AGENDA. VISSCHERIJBERICHTEN. HEDEN; „In den Vergulden Turk": Leidsche Mij. ran Weldadigheid. Ledenvergadering 4 uur 30 n.iti. Nulszaal: Openbare prolestmeeting der Prot. Debat Club. 8 uur. Prediker: Evangelisaliebijecnkomst. Spr. Fr. Luytjes. 8 uur n.m. Ee avond-, nacht- en Zondagdienat der apotheken wordt van Maandag 1 Dec. tot en met Zondag 7 Dec. waargenomen door de apotheken: G. F. Reyst, Steenstraat 35, telefoon 136 en A. J. Donk, Doezastr. 31, telefoon 1313. theologie helder uit. Voor de Graaf was de Zwitsersche theologie meer een theologie van vertwijfeling dan een theologie van ge loof. Ook de Graaf was in zekeren zin een Gereformeerd theoloog: de „kennisse Gods", de eeuwige Waarheid, „Gods Woord" stond ook bij hem voorop. Maar hij kon nóch de wijze, waarop de Zwitsers die Godskennis te voorschijn brengen, nóch de bepaling van „Gods Woord", nóch hun waarheidsopvai- ting hoog waardeeren. Deze laatste was hem te eenzijdig-realistisch, terwijl zijn Schrift beschouwing hem niet toeliet hun „ja en neen" ten opzichte - der inspiratie-leer te beamen. Ook was de Graaf's psychologie volkomen in strijd met die der Zwitsers. Hun angst voor de psychologie kwam z.i. groo- tendeels voort uit de ouderwelsche opvat ting van psychologie (empirisch en mecha nisch) en een te enge opvatting van het be grip „psyche". Voor de Graaf was de psyche allereerst bewustzijn, kenbron van waar heid en oordeel-vermogen van waarde. De weg der waarheid tot óns is volgens de Graaf niet uitwendig maar inwendig. Het woord „evident", waarmee de Zwitsers de waarheid verankeren aan het gegeven woord, was hem ónvoldoende De waarheid rijsl in ons en wordt door en in ons denken gevat. Wanneer de menschelijkc rede zich den goddelijken Logos indenkt, leert zij de waarheid kennen, die haar als open baring geschonken wordt. De bewustwor ding en erkenning daarvan is geloof. Geloof als gevoelvol vertrouwen op het historisch gegevcne doet het geloofsleven verschrom pelen. Evenals Roessingh eischle de Graaf voor het vinden der Waarheid: „het indaten in eigen geest om te zoeken, wat meer is dan eigen geest". Ons denken is hierin auto noom Doch deze autonomie mag niet tegen over theonomie gesteld worden. Zij is met haar dón Het vraagstuk van „geloof en ge schiedenis" {de beteekenis van de historische Boodschap voor ons geloofsdenkenl heeft Roessingh meer bezig gehouden dan de Graaf. Een afkeer had de Graaf van hel zich terug trekken op de vluchtheuvelen van de absolute paradox cn van het irrationeele. Daarom stond hij ook critisch tegenover Otto. Hij vreesde hier althans bij de volge lingen „intelleclueele gemakzucht". Hoe willen wij iets van God kernen, ja, zelfs iets van'zijn mysterie bevroeden, zonder den ken? Zeker, het denken wijst tenslotte boven liet rationeele uit. Hel meer-dan-rationeele moge een grens van denken zijn. het irra tioneel te noemen noemde hij „abdicatie van denken". In de intuïtie gaat het denken verder. Maar veel intuïtie ontstaat uit de inspanning van hel denken zelf. Ondanks dezen intellectualistischen in slag was de Graaf veel te zeer gevoels- mensch (zijn gevoelsleven was stérk maar beheerschl) om niet telkens weer onder den indruk te komen van Gods ondoorgrondelijk heid. Nog in zijn laatste dagen roemde hij het Calvinisme om dezen trek. Maar hij be schouwde het als eer-geven aan God om zijn Waarheid, Zijn-heilige orde zóóver te door denken als Hij hel ons te kennen geeft. Het Godsdienstig denken en kennen cn hier reikte de Graaf Brunner de hand is 'n eerbiedig denken en kennen, dat per soonlijk bepalend en beslissend is. Bayinck's woord, dat alle Godskennis „ethisch" is, dat is pas na wedergeboorte ontstaan, zou de Graaf beamen, als men „wedergeboorte" maar ruim neemt, en ook erkent, dat aan vankelijke Godskennis tot wedergeboorte leiden kan. „De Geloofswaarheid", schreef de Graaf, „moet worden aangehangen en ge diend in denken en doen" dan alleen wordt ze vast gehouden, dan alleen groeit ze. Zoo word! Gods Waarheid voor ons een hoogste een edel goed. Zoo verlost ons de Waarheid van de Zonde, d.i. van „hel onware leven, dat in zijn eigen zin wil volharden. „Zoo zal de Waarheid U vrijmaken". In den lof van God's Waarheid verschillen de Graaf en Brunner lang niet zooveel van elkaar als hun aanpak en terminologie zouden doen vermoeden. Het was vooral het exclusivisme en de apodictische loon der Zwitsers die de Graaf's strijdlust opriepen. Zijn vermogen tol waardeering ondanks stevige eigen overtuiging was oneindig grooter dan de hunne Zijn geest dorste naar Waarheid, maar tegelijk naar de „Una Sancta Calholica Ecclesia", waarvan hij de sporen in alle kerken aanwezig achtte. Aan geen dier kerken is de toekomst, maar wel aan wat hij noemde hel „Vrij-Catholicisme", dat bij erkenning van verschil en vrijheid van be lijdenis één zal zijn in beginsel van leven en samenleving. Dit beginsel kon hij niet anders zien dan in dat Christelijk Huma nisme, dat de wereld redden moet. Die hier voor werkf. werkt voor de toekomst. Hoe meer dit vrij-catholicisme zich verwezen lijkt. des te meer zal het gezag zich open baren in zijn ware gedaante: niet als opge legde dwang, maar als erkenning van gees telijke meerderheid en macht. Ligt het aan ons, vroeg spr., dat we bij de Graaf's kenschetsing van gezag ge dwongen worden te denken aan het gezag, dat hij zelf had in de kringen, waarin hij leefde en werkte? Dat gezag was niet alleen aan zijn kennis en inzicht te danken. De Graaf wist wel: dit Vrij-Catholicisme is nog hee' verre Maar hij zag de instorting der tegenhoudende machten én. hij kon wachten Hij wist. dat onze tijd maar een fragmentje is van Gods tijd, cn dat Gods tijd rustte in Zijn Eeuwigheid Die gelooven, haasten niet, maar zij denken en wer ken Aan de bekende enquête van Heymans en Wiersma heeft hij verweten, dal haar vraag over den godsdienst te zeer op den vrouwelijken emolioneelen vorm van gods dienst was afgestemd. Tot de religie moest ook gerekend worden steeds dieper door denken van de levenswaarheid, het heroïsch aanvaarden van haar consequentie, het be strijden van onklaarheid en onwaarachtig heid, het optrekken van een denkgebouw op den grondslag van het geloof. Dit noemde hij de mannelijke gedaante van godsdienst, die de vrouwelijke moet aanvullen, zooals zij door de vrouwelijke wordt verrijkt. In dezen mannelijken godsdienst heeft de Graaf geleefd en gewerkt. De theologie, die hij slechts twee jaar in Utrecht en slechts vier jaTen in Leiden heeft mogen doceeren, maar die in al zijn werken ons overblijft, is van dit geloof doorstroomd. Studenten en vrienden hebben het gemerkt, dat deze theologie alleen mei vrucht gedoceerd en dat dit geloof, alleen in ernst beleden kan worden, mits daar achter staat een mensch, die bereid is lot wat de Graaf heeft genoemd „het gestage offer van het leven aan dat wat hooger goed is dan het leven zonder meer". Evenals bij Roessingh. zoo eindigde prof. Ileering, zijn wij ook bii de Graaf de eerbie dige getuige geweest van zulk 'n gestadig offer. En daarom mogen .wij ook hier den ken aan wat de Graaf genoemd heeft „het eeuwige leven, dat wordt tot een geestelijk verband tusschen God en mensch, reeds op deze aarde aanvangend en onvergankelijk". Zulk een leven in zijn aardschen loop van nabij te hebben aanschouwd is, naast alle groot verdriet en blijvend gemis 'n steun en rijkdom voor immer. Herdenking te Den Haag. Hedenavond te 8 uur zal in de Remon- slrantsche Kerk aan de Laan te 's Graven- hage een herdenkingssamenkomst plaats hebben in ver'# nd met hel overlijden van prof. dr. H. T de Graaf, waartoe allen, die belang stelden in den persoon of het werk van wijlen prof. de Graaf, worden uilge- noodigd. De leiding van den dienst zal zijn in handen van ds. G. J. Sirks, terwijl mr. J. J Boasson, prof. R. Casimir, ds. F. Kleyn en mej. dr. N .A. Bruining spreken zullen. Mejpnkvr. J. Repelaer van Driel zal aenige liederen zingen. De rouwdienst. Na afloop van de begrafenis van prof. dr. H. T. de Graaf zal er morgenmiddag in de Doopsgezinde Kerk alhier een rouwdienst worden gehouden waarin prof dr G. J. Heering zal voorgaan. In verband met de vrij beperkte ruimte in deze kerk worden bij dezen dienst hoofdzakelijk verwacht zij, die met den overledene door vriendschap of werkkring verbonden waren, in de eerste plaats ook zij, die de begrafenis bijwonen. LEIDSCHE VEREEN. TOT BEV. DER KENNIS IN DE GRAFISCHE VAKKEN. Is een nienwe Tereeniging noodzakelijk? Onder leiding van den waarnemenden voor zitter, den heer S. G. van Looy, heelt boven genoemde vereeniging in „de Harmonie" haar jaarvergadering gehouden. Nadat de ver gadering door den heer van Looy was ge opend o.a. deed deze mededeeling van de tusschentjjdsche aftreding van den voor zitter den heer de Bink werden de no tulen der vorige vergadering gelezen. Vervolgens werd mededeeang gedaan van eenige ingekomen stukken. In het jaarverslag van den secretaris, den heer Wittenaar, werd met groote nadruk gewezen op de indeeling der vakcursussen bij de Ambachtsschool en de tot standkoming der rijkssubsidie. Door de indeeling van den leergang bij de ambachtsschool werd de vereeniging in staat gesteld meer aan dacht te besteden aan de ontwikkeling der oudere typographen en konden voor hen lezingen worden gehouden en films ver toond. Den afgetreden voorzitter werd in het jaaroverzicht hulde gebracht voor het onder zijn leiding tot stand gekomene; terwijl het tevens woorden ran dank bevatte aan de leiders van den leerlingencursus. Zonder op- of aanmerkingen werd bet jaar verslag onder dankzegging goedgekeurd. Als penningmeester bracht hierna de heer van Looy verslag uit over de inkomsten en uitgaven der vereeniging, sluitende met een bedrag van f. 580.86 en een batig slot aan wijzend van f. 75.431/j. Daar de kascommissie de boeken en bescheiden in orde had be vonden. werd den penningmeester décharge verleend. Nadat een nieuwe kascommissie was gekozen werd het a.s. winterprogramraa vastgesteld. Wederom zullen diverse lezin gen op het grafisch vakgebied alsmede lilm- vertooningen en excursies worden georgani seerd. Bij de bestuursmededeelingen behandelde ds lieer van Looy uitvoerig de geschiedenis van de totstandkoming van den theoretischen en practischen cursns: welke nog slechts de goedkeuring der ingezonden begrooting behoeft en waarschönliik half Januari ge opend zal worden. Komt deze leergang tot stand, dan verandert ook het karakter der vereeniging geheel, zal een reglementswb'zi- ging noodzakelrk zen en znllen de hestnurs- leder, geen zitting meer hebben als afge vaardigden van de subsidieerende organi saties daar deze donaties door de rijks subsidie komen te vervallen. Dan zal tevens dn instelling van een commissio van toe zicht op den cursns noodig worden. Aangevuld met de heeren Pont en Don- kr-Iaar zal het bestuur een concept-regle- mentswëricine op stellen teneinde dez° aan een volgende vergadering voor te leggen en eventueel te komen tot de oprichting van een nieuwe vereeni<ri"p Na een nnhe- Inrgröke ron^'-mag sloot d° heer van Looy te ongeveer elf uur de vergadering. INDISCHE VOORDRACHTEN AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Prof. Dnyvendak over „Chineezen in Ned. IndiS. Prof. dr. J. J. L. Duyvendak heeft gister avond de reeks Indische voordrachten voort gezet met een lezing over bovengenoemd onderwerp. Spr. gaf eerst een kort overzicht van de betrekkingen der Chineezen met.Ned.-Indië vóór de komst der Hollanders en herinnerde eraan, dat zij reeds als kooplieden daar werkzaam waren toen de Hollanders ver schenen. J. P. Coen moedigde de komst der Chineezen zeer aan, o.a omdat hij hen ge bruikte voor den bouw van zijn versterkte stad Batavia. De opbloei van den handel trok vele Chineezen aan: daartoe werkle ook mede de onrustige toestand in China zelf, dat in het midden der 17de eeuw door de Mandsjoes werd veroverd. Binnenlandsche onlusten in China met den daarmede ge paard gaanden economischen nood hebben sleeds tot emigratie aanleiding gegeven; zoo in het midden der 19de eeuw toen half China 15 jaar lang in rep en roer werd ge bracht door den T'ai-p'ing opstand en even eens in modernen lijd, nu zoo lang de bur geroorlogen hebben gewoed. De betere ver keersmiddelen doën daartoe natuurlijk ook het hunne. Gedurende de laatste jaren zijn meer dan 40.000 Chineezen per jaar Neder- landsch-Indië binnen gekomen. Deze Irek naar onze koloniën is slechts een onderdeel van de emigratie der Chineezen overzee; Singapore b.v. dankt zijn welvaart aan de Chineezen, die daar zeer talrijk zijn. Spr. zet dan uiteen, dat de Chineezen in Indië geenszins een homogene groep vor men. De voornaamste groep is dio der Emoi- Chineezen, die vooral op Java als hande laars woonachtig zijn. Dan de Hakka's, die als koelies werken in de tinmijnen of op de plantages in Deli, en die ook de Wesler- afdeeling van Borneo hebben bevolkt. Ver volgens de Hoklo's, eveneens als koelies werkzaam of als kooplui, en ten slotte de eigenlijke Canlonneezen, die vooral als handwerkslieden hun brood verdienen. Al deze menschen spreken een verschillend dialect; de geschreven taal echter, die alleen de meer ontwikkelden onder hen verstaan, is voor allen gelijk. Een belangrijk verschil is dat tusschen de z.g.n. Peranakans cn dc Singkehs. De eersten zijn die Chineezen. die reeds één of meer geslachten in Ned. Indië woonachtig zijn. en. daar vrouwen oorspronkelijk niet emigreerden, van gemengd bloed zijn de tweede zijn de nieuwkomers, waarvan na tuurlijk een groot gedeelte weer naar China teruggaal. De eersten zijn in Indië ingebur gerd en hebben in zeer vele gevallen ook hun iaal vergeter. Zij spreken veeal Ma- leiscli en de beter gesdtuerden onder ben leeren Hollandscb op de Hollandsch-Chi- neesche scholen, die sinds 19P8 bestaan. Spr. .bespreekt vervolgens liet hechte Chi- neescbe familiebysleetn m"l het alles be- heerschende beginsel van sjiao, onderwor penheid aan de ouders. De voornaamste plicht is hel voortzetten van de slamlyn. De individu beslaat slechts als deel van zijn familie. De overleden voorouders wor den op hel huisaltaar vereerd, terwijl aan hun graf de meest mogelijke zorg wordt be steed. Van de gunstige ligging van hun graf wordt het toekomstig geluk van een familie gedeeltelijk afhankelijk geacht. In verband hiermede liehandelt spr. do Chineescbe godsdienstige voorstellingen die gevormd zijn uit elementen afkomslie uit: Confucia nisme. Taoisme en Boeddhisme. Van de oude feestdagen was het nieuwjaar volgens ouden stijl hel belangrijkste. Door de nieuwe regeering van Nanking is het vieren daar van verboden. Bij de P»ranakan Chineezen in Ned. Indië blijven de Chineescbe opvallingen in honfd- zaak voortleven, ofschoon natuurlijk ver zwakt onder invloed van liet vreemde mil lion Ook moderne denkbeelden hebben zeer veel van de oude opvallingen doen veranderen. Een en ander werd met Iraaie lichtbeelden geïllustreerd. o INSTITUUT KERN. H.M. de Koningin Beschermvrouwe. H.'M. de Koningin heeft Zich bereid ver klaard het Haar aangeboden bescherm- vrouwschap van het Instituut Kern te aan vaarden. H AN DELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: „Zonneveld van Eeuwen en Co., Hoofd straat 122. Sassenheim. Bloembollenbedrijl. Door uittreding van de vennooten: M. Meeldijk. Sassenheim en C. J. van Zonne veld. Sassenheim, is de vennootschap onder firma dd 15 November 1930 ontbonden en wordt de zaak voortgezel door den overge bleven vennoot: C. van Eeuwen, als eenig eigenaar, onderden naam: Firma Zonneveld van Eeuwen en Co Leidscho Meubelindustrie, Hooge Rijndijk 94, Leiden, fabricage van en handel in meu belen in den ruimsten zin. De statuten zijn gewijzigd. Wijziging handelsnaam thans: Naamlooze Vennootschap Leidsche Meubel industrie. Firma Gez G. en A. de Best Voorstraat 3a, Katwijk a. Zee. handel in manufacturen. Uittredende vennooten: mej. G de Best. Katwijk a. Zee en mej. A. de Best, Katwijk a Zee. dd. 1 October 1930. Wijziging han delsnaam thans: Magazijn „de Zon". ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doctoraal examen rechtsgeleerdheid mej. R. A. S. [denburg (Leiden) en de heer H. Creutzbeng (Leiden). OUDERAVOND OPENBARE JONGENSSCHOOL. Uitmuntend geslaagde bijeenkomst. In het groote Gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht, dat door twee fel bran dende kachels nog niet voldoende te ver warmen bleek, werd gisteren een ouder avond gehouden van de U. L. O. school in de Pieterskerkstraat. De belangstelling was buitengewoon groot: er waren pl.m. 130 personen aanwezig. Het aantal stoelen, dat gereed stond bedroeg 100, zoodat de kleine bankjes in 't lokaal te hulp werden geroe pen. Deze primitieve zitplaalsen deden ech ter geen afbreuk aan de stemming, die aller aangenaamst bleef Het Hoofd der School, de heer P. A. Hibma, heeüe de aanwezigen welkom met warmte in figuurlijken zin! De Secre taresse der Oudercommissie, Mevr. Timmer mans, las de notulen der vorige bijeen komst voor, welke werden goedgekeurd. Hierop volgden mededeelingen van den heer Hibma omtrent het doel der school, de opleiding voor inrichtingen van voortgezet onderwijs, de beide diploma's A en B en het verblijdend groot aantal leerlingen (108) dat met 1 Sept. was toegelaten. Besloten werd met een korte bespreking van de op 26 Nov 19M meegegeven rapporten; enkele gewaardeerde vragen van belangstellende ouders gaven gelegenheid lot aanvulling van 't vertelde. Daarna werden ruim 50 lichtbeelden van Oud-Java toegelicht door Prof. Dr. N. J. Krom, lid der Oudercommissie. De aan wezigen genoten en 't was genot van hooge orde: de duidelijke photo's, de overzichte lijke volorde en de sobere glasheldere loe- lichling van den begaafden en geleerden spreker boeiden tol het einde. Menigeen zal er zich in stilte over hebben verwonderd, dat meer dan 1000 jaar geleden op Java reeds bewijzen waren van een beschaving, waar Nederland toen nog lang niet aan toe was. De woorden van dank en waardeering gesproken door den heer Hibma, werden door de vergadering met warm applaus bekrachtigd. Bij de rondvraag vroeg de heer School iels omtrent de groote vacantie. De heer Loeb dankte in den geest der aanwezigen, den Voorzitter voor de welwillende leiding der vergadering en Prof. Krom voor het geen hij had doen genieten. Na alloop dezer uitmuntend geslaagde bijeenkomst was er gelegenheid tot bespre kingen met bet onderwijzend personeel. Hiervan werd een druk gebruik gemaakt: 't werd kwart over elf eer de zaal leeg was. o— 's RIJKS MUSEUM VAN NATUURLIJKE HISTORIE. Het jaarverslag. Aan liet door den directeur van boven genoemd museum, prof. dr. E D. van Oort uitgebracht verslag over het tijdvak 1 Sept. 19291 Sept. 1930 is bet volgende ontleend: De toestand der verzamelingen blijft steeds gunstig. Het kostbare materiaal is gelukkig veilig opgeborgen in de doelmatige maga zijnen, beschermd tegen brandgevaar en de nadeelige inwerking van licht, staf of vocht. De mogelijkheid van tentoonstellen van een deel der schatten voor het Nederlandsche volk is door de regeering steeds nog niet geopend. De voorloopige opberging van het skelettenmateriaal van de groote walvisch- achlige dieren en andere groote zoogdieren in de houten loods begint voor het materiaal nadeelig te worden De aanwinsten zijn in hel afgeloopen tijd perk belangrijk geweest; verliezen zijn niet te boeken. Enkele grootere schenkingen wer den ontvangen, naast tal van kleinere. Alle schenkingen, ruilingen en aankoopen worden afzonderlijk vermeld. Door aankoop zijn de verzamelingen wederom met menig belangrijk stuk ver meerderd. Als bijzonder belangrijke aan koop, zij hier alleen vermeld een serie van den gorilla uit Centraal Fransch Congo, bestaande uit een volwassen man en vrouw, 2 skeletlen en 11 schedels. fn de bezoekerslijsl van het Museum over het afgeloojzen tijdperk staal mei gulden let ters gegrift de naam van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr J. Terpslra, die op 16 April 1930, verge zeld van mevr Terpslra, een kort bezoek aan de instelling bracht. Sedert jaren heeft 's Rijks Museum van regeeringszijde niet deze hooge eer genoten. Ik hoop en ver trouw. dat Zijne Excellentie door eigen aan schouwing overtuigd is, dat voltooiing van den bouw van 's Rijks Museum van Natuur lijke Historie een nationaal belang is en dat, mocht de behoorlijke voltooiing van hel een maal begonnen gebouw in Leiden te zeer tegengewerkt worden, het tegenover het Nederlandsche volk voor dc regeering een plicht is voor den bouw van een modern museum elders in ons land een plaats te zoeken Aan 187 verschillende personen werd in het afgeloopen tijdperk 1418 keer toegang verleend tot de verzamelingen voor weten schappelijk onderzoek, tot de bibliotheek of tot de conservatoren ter verkrijging van voorlichling of hulp Het tenloonsteltings- zaattje der Fauna Neerlandica werd door 1159 personen bezocht. HET HOFTE BETHLEHEM OP HET LEVENDAAL 1630—iqqo. Op den 3en December 1630 stichtte Ger- rit Frankensz. van Hoogmade het Belhle- hemshot op de Langegracht ten behoeve der Walerlandsche Doopsgez Gemeente. Door den ongunst des tijds werd dit Hof in 1811 vereenigd met het Hof de Hoek steen op het Levendaal, dal in 1660 was opgericht door de Vlaamsche Doopsgezinde Gemeente. Hef 300-jarig bestaan werd op 3 dezer herdacht door een handreiking aan de in gelanden van het Hof. Regenten zijn thans de heeren: W. J. Bierens de Haan, S. J. Ie Poole L.Gz. en G. A. Reimeringer. „NON SORDENT IN UNDIS". 3 Dec. 1815—3 Dec. 1930. Gisteren was het 115 jaar geleden, dat hier Ier stede een aantal Zeeuwsche studenten op de gelukkige gedachte kwam een onder afdeling op te richten van het bereids oo 8 Maart 1813 door hen als leerlingen van de Latijnsche School te Middelburg in het leven geroepen gezelschap „Fide, Amicitia Virtute" AI spoedig in 1820 werd het Ge zelschap, dat van den aanvang af een dis puut was en nu een plaatselijk gezelschap, omgedoopt in „Non Sordent in Undis". Kwaiijk hebben de Zeeuwen van 1815 kugtien vermoeden, dat ruim een eeuw later hun nageslacht zich met zulk een groot enthousiasme zou opmaken ter luis terrijke viering van het 23ste Lustrum, hetwelk op 6 en 7 dezer te Middelburg met groot jolijt zal worden gevierd. Grootsch zat het festijn van het roemruchtig Studenten gezelschap daar zijn. Fier kan hel immers zijn op de namen van hen, die in den loon der jaren lid waren van het Gezelschap, die kinderen mochten worden genoemd van den vitalen stamvader „Non Sordent". Trotseh kan het zijn op de plaats, die het Collegium Tlluslre sleeds tot op den dag van heden heeft ingenomen in het Leidsch Stu denten Corps, dat het recht van het Gezel schap heeft moeten erkennen om bij vrij wel alle feeslelijkheden uit te rijden vóór het Collegium Civitalis- Academicae Lug- duno Batavoe Supremum en de paarden vóór het hestuursrijluig. te sieren met de „blauwe pluimen" van het Collegium Su premum! Hoe vroolijk en dartel zal de aloude „aap" a.s. Zaterdag schitteren cn flonkeren aan den gevel van Sociëteit „Sint Joris" te Middelburg, alwaar circa 5 uur receptie zat worden gehouden en de nieuwe leden plech tig zullen worden geïnaugureerd, temidden van vele leden en oud-leden. Op de knieën van den ab-arlis zullen zij als zoo velen voor hen hun naam mogen inschrijven in het „Ohocoladeboek". En als des avonds hel diner in vollen gang zal zijn zal de pokel lustig worden gesneden en zal er met Zeeuwsche rond borstigheid en hartelijkheid worden gedron ken cn geklonken op hel heil van de Pro vincie, Non Sordent en Leiden. Moge het Illuster Gezelschap nog vele Lustra vieren en groeien en bloeien tot in lengte van datgen! Mr. Hz. a Bij Kon. Besluit is op zijn verzoek eer vol uit den militairen dienst ontslagen ds reserve-eersle-luilcnant A. J. Otto van het 4de R. I. De lieer A. L. Boot, inspecteur der directe belastingen, enz. alhier is benoemd tot lid van de commissie belast met het in Februari te Den Haag te houden vak- examen van surnumerair der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen. - Mr. Egbert de Vries verzoekt ons mede te deelen, dat hij op 11 dezer, den dag, waarop hij vóór 60 jaar aan de Leid sche Universiteit promoveerde tot doctor in de rechtswetenschap, uitstedig zal zijn. Hij' wenscht dien dag geheel onopgemerkt te laten voorbijgaan. Bij bef te Arnhem gehouden Espe- ranto-examen slaagde voor diploma A (lingva kapableco) de heer J. L. van Leeuwen, onderwijzer aan de openb. Mulo- school voor jongens alhier. Gistermiddag is de 57-jarige mej. J. V. in haar woning aan de Oranjegracht van de trap gevallen, waarbij zij haar linkerarm brak. De E. H. D, bracht haar ter behande ling naar hel Academisch Ziekenhuis. In den achtertuin van II. aan den Haagweg is een transportrijwiel onbeheerd gevonden. Inlichtingen bij de politie. Op 3 Decam'qer 1930 stonden 1031 werkzoekenden bij de Arbeidsbeurs inge schreven tegen 604 op 3 December 1929 Wij verwijzen naar een adverlenlie in dit Blad betreffende een ledenvergadering der Ned. Ver. van Huisvrouwen afdeeling Leiden. IJMUIDEN, 4 December 1930. VISCHPRIJZEN. Tarbot per K.G. f. 1.50—1.20; Griet per kist van 50 K.G. f. 5822; Tangen per K.G. f.2 50185. Groote Schol per kist van 50 K.G. f. 2824; Middelschol per kist van 50 K.G, f. 3428; Zetschol per kist van 50 K.G. f.3327: Kleine Schol per kist van 50 K.G. ^23—4.60; Bot per kist van 50 K.G, f. 5.103.40; Schar jser kist van 50 K.G. f. 12.501.50; Roggen per 20 stuks f.2011; Vieeten per stuk f.3 082.50: Groote Sciielvisch per kist van 50 K.G. f.52 f8; Middel Schelvisch per kist van 50 K G. f. 48-—fO; Kleinmiddel Schelvisch per kist van 50 K.G. f.22—17; Kleine Schel visch per kist van 50 K.G. f. 13.50—3; Kabeljauw per kist van 125 K.G f. 8468; Gullen per kist van 50 K.G. f.32140: Lengen per stuk f. 2.250.85; Wijting per kist van 50 K.G. f.42.70; Koolvisch per stuk f. 1.650 65; 3 Steuren 29, 47 en 23 K.G. f.52 20, f. 72.85, f. 35.65 35 kisten versche haring f. 1615 per kist. Aangekomen 20 Stoomtrawlers: IJM. 129 met f 2055; IJM. 62 met f. 1776: IJM 165 met f. 1618; IJM. 34 met f.1700. IJM 119 met f.2276; IJM 187 met f.1773. IJM. 45 met r 1500; IJM 180 met 1.1300, IJM 365 met f 1644: IJM. 102 met f.2653; IJM. 61 met r 2600; IJM 147 mei I 1950: IJM 112 met f 1200- IJM. 100 met f. 1700; IJM. 40 met f800: IJM. 89 met f. 1600 IJM 56 met f.1700: IJM. 130 met f2500IJM 157 met f 1601; IJM 323 met f. 1600 IJH 263 net f.2059: de trawllneeer IJM. 768 met 785 en voor Katwijk de loggers: K.W 25 met 200 kantjes; K.W. 14 met 182 kantjes pekel haring. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 2