9