„...Maar de eenige zeep die ik aanbeveel, is PALMOLIVE, 71sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 29 October 1930 Derde Blad No, 21662 PARLEMENTAIR OVERZICHT INGEZONDEN. TWEEDE KAMER. Interpellatie-Wijnkoop. Bij den aanvang van deze vergadering kregen we even een naspel van de 9ensa- tioneele gebeurtenis van de vorige week Vrijdag. Immers: de heer Wijnkoop had een interpellatie aangevraagd, om vragen te stellen inzake „de vrijwaring der rechten van de leden van hel Parlement. De Voorziter echter stelde volkomen terechtI voor. deze interpellatie niet toe te staan. Welk feit is er geschied vroeg hij dat de rechter de leden heeft aan getast? Geen enkel. En wat heeft de Regee ring daarmede dan nog te maken? Niels De voorzitter en de Kamer hadden een voudig een reglements-artikel toegepast waar de Regeering builen staaV Natuurlijk waren de heeren Wijnkoop ei. de Visser het daarmede niet eens. Zij gooi den het over een geheel andere boeg. Zij beweerden dal laatstgenoemde tot de orde geroepen en uit de vergadering gezet was, omdat hij den Pans in het Reding had ge bracht en daarom waren de rechten der leden geschonden. Neen! zei de Voorzitter niet omdat hij den Paus in het geding bracht is den héér de Visser hel woord ontnomen, maar om de wijze waarop hij den voorzitter en in hem de Kamer be jegende. Precies. Dejheeren Vliegen en Duys hebben even eens in het licht gesteld, dat de Regeering hiermede niet te maken heeft, aangezien allen de Kamer competent is op dit punt De heer de Visser hoonde daarop, dat ze „helden" waren, die niet voor hun stand punt durven uitkomen. De Kamer heeft het interpellatie-verzoek met 70 tegen 2 stemmen geweigerd. En: daarop stuurde de heer de Visser een kattebelletje naar den voorzitter, waarop hij een verzoek had gekrabbeld om „eenige vragen tot de Regeering te mogen richten." Meer nietl Zooiets wonderlijks had het Parlement nog nooit beleefd. „Eenjge vragen", maai waarover? Dit werd niet medegedeeld. De Voorzitter verklaarde dan ook een derge lijk verzoek niet in behandeling te kunnen nemen; hij zal afwachten of er een nadere interpellatie-aanvraag komt. En daarmee liep weer ditmaal deze zaak af. Pachtvraagstnk. De Kamer heeft vervolgens in behande ling genomen de wetsontwerpen der Re geering inzake nieuwe regeling van de pacht en de regeling der pacht-commissie, mits gaders het wetsontwerp van den heer de Visser houdende regeling van de samen stelling en bevoegdheid der Pachtcommissie. Op eerstgenoemde ontwerpen is een groote collectie amendementen ingediend. En: eerst bij deze amendementen komen de concrete punten aan de orde Wij zullen daarom wat het algemeen debat •betreft, uiterst sober zijn, te meer daar wij, bij het vermelden van al die redevoeringen, 'herhaaldelijk in herhalingen zouden moeten vervallen. Alle bóeren-afgevaardigden, en wat daarbij gelijk staat, in de Kamer, kwa men in actie. Toen het debat begon waren er reeds 12 sprekers ingeschreven, namelijk de 'heeren Van der Sluis (s -d Van Voorst tot Voorst (r.-k.), Bakker Cc.-hHiemstra (s.-d.), Ament (r.-k.), Bierema (lib.), Van den Henvel (a r.), Ebels (v.-d.i. Weitkamp (c -h.). Van Wijnbergen (r.-k.), Van Rappard (lib.) en Van Poll (r.-k.). En het Liet zich aanzien dat er nog heel wat bij zouden komen. Deze sprekers althans de meesten hun ner hebben tot in vele bijzonderheden in het licht gesteld, hoeveel er aan te meiken valt op de positie van den pachter, die het vaak zeer slecht heelt, die te hooge pachten betaalt, die aan allerlei dwingende voor schriften uit pach Icon traden moet voldoen. Staaltjes daarvan werden voorgelezen. Er zijn pacht-contracten, waarin slaat dal de pachter geen jankende of blaffende honden mag houden, geen logé's mag hebben of niet' mag trouwen zonder vergunning van den pachtheer. En verschillende van die spre kers stelden daarbij in het licht, dat het wetsontwerp der Regeering slechts zeer on voldoende verbetering in den toestand brengt. Sommigen meenden zelfs, dat er vrij wel niets in de ontwerpen staat en dat de boeren „voor den gek worden gehouden". Anderen betoogden, dat de nieuwe regeling vele geschillen in het leven zal roepen, veel te centraal is gedacht en tc weinig rekening houdt met plaatselijke toestanden en daarom van slechts weinig beteekenis moet worden geacht. Ja: een enkele spreker ging zelfs zoo ver, dat hij verklaarde alleen voor het ontwerp te zullen stemmen, omdat.hij er niet tegen wi. stemmen. Zoo richtte zich de oppositie legen de drie hoofdpunten uit het ontwerp: het recht van remissie (vergoeding door den pachtheer van geleden schade), de vergoeding voor I aangebrachte verbeteringen en de verlenging van de pacht. Men achtte in het algemeen de voorgestelde regeling daaromtrent onvol doende, en daarom meende men dat de sociale positie van den pachter door de ont werpen slechts weinig verbeterd zal worden. Zoodat er werkelijk geen geestdrift be stond voor dit regeerings-voorstel. AVONDVERGADERING. 's Avonds waren we met bovenstaand sprekers-lijstje genaderd tot den heer Van Wijnbergen. En: hij opende dan ook de avond-voorstelling. Wat meer zegt, hij was nog al tevreden en verklaarde te zullen varen op het kompas der Regeermg. Maar reeds de volgende spre ker, de heer Van Rappard, liet een ander geluid hooren cn vertelde dat geen sterve ling geiooil, dat deze voorstellen den land bouw zullen helpen. Ja, hij ging verder en verklaarde dat de regeling der eventueele pachtverlenging reeds voldoende is om hem legen het eerste ontwerp te doen stemmen, aangezien die regeling de rechten van den eigenaar aantast en de waarde van den grond vermindert. Deze regeling schept een geprivilegeerden pachlersstand, bevoorrecht boven den eigenaar. Men ziet de bezwaren van 's middags stapelden zich ook 's avonds op. Óndertusschen was de sprekerslijst weeT aardig aangegroeid, want behalve de hier boven genoemde heeren hadden zich nu ook de heeren Keisten, Vos, Loerakker, Braat, de Visser en Benmer laten inschrijven. Maar: belangstelling was er niet behalve dan bij de sprekers en bij den Minister van Justitie,die „ambtshalve" luisteren moest. Wij telden in den loop van den avond 15 (zegge en herzegge: 15) leden, en aange nomen dat er nog een paar in de koffie kamer zaten, waren er dus vermoedelijk niet meer dan twee dozijn aanwezig. Het dorre debat sleepte zich moeizaam door den avond voort. Iets bijzonders gebeurde er niet, en wij zullen deze week nog gelegenheid genoeg hebben, op het onderwerp terug te komen. Ook op de vraag die in het debat een zekere rol speelde of aan den kanton rechter de bevoegdheid moet worden toege kend om de pachtsom te bepalen (wanneer vrijwillige verlenging van de pacht mocht afstuiten op meningsverschil inzake den pachtprijs). Ook deze vraag werd pro en contra besproken. Maar: als* vrijwel alle punten komt ook dit bij de amendementen terug. Zoodat er thans geen reden is op het ge sprokene dieper in te gaan. Toen dit over zicht moest worden afgezonden, duurde het debat nog gezellig voort, 't Was al aardig bij middernacht. HAGENAAR. (Buiten verantwoordelijkheid der -Redactie). Gopie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. DE LEIDSCHE STADHUISBOUW Het is te betreuren dat de critiek tegen het stadhuisplan Dudok nog betrekkelijk gering is. 't is echter voor de ongetwijfeld zeer talrijke tegenstanders niet zoo gemakkelijk daaraan uiting te geven, want van Uwe zoo gewaardeerde gastvrijheid kan toch geen misbruik worden gemaakt. Te verwonderen is het echter m.i. ook deels niet, wanneer men de plannen in de Lakenhal ophangt. Het heette die daar aan de critiek blootstellen, maar lijkt het niet meer op critiek smoren, logisch gevolg van den aanleg van B. en VV.? Want hoevelen maken zich op tot een bezichtiging in die statige omgeving, nog wel tusschen 10 uur v.m. en 4 uur. 44m. Waarom niet afdrukken op verschillende plaatsen gehangen, b.v. aan het gebouw van Uw Blad, in den Kunsthandel Sala? Onder de Korenbeurs was niet eens zoo gek geweest, want dan had ieder in zijn eigen tijd zich gemakkelijker een juister beeld van de dreigende mismaking van ons stadsbeeld ter plaatse kunnen vormen. Van waardeering van het plan Dudok heb ik nog niets kunnen beluisteren, afge zien van een paar artikelen in de groote dagbladen (met uitzondering van de H.P.) Die beschouwingen waren echter wel wat eenzijdig en onvolledig. Of trouwens col lega's van den heer Dudok diens plan met voldoende objectiviteit beoordeelen en met volle openhartigheid critiseeren zouden, siaat nog lang niet als een paal boven water. Trouwens de eigenaars van het Dagblad „De Telegraaf' hebben zich wel terdege gehoed een nieuw hoofdgebouw neer te laten zetten dat het stadsgedeelte ter plaatse bederft Het doet ontegenzeggelijk modern aan, is volgens mijn bescheiden meening grootsch van lijn en harmonieert met dat stuk van Amsterdam, waarvoor het een groote aanwinst beteekent. In een afdeelingsvergadering van het Ingenieursinstituut te Amsterdam, onlangs gehouden, heeft de ontwerper ervan. Ir. G. J. Langenhout over dat bouwwerk ge sproken en in aansluiting daaraan maakte Ir. J. F. Staal die het in aesthetisch op zicht had mee-ontworpen hoogst "beachtens- vaardige opmerkingen over stads-architec- tuur in verband met het toepassen van nieuwe bouwstijlen in oude stadsgedeelten, het verkeersvraagstuk, enz. De heer Staal, die ook lid is van de Amsterdamsche Schoon heidscommissie zeide o.m. als antwoord op de door hem zelf gestelde vraag: moet men b\j h?t maken van bouwwerken in oude waardevolle stadsdeelen. die bouwwerken harmonisch in het stadsbeeld invoegen? Voor den heer Langenhout en mij is het ver langen geweest: het gebouw onder te schik ken aan de karakteristiek van het stadsbeeld, voorzooverre dit niet in strijd is met de gebruikseischen van het gebouw. Jammer genoeg zou die volledige weer gave van die veelzijdige beschouwingen nog meer ruimte vorderen. Hoe dan ook. waardeering van het plan van Architect Dndok zou echter alleen op zijn plaats zijn, indien die Dudokgevel in een nieuw tuinstadachtig stadsgedeelte kwam te staan zoo als diens nieuw stadhuis te Hilversum. In onze stad neergezet, vloekt die ten eenenmale met de omgeving, spot met overlevering en geschiedenis. Aan zulk een gebouw met den ouden gevel aan den voorkant. Korenbeurs. Waag, Burcht en Hoogl. Kerk in de onmiddellijke nabijheid zouden wij kunnen wennen? Die omgeving zou zich moeten aanpassen, dus zoo langzamerhand moeten die kostbare bouwwerken door gevels in Dudokstijl wor den geflankeerd Die gevel komt mij te midden daarvan voor als die van een warenhuis, overheerscht door een schacht Om nog even het torenvraagstuk aan te roeren, wris ik op die zestig meter hooge schacht, die het silhouet onzer stad, van RECLAME. 1932 zegt Albert LEBLANC, te Nice. „Palmolive voldoet aan alleeischen der huid verzorging; niet alleen reinigt zij, doch tevens heeft zij een verfrisschcnden en ver zachtenden invloed. Ik ken geen andere zeep- soort, die haar daarin evenaart," ALBERT LEBLANC is de beroemde schoonheids-specialist van het Hotel Negrescoaande Promenade des Anglais te Nice. Elegante vrouwen van alle hoeken der aarde komen bij hem om advies; zijn salon is het rendez-vous geworden der Society, welke trouw blijft aan „Nizza, Ia bella". „Het is onjuist te veronderstellen, dat de huid grondig kan worden gereinigd met andere middelen dan zeep en water," verklaart deze expert. „Nu en dan vraagt men mijmag ik zeep gebruiken voor mijn gezicht? Ik antwoord steeds bevestigend - met nadruk! Het gebruik van Palmolive zeep acht ik onontbeerlijk in de dagelijksche routine der huidverzorging", besluit de heer Leblanc, en hij verschaft zijn cliënten hetvolgende eenvoudige recept dat ieder zonder eenig bezwaar 2 maal daags thuis kan toepassen: Maak over vloedig schuim uit Palmolive zeep en warmwater; masseer hiermede twee mi nuten lang flink gezicht en hals. Afspoe len met warm, daarna met koud water. Hotel Negrcsco, Nice. Ook U behoeft deze methode slechts éénmaal te probeeren, om in te zien dat ze onschatbaar is voor het behoud van een jeugdige, gezonde teint. Blijf Palmolive zeep tevens voor Uw bad gebruiken! PER STUK welke plek uit ook bewonderd, grovelijkst zal ontsieren. Wie kan zich dat niet indenken? Over het verkeersvraagstuk rep ik maar niet, deskundigen hebben dat in Uw Blad reeds grondig belicht. Alleen twijfel ik er aan of daarin ook maar eenigerlei initiatief van de betrokken gem. autoriteiten is uit gegaan. Ik beken dus, en zelfs met nadruk, dat ik als leek spreek, maar wat is daartegen. In ons stadsbestuur zit geen enkele des kundige, wellicht met uitzondering van één raadslid. Of staat er van den Wethouder aannemer ook maar een bescheiden huisje, dat in dit verband de aandacht verdient? Hoe staat het met den aanleg van B. en W.? Richten we bv. onzen blik naar Enschede. Die stad (zonder monumentale oude gebouwen), alhoewel die op nieuwe eigen architectuur kan bogen, die terecht waardeering, ook van buitenlandsche zjjde, vond, ging den eenig juisten en eerlijken weg op, die de geringste kans op onher stelbaar misgrijpen biedt: meervoudige op dracht. De meest krasse tegenstelling zien we in den Haag. zetel van Vorstenhuis en Regeering, waar het stadsbestuur (dat aan gehalte toch niet voor het onze onderdoet) in ridderlijke erkenning harer ondeskundig heid terzake een commissie van welover wogen samenstelling uit hoogstaande des kundigen benoemde, op wier advies niet minder dan vijf bouwmeesters zijn uitge- noodigd. Vanwaar dan die ongelooflijke mate van zelfoverschatting, ja aanmatiging bij ons stadsbestuur, niettegenstaande de grootere moeilijkheden aan de oplossing van ons stadhuisvraagstuk verbonden In Uw Blad zijn reeds tal van rake argumenten door tegenstanders te berde ge bracht. Die te ontzenuwen zou B. en W. zeker niet gelukken, maar die laten zich niet uit hun tent lokken, waarvoor de veel zeggende meerderheid van raadsleden-voor standers aanstonds trouw de wacht zal betrekken. Om ons stadsbestuur bakzeil te doen halen, zal een storm van critiek en ver ontwaardiging uit de burgerij ontketend moe ten worden. De weg ingeslagen door den heer J. M. van de Bogaerdt onder auspiciën van den R.K. Volksbond is reeds een lof waardige poging om breedere kringen daar voor warm te maken, maar die is nog veel te bescheiden. Enkele energieke burgers, bij voorkeur zender onderscheid van kleur, moesten de handen ineenslaan om dien storm te doen losbreken, b.v. door een openbare protest vergadering aan te kondigen, met deskun dige voorlichting. He. stadhuisvraagstuk is van zoo diep gaand belang, dat die pogingen, mochten zij mislukken, toch door zeer velen hoogelijk zullen wordfn gewaardeerd. Met hartelijken dank aan Uwe redactie van Een Leidenaar. JfiHSEN MteT ZWRRT \-8o M«.tet JflREM t> VOOR. b&OEï> .(Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9