EEN KLEINE VERGISSING.
ANEKDOTES.
RAADSELS.
OPLOSSINGEN.
SINTERKLAAS EN ZWARTE PIET
Groote stilte, die slechts door een luid
snikken van het slachtoffer onderbroken
werd.
Kees. zijn broertje, scheen zicfli echter
geen oogenblik te bedenken en liep regel
recht op Sinterklaas en Piet toe. Hij rilde
wel even, toen hij in den zak ging, natuur
lijk! maar toch deinsde hij niet terug.
Jantje huilde nu nog harder, totdat een
juffrouw Sint Nicolaas iets in het oor fluis
terde en deze na eenige oogenblikken zei:
..Dat is een leelijke vergissing! Piet,
Haal den jongen onmiddellijk vrij!"
Doodsbfeek' stond Kees nu vóór Sint Nico-
IInas. Zou zou Sint gemerkt hebben, dat
hij Kees en niet Jantje was en zou zijn
broertje nu toch nog
T^ang tijd om hierover na (e denken had
hij echter niet. want terwijl Sint vriendelijk
zijn hand op zijn schouder legde hij was
dus heelemaal nie-t boos op hem! zei hij-
„De juffrouw vertelt me daar. dat Jan
de-Vries uit de tweede klas ziek en niet
aanwezig is. Hij is 'de bengel die eigenlijk
in den zak moest en niet Jantje de Vries
uit do eerste klas. Ren jij dat, zoo'n groote
jongen?"
„Nee. Sintertclaas, ik ben zijn broertje
Kees. Jantje is nog zoo klein!" antwoordde
Piet.
Nu begreep Sint Nicolaas bet heelemaal
en terwijl hij Kees op zijn schouder klopte,
zei hij:
„Jij bent een ferme jongen, hoor! Ga nu
(maar weer naar je plaats terug."
Sint Nicolaas nam daarna afscheid om
andere scholen te bezoeken Hij bad hef nog
erg druk dipn dag. maar toch niet zóó druk.
of bij liet.'s avonds door Piet een pakje bij
Kees de Vries aan buis afgeven.
Er op stond:
Voor Kees de Vries,
ter belooning van zijn goede daad.
En er in zateen doos mei zoo'n groote
borstplaat, als de heele familie de Vries tot
nu toe alleen maar voor de ramen van een
winkel bad zien liggen.
Moeder trok haar oudste eens naar zich
toe en Vader noemde hem: ..mijn flinke jon
gen!" toen zij alles geboord hadden
Wel was het voor de familie De Vries een
bijzondere Sinterklaas, die 5do December,
welken zij in hun nieuwe woonplaats, de
stad aan den TJssel. doorbracht!
Loesje zit in een hoekje van de serre bij
haar poppenkinderen en babbelt druk. Moe
der, die in de aangrenzende huiskamer zit
te naaien, vangt nu en dan een zinnetje
op van hetgeen Loesje haar poppenkindeTen
vertelt
Plotseling heelt Moeder echter moeite
haar lachen in ie houden, want ze hoort
haar dochtertje heel ernstig zeggen:
en Miesje en Jopie, als jullie
nu poesstil zijn, zal ik je een mooi ver
haaltje vertellen er was eens een klein
kindje, dal dikwijls slout was, maar op eeo
keer was ze muislief
Moeder heeft natuurlijk zoo'n pret, om
dat Loesje twee woorden door elkaar has
pelt. Weten jullie wel, welke die twee woor
den zijn?
•rjfijepinp jeeq nu jpjoM psupjaA e.efssoq
opa uiSoq jan •jai|„s30d" ^[ijmnjpn jsij
smuj" U3 utiz |!}s„stnai" jsou; ]ije,.s30^"
GHOOMJ.NV
Ingezonden door Stientje de Graaf.
„Jan, wal is je vader?"
„Muzikant mijnheer, hij blaast."
..Zoo. wat blaast bij?"
„De soep. als die te heet is, mijnheer".
„Foei August wal moet ik hooren, wil jij
niet leeren en sludeeren."
„Ja zeker Oom, ik studeer voor August de
domme".
Ook slim bedacht.
„Ik was gisteren in een moeilijk geval,
maar ik heb er mij nog slim uit weten te
redden Tk kwam heel laat thui9 en mijne
vrouw werd wakker.
„Jan" vroeg ze, „hoe laat is het?"
Ik antwoordde ,,Op9lag van twaalf". En
net had ik het gezegd of de koekoekklok
sloeg driemaal".
„En wat heb je toen gedaan?"
„O, toen heb ik zelf nog 9 maal koekoek
geroepen"
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
I.
Welk bekend spreekwoord staal hier. Van
alle woorden slaan de letters in verkeerde
volgorde La a ed nulege gno ozo lens,
ed rahediwa charetlahat raha lew.
II.
Hoe kan men met één zak haver twee
even groote zakken als die eene vullen?
III
Ingezonden door Joh. Cornelissen.
Op de kruisjes van boven naar beneden
en van links naar rechts een keizer uit
vroegere tijden,
x x x x de gevraagde keizer,
x een verdikking der huid.
x zit aan een schip,
x t is niet dicht. i
IV.
Ingezonden door Albertus Marlijn. '«1
Met o spreekt en smakt het
Met a knijpt en pakt het.
V.
Ingezonden door Willy de Ney».
Een stad van 12 letters in ons land.
1, 2, 3, 4, 6, 6 is een dorp in Noord-Holland,
9, 10. 10, 12 zit aan een japon, 12, 7, 8 is
een ander woord voor een aardigheidje, met
4, 7, 12 veegt men een woord uit, een 1, 2,
3, 4 is geen laagte.
VI
Ingezonden door N. N.
Een meisjesnaam van 4 letters, neem er
de laatste af, dan blijft het nog een meisjes--
naam, zet er dan weer een medeklinker
achter, dan word ik een heel klein ijverig
diertje.
VII.
Ingezonden door Leni Prins.
Verboigen kiemen.
Dit lange elastiek is versleten.
Jan heeft twee paar schoenen gekregen.
Heb je Jacob lauwe melk gegeven?
Het versche brood smaakte heerlijk.
VIII.
Ingezonden door Chris. Burg.
Tot 'hoever loopt een haas het bo9ch in?,
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER.
1. Krab, bark.
2. Tolgaarder roet dal graal.
3. De zon of de maan,
4. Taart, koek, wafel.
5. Tamboer.
6. Zondag, Maandag.
7. Consul.
8. Als het kalf verdronken 19, dempt men
de put. I
o -
dooi
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Hoera 1 't Is feest! De goede.Sint
Kwam weer bij ons in 't land!
En Pieterbaas, zijn zwarte knecht,
Heeft pakjes in zijn hand.
Zijn groote zak is boordevol
Piet is van 't dragen moe.
Maar tóch gaat hij weer steeds opnieuw
Naar and're kind'ren toe.
Hij deelt dan de geschenken uit,
Door Sinterklaas gekocht
En die de goede, grijze Sint
Eerst zelf heeft uitgezocht.
Ook lekkers strooit die zwarte Piel
Met beide handen rond.
En heel de blijde kinderschaar
Raapt 't juichend van den grond.
Wees wel bedankt, hoor Sinterklaas!
Zoo roept nu ieder kind,
Dat Sinterklaas den hesten man
Van heel de wereld vindt.
Daar zegt op eens een kleuter-klein:
Ik dank ook Zwarte Piet,
Want zonder hem 'k geloof het
vastl
Kwam Sinterklaas er niet!
De Bisschop knikt en zegt: 't Is waar!
Ik kan niet zonder vriend
En daarom heeft hij jullie dank
Ook zeker wel verdiend.
We moeten verder gaan, vaarwel 1
Leert allen goed op school
En maakt dan in je vrijen lijd
Maar heel veel pTet en jooll
Gegroet dus saam. We zeggen nu:
Weer tot een volgend jaar!
En allen wuiven. Sinterklaas
Lacht tot de kinderschaar.
Dag Sinterklaas! Dag Pietl klinkt
't luid,
Want al is Pieter zwart,
Hij heeft toch net als Sinterklaas
Een heel blank, gouden hart.
Terwijl de kind'ren zingen van:
Tot weerziens, lieve Sint!
Gaat d'oude Bisschop wuivend heen
Met Pieterbaas, zijn vrind.