71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 October 1930 Derde Blad No. 21647 B BuifM Weekoverzicht. S^ET EEN HOUTBOOT NAAR ARCHANGEL. Het 121/ 2-jarig bestaan van den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond te Alphen. Donkere wolken. Droeve gebeurtenissen brengen somwijlen mader tot elkaar, wie bezig waren uiteen te gaan! De juistheid daarvan is bewezen bij !he't ongeluk, den Engelsöhen luohtdienst overkomen, toen bet groote luchtschip de ft 101, de trots der Engelsche luchtvaart, iboven Fransdh gebied verging. Toen daar gdheel Engeland in diepen rouw werd ge dompeld, doordat met het luchtschip, dat door de vtaimmen werd verleerd, de bloem der deskundigen het leven liet, toen is van Fransche zijde een medeleven, een mede- dragen in het leed van den vroegeren bond genoot getoond zonder weerga. Van hoog tot Jaag heeft men zich tot het uiterste inge spannen om maar te doen uitkomen, hoezeer •men aanvoelde de ramp, die Brittannië zoo onverwacht had overvallen. Onverwacht, want er is o.i. geen reden voor het ge schreeuw, dat zich in enkele Engelsche pers organen heeft doen hooren, alsof het een wonder zou zijn geweest, wanneer de tocht naaT Ind&ë zonder ongelukken was verloo- pen. Zouden al die hooggeplaatslen, ai die deskundigen, al die andere leden der be manning zich dan zoo zorgeloos hebben ge waagd aan dat avontuur? Neen, zoo sim plistisch zien wij de oorzaak van deze catastrophe niet, gelukkig.... Frankrijk toonde zich in die oogenblikken van zware beproeving voor het Engelsche volk een waar vriend en dat kan niet nalaten diepen indruk te wekken aan de overzijde van het Kanaal, waar over het algemeen de stem ming voor Frankrijk aardig was bekoeld, om niet te zeggen afgekoeld. Zoo brengt de droeve ramp der R. 101 beide Kanaal-landen, die steeds meer van elkaar vervreemdden, weer dichter tot elkaar, dank zij een zuivere gevoelsuiting, vrij van iedere berekening of wat ook! Zoo'n toenadering is in de gegeven om standigheden voor ons werelddeel schallen waard; te wenschen ware, dat deze zich ook verder zou' voortplanten, want het is (noodig, hard noodig Toenadering, vér-gaande toenadering zal 'er toch noodig zijn om een oorlogsramp af "te wenden, die ons werelddeel ineen zou doen storten. Hoezeer de gemoederen reeds weer zijn opgehitst en bereid te grijpen naar het zwaard, hèt is wel droevig aan den dag ge treden, toen bij Briand's terugkeer te Parijs uit de Valkenbondsstad manifestaties tegen 'deze vredesfiguur bij uitnemendheid optre den der politie noodzakelijk maakten! Ge lukkig is Briand's ongesteldheid, een lichte verkoudheid, geen diplomatieke ziekte, doch zijn positie is niettemin ernstig ge schokt, helaas. De directe oorzaak van deze noodlottige omwenteling des geestes blijft de uitslag der verkiezingen in Duitschland, die bovendien voor andere landen blijkbaar het sein is ge weest om zich ook nieuw te orienteeren. Duitschland zelf is meer dan ooit een poli tieke chaos, waarbij de middenpartijen, het Centrum alleen uitgezonderd, alle in de smeltkroes zich bevinden. De Duitsche Staatspartij, de combinatie van democraten en Jong-Duitschers, is hopeloos uiteengeval len na een bestaan van nauwelijks drie maanden; bij de Duitsche Volkspartij is men aan het dringen of de partij verder naar rechts of naar links moet zwenken en spe ciaal de aanhang der rechterzijde weert zich geducht. Zonder het Centrum is evenwel geen enkele meerderheid mogelijk en dat vormt het groote beletsel voor een rechtsche regeering. waaraan de nationaal-socialisten deel zouden hebben of steun zouden kunnen verleenen Een. naar links georienteerde re geering schijnt volslagen uitgesloten en dientengevolge is te verwachten, dat vol gende week, als de nieuwe Rijksdag heeft te beslissen over het program van het kabi net Brüning, de regeering. in de minderheid zal blijven en dientengevolge president Hin denburg den Rijksdag op reces zal zenden en Brüning zal doen voortregeeren met be hulp van de reeds toegepaste noodverorde ning. Doch deze gang van zaken zou tevens bbteekenen een verdere afneming van ver trouwen in Duitschland en derhalve Europa veel schade doen. Dat dit inzicht ook in Duitschland zelf ingang zal vinden, is de laatste stroohalm, waaraan men zich da&r in regeeringskringen vastklampt. O. i. echter een ijdele hoop En Oostenrijk begint hetzelfde beeld te vertoonen als Duitschland; de huidige re geering is geheel onder invloed van de Heimwehren, waarvan een der vurigste lei ders, graaf Starhemberg, als minister van binnenlandsche zaken in het kabinet blijk baar de lakens uitdeelt. Graaf Starhemberg. Ter afweer vormen thans de middenpar tijen een apart blok onder aanvoering van den tot aftreden gedwongen vorigen bonds kanselier Schober. Dientengevolge is de waar.-c hi,nl;kheid groot, dat brj de komende verkiezingen ook in Oostenrijk een parlemen taire meerderheid moeilijk zal zijn te ver- krijgen. Hoewel niet officieel aldus aan te duiden, zou men toch kunnen spreken van een dictatuur, die beide landen tegemoet gaan. En wat gebeurt er in Spanje? Men hoort slechts weinig daarover, doch dat is juist voor dat land gevaarlijk. En Portugal eu Polen? Een lichtpunt temidden van deze donkore schaduwen over ons werelddeel vormt het feit, dat do Balkanlanden tenminste in prin cipe de idee van een Balkanbond hebben aanvaard. Italië ziet inmiddels zijn invloed daar uitgebreid, doordat de „eenzaamste" vorst, n.l. koning Boris van Bulgarije zich heeft verloofd met Prinses Giovanna van Italië, een verloving, die reeds lang in de maak was, doch door godsdienstige oor zaken totdusver verhinderd. Hoe aanstekelijk overigens onrust werkt, ziet men in Zuid-Amerika. Sinds daar in Peru de opstand slaagde, volgde Argentinië waar de regeering eveneens werd verdreven en nu is de beweging overgeslagen naar 3razilië, waar de strijd thans in vollen gang is met de opstandelingen in het voordeel. Aan het hoofd der opstandige beweging staat de bij de presidentsk<mze verslagen candi- daat, uit het. Zuiden, die desnoods niet zal terugdeinzen voor een splitsing van het uitgestrekte rijk. II (Slot). BIJ DE DWANGARBEIDERS. Reeds bij een tweede bezoek aan de stad. gedurende den tijd, dat wij nog op de reede liggen, zie ik iels van de toestanden der dwangarbeiders. Bij mijn zoeken naar de Karl Liebknechtstraat, waar het postkantoor moet uithangen, wordt mij plots door sol daten het oversteken van de straat belet. Een grauwe stoet nadert. ITet is geen troep jong-communisten, op weg naar hun oefen school. om tot recruten voor het arbeiders- leger gedrild te worden; daarvoor loopen zij te langzaam. Als zij dichterbij komen, blijkt het een transport politieke gevangenen, dwang arbeiders te zijn. Oude, gebogen boeren, eenige geestelijken, allen met een weinig goed in een bundel op den rug, sleepen zich moeizaam zoort. Naast hen gaan de jongeren, steeds bereid om de ouderen te 9teunen Er achter en opzij, als slavendrij vers, met een revolver in de hand en voort durend aandrijvend tot grooter spoed, toopen de soldaten. De voorbijgangers durven nau welijks naar den troep kijken, laat staan hun sympathie betuigen. Men leeft hier als op een vulkaan; een menschenleven betee- kent zoo weinigl Van overal worden deze menschen weg gehaald, als vee in wagens geladen, en naar Archangelsk of Siberië gedeporteerd, waar zij vaak' eerst na dagen reizen aankomen Menschen, die een geheel ander klimaat gewend zijn. worden hierheen verbannen, om gedurende den harren winter, onvoldoende gekleed en gevoed, hard en lang te weTken, waarbij zeer velen omkomen Op Solovetzki, dat eiland der verschrikking in de Witte Zee. waar de ergste politieke tegenstanders heen gestuurd worden, sterven jaarlijks 40 pCt. van hen! Wat krijgen deze ongelukkigen. die op de houtvelden van Archangelsk werken, ook te eten en te drinken? Warm voedsel wordt gewoonlijk niet verstrekt, soms ééns per week een bord soep. Verder eten zij slechts hun droog zwart brood; zij krijgen water te drinken, dat. in zuiveren toestand, in to taal onvoldoende hoeveelheid wordt aange voerd. Daardoor worden zij wel gedwongen rivierwater met al het vuil en afval van de stad er in. te gebruiken, waardoor weer velen aan typhus en andere besmettelijke ziekten te gronde gaan. Op een middag krijgen we het bericht dat we den volgenden dag gaan laden, waar voor ik uit jolijt een rondje geef (dat echter achteraf voorbarig blijkt, want een week later hebben we nog geen stuk hout in). Dan 9toomen we op naar één der laad plaatsen. Voor zoover het oog reikt hoopen zich stapels hout naarst elkaar, ruw en bezaagd. Er tusschen door loopen houten wegen (de grond is zóó moerassig, dat men er tot over de enkels in wegzakt); op enkele hoeken slaan tonnen water, waarbij' gerookt mag worden wegens het groote brandgevaar is het rooken op de velden zelf nl verboden. Hier en daar op hooge stellages, staan alarm klokken. om in geval van brand en... opsland te kunnen alarmeeren. En op en bij de houtvelden werken de gevangenen, massa's gevangenen. Langs den oever balanceeren zij zich op de balken, die in de rivier drijven en duwen den gan sehen dag de. uit de vlotten losgemaakte, stammen hij elkaar, die door grijpers om hoog gebracht en op den wal gestapeld wor den. om in de houtzagerij of uit de hand op maat gezaagd te worden. Vijftigduizend dwangarbeiders en arbeid sters, zelfs jongens van 15 tol 10 jaar wer ken hier in de moordende hitte van den Noord-Russischen zomer. Twaalf uur per dag moeten zij arbeiden en is de hun op gedragen taaie nietvolbracht, dan moeien ze doorwerken. Zijn ze te ziek en te zwak om iets uit te voeren, toch moeten zij naar de houtstapels Oude boeren zwoegen met te zware lasten: vrouwen en meisjes schil len den gamscben dag het hout, steeds maar weer, allen zonder eenige kans op verbete ring in hun ellendigen toestand. Met en bij hen werken spionnen: plan nen voor opstand kunnen dus niet gemaakt worden, daar de menschen elkaar onmoge lijk kunnen vertrouwen. Ja. als zij hun mede-slachtoffers verraden, wanneer die probeeren weg te komen als verstekelingen met vrepmde 9ehepen. of van opvarenden van die schepen elpn aannemen, dan wordt hun straf s<jms met een paar maanden ver minderd. Dat is dus de opvoedkunde van de Sovjets: deze menschen, die zij. al lichamelijk ver zwakt hebben, ook nog moreel naar bene den te halen, door hun verraad te beloonen! 's Winters werken al deze ongelukkigen, wier éenige misdaad is, dat ze het niet eens zijn met de communistische denkbeelden in de bossehen. om het hout te hakken, dat zomers uitgevoerd zat worden. Van al die dwangarbeiders zijn er deze winter v ij f t i g procent van honger en koude omgekomen Het gebeurde dat zij dertig tot veertig imr achter elkaar moesten door werken, zonder rusttijd, met slechts enkele oogenblikken pauze om te eten! Maar och, raken de ar beidskrachten op, dan wordt wel weer een nieuwe razzia gehouden worden weer andere mannen gedeporteerd, gezinnen aan den honger prijsgegeven endan zijn er weer genoeg om hout te hakken. We zien hier de zeldzaamste typen: Duit- schers uit Wolga-republiek, Slaven, Mongo len, menschen uit Turkestan en andere Zuid- Siberische gebieden. Dag-in, dag-uit sloven ze hier tusschen het hout, 9dhillen het, zagen het, dragen het naar de karren of j transporteeren de zware balken op hun rug uit de lichters naar de zeeschepen, bewaakt door soldaten, mannelijke en vrouwelijke. Dp laatste zijn lang niet lief: één harer heeft op een dag vijf gevangen, die probeerden te ontvluchten, neergeschoten. „Voor het laden van de schepen gebruï ken we nu meer gewone arbeiders", ver telt me .iemand, als ik vraag waarom er zoo langzaam geladen wordt, „en die kun nen we niet zoo gauw in voldoende hoe veelheid bij elkaar krijgen. De andere krachten werkten te langzaam, we scho ten niet op. Dit jaar verliezen we zeker met den uitvoer; de door de Sovjet ge charterde schepen worden door haar be taald, en nu er zoo veel te wachten lig gen, kost ons dat een hoop geld." De waarheid wat betreft de arbeiders is echter, dat Amerika als eerste, en ver scheiden andere staten daarna, geen hout meer wilden ontvangen, dat door dwang arbeiders geladen werd, zoodat voor die staten nu geladen moet worden door ge wone arbeiders, die veel duurder zijn en het bovendien vertikken, om langer dan 8 uur per dag te werken. „Wat voor menschen waren dat dan vroeger vraag ik onnoozel, „menschen die dit werk niet gewend zijn en ik denk daarbij aan enkele geestelijken en gestudeerden, die ik zag sjouwen of over wie ik een en ander gehoord heb. „Gevangen boeren, die het best kunnen." „Om politieke redenen gevangen geno men „Nee, wegens diefstal, ze zijn te dom voor politiek", en met diefstal bedoelt hijniet geneigd te zijn je boerderij of j vee waarvoor je lang gezwoegd hebt, zoo maar aaD deD staat af te staan. Met enkelen spreek ik, maar alleen vae hen,,die Ruitsch kennen, kom ik wat meer bijzonderheden te weten- Een oude man uit Turkestan, die, naar zijn trekken en fijn-besneden gezicht te oordeélen, in zijn land ierfiand van hoo- gen rang is. drie jaren dwangarbeid. Ee.i geestelijke uit St Petersburg... vijf jaren lang hout sjouwen: of hij dat volhoudt? Bij een paar boeren heb ik meer suc ces. Ze komen uit de Duitsche Wolga-repu bliek, vanwaar kortgeleden zooveel doops gezinden wegtrokken. „Waarom bent u eigenlijk gevangen ge nomen V' vraag ik. „Dat weet. ik niet, ik geloof, omdat ik te ijverig werkte en .omdat ik vroeger wat- bezat. Mijn vee was me, al lang afge nomen." „En waar zijn uw vrouw en kinderen .Daar hoor ik niets meer van, ik ge loof dat ze in de bosschen werken. Ik ben nu al vieT maanden hier, maar heb vijf jaar dwangarbeid gekregen. De toe stand is verschrikkelijk; we krijgen droog brood te eten en wat thee, meer niet. Ook de hygiënische toestand is slecnt: door den omgang met de Russen krijgen we veel ongedierte, waar wij niet aan gewend zijn, en dat vaak besmettelijke ziekten veroor zaakt. Soms kc-mt het Roode Kruis, en worden onze kleeren uitgestoomd, maar, daar we maar één stel kleeren hebben, moe ten we dan naakt, en in de open lucht, wachten tot ze gereinigd zijn. Nu het warm is, kunnen we gelukkig nog eens een bad nemen in de rivier." De ander, die ai langer hier is, vertelt me: „Van de ploeg waarmee ik in de bos schen Wérkte dezen winter, zijn er driedui zend omgekomen.. Redding door pen op stand is niet te verwachtenorganiseeren is onmogelijk en door de censuur weten de menschen in het Noorden niet wat er in het Zuiden gebeurt. Alleen op de volken van West-Europa is onze hoop gevestigd." Arme kerel, denk ik, dan zal je lang kun nen wachten, West-Europa is bezig zich te ontwapenen, en ziet zelfs niet het gevaar van dit railitairistische Rusland. We probeeren hem op te beuren en ver tellen dat er weer een opstand is in de Oekrajine, misschien dat die nu wel eens stand houdt Mistroostig schudt hij het hoofd die opstanden zijn al zoo vaak ge probeerd... Even later tracht ik nog eens iemand aan het praten te krijgen. „Fprechen Sie Deutsch Hij knikt ontkennend, maar wijst op zijn vriend die iets verder werkt. Vol bitterheid lucht deze meteen zij? gemoed: „Ik ben een Oostenrijker, kom uit Bohemen. In 1917 werd ik krijgsge vangen gemaakt en met anderen in een kamp ondergebracht. Na de revolutie en het sluiten van den vrede kreeg ik echter mijn vrijheid niet terug, maar werd zonder eenigen vorm van proces, zonder voor eenige rechtbank te verschijnen, tot dwang arbeid verplicht. Reeds 13 jaar werk ik nu zoo, eerst in Siberië, de laatste jaren hier, maar hoe lang het nog duurt, weet ik niet. En zoo zijn er nog veel krijgsgevangenen hier. Af en toe is het niet uit te houden, word je gek... gek van verdriet..., van woede, van... van machteloosheid!" Zenuwachtig loopt hij heen en weer, kijkt meteen of .we soms bespied worden. Een geanimeerd herdenkingsfeest. Hierboven het bestuur: Zittend van links naar rechts de heeren: P. Vonk, 2e seer, C. Koren, voorzitter, J. v. Wijngaarden, le penningm., P. v. d. Laarse, 2e penningm. Staande van links naar' rechfs; Ph. Dys. A, Vonk, H. de Bruin, G. Blom (algem. adjunct) en P. C. de Jong, leden der feestcommissie. Op zeer vroolijke wijze werd gisteravond in hel gebouw „Concordia" door de leden met hun ega's het 12i/o jarig, bestaan her dacht van de afd. Alphen a. d. Rijn van den Ned. Chr Bouwarbeidersbond. Onder de aanwezigen merkte wij o..m. op i den bondsvoorzitter den heer H. J. Terwey en de afgevaardigden van den Chr. Bestu renbond alhier. Na het gemeenschappelijk zingen van ps. 6S, 10 „Geloofd zij God met diepst ontzag" en het lezen van psalm 127 door den voorzitter opende deze de bijeenkomst met gebed. Do voorzitter, de heer C. Koren heette hierna alle aanwezigen hartelijk welkom, in 't bijzonder den bonds voorzitter die niettegenstaande zqn omvangrijke arbeid aan de uitnoodiging ge volg had gegeven en de afgevaardigden van de Chr. besturenbond. Ook het oud-lid de heer Vierbergen heette spr. in bijzonder welkom. Het bestuur had niet na kunnen laten ook den heer Vierbergen op dezen avond uit te noodigen. Tevens memoreerde spr. het feit van het 10-jarig jubileum van de heeren J. van Wijngaarden en A. Stichter in hun resp. functie's van penningmeester en secretaris hen dankende voor hun v.eel on\yattende arbeid met den wensch dat zij met Gods kracht nog lang met véél ïust en ijver hun taak in het belang en groei der afdeeling zullen mogen vervullen. Na mens de afdeeling bood spr. hierna den heer Stichter een fraai rookstel aan. Na voorts ook de bestuursleden de heeren Vonk en v. d. Laarse in welgekozen bewoordingen dank te hebben gebracht voor hun veel omvattende werkzaamheden wat zij verrich ten voor het T.B C.-fonds en brandstoffen- vereeniging eindigde spr. met een opwekkend propagandawoord om tot lid der afdeeling toe te treden en dezen avond in^ alle op zichten zou mogen slagen tot groei en bloei der afdeeling. (applaus). De voorzitter deed hierila nog voorlezing van een ingekomen brief van het oud-lid den heer J. B. Snel inhoudende bericht van verhindering en felicihriie's voor de afd. De 2e secretaris de heer P. Vonk verkreeg hierna gelegenheid tot het uitbrengen van zijn verslag. In het algemeen gaf deze een historisch- overzicht van het ontstaan, op richting en verdere ontwikkeling van de af deeling hoe deze werd opgericht met aan vankelijk 29 leden en thans niet minder dan ruim 90 leden telt. Tevens gewaagde spr. in het einde van zijn zeer uitvoerig verslag van de prettige samenwerking tusschen le den en bestuur der N G B. De voorzitter bracht hierna dank aan den secretaris voor zijn zeer uitvoerig verslag waarop de le secretaris de heer A. Stichter aan de afdeeling dank bracht voor het fraai aangeboden cadeau met den wensch dat de aangename samenwerking nog vele jaren tot groei on bloei der afdeeling bestendigd zal moee blijven Nadat hierna door de aanwezigen gemeen schappelijk staande het eerste couplet van het bondslied was gezongen en ververschin- gen waren rondgediend verkreeg de bonds voorzitter het woord. Ook deze snr bracht de jubilarissen den heeren J v Wijngaarden en Stichter een woord van dank voor hun arbeid voor dé afd. en noemde het vooral een zeldzaam feit dat de penningmeester onafgebroken 10 jaar zijn funotip on de meest correele wijze heeft vervuld. Als we 100 van deze pen ningmeester? in onze afdelingen hadden, aldus spr., zouden wij zeker 2 bedienden minder noodig hebben op ons kantoor te Utrecht. Ook den voorzitter den heer C. Koren die zich zelf in zijn openingswoord had verge ten te noemen dat hij sinds de oprichting ais voorzitter van de afd. had gefungeerd bracht spr bijzondere woorden van dank voor hetgeen door deze zoowel in goede al? moeilijke jaren steeds voor de afd. en tot opbouw van den bond heeft gedaan met den wensch dat ook hij nog vele jaren onder Gods zegen in het belang der bond en af deeling zal gespaard moge blijven. Tevens gaf spr. z.n spijt te kennen over het feit, dat de afd., die oorspronkelijk reeds in 1908 door de Ghr. timmerlieden- verg. was opgericht in 1909 weer teniet was gegaan, waardoor een afd. in Alpihen reeds veel langer had kunnen bestaan. Tevens gaf spr. een opsomming van de namen die op heden sinds de oprichting nog lid van de afd. zijn, 'Voorts- besprak spr. den vraag omtrent de moeilijkheden die wij op het oogenblik, gelet op de economische toestan den ook met onze organisatie weer tegemoet gaan. Spr. hoopte dan ook dat het ledenaan. tal spoedig zal klimmen tot 3 cijfers omdat wij schouder aan schouder ook deze moei lijkheden door kunnen komen en trachten te overwinnen. Ook bracht spr. nog het vraagstuk der 3e klasse indeeling naar vo ren, en deelde mede, dat momenteel alle pogingen worden aangewend tot herstel en tot plaatsing o.a. ook van de afd. Alphen in een tussdhenklasse. Spr. eidigde tenslotte met den wensch, dat de Rijnstreek, die toch voor onze organisatie, over zooveel invloed beschikt, ook tegenover de andere en mo derne organisatie, steeds meer en meer zal moge ontwikkelen, omdat nog vele leden van den Chr, Bouwarbeidersbond hiervan de vruchten zullen mogen plukken, (applaus) De plaatselijke voorzitter bracht de voor zitter hierna dank met den wensch dat deze nog lang voor den hond zal mogen blijven gespaard mede tot verheffing der afdeeling Alphen aan den Rijn. Achtereenvolgens verkregen hierna nog het woord de heer Geerlof als afgevaar digde van den Chr. Besturenbond die de wenschen aan de jubileerende afd. van den N.C.B. overbracht en de heer Vierbergen, al? oud lid, die een algemeen propaganda woord sprak en op bijzondere wijze eenige ervaringen schetste van de werkzaamheden en ondervindingen van een propagandist. Spr. releveerde hierbij een geval van een lid behoorende feitelijk tot de meubel makersorganisatie hoe deze eerst alle mogelijke principieele bezwaren maakte, tegen een organisatie doch bij bedreiging, van een staking in zijn vak op bezoek zijnde bij een kennis door een radiorede waarbij o.m. dien avond sprak de bekende evangelist K. Baas Gzn. toen an afloop dezer rede per radio werd bekend gemaakt da! tusschen de Meubelmakerspalroonsbond en betrekkelijke organisatie'9 overeenstem ming was bereikt, wat belangrijke voor dooien medebracht, den doorslag gaf dat deze persoon uit eigen beweging tot lid zijner organisatie toetrad. Nadat vervolgens door de heeren H de Bruin en A. Vonk op zeer verdienstelijke wijze een gedicht was gedeclameerd om trent het ontstaan en ontwikkeling der af deeling en verdere bijzonderheden compli menteerde het oudste lid, de heer de Vries, namens de leden het bestuur nog met het 12V--iarig bestaan der afdeeling, waarna het officieele gedeelte van het programma was afgewerkt. Het verdere gedeelte van den avond werd opgeluisterd door muziek van den or ganist A. Snel. zang en voordrachten, waarbij het er recht gezellig en geanimeerd aan toe ging Vooral ook de zang van het mannenkwartet en eenige ledpn tevens leden van het mannenkoor „Kunst na Ar beid" met de door hun zeer verdienstelijk vertolkte nummers „Vertrouwen" en de be kende „Spijskaart" verwierven veel bijval. Kortom hel geheel was een recht gezpllige en goed gpslaagde avond, waarop de afdee ling met succes kan terugzien!! „Maar kan de Oosbenrijksche regeering er dan niets aan doen Ach, ik vergeet op dat oogenblik dat Bohemen nu bij Tsjecho-Slowakije behoort, welks regeering misschien weinig voelt voor soldaten die onder Oostenrijksche' vlag vochten. „Nee, niets." „En weet uw familie dat u hier bent V' „Ja, verleden jaar kreeg ik nog een brief, maar ook zij kunnen me niet hel pen. Och, kon ik maat wegkomen; een vriend van me is het gelukt naar Amerika te ontsnappen." Ik geef hem wat sigaretten, die hij alleen achter een houtstapel durft aan te nemen. En even later loopt hij weg, „man achtet auf uns."„. En zoo zijn er hier duizenden en duizen den gevallen, elk op zich zelf een in-droeve tragedie. En eiken dag komen er nieuwe» bij, en niemand die zich hier meer durft te verzetten tegen deze tyrannie... tegen deze zegeningen van den heilstaat. Een maand later, öp een nacht, vertrek ken we. Uit barakken klinkt weemoedig gezang over de blauw-liehte Dwina. .Westen! Waakt!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9