71*1® Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 October 1930 Tweede Blad No. 21649 BINNENLAND. DEZE WEEK wordt door het Comité ter behartiging van de belangen der Limburgsohe Industrie voocr een aantal vertegenwoordigers der Neder- laaxlsche pérs een excursie georgani seerd door de industrie-gebieden van Limburg. Het bezoek aan het ve rbindingskanaal der gekanaliseerde Maas en Zuid Willemsvaart. AANKOMST van Harry Liedtke Den Haag. ZOET ALS HONIG. Onder groote belangstelling heeft te Eindhoven de eerste Honingmarkt plaats gehad en de handel was naar omstandigheden zeer bevredigend. Een tweetal verkoopsters, die eens even van de waar proefden. DE ZUIDERZEEVISSCHERS EN DEN HAAG. Geen armenzorg, geen stennverleening, maar een schaderegeling. Het was de bedoeling van het centraal comité van Zuiderzeevi9schers, aan den vooravond van de behandeling van het ontwerp van wet bot wijziging van de Zui- derzeesteunwet, de visschers bijeen te brengen om gezamenlijk hun grieven en wenschen nog eens naar voren te brengen. De belangstelling voor deze bijeenkomst, welke gistermiddag in Den Haag is gehou- de nwas ove rweld i gend De zaal van „Diligentia" was al lang voor het vastgestelde uur gevuld en het comité ging er toe over een tweede zaal in het gebouw „Veritas" te huren. Toch moesten vele honderden teleurge steld worden en konden niet toegelaten ■worden. Uit vele dorpen waren de visscheTS in hun schilderachtige kleederdradht naar Den Haag gekomen. Van do meeste kust- plaatsjes langs de Zuiderzee kwamen zij, in hun wijde broeken en in hun pofbroe ken, vrouwen met de rijk gekleurde keurs jes en hoofdkappen, in autobussen in drommen naar Den Haag om gezamenlijk te protesteeren. In „Diligentia" waren onder de aanwe zigen opgemerkt mr. J. Draayer, referenda ris aan het departement van Waterstaat namens den Minister, de ieden der Tweede Kamer mr Heemskerk, mr. Duys en Van Zadelhoff, benevens ir. G. F. H. Houber, secretaris der generale commissie De heer B. Demmer, voorzitter van het centraal comité, opende de bijeenkomst en wees er op, wat 't beteekent voor deze visschers, wanneer de Zuiderzee droog ge legd zal zijn. Men heeft wel eens ge vraagd, waarom de visschers eerst thans beginnen met hun protesten te doen hooren. Maar zij hebben steeds gewacht op de ver vulling van de beloften van de regeering. En spr. wil den minister-president er aan herinneren, dat hij zelf gezegd heeft bij een andere gelegenheid, dat een belofte door een vorige regeering afgelegd nog royaler gehouden moest worden, dan eene door de huidige regeering gedaan Maar men is op Waterstaat altijd doof geweest voor de stem der visschers. In dit verband wees de heer Demmer op de erva ringen der subcommissie B. Deze commissie, onder presidium van mr. Vissering, stelde een ontwerp vast, dat de visschers bevredigde. Zij hadden dan ook gegronde verwachtingen, dat de regee ring dit ontwerp zou overnemen. Daar kwam echter niets van. In het ont- werp-Zuiderzeesteunwet was van het ad vies der subcommissie B niets te vinden. Mocht het thans aanhangig wijzigings- onbwerp onverhoopt worden aangenomen, dan zal de strijd voor recht worden voort gezet. Spr. hoopte echter, dat de slem der vis schers gehoord en verstaan zal worden. Toen kwamen de visschers zelf los. In ronde, klare taal hebben zij hun grieven geuit en hun wenschen gemotiveerd. Uit Mcdemblik en Enkhui-zen, uit Elberg en Bunschoten en Lemmer en vele andere plaatsen kwamen de mannen, die achter eenvolgens het spreekgestoelte betraden en allen waren het er over eens: Deze wet mag nooit tot stand komen. Wil den vis schers recht worden gedaan, dan moet ze in principe worden veranderd. Geen armen zorg, geen steunverlening, maar alleen, doch ook niets anders, dan een schade regeling. In allerlei toonaard werd dit betoogd en gewezen werd daarbij met nadruk op het feit, dat zij, die in hun jonge jaren zuinig zijn geweest en wat bijeen hebben ge spaard, dit nu niet hebben gedaan voor zich zeiven en hun gezin, doch slechts voor den staat. Want de wet zegt, dat de visscher, als hij wat bezit, weinig krijgt. Heeft hij veel, dan krijgt hij heelemaal niets. Zoo worden de luie en de nijvere visschers naast elkaar gezet. Alle toespraken vonden luiden bijval in de vergadering en aan het slot kon dan ook de voorzitter met recht getuigen van een welgeslaagd-en middag. In „Amicilia", het vroegere vereenigings- gebouw „Veritas", was de toeloop even eens enorm. De groote bioscoopzaal waar de aanwezigen schouder aan schouder ston den, kon alle demonstranten niet bevatten. Een tweede zaal vulde zich dan ook weldra. De vergadering slond hier onder leiding van den heer J. de Veen uit Enkihuizen. Hier traden dezelfde sprekers op als in „Diligentia". Na elke redevoering werd luide met het gesprokene bijval betuigd. Het ongewone schouwspel van de talrijke in costuum gekleede visschers trok ook uiteraard veel belangstelling van buiten. HET PETITIONNEMENT DER S. D. A. P. „Het Volk" bevat hei bericht, dat het peti tionnement tegen de vlootplannen door 1.465 245 personen is ge teekend. DE CRISIS IN DE NEDERL- REISVEREENIGING. De financiëele toestand. Namens het hoofdbestuur der Nederland- sche Reisvereeniging wordt het volgende medegedeeld: In enkele bladen heeft een mededeeling gestaan omtrent den financiëelen toestand der N. R. V., welke volgens dat bericht be denkelijk zou zijn. Er worden cijfers in ge noemd, die onjuist zijn, en die een geheel verkeerd beeld van den toestand geven. De mededeeling is onnoodig alarmeerend. Het hoofdbestuur acht het daarom zijn plicht de zaak tot haar ware proporties terug te brengen. Inderdaad zal de exploitatie over 1930 een tekort opleveren, zooals de N. R. V. nimmer heeft gehad, en dat door de accountants der Vereeniging wordt begroot, op rond f. 35000 Dit is eerst thans ter kennis van het hoofd bestuur gekomen In het afgeloopen jaar is het hoofdbestuur en de meerderheid van het dagelijk9ch bestuur niet op de hoogte gesteld van den toestand der finanüön, en van de draagwijdte der genomen besluiten. Zelf3 kwam de exploitatie-rekening en balans van 31 December 1929 (opgemaakt en inge zonden door de accountants op 13 Maart 1930) eerst na de buitengewone algemeene vergadering van 4 October 1930 te hunner kennis Wel is in den loop van het jaar her haaldelijk getracht inzicht in de financiëele positie te krijgen, maar de ongewone ver houdingen in het bestuur vormden een be letsel. Thans, na de buitengewone algemeene vergadering, kon het bestuur den toestand onder de oogen zien. Het kapitaal van de Vereeniging bedroeg op 1 Januari 1930 ruim f. 44.000 (met inbe grip van het Gebouwfonds). Dit is echter geen werkkapitaal, hetgeen de N. R. V. niet noodig heeft, maar een „spaarpot", om te dienen, om in slechte tijden of minder gun stige jaren te kunnen voldoen aan hare loopende verplichtingen ten opzichte van personeel en andere vaste uitgaven. Naar mate de vereeniging groeit moet dit spaar kapitaal grooter worden, en telkenjare wordt het eventueel batig saldo daaraan toege voegd De toesland is dus thans zoo, dat aan het einde van het loopende jaar dit kapitaal ver moedelijk gereduceerd zal zijn tot pl.m. f. 9000.Voor het overige staat de Ver eeniging even krachtig als steeds tegenover al hare verplichtingen. Natuurlijk moet thans gezorgd worden, voor de toekomst. Nu het hoofdbestuur ein delijk in de gelegenheid was den waren toestand te onderkennen, zijn onmiddellijk krachtige maatregelen genomen tot ver betering. In het beheer zal een groote versobering komen, terwijl in de a.s. December-verga- dering bestuursvoorstellen zullen worden ingediend tot versterking van de middelen, in 1931. Het zal het tegenwoordige hoofdbestuur, dat de toestanden in, en de mogelijkheden voor de N. R. V. door én door kent. betrek kelijk weinig moeite kosten, om door een verstandig beleid reeds in 1931 een exploi tatie-tekort te voorkomen en vermoedelijk zelfs een batig saldo te verkrijgen. Bij de beoordeeling van den toestand mag vooral niet uit het oog worden verloren-, dat een lichaam als de Nederl. Reisvereeniging, dat zich op het gebied van het reisrwezen. beweegt, in de algemeene economische ma laise, die ontegenzeggelijk haar stempel op alle verkeers-ondernemingen heeft gedrukt, noodzakelijk heeft moeten deelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 5