71sle Jaaivaiw ZATERDAG 1 NOVEMBER 1930 No. 21665 TER OVERDENKING. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. 1 LEIDSCS-ü DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN .OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cis per regel voor advertenliên uil Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd rijn. Voot alle andere adverlentiên 35 Cts. pel regel. Kleine Adverlentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens poslrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:: T; Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week.*."777.'f 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco pct post f. 2.35 '4- portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. Goed en Kwaad. Tien ons aller eerste moeder de hana uitstrekte naar de verboden vrucht, heeft zij vermoedelijk niet beseft, welke moei- Üijknbden zij daarmee zou doen rijzen, durend tot in het verste nageslacht. Of het dt verleidelijke stem van e?n glibberig wezen is geweest, die haar deed vallen, of vel haar eigen innerlijke begeerte geen hooge kerkvergaderingen hebben dit tot op dezen dag definitief kunnen beslissen Is de gluiperige verleiding van buiten, of de eigen verborgen aandrift de eerste oor-< zaai van het kwaad? Ji, waar vandaan komt bet kwaad? Ie boom der kennis van goed en kwaad, Evd zou er dan van hebben gegeten, en na haar Adam. De vrouw was dus de eerste zordares! Maar waar kwam dat kwaad dan vaidaan? De slang, de satan, de duivel, de begeerte in den mensch? In elk geval: sindsdien weet de mensch er van, heeft de kennis, kent het onder scheid tusschen goed en kwaad. Zoodat er dar ook geen volk ter wereld, en geen volk in de geschiedenis bekend is. waar dit ze- del jk oordeel, dat een scheidslijn trekt tus schan het goede en het kwade, niet wordt aaigelroffen. En ook in onze eigen tegen woordige wereld; daar is geen normaal vol wassen mensch, hoe misdadig ook, of hij markt innerlijk bij zich zelf onderscheid tusschen goed en kwaad. Hij houdt daar die weegschaal zuiver; al volgt hij misschien nooit de wijzing die zij geeft. Doch wat is eigenlijk dat zedelijk oor- ded, dat in on9 binnenste uitspraak doqt ova* goed en kwaad? Afgezien van de meer directe onaange name gevolgen van hun struikeling, voor Evi, Adam, en hun beider kroost lot op vaidaag, heeft de ontmoeting met dien on- zaïgen „derde" tot resultaat gehad, dat de mmschheid sindsdien er over filosofeert, wd dit oordeel „goed" tegenover „kwaad" toch eigenlijk zou kunnen zijn. 3e „kennis" van goed en kwaad hebben wij sinds het eten van den paradijsappel vel allen. Maar wat is het, in den grond, dit zedelijk oordeel dat zegt:* „dit is goed", en „dat is kwaad"? Zonder te meenen dat ik dit wereldom vattende vraagstuk ook maar één schrede rader tot de oplossing zou kunnen brengen, vil ik trachlen even kort en duidjbjk ie ;eggen wat het zedelijk oordeel, dlr uit braak doet over goed of kwaad, zeker niet 3. En dan stel ik aan het slot. in vragenden rorm, wat dit zedelijk oordeel misschien wel zou kunnen zijn. Een onjuist inzicht in de kwestie had zeker die Boschjesman, door professor De Bussy eens sprekende ingevoerd. Hij zeide: „slecht is als mijn vrouw ontstolen wordt. Goed is als ik een ander zijn vrouw ont steel". Nietwaar, wij zien allen duidelijk, dat deze man zich vergist. Wat hij goed of felecht noemt, is slechts wat hij aangenaam, vooideelig, begeerlijk acht voor zichzelf, of omgekeerd En deze keuze legt zijn zedelijk oordeel het zwijgen op, stel dat dit laatste bij hen bestaat. Toch geloof ik. dat er zulke Boschjesmannen ook nog wel onder ons worden gevonden! Evenmin kan men zeggen, dat de tegen stelling goed tegenover kwaad volkomen gedekt woidt door de tegenstelling mooi •contra leelijk, of waar contra onwaar. Alle deze drie oordeelvellingen hebben onder- ling verwantschap. Maar bij innerlijke zelf controle beseffen wij, dat wij waarheid van onwaarheid scheiden volgens een verslan delijken maatstaf; schoon en leelijk onder scheiden wij volgens, wat wij met een vreemd woord noemen, on<> aesthelisch ge voel. Wij aanschouwen het opeens, en zeg gen „dat-is schoon." Wij hóóren hel. wij zien het in onze verbeelding: „prachtig!" zeggen we. Maar als we iels goed of kwaad noemen, dan kunnen we dat tegelijk soms wel een waarheid of een leugen, een mooie daad of een leelijke daad noemen, doch de maat staf wordt ergens anders aangelegd; wij vergelijken met iels in ons zelf. met een beeld, een voorstelling in ons zelf. Is dan goed: wat nutlig is voor het grootsle aantal? En kwaad- wat schadelijk is voor de meerderheid der mcnscheri? Och wip zal dat uitmaken? Zeker is. dat geen onzer dit volkomen kan overzien Zóó ver rekenen wij hel geen van all^j uit. Maar het is integendeel dood-eenvoudig. Wij zeggen, of liever, innerlijk wordt in ons gezegd, ook al willen wij het zelf liever' niet: „dit is goed" en „dat is kwaad." De grootste Grieksche wijsgeer uit de oudheid, Plato, heeft de meening uitge sproken, dat al onze kennis omtrent goed en kwaad herinnering is, herinnering aan een zalige wereld, waar eens onze ziel die ideale beelden had aanschouwd. Wij be waren daaraan een vage gedachtenis. En op grond daarvan oordeelen wij ook hier op aarde. Of Plato hierin juist heeft gezien? Ik weet het niet. Doch zou niet dit toch eigen lijk bij ons allen vast staan, ook al zon digen wij duizendmaal tegen de eigen in nerlijke slem: dat in dat zedelijke oordeel in ons binnenste zich openbaart een Hoo- gere Wereld, wat dan de geloovigen onder ons zullen vertolken als te zijn de slem van God-in-ons? Dan warp het meteen verklaard, hoe al fijner, al scherper, al preciezer, al genuan ceerder in de geschiedenis der menschheid zich ontplooien gaat dit menschelijk „ge weten." Want als we gelooven aan een Hoogere Wereld, dan is dat zeker een we reld, die Qns roept, en die ons tot iels be stemt Eva's grijpen naar het verbodene heeft dan toch ook nog een gunstig resultaat. ERNST. VRIJZINNIG CHRISTELIJKE FEDERATIE. Kerkelijke Luther-herdenking. In het vrijwel geheel gevulde kerkgebouw der Remonslrantsch Gereformeerde Ge meente aan de Hooglandsche KerkgraCht is gisteravond de groole hervormer Luther her dacht. De dienst werd door den voorzitter der Federatie, den heer Riedel geopend met de mededeeling. dat de spreekbeurt van prof. dr. De draal, die ongesteld was, zou worden vervuld door dr. Boersema. Spr. hield vervolgens een kort pleidooi voor de stichting „Het Vrijz. Chr. Federatie- huis" en sprak daarna den wensch uit, dat van deze derde Hervormingsherdenking een •kracht ten goede zou mogen uitgaan. Het koor zong vervolgens „Lof der God heid" en de gemeente het Luther lied, waarna dr. Boersema sprak over „De Hervorming en wat zij ons- te zeggen heeft". Spr vergeleek allereerst een katholieke en een Pfotestantsche kerk met elkaar: de eerste beheerscht haar omgeving, de tweede noodigt uit. De strijd van de groote hervor mers was niet. anders ais een zoeken naar God, maar Luther stuitte telkens weer op den mensch. in hoogste instantie op dien éénen, den Paus. Ook Calvijn, hoewel van geheel andere structuur, stelde zichzelf voortdurend de vraag „hoe vind ik God. hoe moet ik hem naderen?" Daarnaast stond Zwingli, die de menschelijke persoonlijkheid met zijn eigen intiem gedachtenleven niet vermocht te vinden in de Katholieke kerk en daarom Protestant werd. Terloops behan delde spr. nog de groep der WederdooperS, die eveneens in de R.-K. kerk geen bevre- dinging vonden en Gods rijk op aarde wil den stichten. Uit die vier groepen werden nieuwe kerken geboren, gegroeid uit de per soonlijkheid zelve naar gelang van lands- en levens-aard. Het Katholicisme kent geen heil buiten de Kerk; do Hervormers streef den volgens eigen inzicht naar den Eeuwige en stichtten zio'h een kerk, zooals zij dachten dat zij Hem het dichtst benaderden. Toch is de tijd gelukkig voorbij, dat de Protestanten vijandig staan tegenover de Katholieke kerk; werkt ook zij niel op haar wijze mede tot den bloei van het Christen dom? Een Katholieke kerk beheerscht, een Protestanlsche noodt uit heeft spr. ge zegd, hoe klein ze ook is. Zoo Tnoet ieder in zich een kerkje stichten, juist groot genoeg voor de eigen ziel, maar vervuld van de blijvende geluksstralen van het eeuwige Christendom, aldus eindigde spr. Nadat het koor andermaal twee liederen ten gehoore had gebracht, was het woord aan prof. dr. G. J. Heering, die zeide. dat hij de beantwoording der vraag „wat heeft de Hervorming ons te zeggen, wanneer wij al9 christenen op aarde willen leven", drie groote beginselen op den voorgrond treden: lo. de leuze van Luther, welke ook de leuze der Reformatie is geworden „Door het ge loof alleen", 2o. de hoofdgedachte van Cal vijn: G-od is souverein en 3o. het recht der persoonlijkheid en der persoonlijke overtui ging, bij Zwingli. doch niet minder bij Luther sterk ontwikkeld. Elke leuze, afzonderlijk beschouwd, heeft haar bezwaren. De eerste dit. dat de mensch zichzelf niet langer beschouwt als Gods mede-arbeider, doch alles aan Hem over laat; de tweede, dat men zich God voorstelt als eüfh despotische m-aCht en de laatste, dat zij de kans beloopt te ontaarden in over dreven nationalisme en in militarisme Het vrijzinnig-protestantisme heeft naast gebre ken aan toewijding, eeredienst en offervaar digheid het groote voordeel, dat hel een humanistische worlel heeft. Daarom zijn wij aan ons beginsel ver plicht „neen" te zeggen, overal waar het echt-menschelijke wordt geschonden, omdat wij „ja" hebben gezegd tot het Christendom. Maar niet protesteeren alleen is voldoende; er rust op ons ook de taak der hervorming. Doch dan dient ons eigen hart en leven het uitgangspunt te zijn; dan moeten we eerst onze eigen verhouding tot God bepalen. Eerst dan kunnen" we in gemeente en huis gezin Gods hervormingswerk helpen verrich ten, om ons daarna te gaan bewegen op het terrein der groole wereld. Meer en meer dringt in de Kerk het besef door. dat het de bedoeling is van het Christendom de verdorven wereld in de kracht Gods en met Zijn hulp aan te vatten en omhoog te voeren tot de Heilige Orde. Van het Christendom verwacht men her vorming van de wereld; van de kerk ver nieuwing van het innerlijk leven. Overal leeft het bewustzijn van saamhoo- righeid op de Federatie uit de diverse vrij- zinnig-protestantsche groepen hier ter stede is het bewijs van het streven naar samen werking, welke noodig is om gezamenlijk den Antichrist, de samenvatting van alle demonische machten op deze wereld, te kunnen bestrijden. De ware hervorming gaat altijd uit van God; de beweging is van Hem; wij, nietige menschjes mogen Hem slechts helpen. En we kunnen in dien strijd slechts overwin nen. wanneer we, evenals Luther, ons sterk welen door ons geloof; wanneer we, midden in de wereld slaande, ons voelen niet van die wereld, maar van God. Dat is het geloof, dat ons doet bidden „Vader Uw wil geschiede, gelijk in de hemelen alzoo ook op aarde, want Uwer is de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwig heid. Amen." Na zang van koor en gemeen Ie werd de bijeenkomst met gebed van prof. Heering gesloten. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving. P. Nederlof v.h. D. Nederlof en Zonen, Leiden, Janvossensteeg 35-37-39 en Clara- sleeg 4-3. Winkelier en grossier en galan terieën en aanverwante artikelen. Eigenaar P. Nederlof, Leiden Wijzigingen. W. Tom, Tramstraat 67, Katwijk aan Zee. Prepareeren van netten. Overleden. Eigenaar: W. Tom, Katwijk aan Zee, d.d. 21 October 1930. Eerste Nederlandsche Verzekerings-Maat- sehappij op het Leven en tegen Invaliditeit (f.), Leiden, Breestraat 10a. Hoofdz.: Den Haag, Prinses9egracht 13. De statuten zijn gewijzigd. Wijz. handelsnaam thans: Eer ste. Nederlandsche Verzekering-Maatschap pij op het Leven en tegen Invaliditeit N.V. VERBEN I GIN G „HORA" AFD. LEIDEN EN OMSTREKEN Gisteravond vergaderde de afdeeling Lei den en Omstreken van de vereeniging „H.O. R A." in hotel „den Burcht". Po opkomst der leden was matig. Nadat de voorzitter om SVi uur de ver gadering had geopend met eenige hartelijke woorden van welkom kreeg de secretaris gelegenheid tot voorlezing der notulen, welke onder dankzegging werden goedgekeurd. Daarna besprak de voorzitter de propa- ganda-actie. In de eerste plaats zullen door middel van de pers zoo veel mogelijk de ambtenaren worden aangespoord om lid van de vereeni ging lot Ondersteuning van Burgerlijke Amb tenaren en Beambten te worden. Verder werd besproken een eventueel bezoek door de leden en niet-leden aan het Herstellings oord „Hora" te Ede in den voorzomer van 1931. Hierover ontspon zich een uitvoerige discussie, waarna tot slot een commissie werd benoemd om deze zaak in orde te brengen. Bij alle gesprekken wees de voorzitter er steeds op dat de actie om nieuwe leden te werven niet alleen van het bestuur moest "uitgaan, doch dat alle leden zedelijk verplicht zgn in hun omgeving werkzaam zijnde personen te bewerken. Daarna werd behandeld een voorstel van een der leden, om in begin 1931 een pro paganda feestavond te organiseeren, huis bezoek te doen bij ambtenaren die nog geen lid zijn enz., waarvoor bovenstaande com missie verdere stappen zal verrichten. Na behandeling van de bestuurs-agenda volgde de rondvraag welke weinig belang rijks opleverde. Omstreeks 11 uur sloot de voorzitter met dank voor de opkomst de vergadering. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doctoraal-examen indiscli recht de heeren E. Brunsvelt van Hulten. (Den Haag) en P. E. v. d. Kam, (Oegstgeest)dcctoraal-examen Romaansche taal en letteren de heer F. J. C. Gerritsen, (Den Haag). VEREEN. TOT BEVORDERING DER BOUWKUNST. De eerste wintervergadering. Aan de 230ste vergadering ging vooraf een kunstbeschouwing van tal van foto's uit het "Vlaanderenland. De voorzitter, de heer J. A. Verhoog, open de met een woord van welkom tot de aan wezige leden en in.trodiucée's, deze eerste der serie wintervergaderingen. Wegens den beperkten tijd van den spre ker, zoo schrijft ons de heer Fred. A. Wempe werd het huishoudelijk gedeelte der agenda tot het laatst der vergadering bewaard en was dus direct het woord aan den heer Lode van Gent (Oscar Tijdgat), letterkundige uit Vlaanderen, die tot onderwerp had gekozen- „De drie zustersteden", Gent, Antwerpen Brugge. Op 19 Maart 1847 ontsliep op 41-jarigen leeftijd Karei Lodewijk Ledeganck, eén dichter bij de gratie Gods, geëerd door gansch Vlaandererj, waarvan zijn standbeeld en grafzerk met opschrift te Eeclo getuigen. Onze tijd, onze generatie, kent hem nie't meer; immers, romantiek en sentimentaliteit vindt men thans te ouderwetsch, doch zoo lang Vlaanderen Vlaanderen is, zoolang zal het gedicht van Ledeganck „De drie zuster steden" blijven bestaan. Uit dit gedicht citeert spreker een frag ment. waarin Gent „de trotsche", Brugge „de doode" en Antwerpen „de zwoegende" worden genoemd. Die drie zustersteden zijn de ziel vari Vlaanderen, zijn Vlaanderen zelf. Alvorens tot de Vlaamsche kunst uit de middeleeuwen zelf te komen, verklaarde spreker dat in hem brandt de liefde voor zijn geboorteland. Over Vlaanderen te spre ken is voor hem apostolisch werk. Niet de geschiedenis van Vlaanderen uit de boeken zal nagegaan worden, want deze is vaalk maatwerk en geeft slechts romantiek te hooren, doch wel de geschiedenis van het Vlaanderen dat groot is geworden door zijn democratie; door zijn volk; door den derden stand, die hun burch ten, bel forts en gilde- huizen stelde tegenover de burchten der edelen. Toen Vlaanderen bloeide, bloeide de demo cratie en toen het zijn glans verloor, ver brokkelde de derde stand. Deze strijd tus schen het volk en de edelen werd uitge vochten in bloed, toen in de rest van Europa, de gewone man nog lijfeigene was. De strijd van 1302 was een van de grootste momenten uit de geschiedenis, evenals de strijd tegen Alva ook was een strijd om de vrijheid, om de democratie. De bloeitijd van de democratie was ook de bloeitijd van de kunsten. In dien tijd is Vlaanderen dan ook met tatlooze kunstwerken verrijkt. Omdat spreker Antwerpenaar van geboorte is, heeft Antwerpen, de woelige rijke Scheldestad, bij hem de voorrang. Het verval van Brugge is Antwerpen ten goede gekomen, doch in de 16de eeuw v^erd Antwerpen verdrukt door de sluiting der Schelde. Maar daarom was de Vlaanm9che geest •nog niet gestorven, o neen, want in de 17de eeuw heeft Antwerpen zijn bloeitijd medege maakt, die zich vooral openbaarde in de religieuze kunsten. Langs den Rijn vindt men de burchten; in Frankrijk de kasteelen, doch in Vlaan deren de Kathedralen. De Vlaamsche kunst is onafscheidelijk van de kerkelijke kunst en hierbij viert juist de schilderkunst hoogtij. Dit als inleiding beschouwende, volgden de aanwezigen den spreker dan allereerst door het mooie Antwerpen. Een 70-tal schitterende lichtbeelden gaf zoowel in- als uitwendig al die kunstschatten der Kathedralen, Bel'forts, Gildenhuizen, Musea enz. te aanschouwen, zooals die gewrocht zijn door de grootmeesters uit dien tijd: Rubens, v. Dijk en Guinters Matsys en zoo vele anderen. Het zou hier te ver voeren alles te releveeren wat de projectielamp van de fraaie Scheldestad te aanschouwen ga'f. Na Antwerpen werd even gepauzeerd, om de reis te vervolgen, thans naar Gent. Gent „de trotsche"; Gent, de stad der bloemen; Gent, de stad der oude gebouwen; Gent. de stad der beroemde gebroeders Van Eycken. 't Was als een sprookje wat ook hier we derom geprojecteerd werd. Stil was het in de Nulszaal, even stil als in het hofke bij de Begijnkens, die wij witgekapt in hun tuintjes en voor hun huiskens zagen rond- flaneeren. O ja! zeer zeker is Antwerpen mooi, doch Gent is toch, vooral voor bouw kundigen, mooier, veel mooier. Doch ver derop moeten wij wederom en ten slotte zijn wij dan in Brugge, „de doode". Maar Brugge i s niet dood. Heelemaal niet. Ja, voor een zeventig jaar misschien, maar nu? Brugge was schijndood en men mag nu wel spreken van Brugge „la belle". Brugge, 'twas als een bekroning, als een bouquet van het vuurwerk. Brugge, dal bidt in heilig zwijgen boelend in rouw over haar droomen van wellust en roem. 't Was ook een tooverbeeld, toen sprekeT een poosje zweeg en toch zoo stillekens al die oude grachtjes en poortjes en brugge- kens aan de aanwezigen liet passeeren. En toen werd er nog een hooggelegen idyllisch plekje opgezocht, vanwaar het oog kon gaan over het gansche land van Vlaanderen, met BINNENLAND. r Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van financiën. (Binnenland, 4e Blad). De Nederlandsche Spoorwegen krijgen de grootste tenderlocomotieven ter wereld. (Binnenland, 4e Blad). Ons parlementair overzicht (3e Blad). Zal op 1 December de Belgische grens weer voor het Nederlandsche vee open- gesteld worden? (Land- en Tuinbouw, le BI.) De ketelontploffing te Andel; het lijk van den machinist is thans gevonden. (Gemengd, 2e Blad). BUITENLAND. Het antwoord der Stahlhelm aan Hervé. (Buitenl., le Blad). De geredden der R. 101 voor de Commissie van Onderzoek. (Buitenl. Gem., 2e Blad). De intocht van het Bnlgaarsche konings paar te Sofia. (Buitenl., le Blad). Ook Pangalos thans gearresteerd. (Bui-» tenl., le Blad). al zijn heerlijke Kathedralen, Belforts en verdere pradhitgebouwen en liet was aan het einde, der onder ademlooze stilte aange hoorde voordracht, dat de spreker als het ware smeekte: „Komt gij Hollanders wien het reizen zoo „in het bloed zit, komt naar ons 9clioone „Vlaanderen. Uw eigen landgenooten Bus sen Iluet, mej. KuiperRutte hebben met „geestdrift gesproken en geschreven over „dit mooie land. Komt, gaat en bezoekt die „steden, 't Is uw volk, doch spreek dan „ook u w eigen taal bij ons. Dan is 't goed „en dit zal zeer zeker den band versterken „tusschen Holland en BelgiëI" En toen wa9 't einde daar en de voorzitter zeer zeker de tolk van alle aanwezigen toen hij enkele vriendelijke woorden van dank sprak en een tot weerziens toeriep aan den spreker. Na het vertrek van den spreker werden de notulen nog goedgekeurd en deelde d© voorzitter mede, wie er in de komende win termaanden als spreker voor „Bouwkunst" zullen optreden, waarna, deze welgeslaagde .bijeenkomst werd gesloten. LEIDSCHE SPAARBANK. Bij do Leidsche Spaarbank is in de vorige maand (October 1930) ingelegd f. 619.071.50 en terugbetaald f 380.263.27; 201 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en 85 boekjes werden geheel uitbetaald. Het tegoed der 19.220 inleggers, inclu sief 1426 deelnemers aan den afhaa'.dienst, bedroeg einde October f. S.652.582.21. In 4.S39 posten is in deze maand door den Afhaaldienst f. 11.132.25 ontvangen. TENTOONSTELLING LEIDSCHE VOLKSHUIS Van Dinsdag 4 Nov. tot en met Vrijdag 7 Nov. zal in het Leidsche Volkshuis een tentoonstelling gehouden worden: „School' en Leven in de Sovjet-Unie." Deze collectie die ook in Rotterdam, Den Haag, Utrecht en A'dam geëxposeerd werd en wordt en zeer de aandacht trok, zal zeker hier ook in Leiden de belangstelling van velen hebben. Vele platen en prentenboeken spreken voor zich zelf, terwijl verder de Russische opschriften verklaard zullen wor den, zoodat de bezoekers zich goed op de hoogte zullen kunnen stellen, van wat op het gebied van onderwijs in Rusland ge schiedt. Zie voor toegang de advertentie. DE BIOSCOPEN. Lnxor-Theater „Maskers". Een detec tive-verhaal der U. F. A. naar het genre van Wallace. Ivans en Middendorp, doch één, hetwelk door zijn voortreffelijke verfil ming in kwaliteit aanzienlijk uitgaat boven de gewone middelmaat! Boeken, als deze. hebben door de jaren heen hun interesse behouden en het vastleggen der feiten op het witte doek heeft die belangstelling te recht meer dan ooit doen leven. „Te-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 1