NEDERLAND: „LET OP UW SAECK"!
HARTEVELT's
JENEVER i
Tj&ikadsk tftuyZish. %pejcid2aa&,£L5 ct p&i &cu&ponct
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 November 1930
Derde Blad No. 21670
GEVAARLIJKE BUITENLANDSCHE CONCURRENTIE OP DE INDISCHE MARKT!
Een belangrijke „Koloniale demonstratie"
ALOM VERKRIJGBAAR!
FEUILLETON.
De verloren Injectienaald.
(Van onzen specialen verslaggever).
In tijden van crisis is het goed met dub
bele energie aan den arbeid te gaan, met 't
doel de malaise te overwinnen. Nieuwe
wegen, nieuwe mogelijkheden worden ge
zocht! "Een dezer nieuwe wegen lijkt ons
wel de Koloniale Demonstratie" die van
10 November t/m 4 December gehouden zal
worden in het Jaarbeursgebouw te Utrecht
van monsters der buitenlandsche artikelen,
welke een voorname rol spelen op de Indi
sche markt Deze verzameling is daar bij
eengebracht door den heer J. van Goor
oud-hoofdambtenaar bij de Spoorwegen in
Ned.-Indië, in opdracht van de Commissie
tot Bevordering van den Nederlandschen
uitvoer naar Ned.-Indië".
Niet dat deze commissie in het leven
werd geroepen als gevolg van de crisis.
Neen, want reeds in 19128 werd een onder
zoek- ingesteld naar den omvang van onzen
handel op Ned.-Indië. Toen kon al gecon
stateerd worden, dat het aandeel van ons
land in de import naar onze koloniën in de
laatste jaren een belangrijke percentischen
achteruitgang vertoonde en dat het voor
de Nederlandsche nijverheid een dringende
plicht is, er doelbewust naar te streven
weer een grooter aandeel in de totaal-
invoeren te heroveren.
Voor de Nederlandsche fabrikanten is het
dus zaak zich grondig op de hoogte te
stellen van de velerlei artikelen, die in
groote massa meer en meer op de Indische
markt door het buitenland worden geïm
porteerd, door welke concurrentie ons land
"een geduchte knak dreigt te krijgen. Hier
is dus een weg voor velen om een nieuw
afzetgebied te veroveren, een weg die men
in dezen moeilijken tijd zeker gaarne met
hernieuwde energie bewandelen zal
Want helaas bleef Indië tot nu toe nog voor
velen een onbetreden terrein of een gebied
waarop de buitenlandsche concurrent in de
laatste jaren op ontstellende wijze veld
won. Wanneer de buitenlander dit kan,
waarom kunnen wij 't dan niet?
Hoewel wij zeer goed weten, dat stati
sche cijfers bedriegelijk kunnen zijn. slem-
men de volgende toch lot ernstig naden
ken. Men zie slechts-
Bedroeg in 1913 het aandeel van Ne
derland in den totaal-invoer in Ned. Tndië
nog 33 pCt.. in 1923 was dit cijfer reeds
gedaald tot 21, in 192-f tot 19.5, in 1925 tot
18.3. in 1926 tot 17.8 pCt.. een achteruit
gang, deels gevolg van de snelle industria
lisatie van het Oosten (Japan. Noord-China
en Tndië zelf, bijv. de inheemsche sigaren-
industrie op Midden lava) deels van de
'oenemende concurrentie van Europeesche
landen. Australië en Amerika, waarbij wel
dit het bedenkelijke was, dat Europeesche
landen, welke toch niet in gunstiger om
standigheden dan Nederland, zooals
Duitschland, Frankrijk. België en Italië.
Zweden en Zwitserland, hun export naar
or-ze Nederlandsch-Tndisehe gewesten in
relatieven zin wel vermeerderden. De ab
solute invoercijfers toonen aan om welke
bedragen het hier gaal- de waarde van
den invoer uit Nederland steeg van 1913
lot 1926 van 145 millioen tot 152 millioen,
een vooruitgang dus met slechts 7 millioen
gulden, terwijl in ditzelfde tijdvak de
waarde van den invoer uit Engeland steeg
van 77 millioen tot 107 millioen, dus een
stijging van 30 millioen, van uit Duitsch
land van 29 tot 78 millioen, dus een voor
uitgang van -19 millioen. van uil Frankrijk
van 3 tot 9 millioen, dus een stijging tot
het drievoudige van het bedrag in 1913,
van uit België een stijging van 6 millioen
op 12 millioen en van Italië en Zwitser
land een stijging van 5 op 28 millioen. dus
bijna tot het zesvoudige van den invoer
in 1913.
Dc laatste jaren toonen echter gelukkig
weer ten onzen opzichte een kleine ver-
belering.
Deze cijfers bewijzen wel echter, hoezeer 't
Nederlandsche fabrikaat in Ned. Tndië ter
rein verloren heeft en hoe de fabrikanten
voorgelicht dienen te worden omtrent de
afzetmogelijkheden aldaar, waartoe boven
genoemde Commissie in het leven werd ge
roepen. Hiertoe nu schenkt deze „Demon
stratie" een uitzonderlijke gelegenheid, want
de heer van Goor heeft zich op een voor-
Ireffelijke wijze van zijn taak gekweten. Hij
kreeg opdracht slechts buitenlandsche fabri
katen- te verzamelen, want men had den
indruk gekregen, dat de Nederlandsche in
dustrie niet geneigd zou zijn monsters in te
zenden van Nederlandsche fabrikaten, die
dank zij groote kosten, moeite en volharding
een plaats op de Indische markt hadden ver
overd. Immers, Nederlandsche evenals bui
tenlandsche concurrenten zouden zich daar
van dan gemakkelijk op de hoogte kunnen
stellen, en zich eveneens op die artikelen
als exportartikel kunnen gaan werpen, waar
door de totaalinvoer voor ons land niet zou
stijgen, maar alleen verschuiving zou plaats
vinden van reeds gevestigde firma's naar
nieuwe concurrenten. Hoewel de heer van
Goor met velerlei moeilijkheden te kampen
bad niet steeds was de medewerking zoo
als men zich die had voorgesteld kon hij
toch van zijn rondreis over Java, via Soeka-
boemi, Tjiandjoer. Bandoeng, Padalarang,
Garoet, Djocjakarta. Semarang en Cheribon
zooveel mpnsters inkoopen en gegevens ver
zamelen. dat hij nu in staat is niet alleen
grondige voorlichting te verschaffen omtrent
de aanwezige monsters, doch evenzeer over
den Indischen importhandel in het alge
meen. Het verdringen van den buitenland-
schen concurrent kan dus nu, na ingewon
nen advies krachtig ter hand genomen wor
den 1
Zooals de heer Graadt van Roggen, secre
taris der Commissie tot Bevordering van
den Nederlandschen Uitvoer naar Ned. Indië
(mgesteld bij Kon. Besl. van 14 Mei 1930)
terecht opmerkte, is het zeer moeilijk van
de?e verzameling, die reeds de bewondering
wekte van vooraanstaande deskundigen op
het gebied van den importhandel, een gede
tailleerde verslaggeving, te schenken. Doch
wij kregen een voldoenden indruk van het
doel dat zij beoogt, om er toch het een en
ander van te vertellen.
Zij wil niet zijn als een Jaarbeurs: een
schakel tusschen producent en wederver-
kooper. Doch heeft uitsluitend een informa-
lorisch doel: practische voorlichting aan de
hand zooveel mogelijk van de monsters, de
artikelen zelf.
Zij wendt zich niet, als eene tentoon
stelling, tot het grooto publiek, doch uit
sluitend tot de vakkundigen, de Nederland
sche industrie: entourage, in het oog val
lende uitstalling, artistieke plaatsing spelen,
gelijk bij eene tentoonstelling, bg deze
demonstratie geen rol. Hoofdzaak is: deels
het monster op zichzelf, deels de mondelinge,
individueele voorlichting, het gesprek tus
schen den bezoeker-fabrikant en den heer
van Goor. Aan deze eischen is, wat de
inrichting betreft, voldaan. In de zaal in
het nieuwe Jaarbeursgebouw, een afgesloten
geheel vormend, is een neutrale achtergrond
gegeven aan de medegebrachte monsters,
veelal eenvoudige voorwerpen van dage-
lftksch gebruik en dus onaanzienlijk nis
object van expositie. Tegen den achterwand
der tafels, waarop de monsters geëtaleerd
staan, rijn aangebracht de graphieken op
belangrijke groepen van importartikelen be
trekking hebbend; grootere graphieken zijn
aanwezig, aangevende de handelsbeweging
met betrekking tot producten, die niet be
monsterd aanwezig zijn. Deze statistieken en
graphieken geven weer de invoercijfers van
de hoeveelheden gewicht of volume
en geldswaarden gedurende de laatste drie
jaren en betreffende de landen, die impor
teeren. Ter opluistering zijn verder aan
wezig eenige foto's, een kijkje gevend op
eenige passars in de handelswijken te Bata
via en Semarang, de Tokowjjk Molenvliet te
Weltevreden, Chineesche en Indische toko's
enz. Gestreefd is dus naar een zoo rustig
mogelijke omgeving voor bestudeering en
ond rzoek. In een afzond r ijke spreekkam r
zal de heer van Goor de bezoekers te woord
konnen staan. Uitgenoodigd 'tot een bezoek
is de Nederlandsche industrie door bemid
deling van de secretariaten der vier groote
werkgeversverenigingen en de Secretaria
ten der Kamers van Koophandel en koste-
looze toegangsbewijzen kunnen ook bij hen
aangevraagd wnrdem
Het feit van de opgelegde beperking, om
het Nederlandsch fabrikaat uit deze verza
meling te climineeren, had natuurlijk tol
gevolg dat de collectie een onvolledig beeld
geeft van hetgeen er op de Indische markt
aan importartikelen wordt verhandeld. Doch
een frappanten indruk van hetgeen het
buitenland doet, krijgt men er zeker. Het
trof ons, hoe in het bijzonder Japan en Enge
land de groot concurrenten zijn- zij blijken
in schier elke afdeeling vertegenwoordigd.
De serie monsters is te enorm, om haar vol
ledig op te sommen, doch wij willen er eeni-
gen van noemen- bisfluits. groenten in blik
ken. macaroni, vermicelli en dergelijke
meeldeegwaren. gecondenseerde en gesteri
liseerde melk, visch en vleesch in blik,
jams, tafelzout, bier. sigaretten in hun eigen
aardige verpakkingen, odeurs en zeepen,
aardewerk, schoenwerk, diverse weefgarens,
manufacturen, leerwerk, kledingstukken,
sportartikelen enz.
Het is merkwaardig te zien, hoe .Japan
met lage prijzen concurreert en naast uit
stekende waar. toch oök veel rommel im
porteert
Helaas berekent de Nederlandsche im
porteur. zooals de heer van Goor op dc rond
wandeling ons meedeelde, ongemotiveerd
dikwijls nog te hooge prijzen, waardoor hij
op verschillend gebied ten achter kwam.
Men moet zich bij den buitenlandschen con
current weten aan te passen 1
Een rondgang langs deze collectie mon
sters, die gelijk een ontzaglijk warenhuis is,
zal voorzeker den Nederlandschen fabrikan
ten, hunne bedrijfsleiders en andere em-
ployé's, waarvoor zij uitsluitend werd inge
richt het publiek heeft dus geen toegang!
een prachtig inzicht bieden, in het vele, dat
er voor hen aan do overzijde van de
Oceaan nog te doen valt. Wij hopen, dat zij
volledig aan het gestelde doel, namelijk
den uitvoer van Nederlandsche goederen
naar Nederlandsch Indië le bevorderen,
moge beantwoorden Dit doel is van
zoo hooge cultureele en nationale waarde,
is een zoo verstrekkend welvaartsbelang
voor Nederland, dat geen fabrikant zich deze
gelegenheid mag laten ontgaan, om zich op
de hoogte te stellen van de middelen, die
hem behulpzaam kunnen zijn om de moei
lijkheden, die hij bij het zoeken van een
afzetgebied in Ned.-Indië of bij het uilbrei
den van zijn omzetten in onze overzeesche
gewesten ondervindt, te overwinnen!!
Naast belangwekkende woorden van den
heer Graadt van Roggen," omtrent de voor
geschiedenis van het totstandkomen dezer
verzameling, hoorden wij tijdens ons voor-
bezoek een interessante rede van den heer
Th. Ligthart, oüd-direcleur van de Javasche
Bank, waarin deze uitvoerig de nadeelen
schilderde van het protectionisme, dat meer
en meer in Europa gaat zegevieeren, terwijl
ook in onze koloniën stemmen, o.a. die van
rnr. J. T. Schrieke, directeur v. Justitie te
Batavia, opgaan, om dit 9telsel voor onze
gewesten in te voeren. Geen afgesloten ge
bied omringd door een tolmuur, zooals Ame
rika en zooals sommige politici van het
Brïtsche wereldrijk willen maken! Gelukkig
is nti nog in Indië de deur voor
een ieder even wijd open: de concurrentie
strijdt dus alleen met prijs en kwaliteit.
Zoo'n gebied vindt men in het gebalkani-
seerde Europa bijna niet meer, daarom is
het de moeite waard er groote aandacht aan
te schenken. Over 't algemeen slaat men
dan ook in Indië afwijzend tegenover de ge
dachte om zich voorden import van goederen
in een nationaal pakje te steken! Voorts
wees hij er op. hoe dringend noodzakelijk
het is, dat de Nederlandsche importeurs
zich meer van de Indische toestanden op de
hoogte stellen, evenals van de daar gekoes
terde verlangens omtrent de in te voeren
artikelen.
De Hollandsche exporteurs n.l. begaan soms
nog typische domheden. Cigaretten worden
b.v. verpakt in kartonnen doosjes, in
welke verpakking deze onverkoopbaar zijn,
omdat het vochtige klimaat de kwaliteit
snel aantast en den smaak volkomen be
derft.
Hij behandelde uitvoerig de moeilijkhe
den. Waarmede de distribueerende handel
in ons uitgestrekt eilandenrijk le kampen
heeft en besprak vervolgens eenige moge
lijkheden voor de Hollandsche uitvoerhan
del. Na het constateeren van het feit, dat
onze handel in Indië moeilijker tijden heeft
gekend dan de tegenwoordige, wees hij er
op dat de scherpe Ooslersche concurrentie
wel altijd zal blijven door de lagere
lasten der sociale wetgeving doch dat
ook de Nederlandsche importeur van voor-
deelen partij kan trekken, mits deze vol
komen op de hoogte van alle eischen der
markt tracht te komen en te blijven. Want
het Europeesche deel der bevolking is in
hoofdzaak op Holland georiënteerd en richt
daardoor voor alle behoeften allereerst
den blik in onze richting
RECLAME.
In Liteiilesschen i. 3.20
In Va Literflesscben f. 1.65
Exclusief glas.
Er zullen zich telkens belangrijke vragen
voordoen, die men niet ontwijken mag,
zooals bijv. deze: of het mogelijk en beter
zou zijn afdeelingen van sommige fabrieken
naar het Oosten te verleggen. De Duitscho
parfumeriefabriek Dralie deed dit en dc
General Motors Cy zag er voordeel in, een
groote werkplaats te Tandjong Priok op te
richten, waar auto's worden samengesteld.
De onderdeelen komen uit Amerika, de af
werking geschiedt op Java.
Indië lokt in het algemeen tot industriali
satie uit. In dit, als in zoo menig ander
opzicht, zullen ernstige aandacht en ge
zond optimisme vooral van degenen, die
nog niet weten, welke geschikte producten
zij voor de Oost kunnen maken, tot
daden leiden.
China kan in de toekomst nog moeilijker
concurrent worden dan Japan. Dc levens
standaard is daar zeer laag, een raenschen-
leven heeft er weinig waarde, loonen en
sociale lasten zullen dus het nulpunt nade
ren. Er heerschen haast Russische toestan
den en West-Europa ervaart aan den lijve,
hoe bezwaarlijk de concurrentie is tegen
landen, waar de arbeid zeer laag of in het
geheel niet wordt beloond. Doch de tijd
is nog ver, waarin voor de Chineesche con
currentie gevreesd behoeft te worden.
De inlandsche bevolking zal binnen af-
zienbaren tijd niet uitsluitend op eigen eco
nomische kracht kunnen drijven, zoodat
import uit het Westen van werkkracht,
kapitaal en nijverheid-producten noodig zal
blijven. De moeilijke tijden, die Indië oo
economisch gebied thans doormaakt, zullen
voorbij gaan en dan vangt een nieuwe op
bloei aan!
Veel wacht nog op bevruchtende energie
en nog steeds geldt onverzwakt het woord
van Coen„daer can in Indien wat groots
verricht worden!"
Wij eindigen dan ook dit artikel met den
oprechten wensch, dat velen zich naar deze
demonstratie mogen opmaken, want er
valt veel te leeren, waarvan zeer mogelijk
grootelijks geprofiteerd kan worden. Mis
schien zal dan voor menig fabrikant of in
dustrieel het woord gelden
„Spreek met den heer Van Goor en... ;t
komt in orde!"
De officiecle opening der „Demonstra
tie" vindt plaats op Maandag 10 Novem
ber, dooT den Minister van Arbeid, Nij
verheid en Handel. Zij is in het leven ge
roepen door de Nederlandsche regeering,
na overleg met den Nijverheidsraad en de
Werkgeversorganisaties, uitsluitend ten be»
hoeve van de Nederlandsche Industrie.
RECLAME.
8153
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit hel Engelsch
dooi J E. DE B. K.
27)
Voorzichtig deed Esther hel raam dicht,
zoodat haar buurman niet kon veunoeden
dat hij beluisterd was. Waarom hij dit niet
weten mocht, wist Esther zelve niet. Er wa*
niets verkeerds in het gesprek geweest De
manier van spreken van den dokter teg°n
zijn werkgeefster was zonderling, dat was
alles Toen ze te bed lag dacht ze er nog
over Ze kon maar niet in slaap komen en
ze begreep niet waarom ze zoo'n vaag ge
voel van angst had. Ze wist dat vele men-
schen hun medicus als hun biechtvader be
schouwden en het was niets vreemd dat
ladv Clifford met den dokter over het tes
ta n:cnt van haar man sprak De groote vrij
posligheid, waarmede hij haar behandeld0,
was veel moeilijker te begrijpen Het deed
vermoeden, dat ze elkander lang hadden ge
kend, in andere verhouding dan die van
dokter en patiënt Men kon niet zeggen dat
er iets verkeerds was en toch
Ik heb zoo het gevoel dat er hier in huis
rare dingen gebeuren, achterbaksche dingen,
ja. dat is het woord, achterbaksche dingen,
dacht Esther.
Ja, maar wat was er nu niet in den haak?
Het had toch niets te maken met de ziekte
van sir Charles. Dat was een gewoon ver-
lcopend geval De patiënt ging vooruit en
er was hoop op beterschap. Voor het uiter
lijk ging alles heel normaal. Toen herinner
de ze zich op eens een poets, die een van
haar zusters haar in haar kinderjaren in
Manitoba gebakken had. Eens toen zij haar
bed 's avonds opensloeg, vond zij tusschen
de lakens een nest jonge slangetjes. Haar
zusters hadden het bed zoo keurig opge
maakt, dat er niets van te zien was. Gek,
dat haar dit nu op eens te binnen schoot.
Esther had nooit voorgevoelens. Maar zo
voelde het zieleleven van de menschen om
haar heen aan. Een kamer vol menschen
binnentredende, had ze het altijd gevoeld
als er iets haperde. Zij had geen vasten
grond voor haar overtuiging en deed haar
best zich de zaak uit hel hoofd te zetten, en
werd wanhopig omdat dit haar niet luk*»
Klaar wakker, overspannen, vond zij het in
de kamer te warm. Hel dek hinderde haar.
Waarom waren die Fransche dekens ook zoo
lang? Ze sloeg het weg en tikte met do
hand tegen een hard voorwerp, dat met een
harden slag op den vloer tuimelde. Hel was
haar wekkerklokje. Ze raapte het op en zette
het op tafel, waar het lustig doortikte. Hoe
lang het duurde voor de slaap zich over
haar ontfermde wist ze niet Nauwelijks
goed en wel in slaap, had ze het gevoel of er
iets op haar kroop, dat haar wilde doen stik
ken Een nachtmerrie dus. Ze wilde gillen,
door schrik bevangen, maar kon geen geluid
geven, noch haar armen bewegen. Ze voelde
koude schubben langs haar hals krassen en
haar verschrikte oogen staarden in de koude,
kleine oogen van een python De muil was
opengesperd ze zag de tong uitschieten, hij
wilde bijten. Toen kreeg ze haar stem terug
en ze schreeuwde.
HOOFSTUK XVI.
Haar eigen stern hoorde ze, gesmoord en
onnatuurlijk klinkend. Als door een toover-
slag was de python verdwenen; ze haalde
diep -adem en bemerkte dat ze in haar bed
lag, met het laken om haar hals gerold en
het groote, donzen dekbed boven op haar.
Haar hoofd bonsde, ze transpireerde hevig.
Wat was dat bespottelijk geweest, die onge
motiveerde werking van haar onderbewust
zijn. Hoe kwam ze toch aan dien mallen
droom; zeker door de herinnering aan die
slangenepisode uit haar kinderjaren? Of zou
die droom iets te beduiden hebben? Een
harde klop op de deur weerklonk.
,,Wie is daar?" vroeg ze. en haar oogefï
openende zag ze dat het dag was. De deur
ging even open en zij hoorde de zekere stem
van de nachtzuster: .,U bent over uw tijd,"
zeide zij „Ik wilde u dit even zeggen."
Esther sprong haar bed uit.
.,0 wat spijt me dat er moet iets haperen
aan mijn klokje En dat was zoo, door den
val was de wekker beschadigd Vliegensvlug
kleedde ze zich aan en rende naar de kamer
van haar patiënt, vurig hopende dat de dok
ter niets van haar zich verslapen zou mer
ken Het geluk diende haar niet. Voor hit
eerst was hij voor haar bij den patiënt
en keek den ouden man met een nadenkend
gezicht aan. Het was geen doodelijk vergrijp
eens een enkele maal 20 minuten te laat te
zijn. maar hoe het zij. het zien van die
groote. forsche figuur bij het bed beklemde
haar.
„Ik vrees dat ik me een beetje verslapen
heb." zeide zij, zicb verontschuldigend, ter
wijl zij hem goedeD morgen zeide
Hij antwoordde niet. maar keek op zijn
horloge en toen, zonder zijn hoofd om te
draaien, wendde hij zijn oogen naar haar
kant en keek haar vast aan. Dat was alles,
maar zij voelde zich als vernietigd onder
zijn afkeuring. Ze wilde excuses maken,
maar voelde toen dat zij dit niet kon. Haar
tong kleefde aan haar verhemelte en ze
voelde dat elke uitlegging dom zou zijp-
Waarom maakte die man haar toch zoo be
nauwd? Geen andere dokter had dit ooit ge
daan. Waarom gaf zijn tegenwoordigheid,
zijn groot, plomp lichaam en zijn 9mal
hoofd, met die kleine, glinsterende oogen
haar zoo'n gevoel van weerzin? Die gewaar
wording. aanvankelijk vaag, was nu veel
sterker geworden.
Ik geloof, dat ik zenuwachtig begin Is
worden zeide ze streng tegen zichzelve, in
de kleedkamer gaande om de morgenmelk
klaar te maken Waarom zou ik bang zijn
voor dien man? Neen. bang ben ik niet, ik
weet niet wat het is.
Terugkomende was ze blij dat hij weg
was. Ze was blij met het kopje thee. dat de
dienstbode haar bracht en begon alles weer
kalmer te beschouwen. Ze bedacht zich, dat
ze dien avond met Roger zou gaan dansen
en dat fleurde haar weer op Toen ze ont
beten had was ze geheel kalm en kon ze
rustig het gewone doktersbezoek afwachten.
En ze had er schik in zooals sir Charies
vooruitging. Het verwonderde haar, dat
iemand van zijn leeftijd en zijn gezondheid
er zoo bovenop kwam
Ze was er dus heelemaal niet op voor
bereid dat de dokter na zijn onderzoek zoo
pessimistisch zou zijn. Hij verwijderde zich
van het ziekbed en gaf haar een teeken hem
te volgen.
„We moeten iets doen," zeide hij zacht.
„Die groote zwakte bevalt mij niet. Zijn pols
is slecht, heel slecht. Hij moet opgewekt
worden."
„Waarom dokter, ik dacht dat het zoo
goed ging hij i9 wel over de zeventig, maar
ik meende dat.Ze ging niet door, zijn
stille minachting hinderde haar.
„We moeten hem kracht geven," ging hij
voort. „Staal, arsenicum."
„O ja dokter, een injectie."
„Daar zijn twee zaken om voor le vrec-
zen, zijn zwakte en opwinding Hij mag zich
niet agiteeren. hij mag niet schrikken."
„Neen, natuurlijk, ik zal er voor zorgen
't Verwonderde haar, dat hij voor de
tweede maal over opwinding sprak. Hij
scheen weinig vertrouwen in haar te heb
ben, misschien omdat hij de vrouwen niet
hoog stelde.
„Dat is alles; ik zal hem nu maar een
inspuiting geven."
„Ja dokter."
Ze bracht de gewone benoodigdheden. een
kom water watten, jodium, en zette alles
op een tafeltje bij het bed, met een gevoel
van angst voor den patiënt. Was ze te opti
mistisch geweest? Dan was de nachtzuster
dit ook. want nog den vorigen avond had
deze beweerd, dat de oude man zoo goed
vooruitging Maar het maakte den indruk op
haar, dat de dokter dingen gezien had, die
zij niet had opgemerkt Misschien had hij
het geval wel altijd als een verloren zaak
beschouwd.
.Zuster, help me eens om sir Charles op
zijn linkerkant le leggen."
(Wordt vervolgd).