ANEKDOTES. DE BOK, DIE VERKOCHT WERD. „D-denkt u, dat de v-vliegboot w-werke- lijk weg zal v-vliegen, als ik ondeugend "ben. Moeder?" vroeg hrj eindelijk. „Ik zou in elk geval maar oppassen, Jan! Als Piel zoo iets zegt, is het geen gekheid!" zei Moeder. Neen, dat begreep Jan ook wel en hij zou zorgen, dat hrj de vliegboot waard was! Sint Nicolaas en Piet, die den 6den De- co mber, weer zouden vertrekken, bleven tot het nippertje wachten, om te zien of de DO X ook uit het raam van de badkamer der familie Klots opsteeg. Zij hadden het oog steeds op dit huis gericht zonder ech ter de vliegboot te zien, tot Sint op eens verschrikt uitriep: „Piet, jongen! We moeten weg! We kun nen geen minuut langen blijven!" Het scheelde niet veel, of de grijze Bis schop en zijn zwarte knecht waren werke lijk te laat gekomen, maar gelukkig kon den zij nog net bijtijds hun reis vervolgen om elders de kinderen gelukkig te maken. ,/t Was ditmaal slechts een kort bezoek, maar U hebt toch veel kinderen gelukkig gemaakt!" zei Piet tegen zijn hoogen mees ter. ..En naar ik hoon Jan Klots van zijn on gehoorzaamheid. luiheid en brutaliteit ge nezen!" voegde Sint Nicolaas, wiens ver koudheid nu geheel over was, er nog aan toe. „Eerst was ik bang, dat wij ons iaar- ljiksch bezoek ditmaal niet konden afleg gen". ..En nu is het voor Jan Klots een heel bijzonder bezoek geworden". merkt^ Piet op. „Ja, ja", stamde de grijze Bisschop glim lachend in. „Ook het leven van Sint Nico laas is vol afwisseling. Ik ben werkelijk benieuwd, of hij het volgend jaar de vlieg boot noR hebben zal!" Jan paste goed op en mocht hij het al eens een enkelen keer vergeten, dan hoef de Moeder hem maar te vragen: „Hoe is het. Jan, moet ik het bad soms vol laten loonen en het raam openzetten? Jan was dan onmiddellijk weer, zooals hij wezen moest. Zfrn kostbare vliegboot zou hp voor geen geld ter wereld willen missen En toen Sint Nicolaas en Zwarte Piet het volgend jaar samen terugkwamen, hoor den zij geen enkele klacht over Jan Klots. Daarvoor had de DO X gezorgd! Ingezonden door Celia en Kees Muyzert. Een buitenkansje. „Schaam je je Piet" zei de onderwijzeres tegen Karellje, ,.je koml ongewasscheu op school". „Je moei onmiddellijk naar huis". Den volgenden morgen kwamen alle jon gens ongewasschen op school Ingezonden door Annio Zaalberg. „Wel stoute jongen", liep Mama tegen Jantje, „moet jp je kleine broertje zoo aan 't huilen maken, wat heb je met hem gedaan?" „0 niets Mams", zei Jantje, „u zei tegen mij dat die levertraan zóó lekker was, nu heb ik hem ook eens laten proeven". Ingezonden door Willy de Neys. Dame: „Zoo, ventje, heb je ook broertjes en zusjes". Jongetje: „Nee mevrouw ik ben al de kinderen, die ze thuis hebben". Ingezonden door Marietje Laterveer. „Moe, de juffrouw op school zegt dat alle menschen van stof zijn gemaakt, is dat zoo?" „Ja zeker, kind". „Moe, worden de negers dan van steen- kolengruis gemaakt". (Een St. Nicolaas-verlelling). Jaap, de bok van boer Jolle- mans, stond voor zijn ruif, maar van het lekkers, dat voor hem gereed was gezet, wilde Jaap vandaag niet eten, want hij was erg bedroefd, omdat de boer hem had verkocht. „Verkocht ben ik, voor vijftig gulden," dacht Jaap. „En ik hoorde toch zelf, dat de boer gisteren tot de boerin zeide, dat hij mij nooit zou willen mis sen Wat zijn de menschen toch vreemd." Zoo dacht Jaap op een dag in het begin van December, toen hij zijn baas, die met een ouden heer zijn stalletje was binnen gekomen tot dezen hoorde zeg gen: „Jaap is een best dier en daarom hoop ik, dat hij bij kinderen komt, die goed. voor hem zijn „Hij, dien ik den bok wil ge ven, is een guede jongen," was hel antwoord „Je kent hem wel, hel is Johan, het oudste zoontje van den burgemeester. Hij is goed voor alle dieren „Nou, dan kunt U Jaap voor vijftig gulden krijgen, Sinter klaas," zei de boer. „Wilt u hein dadelijk meenemen „Weineen, je moet hem op .den avond van b December zelf in Jiet huis van den burge meester brengen," was het ant woord. ..Breng hem tegen acht uur en zeg dan „Die cornplimeiiten van den Sint en hier is een bok voor Johan „Ik zal den bok met de boodschap over brengen. Sinterklaas," beloofde daarop boer Jollernans en hij nam het geld aan. dat St Nicolaas hem voortelde. „De boer houdt meer van hel geld dan van mij dacht toen Jaap en het was vóór- al deze gedachte, die hem zóó bedroefd maakte, dat hij niet aan eten dacht. Zelfs de geweekte paaTdenboonen. anders Jaap's lievelingskostje. stonden nog onaange roerd, toen de boer even later in het stal letje kwam Bang, dal Jaap ziek was. riep hij de boerin, die met een boterham :n haar hand kwam aanloopen. „Vrouw, ik ge loof. dal Jaap ziek is." zei loen de boer. „Hij heeft nog niets gegeten „Wat zou hij hebben?" vroeg loen de boerin verschrikt „En loen lol den bok: „Kom, mijn beste bokkepokkie. eel dan loch watt Of heeft mijn beestje liever een stukje brood?" „Ze denken dat ik ziek ben en dood ga, en dan moet de baas het geld aan dien ouden heer teruggeven.' 'dacht Jaap. „Maar toch zijn de boer en de boerin altijd goed voor me geweest Ik zal dus die boterham maar ojjeten. die de vrouw in haar hand heeft." En zoo deed hij. De boerin was er niet boos om. Ze zei izclfs: „Beste bokkepokkie, ja, nu ben je braaf, hoorl" „Zeg maar liever, beste vijftig gulden." dacht Jaap „Ja. heel boos was Jaap dien dag geweest, omdat de boer het geld liever had dan hem. Doch weldra maakte die boosheid plaats voor nieuwsgierigheid „Zou de jongen aar dig voor me zijn?" vroeg hij zich af. „En zou ik daar ook het karretje met melkvaten moeten trekken?" Zoo kwam 5 December. Dien avond zou Jaap heengaan. Keurig werd hij toen eerst geborsteld; daarna werden zijn horens en ook zijn vier hoeven met boenwas ingewre ven. Ja. zelfs zijn sik werd met pommade ingesmeerd! ,,'t Is alsof ik naar een leest moet," dacht loen weer Jaap. Maar echt feestelijk zag de weg er niet uit, want die was één en al modder. Daarom bond dan ook de boer om Jaaps vier poolen wollen lappen, zoodat die niet vuil konden worden. „Nu gaan we op weg, Jaap," begon daar na de boer. Weldra liepen zij dan ook naast elkander voort langs den modderigen weg en zoodra ze bij het huis van den burgemees ter kwamen, nam de boer de lappen van Jaap's pooten, belde aan en zei lol het dienstmeisje, dat de voordeur opende: „De complimenten van Sinterklaas en hier is een bok voor JohanEn straks komt de Sint zelf. ..Ach, lieve helpl" riep hel meisje ver schrikt. „Ik dacht, dat het een pakje was!" „Nou, dat is het ook!" legde de boer haar uit. en hij duwde vlug Jaap de gang in en ging naar huis En toen hij builen was, hoorde hij het meisje angstig roepen, dat er een bok was gebracht met horens. „O, is die bok voor mij?" vroeg Johan, die met zijn ouders op het angstige geroep kwam aanloopen „We zullen aan Belje vragen, wie hem hier heeft gebracht." zei Johans vader. Betje echter was al in de keuken ge vlucht en had de deur gesloten. „Betje 1" riep hij. „waar ben je?" „In de keuken, mijnheer!" klonk het ang stig. „Ik ben zoo bang voor dien bok „Wie heeft het dier hier gebracht?" her nam mijnheer „Een boert" schreeuwde Betje. „Met de conipelementen van Sinterklaas en dat die bok voor Johan was Niemand vroeg iets meer aan het kinder - achtig-bange Belje Allen keken naar Jaap. En Johan was zóó gelukkig met het ge schenk van St Nicolaas, dat hij, in zijn groote vreugde. Jaap mee naar de huis kamer nam. waar grootmoeder de twee jongste zusjes juist een mooi sprookje ver telde. ..Maar, Johan!" riep toen moeder, „zou je den bok niet liever naar de schuur bren gen?" „Even aan grootmoeder laten zien, moe der." vleide de jongen. „Ik zal we! met hem op den drempel blijven staan. Met zijn arm om Jaaps nek geslagen, deed toen Johan de kamerdeur open en bleef, zooals hij had beloofd, op den drem pel staan. Maar Jaap was een bok en begreep niec, dat hij naast Johan moest blijven staan. Hij rukte zich ten minste dadelijk los en sprong -naar een bloempot, waarin een prachtige aspedistra 9lond. In een wip had hij den pot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 14