AGENDA.
VISSCHERIJBERICHTEN.
HEDEN;
„In den Vergulden Turk": Leidsche Mij.
ran Weldadigheid. Ledenvergadering 4 uur
30 n.iti.
Nulszaal: Openbare prolestmeeting der
Prot. Debat Club. 8 uur.
Prediker: Evangelisaliebijecnkomst. Spr.
Fr. Luytjes. 8 uur n.m.
Ee avond-, nacht- en Zondagdienat der
apotheken wordt van Maandag 1 Dec. tot
en met Zondag 7 Dec. waargenomen door
de apotheken: G. F. Reyst, Steenstraat 35,
telefoon 136 en A. J. Donk, Doezastr. 31,
telefoon 1313.
theologie helder uit. Voor de Graaf was de
Zwitsersche theologie meer een theologie
van vertwijfeling dan een theologie van ge
loof. Ook de Graaf was in zekeren zin een
Gereformeerd theoloog: de „kennisse Gods",
de eeuwige Waarheid, „Gods Woord" stond
ook bij hem voorop. Maar hij kon nóch de
wijze, waarop de Zwitsers die Godskennis
te voorschijn brengen, nóch de bepaling van
„Gods Woord", nóch hun waarheidsopvai-
ting hoog waardeeren. Deze laatste was hem
te eenzijdig-realistisch, terwijl zijn Schrift
beschouwing hem niet toeliet hun „ja en
neen" ten opzichte - der inspiratie-leer te
beamen. Ook was de Graaf's psychologie
volkomen in strijd met die der Zwitsers. Hun
angst voor de psychologie kwam z.i. groo-
tendeels voort uit de ouderwelsche opvat
ting van psychologie (empirisch en mecha
nisch) en een te enge opvatting van het be
grip „psyche". Voor de Graaf was de psyche
allereerst bewustzijn, kenbron van waar
heid en oordeel-vermogen van waarde.
De weg der waarheid tot óns is volgens
de Graaf niet uitwendig maar inwendig.
Het woord „evident", waarmee de Zwitsers
de waarheid verankeren aan het gegeven
woord, was hem ónvoldoende De waarheid
rijsl in ons en wordt door en in ons denken
gevat. Wanneer de menschelijkc rede zich
den goddelijken Logos indenkt, leert zij
de waarheid kennen, die haar als open
baring geschonken wordt. De bewustwor
ding en erkenning daarvan is geloof. Geloof
als gevoelvol vertrouwen op het historisch
gegevcne doet het geloofsleven verschrom
pelen. Evenals Roessingh eischle de Graaf
voor het vinden der Waarheid: „het indaten
in eigen geest om te zoeken, wat meer is
dan eigen geest". Ons denken is hierin auto
noom Doch deze autonomie mag niet tegen
over theonomie gesteld worden. Zij is met
haar dón Het vraagstuk van „geloof en ge
schiedenis" {de beteekenis van de historische
Boodschap voor ons geloofsdenkenl heeft
Roessingh meer bezig gehouden dan de
Graaf.
Een afkeer had de Graaf van hel zich
terug trekken op de vluchtheuvelen van de
absolute paradox cn van het irrationeele.
Daarom stond hij ook critisch tegenover
Otto. Hij vreesde hier althans bij de volge
lingen „intelleclueele gemakzucht". Hoe
willen wij iets van God kernen, ja, zelfs iets
van'zijn mysterie bevroeden, zonder den
ken? Zeker, het denken wijst tenslotte boven
liet rationeele uit. Hel meer-dan-rationeele
moge een grens van denken zijn. het irra
tioneel te noemen noemde hij „abdicatie
van denken". In de intuïtie gaat het denken
verder. Maar veel intuïtie ontstaat uit de
inspanning van hel denken zelf.
Ondanks dezen intellectualistischen in
slag was de Graaf veel te zeer gevoels-
mensch (zijn gevoelsleven was stérk maar
beheerschl) om niet telkens weer onder den
indruk te komen van Gods ondoorgrondelijk
heid. Nog in zijn laatste dagen roemde hij
het Calvinisme om dezen trek. Maar hij be
schouwde het als eer-geven aan God om zijn
Waarheid, Zijn-heilige orde zóóver te door
denken als Hij hel ons te kennen geeft.
Het Godsdienstig denken en kennen
cn hier reikte de Graaf Brunner de hand
is 'n eerbiedig denken en kennen, dat per
soonlijk bepalend en beslissend is. Bayinck's
woord, dat alle Godskennis „ethisch" is, dat
is pas na wedergeboorte ontstaan, zou de
Graaf beamen, als men „wedergeboorte"
maar ruim neemt, en ook erkent, dat aan
vankelijke Godskennis tot wedergeboorte
leiden kan. „De Geloofswaarheid", schreef
de Graaf, „moet worden aangehangen en ge
diend in denken en doen" dan alleen wordt
ze vast gehouden, dan alleen groeit ze. Zoo
word! Gods Waarheid voor ons een hoogste
een edel goed. Zoo verlost ons de Waarheid
van de Zonde, d.i. van „hel onware leven,
dat in zijn eigen zin wil volharden. „Zoo
zal de Waarheid U vrijmaken". In den lof
van God's Waarheid verschillen de Graaf
en Brunner lang niet zooveel van elkaar
als hun aanpak en terminologie zouden doen
vermoeden.
Het was vooral het exclusivisme en de
apodictische loon der Zwitsers die de
Graaf's strijdlust opriepen. Zijn vermogen
tol waardeering ondanks stevige eigen
overtuiging was oneindig grooter dan de
hunne Zijn geest dorste naar Waarheid,
maar tegelijk naar de „Una Sancta Calholica
Ecclesia", waarvan hij de sporen in alle
kerken aanwezig achtte. Aan geen dier
kerken is de toekomst, maar wel aan wat
hij noemde hel „Vrij-Catholicisme", dat bij
erkenning van verschil en vrijheid van be
lijdenis één zal zijn in beginsel van leven
en samenleving. Dit beginsel kon hij niet
anders zien dan in dat Christelijk Huma
nisme, dat de wereld redden moet. Die hier
voor werkf. werkt voor de toekomst. Hoe
meer dit vrij-catholicisme zich verwezen
lijkt. des te meer zal het gezag zich open
baren in zijn ware gedaante: niet als opge
legde dwang, maar als erkenning van gees
telijke meerderheid en macht.
Ligt het aan ons, vroeg spr., dat we bij
de Graaf's kenschetsing van gezag ge
dwongen worden te denken aan het gezag,
dat hij zelf had in de kringen, waarin hij
leefde en werkte? Dat gezag was niet alleen
aan zijn kennis en inzicht te danken.
De Graaf wist wel: dit Vrij-Catholicisme
is nog hee' verre Maar hij zag de instorting
der tegenhoudende machten én. hij kon
wachten Hij wist. dat onze tijd maar een
fragmentje is van Gods tijd, cn dat Gods
tijd rustte in Zijn Eeuwigheid Die gelooven,
haasten niet, maar zij denken en wer
ken Aan de bekende enquête van Heymans
en Wiersma heeft hij verweten, dal haar
vraag over den godsdienst te zeer op den
vrouwelijken emolioneelen vorm van gods
dienst was afgestemd. Tot de religie moest
ook gerekend worden steeds dieper door
denken van de levenswaarheid, het heroïsch
aanvaarden van haar consequentie, het be
strijden van onklaarheid en onwaarachtig
heid, het optrekken van een denkgebouw
op den grondslag van het geloof. Dit noemde
hij de mannelijke gedaante van godsdienst,
die de vrouwelijke moet aanvullen, zooals
zij door de vrouwelijke wordt verrijkt.
In dezen mannelijken godsdienst heeft
de Graaf geleefd en gewerkt. De theologie,
die hij slechts twee jaar in Utrecht en slechts
vier jaTen in Leiden heeft mogen doceeren,
maar die in al zijn werken ons overblijft, is
van dit geloof doorstroomd. Studenten en
vrienden hebben het gemerkt, dat deze
theologie alleen mei vrucht gedoceerd en
dat dit geloof, alleen in ernst beleden kan
worden, mits daar achter staat een mensch,
die bereid is lot wat de Graaf heeft genoemd
„het gestage offer van het leven aan dat
wat hooger goed is dan het leven zonder
meer".
Evenals bij Roessingh. zoo eindigde prof.
Ileering, zijn wij ook bii de Graaf de eerbie
dige getuige geweest van zulk 'n gestadig
offer. En daarom mogen .wij ook hier den
ken aan wat de Graaf genoemd heeft „het
eeuwige leven, dat wordt tot een geestelijk
verband tusschen God en mensch, reeds op
deze aarde aanvangend en onvergankelijk".
Zulk een leven in zijn aardschen loop van
nabij te hebben aanschouwd is, naast alle
groot verdriet en blijvend gemis 'n steun en
rijkdom voor immer.
Herdenking te Den Haag.
Hedenavond te 8 uur zal in de Remon-
slrantsche Kerk aan de Laan te 's Graven-
hage een herdenkingssamenkomst plaats
hebben in ver'# nd met hel overlijden van
prof. dr. H. T de Graaf, waartoe allen, die
belang stelden in den persoon of het werk
van wijlen prof. de Graaf, worden uilge-
noodigd.
De leiding van den dienst zal zijn in
handen van ds. G. J. Sirks, terwijl mr. J.
J Boasson, prof. R. Casimir, ds. F. Kleyn
en mej. dr. N .A. Bruining spreken zullen.
Mejpnkvr. J. Repelaer van Driel zal
aenige liederen zingen.
De rouwdienst.
Na afloop van de begrafenis van prof. dr.
H. T. de Graaf zal er morgenmiddag in de
Doopsgezinde Kerk alhier een rouwdienst
worden gehouden waarin prof dr G. J.
Heering zal voorgaan. In verband met de
vrij beperkte ruimte in deze kerk worden
bij dezen dienst hoofdzakelijk verwacht zij,
die met den overledene door vriendschap
of werkkring verbonden waren, in de eerste
plaats ook zij, die de begrafenis bijwonen.
LEIDSCHE VEREEN. TOT BEV.
DER KENNIS IN DE GRAFISCHE
VAKKEN.
Is een nienwe Tereeniging noodzakelijk?
Onder leiding van den waarnemenden voor
zitter, den heer S. G. van Looy, heelt boven
genoemde vereeniging in „de Harmonie" haar
jaarvergadering gehouden. Nadat de ver
gadering door den heer van Looy was ge
opend o.a. deed deze mededeeling van
de tusschentjjdsche aftreding van den voor
zitter den heer de Bink werden de no
tulen der vorige vergadering gelezen.
Vervolgens werd mededeeang gedaan van
eenige ingekomen stukken.
In het jaarverslag van den secretaris, den
heer Wittenaar, werd met groote nadruk
gewezen op de indeeling der vakcursussen
bij de Ambachtsschool en de tot standkoming
der rijkssubsidie. Door de indeeling van
den leergang bij de ambachtsschool werd
de vereeniging in staat gesteld meer aan
dacht te besteden aan de ontwikkeling der
oudere typographen en konden voor hen
lezingen worden gehouden en films ver
toond.
Den afgetreden voorzitter werd in het
jaaroverzicht hulde gebracht voor het onder
zijn leiding tot stand gekomene; terwijl het
tevens woorden ran dank bevatte aan de
leiders van den leerlingencursus.
Zonder op- of aanmerkingen werd bet jaar
verslag onder dankzegging goedgekeurd. Als
penningmeester bracht hierna de heer van
Looy verslag uit over de inkomsten en
uitgaven der vereeniging, sluitende met een
bedrag van f. 580.86 en een batig slot aan
wijzend van f. 75.431/j. Daar de kascommissie
de boeken en bescheiden in orde had be
vonden. werd den penningmeester décharge
verleend. Nadat een nieuwe kascommissie
was gekozen werd het a.s. winterprogramraa
vastgesteld. Wederom zullen diverse lezin
gen op het grafisch vakgebied alsmede lilm-
vertooningen en excursies worden georgani
seerd.
Bij de bestuursmededeelingen behandelde
ds lieer van Looy uitvoerig de geschiedenis
van de totstandkoming van den theoretischen
en practischen cursns: welke nog slechts
de goedkeuring der ingezonden begrooting
behoeft en waarschönliik half Januari ge
opend zal worden. Komt deze leergang tot
stand, dan verandert ook het karakter der
vereeniging geheel, zal een reglementswb'zi-
ging noodzakelrk zen en znllen de hestnurs-
leder, geen zitting meer hebben als afge
vaardigden van de subsidieerende organi
saties daar deze donaties door de rijks
subsidie komen te vervallen. Dan zal tevens
dn instelling van een commissio van toe
zicht op den cursns noodig worden.
Aangevuld met de heeren Pont en Don-
kr-Iaar zal het bestuur een concept-regle-
mentswëricine op stellen teneinde dez° aan
een volgende vergadering voor te leggen
en eventueel te komen tot de oprichting
van een nieuwe vereeni<ri"p Na een nnhe-
Inrgröke ron^'-mag sloot d° heer van Looy
te ongeveer elf uur de vergadering.
INDISCHE VOORDRACHTEN
AAN DE LEIDSCHE
UNIVERSITEIT.
Prof. Dnyvendak over „Chineezen
in Ned. IndiS.
Prof. dr. J. J. L. Duyvendak heeft gister
avond de reeks Indische voordrachten voort
gezet met een lezing over bovengenoemd
onderwerp.
Spr. gaf eerst een kort overzicht van de
betrekkingen der Chineezen met.Ned.-Indië
vóór de komst der Hollanders en herinnerde
eraan, dat zij reeds als kooplieden daar
werkzaam waren toen de Hollanders ver
schenen. J. P. Coen moedigde de komst der
Chineezen zeer aan, o.a omdat hij hen ge
bruikte voor den bouw van zijn versterkte
stad Batavia. De opbloei van den handel
trok vele Chineezen aan: daartoe werkle ook
mede de onrustige toestand in China zelf,
dat in het midden der 17de eeuw door de
Mandsjoes werd veroverd. Binnenlandsche
onlusten in China met den daarmede ge
paard gaanden economischen nood hebben
sleeds tot emigratie aanleiding gegeven; zoo
in het midden der 19de eeuw toen half
China 15 jaar lang in rep en roer werd ge
bracht door den T'ai-p'ing opstand en even
eens in modernen lijd, nu zoo lang de bur
geroorlogen hebben gewoed. De betere ver
keersmiddelen doën daartoe natuurlijk ook
het hunne. Gedurende de laatste jaren zijn
meer dan 40.000 Chineezen per jaar Neder-
landsch-Indië binnen gekomen. Deze Irek
naar onze koloniën is slechts een onderdeel
van de emigratie der Chineezen overzee;
Singapore b.v. dankt zijn welvaart aan de
Chineezen, die daar zeer talrijk zijn.
Spr. zet dan uiteen, dat de Chineezen in
Indië geenszins een homogene groep vor
men. De voornaamste groep is dio der Emoi-
Chineezen, die vooral op Java als hande
laars woonachtig zijn. Dan de Hakka's, die
als koelies werken in de tinmijnen of op
de plantages in Deli, en die ook de Wesler-
afdeeling van Borneo hebben bevolkt. Ver
volgens de Hoklo's, eveneens als koelies
werkzaam of als kooplui, en ten slotte de
eigenlijke Canlonneezen, die vooral als
handwerkslieden hun brood verdienen. Al
deze menschen spreken een verschillend
dialect; de geschreven taal echter, die alleen
de meer ontwikkelden onder hen verstaan,
is voor allen gelijk.
Een belangrijk verschil is dat tusschen
de z.g.n. Peranakans cn dc Singkehs. De
eersten zijn die Chineezen. die reeds één of
meer geslachten in Ned. Indië woonachtig
zijn. en. daar vrouwen oorspronkelijk niet
emigreerden, van gemengd bloed zijn de
tweede zijn de nieuwkomers, waarvan na
tuurlijk een groot gedeelte weer naar China
teruggaal. De eersten zijn in Indië ingebur
gerd en hebben in zeer vele gevallen ook
hun iaal vergeter. Zij spreken veeal Ma-
leiscli en de beter gesdtuerden onder ben
leeren Hollandscb op de Hollandsch-Chi-
neesche scholen, die sinds 19P8 bestaan.
Spr. .bespreekt vervolgens liet hechte Chi-
neescbe familiebysleetn m"l het alles be-
heerschende beginsel van sjiao, onderwor
penheid aan de ouders. De voornaamste
plicht is hel voortzetten van de slamlyn.
De individu beslaat slechts als deel van
zijn familie. De overleden voorouders wor
den op hel huisaltaar vereerd, terwijl aan
hun graf de meest mogelijke zorg wordt be
steed. Van de gunstige ligging van hun graf
wordt het toekomstig geluk van een familie
gedeeltelijk afhankelijk geacht. In verband
hiermede liehandelt spr. do Chineescbe
godsdienstige voorstellingen die gevormd
zijn uit elementen afkomslie uit: Confucia
nisme. Taoisme en Boeddhisme. Van de
oude feestdagen was het nieuwjaar volgens
ouden stijl hel belangrijkste. Door de nieuwe
regeering van Nanking is het vieren daar
van verboden.
Bij de P»ranakan Chineezen in Ned. Indië
blijven de Chineescbe opvallingen in honfd-
zaak voortleven, ofschoon natuurlijk ver
zwakt onder invloed van liet vreemde mil
lion Ook moderne denkbeelden hebben
zeer veel van de oude opvallingen doen
veranderen.
Een en ander werd met Iraaie lichtbeelden
geïllustreerd.
o
INSTITUUT KERN.
H.M. de Koningin Beschermvrouwe.
H.'M. de Koningin heeft Zich bereid ver
klaard het Haar aangeboden bescherm-
vrouwschap van het Instituut Kern te aan
vaarden.
H AN DELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
„Zonneveld van Eeuwen en Co., Hoofd
straat 122. Sassenheim. Bloembollenbedrijl.
Door uittreding van de vennooten: M.
Meeldijk. Sassenheim en C. J. van Zonne
veld. Sassenheim, is de vennootschap onder
firma dd 15 November 1930 ontbonden en
wordt de zaak voortgezel door den overge
bleven vennoot: C. van Eeuwen, als eenig
eigenaar, onderden naam: Firma Zonneveld
van Eeuwen en Co
Leidscho Meubelindustrie, Hooge Rijndijk
94, Leiden, fabricage van en handel in meu
belen in den ruimsten zin. De statuten zijn
gewijzigd. Wijziging handelsnaam thans:
Naamlooze Vennootschap Leidsche Meubel
industrie.
Firma Gez G. en A. de Best Voorstraat 3a,
Katwijk a. Zee. handel in manufacturen.
Uittredende vennooten: mej. G de Best.
Katwijk a. Zee en mej. A. de Best, Katwijk
a Zee. dd. 1 October 1930. Wijziging han
delsnaam thans: Magazijn „de Zon".
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd voor het doctoraal examen
rechtsgeleerdheid mej. R. A. S. [denburg
(Leiden) en de heer H. Creutzbeng (Leiden).
OUDERAVOND
OPENBARE JONGENSSCHOOL.
Uitmuntend geslaagde bijeenkomst.
In het groote Gymnastieklokaal aan de
Pieterskerkgracht, dat door twee fel bran
dende kachels nog niet voldoende te ver
warmen bleek, werd gisteren een ouder
avond gehouden van de U. L. O. school in
de Pieterskerkstraat. De belangstelling was
buitengewoon groot: er waren pl.m. 130
personen aanwezig. Het aantal stoelen, dat
gereed stond bedroeg 100, zoodat de kleine
bankjes in 't lokaal te hulp werden geroe
pen. Deze primitieve zitplaalsen deden ech
ter geen afbreuk aan de stemming, die aller
aangenaamst bleef
Het Hoofd der School, de heer P. A.
Hibma, heeüe de aanwezigen welkom met
warmte in figuurlijken zin! De Secre
taresse der Oudercommissie, Mevr. Timmer
mans, las de notulen der vorige bijeen
komst voor, welke werden goedgekeurd.
Hierop volgden mededeelingen van den
heer Hibma omtrent het doel der school, de
opleiding voor inrichtingen van voortgezet
onderwijs, de beide diploma's A en B en
het verblijdend groot aantal leerlingen (108)
dat met 1 Sept. was toegelaten. Besloten
werd met een korte bespreking van de op
26 Nov 19M meegegeven rapporten; enkele
gewaardeerde vragen van belangstellende
ouders gaven gelegenheid lot aanvulling
van 't vertelde.
Daarna werden ruim 50 lichtbeelden van
Oud-Java toegelicht door Prof. Dr. N. J.
Krom, lid der Oudercommissie. De aan
wezigen genoten en 't was genot van hooge
orde: de duidelijke photo's, de overzichte
lijke volorde en de sobere glasheldere loe-
lichling van den begaafden en geleerden
spreker boeiden tol het einde. Menigeen zal
er zich in stilte over hebben verwonderd,
dat meer dan 1000 jaar geleden op Java
reeds bewijzen waren van een beschaving,
waar Nederland toen nog lang niet aan toe
was. De woorden van dank en waardeering
gesproken door den heer Hibma, werden
door de vergadering met warm applaus
bekrachtigd.
Bij de rondvraag vroeg de heer School
iels omtrent de groote vacantie. De heer
Loeb dankte in den geest der aanwezigen,
den Voorzitter voor de welwillende leiding
der vergadering en Prof. Krom voor het
geen hij had doen genieten.
Na alloop dezer uitmuntend geslaagde
bijeenkomst was er gelegenheid tot bespre
kingen met bet onderwijzend personeel.
Hiervan werd een druk gebruik gemaakt: 't
werd kwart over elf eer de zaal leeg was.
o—
's RIJKS MUSEUM
VAN NATUURLIJKE HISTORIE.
Het jaarverslag.
Aan liet door den directeur van boven
genoemd museum, prof. dr. E D. van Oort
uitgebracht verslag over het tijdvak 1 Sept.
19291 Sept. 1930 is bet volgende ontleend:
De toestand der verzamelingen blijft steeds
gunstig. Het kostbare materiaal is gelukkig
veilig opgeborgen in de doelmatige maga
zijnen, beschermd tegen brandgevaar en de
nadeelige inwerking van licht, staf of vocht.
De mogelijkheid van tentoonstellen van een
deel der schatten voor het Nederlandsche
volk is door de regeering steeds nog niet
geopend. De voorloopige opberging van het
skelettenmateriaal van de groote walvisch-
achlige dieren en andere groote zoogdieren
in de houten loods begint voor het materiaal
nadeelig te worden
De aanwinsten zijn in hel afgeloopen tijd
perk belangrijk geweest; verliezen zijn niet
te boeken. Enkele grootere schenkingen wer
den ontvangen, naast tal van kleinere.
Alle schenkingen, ruilingen en aankoopen
worden afzonderlijk vermeld.
Door aankoop zijn de verzamelingen
wederom met menig belangrijk stuk ver
meerderd. Als bijzonder belangrijke aan
koop, zij hier alleen vermeld een serie van
den gorilla uit Centraal Fransch Congo,
bestaande uit een volwassen man en vrouw,
2 skeletlen en 11 schedels.
fn de bezoekerslijsl van het Museum over
het afgeloojzen tijdperk staal mei gulden let
ters gegrift de naam van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
Mr J. Terpslra, die op 16 April 1930, verge
zeld van mevr Terpslra, een kort bezoek
aan de instelling bracht. Sedert jaren heeft
's Rijks Museum van regeeringszijde niet
deze hooge eer genoten. Ik hoop en ver
trouw. dat Zijne Excellentie door eigen aan
schouwing overtuigd is, dat voltooiing van
den bouw van 's Rijks Museum van Natuur
lijke Historie een nationaal belang is en dat,
mocht de behoorlijke voltooiing van hel een
maal begonnen gebouw in Leiden te zeer
tegengewerkt worden, het tegenover het
Nederlandsche volk voor dc regeering een
plicht is voor den bouw van een modern
museum elders in ons land een plaats te
zoeken
Aan 187 verschillende personen werd in
het afgeloopen tijdperk 1418 keer toegang
verleend tot de verzamelingen voor weten
schappelijk onderzoek, tot de bibliotheek of
tot de conservatoren ter verkrijging van
voorlichling of hulp Het tenloonsteltings-
zaattje der Fauna Neerlandica werd door
1159 personen bezocht.
HET HOFTE BETHLEHEM OP
HET LEVENDAAL 1630—iqqo.
Op den 3en December 1630 stichtte Ger-
rit Frankensz. van Hoogmade het Belhle-
hemshot op de Langegracht ten behoeve
der Walerlandsche Doopsgez Gemeente.
Door den ongunst des tijds werd dit Hof
in 1811 vereenigd met het Hof de Hoek
steen op het Levendaal, dal in 1660 was
opgericht door de Vlaamsche Doopsgezinde
Gemeente.
Hef 300-jarig bestaan werd op 3 dezer
herdacht door een handreiking aan de in
gelanden van het Hof.
Regenten zijn thans de heeren: W. J.
Bierens de Haan, S. J. Ie Poole L.Gz. en
G. A. Reimeringer.
„NON SORDENT IN UNDIS".
3 Dec. 1815—3 Dec. 1930.
Gisteren was het 115 jaar geleden, dat hier
Ier stede een aantal Zeeuwsche studenten
op de gelukkige gedachte kwam een onder
afdeling op te richten van het bereids oo
8 Maart 1813 door hen als leerlingen van
de Latijnsche School te Middelburg in het
leven geroepen gezelschap „Fide, Amicitia
Virtute"
AI spoedig in 1820 werd het Ge
zelschap, dat van den aanvang af een dis
puut was en nu een plaatselijk gezelschap,
omgedoopt in „Non Sordent in Undis".
Kwaiijk hebben de Zeeuwen van 1815
kugtien vermoeden, dat ruim een eeuw
later hun nageslacht zich met zulk een
groot enthousiasme zou opmaken ter luis
terrijke viering van het 23ste Lustrum,
hetwelk op 6 en 7 dezer te Middelburg met
groot jolijt zal worden gevierd. Grootsch zat
het festijn van het roemruchtig Studenten
gezelschap daar zijn. Fier kan hel immers
zijn op de namen van hen, die in den loon
der jaren lid waren van het Gezelschap, die
kinderen mochten worden genoemd van den
vitalen stamvader „Non Sordent".
Trotseh kan het zijn op de plaats, die het
Collegium Tlluslre sleeds tot op den dag van
heden heeft ingenomen in het Leidsch Stu
denten Corps, dat het recht van het Gezel
schap heeft moeten erkennen om bij vrij
wel alle feeslelijkheden uit te rijden vóór
het Collegium Civitalis- Academicae Lug-
duno Batavoe Supremum en de paarden
vóór het hestuursrijluig. te sieren met de
„blauwe pluimen" van het Collegium Su
premum!
Hoe vroolijk en dartel zal de aloude
„aap" a.s. Zaterdag schitteren cn flonkeren
aan den gevel van Sociëteit „Sint Joris" te
Middelburg, alwaar circa 5 uur receptie zat
worden gehouden en de nieuwe leden plech
tig zullen worden geïnaugureerd, temidden
van vele leden en oud-leden. Op de knieën
van den ab-arlis zullen zij als zoo velen
voor hen hun naam mogen inschrijven
in het „Ohocoladeboek".
En als des avonds hel diner in vollen
gang zal zijn zal de pokel lustig worden
gesneden en zal er met Zeeuwsche rond
borstigheid en hartelijkheid worden gedron
ken cn geklonken op hel heil van de Pro
vincie, Non Sordent en Leiden.
Moge het Illuster Gezelschap nog vele
Lustra vieren en groeien en bloeien tot in
lengte van datgen! Mr. Hz.
a
Bij Kon. Besluit is op zijn verzoek eer
vol uit den militairen dienst ontslagen ds
reserve-eersle-luilcnant A. J. Otto van het
4de R. I.
De lieer A. L. Boot, inspecteur der
directe belastingen, enz. alhier is benoemd
tot lid van de commissie belast met het in
Februari te Den Haag te houden vak-
examen van surnumerair der directe belas
tingen, invoerrechten en accijnzen.
- Mr. Egbert de Vries verzoekt ons
mede te deelen, dat hij op 11 dezer, den
dag, waarop hij vóór 60 jaar aan de Leid
sche Universiteit promoveerde tot doctor in
de rechtswetenschap, uitstedig zal zijn. Hij'
wenscht dien dag geheel onopgemerkt te
laten voorbijgaan.
Bij bef te Arnhem gehouden Espe-
ranto-examen slaagde voor diploma A
(lingva kapableco) de heer J. L. van
Leeuwen, onderwijzer aan de openb. Mulo-
school voor jongens alhier.
Gistermiddag is de 57-jarige mej. J. V.
in haar woning aan de Oranjegracht van de
trap gevallen, waarbij zij haar linkerarm
brak. De E. H. D, bracht haar ter behande
ling naar hel Academisch Ziekenhuis.
In den achtertuin van II. aan den
Haagweg is een transportrijwiel onbeheerd
gevonden. Inlichtingen bij de politie.
Op 3 Decam'qer 1930 stonden 1031
werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge
schreven tegen 604 op 3 December 1929
Wij verwijzen naar een adverlenlie in
dit Blad betreffende een ledenvergadering
der Ned. Ver. van Huisvrouwen afdeeling
Leiden.
IJMUIDEN, 4 December 1930.
VISCHPRIJZEN.
Tarbot per K.G. f. 1.50—1.20; Griet per
kist van 50 K.G. f. 5822; Tangen per K.G.
f.2 50185. Groote Schol per kist van 50
K.G. f. 2824; Middelschol per kist van 50
K.G, f. 3428; Zetschol per kist van 50
K.G. f.3327: Kleine Schol per kist van
50 K.G. ^23—4.60; Bot per kist van 50
K.G, f. 5.103.40; Schar jser kist van 50
K.G. f. 12.501.50; Roggen per 20 stuks
f.2011; Vieeten per stuk f.3 082.50:
Groote Sciielvisch per kist van 50 K.G. f.52
f8; Middel Schelvisch per kist van 50
K G. f. 48-—fO; Kleinmiddel Schelvisch per
kist van 50 K.G. f.22—17; Kleine Schel
visch per kist van 50 K.G. f. 13.50—3;
Kabeljauw per kist van 125 K.G f. 8468;
Gullen per kist van 50 K.G. f.32140:
Lengen per stuk f. 2.250.85; Wijting per
kist van 50 K.G. f.42.70; Koolvisch per
stuk f. 1.650 65; 3 Steuren 29, 47 en 23
K.G. f.52 20, f. 72.85, f. 35.65 35 kisten
versche haring f. 1615 per kist.
Aangekomen 20 Stoomtrawlers: IJM. 129
met f 2055; IJM. 62 met f. 1776: IJM 165
met f. 1618; IJM. 34 met f.1700. IJM 119
met f.2276; IJM 187 met f.1773. IJM. 45
met r 1500; IJM 180 met 1.1300, IJM 365
met f 1644: IJM. 102 met f.2653; IJM. 61
met r 2600; IJM 147 mei I 1950: IJM 112
met f 1200- IJM. 100 met f. 1700; IJM. 40
met f800: IJM. 89 met f. 1600 IJM 56 met
f.1700: IJM. 130 met f2500IJM 157 met
f 1601; IJM 323 met f. 1600 IJH 263 net
f.2059: de trawllneeer IJM. 768 met 785
en voor Katwijk de loggers: K.W 25 met
200 kantjes; K.W. 14 met 182 kantjes pekel
haring.
2—1