NEDERLAND: „LET OP UW SAECK"! HARTEVELT's JENEVER i Tj&ikadsk tftuyZish. %pejcid2aa&,£L5 ct p&i &cu&ponct 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 November 1930 Derde Blad No. 21670 GEVAARLIJKE BUITENLANDSCHE CONCURRENTIE OP DE INDISCHE MARKT! Een belangrijke „Koloniale demonstratie" ALOM VERKRIJGBAAR! FEUILLETON. De verloren Injectienaald. (Van onzen specialen verslaggever). In tijden van crisis is het goed met dub bele energie aan den arbeid te gaan, met 't doel de malaise te overwinnen. Nieuwe wegen, nieuwe mogelijkheden worden ge zocht! "Een dezer nieuwe wegen lijkt ons wel de Koloniale Demonstratie" die van 10 November t/m 4 December gehouden zal worden in het Jaarbeursgebouw te Utrecht van monsters der buitenlandsche artikelen, welke een voorname rol spelen op de Indi sche markt Deze verzameling is daar bij eengebracht door den heer J. van Goor oud-hoofdambtenaar bij de Spoorwegen in Ned.-Indië, in opdracht van de Commissie tot Bevordering van den Nederlandschen uitvoer naar Ned.-Indië". Niet dat deze commissie in het leven werd geroepen als gevolg van de crisis. Neen, want reeds in 19128 werd een onder zoek- ingesteld naar den omvang van onzen handel op Ned.-Indië. Toen kon al gecon stateerd worden, dat het aandeel van ons land in de import naar onze koloniën in de laatste jaren een belangrijke percentischen achteruitgang vertoonde en dat het voor de Nederlandsche nijverheid een dringende plicht is, er doelbewust naar te streven weer een grooter aandeel in de totaal- invoeren te heroveren. Voor de Nederlandsche fabrikanten is het dus zaak zich grondig op de hoogte te stellen van de velerlei artikelen, die in groote massa meer en meer op de Indische markt door het buitenland worden geïm porteerd, door welke concurrentie ons land "een geduchte knak dreigt te krijgen. Hier is dus een weg voor velen om een nieuw afzetgebied te veroveren, een weg die men in dezen moeilijken tijd zeker gaarne met hernieuwde energie bewandelen zal Want helaas bleef Indië tot nu toe nog voor velen een onbetreden terrein of een gebied waarop de buitenlandsche concurrent in de laatste jaren op ontstellende wijze veld won. Wanneer de buitenlander dit kan, waarom kunnen wij 't dan niet? Hoewel wij zeer goed weten, dat stati sche cijfers bedriegelijk kunnen zijn. slem- men de volgende toch lot ernstig naden ken. Men zie slechts- Bedroeg in 1913 het aandeel van Ne derland in den totaal-invoer in Ned. Tndië nog 33 pCt.. in 1923 was dit cijfer reeds gedaald tot 21, in 192-f tot 19.5, in 1925 tot 18.3. in 1926 tot 17.8 pCt.. een achteruit gang, deels gevolg van de snelle industria lisatie van het Oosten (Japan. Noord-China en Tndië zelf, bijv. de inheemsche sigaren- industrie op Midden lava) deels van de 'oenemende concurrentie van Europeesche landen. Australië en Amerika, waarbij wel dit het bedenkelijke was, dat Europeesche landen, welke toch niet in gunstiger om standigheden dan Nederland, zooals Duitschland, Frankrijk. België en Italië. Zweden en Zwitserland, hun export naar or-ze Nederlandsch-Tndisehe gewesten in relatieven zin wel vermeerderden. De ab solute invoercijfers toonen aan om welke bedragen het hier gaal- de waarde van den invoer uit Nederland steeg van 1913 lot 1926 van 145 millioen tot 152 millioen, een vooruitgang dus met slechts 7 millioen gulden, terwijl in ditzelfde tijdvak de waarde van den invoer uit Engeland steeg van 77 millioen tot 107 millioen, dus een stijging van 30 millioen, van uit Duitsch land van 29 tot 78 millioen, dus een voor uitgang van -19 millioen. van uil Frankrijk van 3 tot 9 millioen, dus een stijging tot het drievoudige van het bedrag in 1913, van uit België een stijging van 6 millioen op 12 millioen en van Italië en Zwitser land een stijging van 5 op 28 millioen. dus bijna tot het zesvoudige van den invoer in 1913. Dc laatste jaren toonen echter gelukkig weer ten onzen opzichte een kleine ver- belering. Deze cijfers bewijzen wel echter, hoezeer 't Nederlandsche fabrikaat in Ned. Tndië ter rein verloren heeft en hoe de fabrikanten voorgelicht dienen te worden omtrent de afzetmogelijkheden aldaar, waartoe boven genoemde Commissie in het leven werd ge roepen. Hiertoe nu schenkt deze „Demon stratie" een uitzonderlijke gelegenheid, want de heer van Goor heeft zich op een voor- Ireffelijke wijze van zijn taak gekweten. Hij kreeg opdracht slechts buitenlandsche fabri katen- te verzamelen, want men had den indruk gekregen, dat de Nederlandsche in dustrie niet geneigd zou zijn monsters in te zenden van Nederlandsche fabrikaten, die dank zij groote kosten, moeite en volharding een plaats op de Indische markt hadden ver overd. Immers, Nederlandsche evenals bui tenlandsche concurrenten zouden zich daar van dan gemakkelijk op de hoogte kunnen stellen, en zich eveneens op die artikelen als exportartikel kunnen gaan werpen, waar door de totaalinvoer voor ons land niet zou stijgen, maar alleen verschuiving zou plaats vinden van reeds gevestigde firma's naar nieuwe concurrenten. Hoewel de heer van Goor met velerlei moeilijkheden te kampen bad niet steeds was de medewerking zoo als men zich die had voorgesteld kon hij toch van zijn rondreis over Java, via Soeka- boemi, Tjiandjoer. Bandoeng, Padalarang, Garoet, Djocjakarta. Semarang en Cheribon zooveel mpnsters inkoopen en gegevens ver zamelen. dat hij nu in staat is niet alleen grondige voorlichting te verschaffen omtrent de aanwezige monsters, doch evenzeer over den Indischen importhandel in het alge meen. Het verdringen van den buitenland- schen concurrent kan dus nu, na ingewon nen advies krachtig ter hand genomen wor den 1 Zooals de heer Graadt van Roggen, secre taris der Commissie tot Bevordering van den Nederlandschen Uitvoer naar Ned. Indië (mgesteld bij Kon. Besl. van 14 Mei 1930) terecht opmerkte, is het zeer moeilijk van de?e verzameling, die reeds de bewondering wekte van vooraanstaande deskundigen op het gebied van den importhandel, een gede tailleerde verslaggeving, te schenken. Doch wij kregen een voldoenden indruk van het doel dat zij beoogt, om er toch het een en ander van te vertellen. Zij wil niet zijn als een Jaarbeurs: een schakel tusschen producent en wederver- kooper. Doch heeft uitsluitend een informa- lorisch doel: practische voorlichting aan de hand zooveel mogelijk van de monsters, de artikelen zelf. Zij wendt zich niet, als eene tentoon stelling, tot het grooto publiek, doch uit sluitend tot de vakkundigen, de Nederland sche industrie: entourage, in het oog val lende uitstalling, artistieke plaatsing spelen, gelijk bij eene tentoonstelling, bg deze demonstratie geen rol. Hoofdzaak is: deels het monster op zichzelf, deels de mondelinge, individueele voorlichting, het gesprek tus schen den bezoeker-fabrikant en den heer van Goor. Aan deze eischen is, wat de inrichting betreft, voldaan. In de zaal in het nieuwe Jaarbeursgebouw, een afgesloten geheel vormend, is een neutrale achtergrond gegeven aan de medegebrachte monsters, veelal eenvoudige voorwerpen van dage- lftksch gebruik en dus onaanzienlijk nis object van expositie. Tegen den achterwand der tafels, waarop de monsters geëtaleerd staan, rijn aangebracht de graphieken op belangrijke groepen van importartikelen be trekking hebbend; grootere graphieken zijn aanwezig, aangevende de handelsbeweging met betrekking tot producten, die niet be monsterd aanwezig zijn. Deze statistieken en graphieken geven weer de invoercijfers van de hoeveelheden gewicht of volume en geldswaarden gedurende de laatste drie jaren en betreffende de landen, die impor teeren. Ter opluistering zijn verder aan wezig eenige foto's, een kijkje gevend op eenige passars in de handelswijken te Bata via en Semarang, de Tokowjjk Molenvliet te Weltevreden, Chineesche en Indische toko's enz. Gestreefd is dus naar een zoo rustig mogelijke omgeving voor bestudeering en ond rzoek. In een afzond r ijke spreekkam r zal de heer van Goor de bezoekers te woord konnen staan. Uitgenoodigd 'tot een bezoek is de Nederlandsche industrie door bemid deling van de secretariaten der vier groote werkgeversverenigingen en de Secretaria ten der Kamers van Koophandel en koste- looze toegangsbewijzen kunnen ook bij hen aangevraagd wnrdem Het feit van de opgelegde beperking, om het Nederlandsch fabrikaat uit deze verza meling te climineeren, had natuurlijk tol gevolg dat de collectie een onvolledig beeld geeft van hetgeen er op de Indische markt aan importartikelen wordt verhandeld. Doch een frappanten indruk van hetgeen het buitenland doet, krijgt men er zeker. Het trof ons, hoe in het bijzonder Japan en Enge land de groot concurrenten zijn- zij blijken in schier elke afdeeling vertegenwoordigd. De serie monsters is te enorm, om haar vol ledig op te sommen, doch wij willen er eeni- gen van noemen- bisfluits. groenten in blik ken. macaroni, vermicelli en dergelijke meeldeegwaren. gecondenseerde en gesteri liseerde melk, visch en vleesch in blik, jams, tafelzout, bier. sigaretten in hun eigen aardige verpakkingen, odeurs en zeepen, aardewerk, schoenwerk, diverse weefgarens, manufacturen, leerwerk, kledingstukken, sportartikelen enz. Het is merkwaardig te zien, hoe .Japan met lage prijzen concurreert en naast uit stekende waar. toch oök veel rommel im porteert Helaas berekent de Nederlandsche im porteur. zooals de heer van Goor op dc rond wandeling ons meedeelde, ongemotiveerd dikwijls nog te hooge prijzen, waardoor hij op verschillend gebied ten achter kwam. Men moet zich bij den buitenlandschen con current weten aan te passen 1 Een rondgang langs deze collectie mon sters, die gelijk een ontzaglijk warenhuis is, zal voorzeker den Nederlandschen fabrikan ten, hunne bedrijfsleiders en andere em- ployé's, waarvoor zij uitsluitend werd inge richt het publiek heeft dus geen toegang! een prachtig inzicht bieden, in het vele, dat er voor hen aan do overzijde van de Oceaan nog te doen valt. Wij hopen, dat zij volledig aan het gestelde doel, namelijk den uitvoer van Nederlandsche goederen naar Nederlandsch Indië le bevorderen, moge beantwoorden Dit doel is van zoo hooge cultureele en nationale waarde, is een zoo verstrekkend welvaartsbelang voor Nederland, dat geen fabrikant zich deze gelegenheid mag laten ontgaan, om zich op de hoogte te stellen van de middelen, die hem behulpzaam kunnen zijn om de moei lijkheden, die hij bij het zoeken van een afzetgebied in Ned.-Indië of bij het uilbrei den van zijn omzetten in onze overzeesche gewesten ondervindt, te overwinnen!! Naast belangwekkende woorden van den heer Graadt van Roggen," omtrent de voor geschiedenis van het totstandkomen dezer verzameling, hoorden wij tijdens ons voor- bezoek een interessante rede van den heer Th. Ligthart, oüd-direcleur van de Javasche Bank, waarin deze uitvoerig de nadeelen schilderde van het protectionisme, dat meer en meer in Europa gaat zegevieeren, terwijl ook in onze koloniën stemmen, o.a. die van rnr. J. T. Schrieke, directeur v. Justitie te Batavia, opgaan, om dit 9telsel voor onze gewesten in te voeren. Geen afgesloten ge bied omringd door een tolmuur, zooals Ame rika en zooals sommige politici van het Brïtsche wereldrijk willen maken! Gelukkig is nti nog in Indië de deur voor een ieder even wijd open: de concurrentie strijdt dus alleen met prijs en kwaliteit. Zoo'n gebied vindt men in het gebalkani- seerde Europa bijna niet meer, daarom is het de moeite waard er groote aandacht aan te schenken. Over 't algemeen slaat men dan ook in Indië afwijzend tegenover de ge dachte om zich voorden import van goederen in een nationaal pakje te steken! Voorts wees hij er op. hoe dringend noodzakelijk het is, dat de Nederlandsche importeurs zich meer van de Indische toestanden op de hoogte stellen, evenals van de daar gekoes terde verlangens omtrent de in te voeren artikelen. De Hollandsche exporteurs n.l. begaan soms nog typische domheden. Cigaretten worden b.v. verpakt in kartonnen doosjes, in welke verpakking deze onverkoopbaar zijn, omdat het vochtige klimaat de kwaliteit snel aantast en den smaak volkomen be derft. Hij behandelde uitvoerig de moeilijkhe den. Waarmede de distribueerende handel in ons uitgestrekt eilandenrijk le kampen heeft en besprak vervolgens eenige moge lijkheden voor de Hollandsche uitvoerhan del. Na het constateeren van het feit, dat onze handel in Indië moeilijker tijden heeft gekend dan de tegenwoordige, wees hij er op dat de scherpe Ooslersche concurrentie wel altijd zal blijven door de lagere lasten der sociale wetgeving doch dat ook de Nederlandsche importeur van voor- deelen partij kan trekken, mits deze vol komen op de hoogte van alle eischen der markt tracht te komen en te blijven. Want het Europeesche deel der bevolking is in hoofdzaak op Holland georiënteerd en richt daardoor voor alle behoeften allereerst den blik in onze richting RECLAME. In Liteiilesschen i. 3.20 In Va Literflesscben f. 1.65 Exclusief glas. Er zullen zich telkens belangrijke vragen voordoen, die men niet ontwijken mag, zooals bijv. deze: of het mogelijk en beter zou zijn afdeelingen van sommige fabrieken naar het Oosten te verleggen. De Duitscho parfumeriefabriek Dralie deed dit en dc General Motors Cy zag er voordeel in, een groote werkplaats te Tandjong Priok op te richten, waar auto's worden samengesteld. De onderdeelen komen uit Amerika, de af werking geschiedt op Java. Indië lokt in het algemeen tot industriali satie uit. In dit, als in zoo menig ander opzicht, zullen ernstige aandacht en ge zond optimisme vooral van degenen, die nog niet weten, welke geschikte producten zij voor de Oost kunnen maken, tot daden leiden. China kan in de toekomst nog moeilijker concurrent worden dan Japan. Dc levens standaard is daar zeer laag, een raenschen- leven heeft er weinig waarde, loonen en sociale lasten zullen dus het nulpunt nade ren. Er heerschen haast Russische toestan den en West-Europa ervaart aan den lijve, hoe bezwaarlijk de concurrentie is tegen landen, waar de arbeid zeer laag of in het geheel niet wordt beloond. Doch de tijd is nog ver, waarin voor de Chineesche con currentie gevreesd behoeft te worden. De inlandsche bevolking zal binnen af- zienbaren tijd niet uitsluitend op eigen eco nomische kracht kunnen drijven, zoodat import uit het Westen van werkkracht, kapitaal en nijverheid-producten noodig zal blijven. De moeilijke tijden, die Indië oo economisch gebied thans doormaakt, zullen voorbij gaan en dan vangt een nieuwe op bloei aan! Veel wacht nog op bevruchtende energie en nog steeds geldt onverzwakt het woord van Coen„daer can in Indien wat groots verricht worden!" Wij eindigen dan ook dit artikel met den oprechten wensch, dat velen zich naar deze demonstratie mogen opmaken, want er valt veel te leeren, waarvan zeer mogelijk grootelijks geprofiteerd kan worden. Mis schien zal dan voor menig fabrikant of in dustrieel het woord gelden „Spreek met den heer Van Goor en... ;t komt in orde!" De officiecle opening der „Demonstra tie" vindt plaats op Maandag 10 Novem ber, dooT den Minister van Arbeid, Nij verheid en Handel. Zij is in het leven ge roepen door de Nederlandsche regeering, na overleg met den Nijverheidsraad en de Werkgeversorganisaties, uitsluitend ten be» hoeve van de Nederlandsche Industrie. RECLAME. 8153 Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit hel Engelsch dooi J E. DE B. K. 27) Voorzichtig deed Esther hel raam dicht, zoodat haar buurman niet kon veunoeden dat hij beluisterd was. Waarom hij dit niet weten mocht, wist Esther zelve niet. Er wa* niets verkeerds in het gesprek geweest De manier van spreken van den dokter teg°n zijn werkgeefster was zonderling, dat was alles Toen ze te bed lag dacht ze er nog over Ze kon maar niet in slaap komen en ze begreep niet waarom ze zoo'n vaag ge voel van angst had. Ze wist dat vele men- schen hun medicus als hun biechtvader be schouwden en het was niets vreemd dat ladv Clifford met den dokter over het tes ta n:cnt van haar man sprak De groote vrij posligheid, waarmede hij haar behandeld0, was veel moeilijker te begrijpen Het deed vermoeden, dat ze elkander lang hadden ge kend, in andere verhouding dan die van dokter en patiënt Men kon niet zeggen dat er iets verkeerds was en toch Ik heb zoo het gevoel dat er hier in huis rare dingen gebeuren, achterbaksche dingen, ja. dat is het woord, achterbaksche dingen, dacht Esther. Ja, maar wat was er nu niet in den haak? Het had toch niets te maken met de ziekte van sir Charles. Dat was een gewoon ver- lcopend geval De patiënt ging vooruit en er was hoop op beterschap. Voor het uiter lijk ging alles heel normaal. Toen herinner de ze zich op eens een poets, die een van haar zusters haar in haar kinderjaren in Manitoba gebakken had. Eens toen zij haar bed 's avonds opensloeg, vond zij tusschen de lakens een nest jonge slangetjes. Haar zusters hadden het bed zoo keurig opge maakt, dat er niets van te zien was. Gek, dat haar dit nu op eens te binnen schoot. Esther had nooit voorgevoelens. Maar zo voelde het zieleleven van de menschen om haar heen aan. Een kamer vol menschen binnentredende, had ze het altijd gevoeld als er iets haperde. Zij had geen vasten grond voor haar overtuiging en deed haar best zich de zaak uit hel hoofd te zetten, en werd wanhopig omdat dit haar niet luk*» Klaar wakker, overspannen, vond zij het in de kamer te warm. Hel dek hinderde haar. Waarom waren die Fransche dekens ook zoo lang? Ze sloeg het weg en tikte met do hand tegen een hard voorwerp, dat met een harden slag op den vloer tuimelde. Hel was haar wekkerklokje. Ze raapte het op en zette het op tafel, waar het lustig doortikte. Hoe lang het duurde voor de slaap zich over haar ontfermde wist ze niet Nauwelijks goed en wel in slaap, had ze het gevoel of er iets op haar kroop, dat haar wilde doen stik ken Een nachtmerrie dus. Ze wilde gillen, door schrik bevangen, maar kon geen geluid geven, noch haar armen bewegen. Ze voelde koude schubben langs haar hals krassen en haar verschrikte oogen staarden in de koude, kleine oogen van een python De muil was opengesperd ze zag de tong uitschieten, hij wilde bijten. Toen kreeg ze haar stem terug en ze schreeuwde. HOOFSTUK XVI. Haar eigen stern hoorde ze, gesmoord en onnatuurlijk klinkend. Als door een toover- slag was de python verdwenen; ze haalde diep -adem en bemerkte dat ze in haar bed lag, met het laken om haar hals gerold en het groote, donzen dekbed boven op haar. Haar hoofd bonsde, ze transpireerde hevig. Wat was dat bespottelijk geweest, die onge motiveerde werking van haar onderbewust zijn. Hoe kwam ze toch aan dien mallen droom; zeker door de herinnering aan die slangenepisode uit haar kinderjaren? Of zou die droom iets te beduiden hebben? Een harde klop op de deur weerklonk. ,,Wie is daar?" vroeg ze. en haar oogefï openende zag ze dat het dag was. De deur ging even open en zij hoorde de zekere stem van de nachtzuster: .,U bent over uw tijd," zeide zij „Ik wilde u dit even zeggen." Esther sprong haar bed uit. .,0 wat spijt me dat er moet iets haperen aan mijn klokje En dat was zoo, door den val was de wekker beschadigd Vliegensvlug kleedde ze zich aan en rende naar de kamer van haar patiënt, vurig hopende dat de dok ter niets van haar zich verslapen zou mer ken Het geluk diende haar niet. Voor hit eerst was hij voor haar bij den patiënt en keek den ouden man met een nadenkend gezicht aan. Het was geen doodelijk vergrijp eens een enkele maal 20 minuten te laat te zijn. maar hoe het zij. het zien van die groote. forsche figuur bij het bed beklemde haar. „Ik vrees dat ik me een beetje verslapen heb." zeide zij, zicb verontschuldigend, ter wijl zij hem goedeD morgen zeide Hij antwoordde niet. maar keek op zijn horloge en toen, zonder zijn hoofd om te draaien, wendde hij zijn oogen naar haar kant en keek haar vast aan. Dat was alles, maar zij voelde zich als vernietigd onder zijn afkeuring. Ze wilde excuses maken, maar voelde toen dat zij dit niet kon. Haar tong kleefde aan haar verhemelte en ze voelde dat elke uitlegging dom zou zijp- Waarom maakte die man haar toch zoo be nauwd? Geen andere dokter had dit ooit ge daan. Waarom gaf zijn tegenwoordigheid, zijn groot, plomp lichaam en zijn 9mal hoofd, met die kleine, glinsterende oogen haar zoo'n gevoel van weerzin? Die gewaar wording. aanvankelijk vaag, was nu veel sterker geworden. Ik geloof, dat ik zenuwachtig begin Is worden zeide ze streng tegen zichzelve, in de kleedkamer gaande om de morgenmelk klaar te maken Waarom zou ik bang zijn voor dien man? Neen. bang ben ik niet, ik weet niet wat het is. Terugkomende was ze blij dat hij weg was. Ze was blij met het kopje thee. dat de dienstbode haar bracht en begon alles weer kalmer te beschouwen. Ze bedacht zich, dat ze dien avond met Roger zou gaan dansen en dat fleurde haar weer op Toen ze ont beten had was ze geheel kalm en kon ze rustig het gewone doktersbezoek afwachten. En ze had er schik in zooals sir Charies vooruitging. Het verwonderde haar, dat iemand van zijn leeftijd en zijn gezondheid er zoo bovenop kwam Ze was er dus heelemaal niet op voor bereid dat de dokter na zijn onderzoek zoo pessimistisch zou zijn. Hij verwijderde zich van het ziekbed en gaf haar een teeken hem te volgen. „We moeten iets doen," zeide hij zacht. „Die groote zwakte bevalt mij niet. Zijn pols is slecht, heel slecht. Hij moet opgewekt worden." „Waarom dokter, ik dacht dat het zoo goed ging hij i9 wel over de zeventig, maar ik meende dat.Ze ging niet door, zijn stille minachting hinderde haar. „We moeten hem kracht geven," ging hij voort. „Staal, arsenicum." „O ja dokter, een injectie." „Daar zijn twee zaken om voor le vrec- zen, zijn zwakte en opwinding Hij mag zich niet agiteeren. hij mag niet schrikken." „Neen, natuurlijk, ik zal er voor zorgen 't Verwonderde haar, dat hij voor de tweede maal over opwinding sprak. Hij scheen weinig vertrouwen in haar te heb ben, misschien omdat hij de vrouwen niet hoog stelde. „Dat is alles; ik zal hem nu maar een inspuiting geven." „Ja dokter." Ze bracht de gewone benoodigdheden. een kom water watten, jodium, en zette alles op een tafeltje bij het bed, met een gevoel van angst voor den patiënt. Was ze te opti mistisch geweest? Dan was de nachtzuster dit ook. want nog den vorigen avond had deze beweerd, dat de oude man zoo goed vooruitging Maar het maakte den indruk op haar, dat de dokter dingen gezien had, die zij niet had opgemerkt Misschien had hij het geval wel altijd als een verloren zaak beschouwd. .Zuster, help me eens om sir Charles op zijn linkerkant le leggen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9