Indische Week der Leidsche Universiteit 1930. WOENSDAG 19 NOVEMBER 1930 No. 21680 lit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Officieele Kennisgevingen. Gistermiddag officieel geopend. Het Voornaamste Nieuws van heden. 71sle Jaar^anof LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cis. per regel toot ad ver ten ti 6 o uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts per regel. Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrechL Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeuidsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 1.2.35 portokosten. 0.18 „0.18 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door I. J. Sloos, bij Hare Majesteit de Koningin, be roep is ingesteld tegen hun besluit d.d 3 November 1930, waarbij de door hem ge vraagde vergunning tot het in de perceelen Rijnsburgerweg Nis 171 en 173, kadastraa' bekend gemeente Leiden, Sectie P. Nis 812 en 811, oprichten van een zetterij en druk kerij is geweigerd. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 November 1930. 3561 AFSLUITING ZLJLPOORTSBRUG. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat in ver band met het verbouwen van de Zijlpoorts- brug, alle verkeer over deze brug, met in gang van Donderdag 20 November a.9. tot nadere aankondiging zal zijn afgesloten. In het voetgangersverkeer zal worden voorzien door middel van een hulpbrug. A. VAN DE SAN.DE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 November 1930. Prof. mr. Anthony Johannes Blok. wien op'verzoek om gezondheidsredenen met in- I gang van 1 December a.s. eervol ontslag is verleend als hoogleeraar bier ter stede, werd 25 Februari 1868 te Hees bij Nijmegen ge boren. Den 2I-sten September 1887 werd hij als student in de rechten aan de Leidsche Universiteit ingeschreven, deed 21 Juni 1889 het candidaals- en 15 Juni 1892 het doctoraal p.vamen in de rechten. Hij promoveerde tot doctor in de' rechtswetenschap den lOen October 1893 op een dissertatie: ..Over het onderscheid tusschen medeplegen en mede plichtig zijn", waarbij hij hel praedicaat „rum laude" verwierf. Na zijn promotie vestigde hij zich te 's-Hertogcnbosch als advocaat en procureur, werd tevens beëedigd klerk ter griffie van de Arrondisse- ments-Rechtbank aldaar en was werkzaam op het parket van den ambtenaar van het O M bij het kantongerecht te Den Bosch Bij Kon. Besluit van 26 Juni 1897 werd hij benoemd tot ambtenaar van het OM voorde kantongerechten te Schiedam. Brielle en Sommelsdijk ter standplaats te Schiedam Den 26sten Juli 1899 volgde zijn benoeming tot ambtenaar van het O M bij de kanton gerechten te Amsterdam III en Hilversum ter standplaats Amsterdam en bij Koninklijk Besluit van 21 Mei 1901 tot substituut-offi cier van Justitie bij dr Arrondissements- Rechtbank te Rotterdam. Den 27en Juli 1908 werd hij benoemd tot hoogleeraar in het strafrecht en de straf vordering aan de Leidsche Universiteit als opvolger van wijlen prof. mr. H. van der Hoeven. Hij aanvaardde dit ambt den lien Gistermiddag is in het groot-auditorium der Academie de Indische Week 1930 inge zet met een voordracht van den heer mr. F. G. Schalkwek, oud-rechter in West-Indië over het onderwerp West-Indische arbeidsvelden voer Oo4t-Indische ambtenaren De rector-magnificus, prof. dr. J. Ph. Vogel, sprak een woord ter inleiding, waarin hij wees op de beteekenis der Indische Week en een overzicht gaf van het uitvoerige programma, dat dit jaar is samengesteld. Mr. Schalkwijk, daarop het woord ver krijgende, begon met erop te wijzen, dat de uitzending van ambtenaren uit Nederland zich nagenoeg uitsluitend bepaalt tot de Oost. Meerdere belangstelling te wekken voor West-Indië is dus het doel van sprekers voordracht. Aan de hand van een land kaart vertelde spr. verschillende bijzonder heden over Suriname, het klimaat, de voort brengselen en de bevolking. Uitvoerig ver haalde spr., dat het nooit mogelijk is geweest de Indianen te bewegen als arbeiders op de plantages te werken. Dit is van ont zaglijke beteekenis voor de ontwikkeling van Suriname geweest. Vóór 1863 werden de negerslaven uit Afrika aangevoerdna de afschaffing der slavernij werden de negers vrij en onderscheidden zich alras twee groe pen: de stads- en de boschnegers. Laatst genoemden leiden een onafhankelijk bestaan en voelen zich niet als behoorende onder de Nederlandsche jurisdictie. Dit geeft tot vreemde gevallen aanleiding, zooals spr. weder aantoont. Het steeds toe nemend gebrek aan arbeidskrachten leidde tot immigratie van Britsch-Indiërs. totdat ds Britsch-Indisehe regeering zulks ver bood. De circa 30.000 Britsch-Indiërs staan bekend als uitstekende werkers. Daarna is een aanvang gemaakt met de kolonisatie van Javaansche contractanten, waarvan er mo menteel ongeveer 20.000 in de West zijn. Deze menschen werkten onder de poenale sanctie, doch erg gunstig zijn de resultaten volgens spr. niet geweest. Het jongere ge slacht is cultureel verwilderd en eerst in de laatste jaren is daarin verbetering ge komen, mede door de aanstelling van een emigratie-agent. De zoogenaamde vrije kolo nisatie van Javanen, dus niet werkende onder de bepalingen der poenale sanctie, is een nieuwe proefneming, waarvan de resultaten eerst behooren te worden afgewacht. In het tweede deel van zijn lezing behan delde spr. Curacao met de belangriike haven Willemstad als centrum en petroleum als belangrijkste product. Ook in Aruba neemt de petroleum-industrie gestadig toe. Ter loops besprak spr. nog even de Bovenwind- sche eilanden, vooral belangrijk uit ïnter- nationaal-politiek oogpunt en hij besloot met den wensch, dat binnen afzienbiren tijd de op/eïding der West-Indische ambtenaren op een even hoog peil moge staan als die der Oost-Indische en dat velen van zijn hoorders met evenveel ambitie en toewijding een werkkring ia de West zullen aanvaarden als in de Oost. Prof. André de la Porte sprak namens de Senaatscommissie voor de Indische Week eenige woorden van dank. De tweede voordracht gedurende de Indi sche Week 1930 werd hedenmiddag in de collegezaal van het botanisch laboratorium gehouden door den heer ir. D. de Jongh, directeur van Gouvernementsbedrijven over het onderwerp: Het verkeer in Nederlandsch-Indië Spr ving aan met do mededeeling, dat het zijn bedoeling is om een overzicht tA geven van het verkeer in Nederlandsch- Indië. Waar het doel dezer lezing is meerdere belangstelling to wekken voor Indië, dunkt hem dit het best bereikbaar aan de hand van eenige aanschouwelijke voorbeelden- en niet te vervallen in cijfermateriaal, wat elders ook gemakkelijk is na te slaan. Spr. vertoont allereerst een beeld van de kaart van den Indischen Archipel, geprojec teerd op die van Europa en bespreekt de karakteristieke kenmerken van het verkeer in den Archipel, een eilandenrijk van zeer groote uitgestrektheid met een zeer ongelijk verdeelde bevolking en derhalve ook pro ductie-verkeer. Java, al is het ook het kleinste van de vier groote eilanden, met zijn 10 millioen in woners, is het middelpunt. Alleen op Java is het verkeer over land volledig ontwikkeld en is een dicht wegen- en spoorwegnet aan wezig.. Op Sumatra is dit in wording, doch het is nog steeds niet mogelijk van het zuiden naar het noorden te reizen zon der een eindweegs over zee te moeten varen. Op Borneo ontbreken spoorwegen en is het wegennet embrionaal ontwikkeld; Cele bes kent alleen een locaal wegennet. Het eenige spoorlijntje, dat er bestond, is weer opgebroken #Van de kleinere eilanden hebben het dichtbevolkte Bali en Lombok een goed we gennet. op alle andere verkeert de econo mische ontwikkeling en die van het verkeer nog in het allereerste begin. Aan de hand van een serie fraaie lichtbeelden behan delde spr. achtereenvolgens de wegenaanleg en zijn beteekenis, het spoorwegverkeer, het motorverkeer langs de wegen en hef verkeer langs de groote rivieren in de Buitenbezit tingen, waar zij de hoofdnderen van het verkeer vormen Ook verschillende havens passeerden de revue, terwijl in het kort een beeld werd ge geven van het verkeer der K. P. M. als prae- tisch middel van interinsulair verkeer. Tenslotte wijdde spr. nog eenige woorden aan het luchtverkeer, dat sedert twee jaar is ingestelt. zich voorspoedig ontwikkelt en met het oog op de groote afstanden belooft een belangrijke rol te zullen spelen. Met een beschouwing over het postver keer besloot spr. zijn toegejuichte rede. Octcd)er 1908 met een rede over: ..Positie en taak van het Openbaar Ministerie" In den academischen cursus 19231921 was hij secretaris van den Leidschen Aca demischen senaat en in den volgenden j cursus rector-magnificus der Leidsche Uni- i versiteit. Onder zijn rectoraat werd het 35U- 1 jarig beslaan der Leidsche Hoogeschool her dacht en wel den 9en Februari 1925. bij welke gelegenheid H M de Koningin het eere-doctoraat in de rechten werd verleend, j De rede, welke hij toen in de Pieterskerk bij 1 de herdenking van dit 350-jarig bestaan I hield was getiteld: ..De ontwikkeling van 1 het strafstelsel in Nederland". Te zamen met het lid van den Hoogcn Raad. mr. L Besier. deed hij in 19251926 hel licht zien ,,Hel Nederlandsch Strafpro ces". (drie deelen). Behalve op rechterlijk en sociaal gebied was prof Blok ook op maatschappelijk ge bied werkzaam. Bij Koninklijk Besluit van 5 October werd hij benoemd tot lid van het college van regenten van het Rijks-Opvoe- dingsgestichl voor jongens te Leiden en van 1929 tot aan de opheffing van dit gesticht in 1927 was hij tevens voorzitter van dit college Sedert 1911 was hij ook regent van het Oudeliedenhuis aan de Heerengracht. Ir. CH. C. VAN DER VLIS. De gemeenteraad van Leeuwarden heeft in zijn gistermiddag gehouden vergadering als opvolger van ir. M. H. Maas tot directeur van gemeentewerken benoemd ir. Ch. C. van der Vlis, c.i„ ingenieur bij de gemeente werken alhier en wel met 14 steramen, terwijl 11 stemmen waren uitgebracht op ir. A. Bos, ingenieur bij de Philipsfabrieken te Eindhoven. D? heer van der Vlis, die op no. 1 van ds voordracht van B. en W. stond, werd in 1897 te 's-Gravenhage geboren, genoot daar zijn lager en middelbaar onderwijs en studeerde vervolgens te Delft voor civiel ingenieur. In militairen dienst klom hij op tot reserve-kapitein der genie. In Overijssel was de heer van der Vlis werkzaam als tijdelijk ingenieur bij den Provincialen Waterstaat en belast met het ontwerpen en uitvoeren van kunstwerken alsmede met wegaanleg. In 1928 werd hij doo^ den gemeenteraad alhier benoemd tot ingenieur der gemeentewerken, hoofd der afdeeling nieuwe werken. KUNSTAVOND CORRY DE WEKKER. Een avond van groote verscheidenheid. De danskunst met haar velerlei scholen en stijlen heeft vooral in den laatsten tijd de gemoederen in beweging gebracht. Rus sen en Franschen, maar ook de Duitschers hebben gepoogd haar op een ander en hooger niveau te brengen: het uitdrukken van innerlijke gemoedstoestanden, het z.g. „vergeestelijken" van- den dans viert tegen woordig hoogtij. De grandiose techniek van de bekoorlijke oogen- en zinnenstreelende danskunst der „Weensche school", wars van de tal- looze moderne ismen, waarover eindelooze theoretische beschouwingen gehouden zijn, is hierdoor bij vele danseressen wel verwa terd. Er zijn zoovele jonge meisjes, die zich verheugen in een gracieus figuur en na een korten studietijd, waarmee meestal te laat begonnen werd, op het podium verschijnen durven, zonder echter voldoende technisch ontwikkeld te zijn, om dezen noodzakelij ken en nimmer te veronachtzamen basis nog ooit te kunnen bezitten. Niet alzoo mej. Corry de Wekker: men kent sinds lange jaren haar kunst en weet wat daarin te waardeeren valt. Steeds heeft zij ernstig gewerkt en zoo wist zij haar techniek tot een belangrijke hoogte op te voeren, hetgeen o.a. tot uitdrukking komt in het z.g.' „spitsen dansen" jong geleerd oud gedaan! waarvan een groot deel der tegenwoordige jeugd geen notie heeft. Dit spreekt voorts uit haar straffe en energi- sche bewegingen, daar waar dit noodzake lijk is, een teeken dat zij de moeilijkheden van het métier in dc oude beteekenis van het woord veelal beheerscht. Het heeft ons genoegen gedaan eens met haar prestaties te mogen kennis maken: haar kunst moge over 't algemeen op oude, bekende paden zich bewegen, maar zij is van iemand, die wat kent en die men hier en daar toch niet oorspronkelijkheid ontzeggen kan. Zoo gaf zij in 't tragisch „Lach dan Paljas" en „De Last" veel schoons en ontroerend- bittere levensernst, terwijl inzicht en mu zikaal aanvoelen over 't algemeen haar dansen ten goede komen. Ook wel smaak: behalve in het „Die schone Blaue Donau", welke dans wij onmogelijk waardeeren konden. Veel minder is het kunnen, zoowel tech nisch als innerlijk van mej Wies Oltmans. Dat is slap en o! zoo honigzoet, daarbij van eenigerlei innerlijke expressie ontbloot, w&t zij ook doet. Slechts in de praeludie van Rachmaninof wist zij een sfeer te scheppen, die ons boeien kon. Het uitbundig applaus en de groote bloemenhulde, die haar, evenals mej. de Wekker, van de vele kennissen ten deel viel. moge deze jonge dame op een dwaalspoor brengen. Een enkele pittige dans uitgezonderd, was 't verder te wee en te bonbonachtig. Verschillende zangeressen luisterden dezen dansavond op en hierbij was een zeer verheugend debuut. Er zijn stemmen, waarvan men onmiddellijk voelt, dat het de moeite loont, haar te ontwikkelen. Zoo is het met de sopraan van mej. Grete Ver steeg: een puur, egaal en van nature be genadigd en reeds zeer goed geplaatst ge luid van zeer bijzondere bekoring. Nog staat zij aan 't begin: aan muzikaliteit, uit spraak vooral de consonanten worden opmerkelijk verwaarloosd en adembe- heersching moet zwaar gewerkt worden, terwijl de innerlijke overtuigingskracht nog rijpen moet. Haar stem leent zich voorloo- pig niet voor uitbundige, dramatische ex pressies, maar in 't Neue Schmerzen van Mozart, of Schubert"s wiegenlied „Schlafe, Schlafe" wist zij reeds te ontroe ren. Een gouden kern is hier aanwezig, waarvan, als alles meewerkt, nog zeer veel voor de toekomst verwacht mag worden. Haar succes was welverdiend 1 Mevr. Remouehamps en mevr. Dorothy Kootde Graaf zongen op gevoelige en goed-bestudeerde wijze duetten uit Carmen en le Roy d'Ys; haar stemmen bleken juist op elkander afgewogen, terwijl mevr. Koot in solozang getuigenis aflegde van een welverzorgde uitspraak. Jammer slechts, tijdens de duetten, dat angstvallig turen in- en scharrelen met de groote muziekbladen: dat staat zoo wan hopig dilettantisch! Overigens lof voor dit eerlijke streven „de Muze" waardig te huldigen! Alle deelneemsters hadden een groot succes: het podium leek af en toe een bloe mentuin! Ook de heer Han Zirkzee, die volgzaam en discreet begeleidde meer malen uit het hoofd mocht in het ap plaus deelen. Mej. de Wekker heeft .haar uitgebreide schare vrienden weer een mooie avond geschonken! BINNENLAND. Opening van de Indische Week aan de Leidsche Universiteit (Stadsnieuws, le Blad) De overval op den pastoor te Leimuiden. De kwestie-W. van Beek in den Raad van Rijnzaterwonde (Rijnstreek, 3de Blad). In de Tweede Kamer heeft ir. Albarda verklaard dat de S. D. A. P. niet bereid is mede te werken aan een gewapende lands verdediging (Parlementair Overzicht, 3de Blad). De Kon. Zeil-, Motorsport- en Zeilvereeni- ging „De Kaag" heeft Ged. Staten van Zuid- Holland verzocht maatregelen te treffen tot instandhouding van de plassen en water gebieden (3de Blad). De loonovereenkomst in het visscherijbe- drijf; vergadering van de Reedersvereeniging (Binnenland, 1ste Blad). Bij Bandoeng zijn twee vliegtuigen neer gestort; een der bestuurders is gedood. (Uit Ned. Oost-Indië, 1ste Blad). De Haagsciie bank-débacle (Gemengd, 2de Blad). Een protestvergadering te Utrecht tegen het maal- en menggebod (Land- en Tuin bouw, 3de Blad). Samenwerking tusschen boeren en arbei ders ter verkrijging van regeeringsstenn voor den landbouw (Land- en Tuinbouw, 3e Blad). BUITENLAND. Rondom de voorbereidende ontwapenings conferentie (Buitenl., 1ste Blad). Verklaring van Jaspar in de Belgische Kamer (Buiten!., 1ste Blad). De besprekingen ter Londensche Ronde tafel-conferentie (Buiten!., 1ste Blad). De presidentskenze in Haïti. Blad). (Tel., 1ste KUNSTAVOND. Voor den wijkarbeid» Gisteravond waren in de groote Stadszaal velen te gast gekomen. Eensdeels om te ge nieten van een goedverzorgd program, an derdeels om den philantropischen wijkarbeid van de Ned. Herv. Gemeente alhier, te steu nen. De opkomst was 'bevredigend, dooh had, gelet op het doel, nog grooter moeten zijn. Leider van den avond was ds. J. W. Groot Enzerirak, die dank bracht aan al degenen, die door hun medewerking dezen avond mogelijk hadden gemaakt en voorts den vol len nadruk legde op het groote. mooie en belangrijke stuk socialen arbeid, dat in den wijkarbeid is gelegen en dat hij ook verder warm aanbeval in de aandacht en belang stelling. Zoo gaarne wil men het lijden van zoovelen verlichten, dooh daarvoor is geld noodig Het program was zeer gevarieerd en heeft heel veel genot geschonken. Er was toch zang van de ernstig streVende Ghr. Zangver- een iging „Ex Animo", die onder leiding van •den heer H. W. de Wolff uit Rotterdam eenige goed geslaagde nummers beschaafd ten gehoore bracht. Voorts trad op de heer F. H. Kriek, alhier, die eenige fragmenten uit de Tannhauser op zijn cello ten beste gaf, benevens het bekende Kol Nidrei. aan den vleugel (uit het magazijn der firma H. Mens) alhier) bescheiden, doch goed geac compagneerd door mej. A. de Bruyn, alhier. Ook zij hadden veel succes. En hetzelfde moet gezegd worden van den heer G. Grondsma, uit Alkmaar, die een fragment uit Vondel's- „Lucifer" decla meerde (n.l. de strijd vam Uriel) en eenige Zuid-Afrikaansche nummertjes van A. D. Keet. De heer Grondsma was trouwens geen onbekende en met veel genoegen heeft men hem weer eens gehoord. Verder vermeldde het program last not least! zang van mej. A. Veenenbos, uit Alkmaar, doch wegens heeschheid kon deze zangeres niet van haar mooie stem doen genieten. Zij had echter voor een plaatsver vangster gezorgd, n.l. mevr. Wickevoort GrommeLin, uit Den Haag, die met vooral in de hoogere regionen prachtig verzorgde stem op keurige wijze eenige liederen deed schal len door de Stadszaal. Zij werd warm toe gejuicht. Terecht deed zij haar begeleidster, mej C. M. de Haas, alhier, die onvoorbereid voor deze begeleidingstaak was komen te staan, deelen in het haar gebrachte applaus. Het was een welgeslaagde avond

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 1