Een Prijsvraag.
Onze enquête inzake den Stadhuisbouw
AFSCHEIDSCOLLEGE VAN
PROF. Dr. G. JELGERSMA
71ste Jaargang
DINSDAG 28 OCTOBER 1930
No. 21661
REBUS-PRIJSVRAAG
1 1503 vóór het plan Dudok.
4081 tegen het plan Dudok.
55 die wel een briefkaart terugzonden, doch geen vóór of tegen
lieten hooren.
OVER „WEKDROOMEN".
Het voornaamste nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Ct3. per regel voor advertentiên uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd lijn. Voor alle andere
advertentiên 35 Cta. per regel. Kleine Advertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Ct3. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueels opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per weekf 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per poet f. 2.35 -F portokosten.
Oit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
Hierbij vestigen wij de aandacht
onzer lezers en lezeressen op een
waarmede wij morgen een aanvang
zullen maken.
DE DIRECTIE.
Nu wij mogen aannemen, dat een ieder, die belang stelde in de
plannen van den her- of nieuwbouw van ons Stadhuis en die zijn meening
daaromtrent kenbaar wilde meiken, de antwoord-briefkaarten heeft inge
zonden, gaan wij over tot de publicatie van het resultaat der door ons
ingestelde enquête. Huis aan huis hier ter stede werd een enquête
briefkaart bezorgd en uit alle lagen der bevolking kwamen de antwoorden
binnen. - De publieke belangstelling is nog flauw, hetgeen moge blijken
uit het totaal ingezonden antwoorden, zijnde 5639 van de ruim 16000 die
werden rondgezonden.
Het resultaat der enquête is:
Gedurende onze enquête hebben wij bet opnemen van ingezonden
stukken over deze kwestie stop gezet, doch nu stellen wij onze kolommen
hiertoe weer open.
Prof. Jelgersma.
In'het groot-auditorium der Universiteit,
'dat geheel met belangstellenden was ge
vuld, heeft hedenmiddag prof. dr. G.
Jelgersma, hoogleeraar in de psychiatrie, die
wegens het bereiken van den 70-jarigen leef
tijd het hoogleeraarsambt, dat hij sedert 20
September 1899 heeft vervuld, moest af
treden, zijn afscheidscollege gehouden. Prof.
Jelgersma deed dit met het houden van een
rede over: Wekdroomen.
Alvorens tot zijn eigenlijk onderwerp te
komen, stelde spr. in het licht het opvallend
feit, dat de belangstelling voor den droom
uitleg bij ons allen zeer groot is. Dit was ook
reeds het geval in de oudheid, toen elke
koning en elke legeraanvoerder zijn droom
uitlegger had, die den uilslag van een aan
val of belegering voorspelde, waarnaar dan
door koning of legeraanvoerder werd gehan
deld I-Iet eigenaardige van den droom was,
dat ze niet, zooals de gewone geestesproces
sen, van den wil der persoonlijkheid afhan
kelijk is, maar dat deze geen macht heeft
over den inhoud van den droom, want aan
geen van beide kan zij iets veranderen.
-M. a w. de droom treedt geheel buiten den
wil op
Op deze gegevens kwamen de ouden tot het
besluit, dat tijdens den droom de eigen geest
afwezig was en dat een andere geest van het
lichaam bezit had genomen. Deze andere
geest kon een goede of een kwade zijn, maar
in elk geval een, die over meer gegevens
beschikte dan de droomer zelf, en daardoor
was het begrijpelijk, dat men een grootc
waarde aan den droominhoud toekende.
In rlp middeleeuwen en in den nieuweren
tijd hoorde men weinig meer over den droom
en ook de natuurwetneschap bracht de stu
die ervan weinig vooruit. Het is aan het wcr"
kelijk geniale onderzoek van Freud te dan
ken, dat er ten slotte een groote vooruitgang
in de kennis van den droom heeft plaats ge
vonden. Wij hebben leeren inzien, dat de
droom gebonden is aan een terugtrekken
van de hoogere bewustzijnsverschijnselen en
plaats vindt in den tijd van niet te diepen
slaap, wanneer nog een hoeveelheid bewust
zijn aanwezig is, dat op den droominhoud
veranderend en remmend kan ingrijpen.
Spr. zegt zich tot de wekdroomen te zul
len bepalen, welke droomvorm ons allerlei
inlichtingen geeft, maar die aan den anderen
kant ons nog veel onverklaarbaars heeft ge
lalen.
Onder een wekdroom nu verslaat men
zulk een droom, waarbij de inhoud zich aan
sluit aan een uitwendigen prikkel, die den
droomer tegelijk wakker maakt. Deze prikkel
kan langer of korter duren, ze kan zelfs mo
mentaan zijn. Een donderslag, het vallen
van een voorwerp in de slaapkamer, het af
gaan van een wekker, kunnen de oorzaak
zijn voor het optreden van de wekdroom.
Gegeven een bepaalde geestestoestand van
den droomer, kan de droom alleen in den
slaaptoestand optreden. Het is niet noodig
dat bij dezelfde persoon op verschillende tij
den na denzelfden wekprikkel dezelfde droom
zou ontstaan. Kennelijk oefent de oogen-
blikkelijke geestesgesteldheid op het oogen"
blik, dat de wekprikkel optreedt, een grooten
invloed uit op den inhoud van den droom,
zoodat zeer verschillende droomen na den
zelfden wekprikkel kunnen ontstaan, zooals
Freud met eenige voorbeelden aantoont.
De wekdroom kan verschillend lang zijn,
soms kort en eenvoudig, soms andersom. Is
ze kort, dan is de wekdroom dikwijls niets
anders dan een kleine verandering van den
wekprikkel. Iemand droomde dat hij bij een
bad zijn voet met een steen bezeerde. Bij
het wakker worden bleek, dat hij zijn been
aan "den bed. jl bezeerd had.
Als een bijzonder type van wekdroom
deelde spr. hierna den bekend geworden
droom van De Maury mede, die betrekking
had op den schriktijd der Fransche revolutie
en waarin De Maury zichzelf de guillotine
zag bestijgen. Het mes valt neer, hij voelt
hoe zijn hoofd van de romp gescheiden
wordt, wordt met een ontzettenden angst
wakker en ziet, dat de gordijnroede van zijn
bed op zijn hals gevallen was.
Hier hebben we te doen met een gewo
nen angstdroom, waarbij de droomaanlei-
ding gegeven was door een uitwendig ge
weld van momentanen duur en een droom
veroorzaakt had, die in den geest van den
droomer als herinnering optredende, zonder
twijfel een vrij aanmerkelijken duur moet
hebben gehad. Deze droom was dan ook
aanleiding, dat spr. destijds een enquête over
wekdroomen heeft ingesteld, als gevolg
waarvan, dank zij de medewerking der bla
den, hem 150 wekdroomen werden toege
zonden.
Spr. behandelde naar aanleiding hiervan
eerst de vraag hoe wij voor onszelven den
tijdsduur van den droom schatten. Deze is
reeds voorbij wanneer wij ontwaken en di
rect voor onszelven reproduceeren. De droom
wordt dus niet medegedeeld, wanneer ze
plaats vindt, maar altijd in een wakenden
toestand als een opeenvolgiuf van herinne
ringsbeelden en voorstellingen. Zijn er vele
herineringsbeelden na elkander, is er dus
veel gebeurd in den droom, dan noemen wij
dien lang, zijn er weinig, dan kort. Onder
ziekelijke omstandigheden, bij de geestes-
zwakte in den ouderdom, is dit tijdschat-
tingsvermogen ernstig gestoord. Dit berust
op de vermindering van het vermogen tot het
vastleggen van geestelijke indrukken. Deze
verdwijnen, of beter gezegd, verzwakken te
spoedig en dit begint reeds in normale toe
standen ongeveer bij den leeftijd van 40 jaar,
het bekende gezegde van oudere menschen,
dat de tijd hoe langer hoe sneller voorbij
gaat, is hiervan het gevolg. Hierop berust
ook, dat men in den ouderdom moeilijker
iets kan leeren.
Dit staat evenwel vast, dat de tijdsduur
van onze droomen wordt geschat naar het
aantal herinneringsbeelden, dat gefixeerd is
en die gereproduceerd kunnen worden.
Na verschillende der hem toegezonden
wekdroomen te hebben medegedeeld, be
toogt spr. dat als de meest typische eigen
schap opvalt, dat een korte wekprikkel in
staat is een langen droom te voorschijn te
roepen. Hierbij bestaat nog de bijzonderheid'
dat de prikkel, die den droomer wakker
maakt, tegelijkertijd de oorzaak is, die den
droom te voorschijn roept en wij kunnen
daarbij de opmerking maken, dat de tijd,
waarin de in subjectief opzicht zoo lange
droom ontstaan moet zijn, slechts een zeer
kort moment moet zijn geweest. Toen de
droomer nog sliep, droomde hij nog niet,
want de oorzaak, die den droom te voor
schijn had geroepen, had nog niet plaats
gevonden nadat de prikkel zich had voor
gedaan, was hij wakker geworden en
droomde hij dus niet meer. Er was dus niet
meer dan een moment tijds beschikbaar
voor de vorming of tenminste voor de be
wustwording der talrijke droomvoorstellin-
gen.
De wekdroom is de eenige vorm van
droom, waarbij men het begin en het einde
kan vaststellen. Bij den gewonen droom kan
men dit niet, omdat het een volkomen sub
jectief proces is en de persoon kan het even
min, omdat in den droom elk bewustzijn
van tijd afwezig is.
Verder moeten wij nog bedenken, dat het
zoo nu en dan voorkomt, dat als wij des
morgens wakker worden, weten, dat we ge
droomd hebben, maar niet wat. Het kan
zijn, dat het ons later te binnen schiet, doch
ook dikwijls niet. De oorzaak hiervan is, dat
wij zeer verschillende graden van bewust
en onbewust moeten onderscheiden, een
geestelijk proces is meer of min bewust of
onbewust. Ons diepste onbewuste kan op
geen manier meer bewust gemaakt worden
en het niet meer herinneren van een droom
wordt veroorzaakt, doordat de droom ver-
loopen is in den diepen graad van onbewust
heid. Toch kan het voorkomen, dat naar
aanleiding van een of andere gebeurtenis,
die dan groote associatieve verwantschap tot
den droominhoud moet hebben, deze laatste
weer binnen den kring van het bewustzijn
komt.
De wekdroom dus, zoo mogen wij aanne
men, heeft voor zijn totstandkomen een mi
nimaal tijdsverloop noodig.
Spr. betoogt dan dat de wekdroom de
eenige droom is, waarvan wij den tijdsduur
kunnen bepalen, en stelt vervolgens de vraag
hoe het mogelijk is, dat zulk een een
voudige en momentane prikkeling een der
gelijk samengesteld geheel, als de droom
toch feitelijk is. te voorschijn kan roepen.
Wij hebben thans leeren inzien, dat er zeer
talrijke geestelijke processen niet geweten
worden en dal die onbewust zijn. Het getal
van deze onbewuste geestesprocessen is bij
iedereen zeer groot. Zij zijn van meet af aan
onbewust geweest of zij zijn het door het
proces der verdringing geworden. Men noemt
ze gewoonlijk emotioneele complexen. Wan
neer nu dergelijke onbewuste verschijnselen
in den wekdroom te voorschijn komen, dan
komt dit, omdat de wekprikkel een associa
tieve verwantschap met het emotioneele
complex vertoonde en daardoor het over
den drempel van het bewustzijn naar voren
te treden.
Een eigenaardig kenmerk van den wek
droom met betrekking tot den wekprikkel is,
dat deze laatst steeds aan het einde van
den droom voorkomen, waarvan spr. een
uitvoerige verklaring geeft, om dan uiteen
te zetten, dat de droom een geestesproces is
dat uit ons onbewuste geestesleven naar het
bewuste opstijgt, z.g.n. den drempel van ons
bewustzijn overschrijdt.
Uitvoerig stelde spr. in het licht, waarom
ook in dit opzicht de wekdroom van belang
is, doordat deze ons inlichtingen kan geven
over den tijdsduur van den normalen
droom, en betoogde vervolgens, dat de expe-
rimenteele droomen, waarbij men aan den
slapende op de een of andere manier een
prikkel geeft, met de wekdroomen verwant
zijn. Zulke droomen kunnen bijv. ontstaan
door den slapende den arm in de hoogte te
houden, iets te laten ruiken, een pijnprikkel
aanbrengen, eriz.
Hierna behandelde spr. nog een ander
soort droomen, die groote verwantschap met
de wekdroomen vertoonen. Dit zijn dezulke,
die ontstaan naar aanleiding van een prik
kelingstoestand in een onzer organen, b.v.
een gevulde blaas, een maagaandoening enz.
Ten slotte besprak spr. nog verschillende
andere droomen, die toestanden vertoonen,
welke groote overeenkomst hebben met de
verschijnselen van den wekdroom.
Hierna spraik de rector-magnificus, prof.
dr. J. J. Vogel, den scheidenden hoogleeraar
a.ls volgt toe:
Toespraak van den rector-
magnificus.
Vergun mij dat ik uit naam van den Aca-
demisChen Senaat enkele woorden tot u
richt.
Een afscheidscollege is steeds een plech
tigheid, weO-ke een weémoedig kaTakter
draagt. Het beteekent een afscheid van een
werkkring, die ons dierbaar is geworden,
een afscheid van leerlingen, een afscheid
ook vaak van amblgenooten en vrienden.
U moet dit afscheid wel in bijzondere mate
droevig stemmen.
Toen mijn voorganger en ik een jaar ge
leden bij gelegenheid van uw zeventigsten
verjaardag u de gelukwenschen van onzen
Senaat kwamen aanbieden en wij in uw
familiekring werden ontvangen, was uw
Vrouw naast u de eerste om onze wenschen
te aanvaarden. Dat zij kort daarna van u is
weggenomen, was zeker wel het grootste
verlies dat u kon treffen.
Maar er is ook veel. dat u en gewis ook
ons tot blijde dankbaarheid stemt. Ruim der
tig jaren zijt gij aan onze Leidsche Hooge-
school verbonden geweest en was een zoo
belangrijk leervak als de psychiatrie aan
u toevertrouwd. Dat het bij u in goede han
den was, dat durf ik, hoewel volkomen leek,
wel verzekeren, niet alleen op grond van
uw kennis, waarover ik mij geen oordeel
mag aanmatigen, maar mij gaarne verlaat
op het ooideel van meer bevoegden, maar
vooral ook op grond van die persoonlijke
eigenschappen, die, naar het mij wil voor
komen, juist bij een beoefenaar van de
psychiatrie van zoo groote waarde zijn: ge
duld, hartelijke sympathie en het vermogen
om zich te kunnen indenken en inleven in
hei gedachteleven van anderen.
Dat gij daardoor in staat zijt geweest het
leed van velen te verzachten, daarvan ben
ik overtuigd.
Laat ik eindigen met een woord van har-
tel ijken dank voor al wat gij gedurende uw
ambtstijd voor de Leidsche Universiteit en
voor onze studenten zijt geweest en met
onze beste wenschen voor de jaren, wij
hopen de vele jaren, die gij ambteloos, maar
zeker niet werkeloos zult doorleven.
Op het verdere verloop der plechtigheid
hopen wij morgen nader terug te komen.
BINNENLAND.
Afscheid van prof. dr. G. Jelgersma als
Leidsch hoogleeraar (Stadsnieuws, le Blad).
Verschenen is het rapport der commissie
van onderzoek inzake kinderverlamming.
(Binnenland, 4de Blad).
Jhr. Bosch Bidder van Rosenthal is be
noemd tot burgemeester van Den Haag (Bin
nenland, 4de Blad).
Het verbod tot invoering van Nederlandsch
vee in België; opheffing over 4 k 5 weken?
(Land- en Tuinbouw, 9de Blad).
BUITENLAND.
De officieele ratificatie van het Londen-
sche vlootverdrag ('Buitenl., 1ste Blad).
Een rede van Mnssolini en Fransche
critiek (Buitenl. en Tel., le Blad).
Fusie van Engelsche mijnen (Buitenl., le
Blad).
In Brazilië is de toestand nog onzeker.
(Buitenland en Tel., le Blad).
Het Engelsche parlement is heden door
den koning geopend (Tel., l9te Blad).
KUNSTKRING „VOOR ALLEN".
Guarneri-kwartet.
Beeth'oven-avond. Strijkkwartetten cis-
moll (op. 131) f-moll (op. 95) en Bes-dur
(op. 18 no. 6). Voorgedragen door meesters,
die hun instrument kennen, die de kwartet
ten kennen, die de taal verstaan, waarin
Beethoven het onuitsprekelijke heeft gezegd.
Het onuitsprekelijke dat, juist daarom, het
eenig volstrekte is; dat in lijn en kleur en
klank tot werkelijkheid wordt; werkelijkheid
die meeningsverschil uitsluit, dis bewezen is
zoodra ze gesteld is.
Het cis-moll-kwartet is onaantastbare
waarheid en daarom even indiskutabel als
dat goed beter is dan slecht. Hetzelfde geldt
voor de beide andere kwartetten ook. Maar
dat weet om zoo te zeggen iedereen. Er zijn
er evenwel die zich over het cis-moll nog
min of meer het hoofd breken. En toch is
ook dit, niet minder dan het f-moll en het
Bes-dur, bestemd gemeen goed te worden.
Deze staan wat verder van den grond aller
dingen en daarom alleen wat dichter bij ons.
Dat komt natuurlijk de algemeene verstaan
baarheid ten goede. Maar dat is ook alles.
Ver daarboven uit gaat desalniettemin het
cis-moll.
Men moet zich met den klank wat meer
vertrouwd maken. Ook met den vorm, die
oningedeeld vermoeiend werkt en
begrip in den weg staat. Vaardige pianisten,
voor kwartetspelers zijn deze regels natuur
lijk niet geschreven, kunnen in de ge-
wenschte richting veel zoo niet alles berei
ken door het beproefde hulpmiddel: quatre-
mains. Ze zullen al spoedig zien dat het
voorlaatste onderdeel 6 de langzame inlei
ding is^jrö^pt finale, het Presto (5) is het
Schérzö;""3Ket Andante (4) de gebruikelijke
langzame Satz in variatie-vorm met een
korte inleiding (onderdeel 3) organisch ver
bonden, terwijl de deelen 1 en 2 de hoofd-
satz vormen, zij het in wat afwijkende ver
schijning. Zoo wordt het gaandeweg duide
lijker. Dan zal men ook begrijpen dat de
ciimix hier geen onderbreking gedoogde.
Het Guarneri-kwartet dat gisteravond voor den Kunstkring optrad.