HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
De verloren Injectienaald.
71#le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 November 1930
Derde Blad
No. 21687
PARLEMENTAIR OVERZICHT
GEMEENTEZAKEN.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
FAILLISSEMENTEN.
SPREEKCEL.
FEUILLETON.
EERSTE KAMER.
WINKELSLUITING.
Onze Senaat was bijeengekomen ter be
handeling van het wetsontwerp op de
winkelsluiting.
Maar:
wij zullen, èn omdat ook de Tweede Ka
mer vergaderde èn omdat het wetsontwerp
destijds in die Kamer reeds breedvoerig is
behandeld, ons tot een kort overzicht der
debatten bepalen.
De eerste spreker, de heer Dobbelmann,
trok geen bepaalde conclusie, maar zijn
speech zag er voor den Minister toch niet
prettig uit.
Immers:
zijn conclusie was, dat het ontwerp so
ciaal van weinig belang moet worden ge
acht voor het winkel-personeel, doch dat
het economisch van groot nadeel is voor
vele winkeliers. Bovendien verklaarde hij,
aan een plaatselijke regeling van deze ma
terie de voorkeur te geven boven een rijks
wet. Zeker, hij zag in de Zondags-sluiting
een voordeel, maar dit voordeel zou ook
verkregen kunnen worden door wijziging
van de Zondagswet. En dus....? Nog
maals, de kathol, afgevaardigde trok geen
conclusie, maar het is ons niet duidelijk
hoe iemand, die op zulk een standpunt
staat, voor het ontwerp zou kunnen
stemmen.
En hierop kwamen er twee duide
lijke tegenstanders aan het woord. De heer
van den Bergh voor alle liberalen en de
heer de Gijselaar voor vele christelijk-histo-
rischen. Ook zij zagen in de voorgestelde
regeling een ernstig gevaar voor de vrijheid
en de broodwinning van vele winkeliers.
,,De Zondagssluiting" zoo zei de christe-
lijk-historische afgevaardigde „zal geen
Zondagsheiliging beteekenen, want vele
winkeliers zullen op dien Zondag met een
wrok in het hart loopen, omdat hun door
de sluitingsdwang hun brood is ontno
men."
Ziet het er dus voor den Minister beden
kelijk uit?
Neen.
Sociaal-democraten en vrijzinnig-demo
craten tellen samen 15 leden. Zij zijn vlak
vóór het ontwerp. Er behoeven dus uit de
drie rechtsche fracties (29 leden) slechts 11
stemmen te komen, om het ontwerp er
door te halen. En dat zal wel gebeuren.
Reeds heeft de heer Van Gitters verklaard
dat ongeacht enkele kleinere bezwaren
de anti-revolutionairen vóór het ontwerp
zullen stemmen. Dit brengt het aantal
voorstanders op 21. Naar onze overtuiging
staat de aanneming van het wetsontwerp
dan ook vast.
Omtrent de invoering zijn den Minister
twee vragen gesteld. De heer Van den
Bergh vroeg, of de invoering kan worden
uitgesteld tot er in economisch opzicht gun
stiger tijden zijn aangebroken. En de heer
van Sasse van IJsselt wilde weten, of de
invoering wellicht kan worden verschoven
tot na behandeling van de wijziging der
Zondagswet.
Donderdag komt de Minister van
Arbeid aan het woord.
Vóór de pauze werd, zonder hoofdelijke
stemming, na eenig debat de Arbeidsbe-
middelingswet aangenomen.
TWEEDE KAMER.
STEMMINGEN.
Deze vergadering begon met eenige stem
mingen.
In de eerste plaats werden (gelijk reeds
in 't kort werd vermeld, Red.) de beide
moties, die betrekking hadden op de tand-
technici (we hebben ze gisteren volledig
vermeld) verworpen: de motie-Bakker-Nort
met 61 tegen 27 en de motie-de Vries-
Bruins met 53 legen 35 stemmen.
Zoodat:
de betrokkenen nóch uitstel van den fa
talen termijn, nóch schadeloosstelling
krijgen.
Vervolgens moest worden gestemd over
de volgende motie van den heer Brantigam
die betrekking had op het wetsontwerp in
zake het aangaan van een nieuwe overeen
komst met de Koninklijke Hollandsche
Lloyd.
De Kamer,
van oordeel, dal het gewenseht ns na be
gaan:
a of het voortbestaan der N. V. Ko-
rainJklijke Hollandsche Lloyd ook na 1932
redelijtoerwijze verzekerd kan worden ge
acht;
b. of een overeenkomst tussohen de N.V.
Koninklijke Hollandsche Lloyd en de Rot
terdamZuid-Amerika lijn kan worden tot
stand gebracht;
noodiigt de Regeering uit voor het jaar
1931 een voorscholregeHng te ontwerpen
op den voet van de vigeerende overeen
komst. tijdig aan de Kamer omtrent de
punten a en b verslag te doen en even
tueel een regeling voor het iaar 1932 voor
te stellen,
en gaat over tot de orde van den dag.
Deze motie werd met 64 tegen 26 stem
men aangenomen.
En:
daarop stond minister Verschuur op en
verzocht de verdere behandeling van het
wetsontwerp te schorsen, opdat hij zich over
de uitvoering der motie zou kunnen be
raden. Aldus geschiedde.
Hel was dus een echecje voor den minis
ter-, zijn wetsontwerp zou stellig verworpen
zijn. De Koninklijke Hollandsche Lloyd heeft
dus feitelijk verlenging van de oude over
eenkomst gekregen voor één jaar.
Begrooting van Onderwij».
De Kamer is hierna overgegaan tot de be
handeling der Begroeting van Onderwijs.
Tegelijk hiermede wordt behandeld de motie-
Lingbeek, luidende:
..De Kamer, van oordeel, dat het wen-
sehelijk is de salarissen der onderwijzers-
kloosterlingen in overeenstemming te
brengen met het indertijd uitgebrachte
Pacificatie-rapport-Bos c.s., noodrgt de
Regeering uit in die richting stappen te
doen."
(Het rapport-Bos wilde aan de onderwij
zers-kloosterlingen de laatste twee perio
dieke verhoogingen niet toekennen).
Reeds aanstonds heeft de heer Van Wijn
bergen deze mobie op verschillende gronden
bestreden. Het salaris-vraagstuk moet meer
en meer naar het georganiseerd overleg wor
den overgebracht. De vraag is echter, of de
salarissen over het algemeen beantwoorden
aan het element van behoeften der betrok
ken onderwijzers Dit zou onderzocht kun
nen worden, b.v. door de Staatscommissie-
Rutgers.
Daarna heeft mej. Westerman een plei
dooi gevoerd voor salaris-verhooging der
onderwijzers, - a'ltlhans voor verschillende
groepen van hen. Anderen moeten spoediger
lot hun maximum komen. Wat de motie-
Lingibeek betreft: ook spr. meent, dat deze
zaak eerst eens bekeken zou moeten worden.
Voor de wettelijke regeling van het be
waarschool-onderwijs heeft mej. Groeneweg
gepleit, benevens voor uitbreiding van den
leerplicht-leeftijd en voor meer zorg der
Regeering voor de rijpere jeugd.
Maar:
wat zullen we alle onderwerpen gaan op
sommen, die door een sc'hier eindelooze rij
sprekers behandeld werden? Dat is ten
eenenmale onmogelijk. Bovendien behandel
den ze ook vaak precies dezelfde onderwer
pen. Zoo spraken dan achtereenvolgens nog
de leden Ter Laan, Lingbeek, Zijlstra, De
Boer, Ketelaar, Van Dijk, Tilanus, Gerhard,
Visscher. Möller, Van Zadelhoii, Dnymaer
van Twist. Ernstige critiek op het beleid
van den Minister werd niet geoefend en
door verschillende leden werd zijn circu
laire inzake het spelling-vraagstuk toege
juicht. Inmiddels vermelden wij uit de
discussies nog twee punten-
aandrang van enkele leden om een staats
commissie in te stellen betreffende de ver
dere ontwikkeling van volwassenen;
aandrang van den heer Visscher om de
voortgaande versnippering op onderwijsge
bied tegen te gaan.
Donderdag moet de Minister van Onder
wijs al die verlanglijstjes beantwoorden.
HAGENAAR.
69. Terwijl hij, in zijn cel ingeslapen,
Op zijn brits hard als een keisteen lag.
Was het den koopman of. in zijn droomer
Hij niet anders dan jongens zag.
Jongens, die lachend, spottend keken.
Met hoofden als een luchtballon.
„O," riep de koopman, wakker wordend,
,,'k Wou, dat ik me wreken kon."
70. Nog voor de chauffeur d'auto kon stoppen.
Was het ongeluk gebeurd.
De geheele bodem was gebroken.
Van voor tot achteren gescheurd.
Eén der heeren sprong uit den wagen.
Schreeuwde, was geheel van streek.
De andere maakte een duikeling,
Pim's moeder zag heel erg bleek.
BOUWRUP-MAKEN VAN GROND.
In verband met de gebleken behoefte aan
bouwrijpen grond achten B. en W. het
wenschelijk tot straalaanleg over te gaan
op een tweetal aan de gemeente toebehoo-
rende terreinen, en wel aan den Lamme-
schansweg en in het Kooikwartier.
Het eerste plan beoogt de voltooiing vafi
de wijk ten Westen van den Lammeschans-
weg, waaraan het zich geheel aansluit, en
omvat de doortrekking van dien weg tot de
Kaslanjekade, alsmede verlenging van de
Hyacinthenstraat, de Dahliastraat en de
Kastanjekade tot den Lammeschansweg.
Het thans aan te leggen gedeelte van
laatstgenoemden weg is, met het oog op de
beteekenis, welke deze weg in de toekomst
ali hoofdverkeersweg zal verkrijgen, ont
worpen op een breedte van in het geheel
15 M. (het bestaande gedeelte heeft een
breedte van 12 M.), en wel een trottoir
van 3.45 M een rijweg van 9 M. en een
sloottalud langs de trambaan van 2.55 M.
De Kastanjekade, Dahliastraat en Hyacin
thenstraat verkrijgen dezelfde breedte als de
reeds aangelegde stukken daarvan, n.l. van
resp. 15 10, en 10 M.
Opgemerkt zij nog, dat de aanleg van het
gedeelte der Kastanjekade langs het door de
Woningbouwvereniging „Tuinstadwijk" te
bouwen complex reeds geregeld is bij het
Raadsbesluit van 7 Juli 1930 betreffende
dien bouw.
Het andere plan betreft het terrein ten
Oosten van de Driftstraat en ten Noorden
van de Javastraat en omvat de verlenging
van de Ambonstraat, de Borneostraat, de
Sumatrastraat en de Atjehstraat laatst
genoemde twee straten slechts ter halve
breedte alsmede het verbreeden tot de
volle breedte van 18 M. van de Driftstraat
tusschen de Atjehstraat en de school op den
hoek der Javastraat. Ook dit plan sluit zich
geheel aan bij de bestaande wijk. Rekening
is voorts gehouden met een voor speelter
rein gereserveerde oppervlakte in het ver
lengde van de Borneostraat. terwijl in de
Driftstraat. Javastraat en Sumatrastraat
een vijftal brandputten met een toevoer-
leiding naar den Ouden Rijn zijn ontworpen
De kosten van deze plannen zijn geraamd
op onderscheidenlijk f. 51.200.en
f. 54.280.welke bedragen uit geld-
leening gevonden kunnen worden en ten
laste van het grondbedrijf komen.
PREDIKBEURT.
BODEGRAVEN.
Goref. Gem.Vrijdagnam. 7 uur, ds. M.
Heikoop, van Utrecht.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Breda (vac. J. H. H. v.
Beem), P. de Bruijn, te DriebergenG.
Gerbrandy, te Nieuw-Vennep; en dr. G. P.
van Itterzon, te Atblasserdam.
Beroepen: Te Papendrecht, G. J.
Koolhaas, te Charlois, Te Purmerland, H.
H. Schipper, te Willemsoord. Te Slochteren
K. G. Kwint, te Terkaple. Te Zetten-An-
delst, W. Rijnsburger, te Polsbroek.
Aangenomen: Naar Gorssel (toez.),
Joh. H. C. Kamsteeg, te 's Heer Hendriks-
kinderen. Naar Spijk (Gt.), F. C. Willekes,
te Oosterhaule (Fr.)
GEREF. KERK.
Viertal: Te Rotterdam (vac. G. EIs-
bove), P. C. de Bruyn te Apeldoorn, D.
Ringnalda Jr. te Middelburg, H. Veldkamp
te Kralingscheveer en J. L. v. d. Wolf te
Btissum.
0
LEERSTOEL IN DE
HOMOEOPATHIE.
In antwoord op de vraag van het Tweede
Kamerlid, den heer Duymaer van Twist be
treffende publicatie van de con tra-Memorie
der Ver tot Bevordering der Homoeopathie
in Nederland en van het antwoord op die
Memorie van de Kon. Academie van Weten
schappen inzake de vestiging van een leer
stoel in de homoeopathie aan een der Rijks
universiteiten. heeft de Minister van Onder
wijs, K. en W. de desbetreffende stukken
doen nederleggen ter griffie van de Tweede
Kamer, ter inzage van de leden. Er bestaat
bij den minister geen bezwaar legen, wan
neer de Tweede Kamer eventueel besluit,
de stukken openbaar te maken.
Uitgesproken:
C. J. Staal, aannemer, Haarlemmermeer,
R.-c. nr. Van Vrijberghe de Coningh, cur.
jhr. mr. L. U. Rengers Hora Siccama,
Haarlem.
RECLAME.
Voor
Jong en Oud
is PASTOL de
beste mondver-
zorger. - Zoodra
de taodjes zijn ver
schenen vragen zi)
een regelmatige ver
zorging met PASTOL,
de zuivere zachte tand
pasta. - De kinderen
leeren daardoor vroeg een
goede gewoonte, die hun
later veel ongemak zal be
sparen. - Bovendien wordt
door PASTOL het melkgebit
goed beschermd, wat weer het
blijvend gebit ten goede komt.
Doo» 20 cl. Tub« 35 cl.
Dubbele doo* 35 et. Dubbele tube 60 et.
4130
DE KLEEDING DER
A. S. C.-SPELERS.
Een lezer schrijft gns:
Met betrekking tot uw verslag van den
wedstrijd A.S.C.—B.E.O., wat over 't ge
heel genomen zeer goed is, spijt het mij,
dat u niet de opmerking hebt gemaakt, dab
het tenue der Delftenaren er zoo zindelijk
en netjes uitzag. Wat maakte dat een fris-
schen indruk. Wat liet A.S.C., als gast-
vrouwe, hier tegenover zien? Vuile broe
ken, met modder van vorige wedstrijden
rijkelijk voorzien, hier en daar vuile en ka
potte shirts, en last not least vele voetbal
schoenen met stukken touw bij eengehaald,
Is u dit niet opgevallen Daar moeten
de A.S.C.'ers toch verandering in brengen.
Ik vond het een hopeloos gezicht, en een
club als A.S.C. onwaardig. Er wordt voor
publiek gespeeld 1
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B. K.
U)
Esther zweeg, hopende dat Roger haar
raad zou volgen.
„Tot ziens, lief zustertje. Het spijt me zoo
en ik zal u zoo missen Ik zal nooit vergeten
hoe goed je voor mijn broer geweest bent."
Haar bruine oogen schoten vol tranen toen
zij Esther een kus gaf.
Van den dokter was niets te zien toen
Esther langzaam naar beneden ging. Graag
was ze ongezien de deur uitgeglipt, maar dit
kon niet. Chalmers had haar bagage achter
op de auto van den dokter gezet Ze had nog
naar de apotheek willen gaan. dat kon nu
niet meer. Wat miss Clifford had gezegd
over de verschijnselen bij Roger, over haar
ongerustheid, had al haar vage voorgevoe
lens weer aangewakkerd en zij wilde uit de
onzekerheid zijn voor ze het huis verliet.
Wie kon zeggen wat er gebeuren zou als ze
weg was. Wat kon ze doen? Het zou te laat
worden om naar de apotheek te gaan. Haar
oog viel op de jassenkamer. waar de telefoon
hing. Ze kon telefoneeren, de apotheker kon j
Engelsch. Snel keek ze om-zich heen. Nie
mand te zien. Ze ging in het kamertje, zocht
gauw het nummer, kreeg aansluiting en her
kende de stem van den blonden, jongen man.
„Hallo, hallo, je het is goed. u spreekt met
de apotheek Cailler. Wat zegt u? Antwoord
op wat? Naald, injectienaald? Zeker, made
moiselle. dat is al naar u gezonden van
middag."
„Gezonden! Ik heb het niet gekregen.
Weet u het zeker?"
„Zeker, Villa Forenze, zuster Rowe."
Wat was dat nu? Ze kreeg argwaan. „O
ja. meneer, het is zeker hier of daar neer
gelegd Kunt u het even nazien en mij door
de telefoon den uitslag melden, 't Is iets van
groot belang."
Klaar en helder volgde duidelijk het ant-
Avoord: „Zeker, mademoiselle, de naald be
vatte de echte typhus toxine."
„Typhus toxine." Het woord bleef haar in
de keel steken, de ontvanger gleed haar uit
de handen. Ze zat als verstomd met drooge
lippen en starende oogen. Toen overweldigde
haar op eens de vreeselijke waarheid, die ze
eigenlijk van den beginne af had vermoed,
neen geweten. Voorvallen, motieven, alles
paste als een legkaart in elkaar, 't Was alles
zoo klaar, zoo duivels mooi in elkaar gezet,
de argelooze oude man, die ten doode was
gebracht door een heerschende ziekte, ter
wijl voor het uiterlijk alles werd gedaan om
hem te redden. Die eene fout. die door een
toeval haar was geopenbaard. En zij had
de sleutel in haar hand gehad en zij had
niet het besef gehad ze te gebruiken. Wat
wa9 ze onnoozel geweest. Maar neen, toch
niet. De eerste inspuitingen waren staal
en arsenium geweest, alleen de laatste was
het typhusgif, dat geen redding meer moge
lijk maakte Als ze het toen geweten had,
had ze 9ir Charles toch niet meer kunnen
redden. Maar nu was er Roger; moest hij
ook een slachtoffer worden? Was een nieu
we moordaanslag voorbereid? Ze sprong
op, opende de deur en wilde dc trap opvlie
gen, want er moest gehandeld worden. Als
hij zich liet overhalen om die inspuitingen
van die zoogenaamde anti toxine te krijgen.
„O Chalmers."
Voor de tweede maal.dien dag liep ze
legen den knecht aan. die naar boven ging.
„Chalmers, in Gods naam. vraag aan
mijnheer Roger of hij dadelijk hier komt;
ik heb hem iets heel belangrijks te zeggen."
„Ja zeker zuster."
Zonder de min9te verbazing te laten blij
ken ging de knecht naar boven. Ze bleef
staan, een der Stuart stoelen omklemmend.
Waarom liep hij niet wat harder? Maar ze
had het nog bijtijds ontdekt, alles zou goed
gaan. Er bewoog iets achter haar en ze ver
moedde dat er iemand stond achter de deur
van de jassenkamer. Ze draaide zich om,
ten einde te zien wie het was, maar ze was
niet vlug genoeg. Een breede hand legde
zich op haar mond en een sterke arm sloeg
zich met ijzeren greep om haar heen. Ze
spartelde legen, stikte bijna, door panischen
schrik overmeesterd. In haar bovenarm voel
de ze een scherpe prik, die door haar klee-
ren heen in het vleesch drong. Haar hoofd
duizelde, het werd zwart voor haar oogen,
Zé voelde niets meer.
HOOFDSTUK XXVn.
Vijf minuten later kwam Roger in zijn
kamerjapon naar beneden, met oogen ge
zwollen door koorts en slaap. Hij keek de
hall rond die ledig was.
„Waar is ze gebleven?" riep hij ten
hoogste verbaasd. Hij schelde en riep Chal
mers, die dadelijk kwam.
„Waar is zusier Rowe, Chalmers?"
Verrast zag de oude man rond. „Ik be
grijp het niet, mijnheer. Zoo even 9tond ze
nog. ze wachtte op u."
„Was ze nog hier toen je beneden
kwaamt?,"
„Dat kan ik niet zeggen mijnheer, ik ging
do achtertrap af. Misschien is ze bij mis9
Clifford. Zal ik eens kijken, mijnheer?"
„Ik zal zelf gaan."
Hij vond zijn tante met gesloten oogen lig
gend op het kussen. „Dido, heb je zuster
Rowe gezien?"
„Ja, beste jongen, een kwartier geleden
kwam ze afscheid nemen."
„Afscheid nemen? U wilt (och niet zeg
gen dat ze weg is? Wat beduidt dat?"
„Ik ben, even verwonderd als jij mijn
jongen. Op theetijd gaf Thérèse haar haar
congé, zeggende dat ze haar niet langer
noodig had."
Roger liet een verbolgen uitroep hooren.
„Gaf haar haar congé? Dido geloof je dat
Thérèse lomp of ruw is geweest?"
„Dat weet ik niet en ik durfde het niet
te vragen. Zuster Rowe zeide niets, maar
haastte zich om weg te komen."
„En u hebt haar laten vertrekken zonder
dat ik haar gezien heb?"
„Je waart in 9laap en we vonden het
beter je niet te storen. Maar ze gaat Cannes
nog niet uit, we zullen haar weerom zien."
Onvoldaan fronste Roger het voorhoofd.
„Daar gaat het niet om. Een oogenblik ge
leden zond ze me door Chalmer9 een bood
schap. dat ze me iels heel belangrijks had
te vertellen. Ik vlieg in mijn kleeren. hol
naar beneden en ze is weg."
„Dat is gek: ik zou eens zien waar d»
dokter is, hij zou haar naar Cannes bren
gen."
„Ik zal hem zoeken."
Hij vond Sartorius in zijn slaapkamer
bezig om den inhoud van een zwart leeren
tasch te sorteeren.
„Dokter, hebt u zuster Rowe gezien?."
vroeg hij op den man af.
Met zichtbare inspanning trok de man
zijn gedachten af van zijn werk. „Zuster
Rowe?" zeide hij onverschillig, „ik geloof
dat ze kort geleden vertrokken is."
„Is ze niet met u meegegaan?"
„Ik had ze dat voorgesteld, maar ik was
nog niet klaar en toen heeft Holliday haar
thuisgebracht.'
..Holliday!" zeide Roger verbaasd. „Weet
u dat zeker?"
Ofschoon hij merkte dat de dokter zijn
vragen vervelend vond ging hij toch kalm
door. de zaak grondig te onderzoeken.
„Absoluut Mr. Clifford. Ik heb den kapitein
geholpen de koffer van mijn auto op de
zijne over te dragen en ik zag ze wegrijden."
Dit scheen afdoende; Roger bedankte den
dokter en ging weg. er niets van begrijpen
de. Waarom had zij hem die dringende
"boodschap gezonden, om weg te vliegen
voor hij heneden kon zijn En waarom had
ze zoo'n haast om weg te komen, dat ze
Holliday's aanbod aannam. Zij had geen
reden om een hekel aan Arthur te hebben,
maar het was alles zoo vreemd, zoo heele-
maal niets voor Esther. Hij zou een kwar
tier wachten en dan telefoneeren naar Pen
sion Martel, waarheen ze hem verteld had
te zullen gaan. De pensionhoudster vertel
de hem dat zuster Rowe er niet gekomen
was; er waren dien dag geen nieuwe gasten
opgenomen. Dit verwonderde nern n;et daar
het zoo ver af was. Esth:-r had er Lschien
nog niet kunnen zijn. Later op den dag
probeerde hij hel weer. m k_r hetzelfde
antwoord. Ze iru o^er eea pair dagen opbel
len; mïssehrn was ze van idee veranderd
(Wordt vervolgd).