KOUSEN STOPPEN
ANEKHOTES.
RAADSELS.
OPLOSSINGEN.
ZondeT het diertje te bedanken, liep toen
de vrouw met den grooten, zwaren korf de
gTot uit en naar haar huis terug. Daar
vond ze haa^- man reeds bezig met het af
winden der zijde.
,,0, vrouw, kijk toch eens hoeveel zijde 1"
riep hij haar toe. Iedere cocon..."
Zwijg toch met je cocon I" snauwde d-2
vrouw. ,,Ik heb wat beters meegebracht i"
Dit zeggende opende zij den grooten' korf
cn toen...
,,0, 't zijn steenen en griezelige rupsen 1"
cchreeuwdc zij woest. ,,0, die ellendige too-
vcrvogelO, en er komen al maar meer
rupsen uit! O, man breng ze toch naar
buiten
Dadelijk ving toen de man de groote
zijderupsen, die reeds overal rondkropen,
en bracht ze naar buiten. Maar hoe groot
was toen zijn verbazing! Want achter en
vóór zijn huisje zag hij heel veel jonge
moerbei-boomen staan, en daarin kropen
toen dadelijk de rupsenWie de boomen
daar zoo vlug geplant had. begreep de man
nu best. 't Was natuurlijk de toovervogel
geweest. Die wilde, dat hij altijd genoeg
zijde zou hebben om te kunnen weven.
En toen nu de vrouw uit dit alles begreep
dat het toovervogeltje haar man voor zijn
goedheid had beloond, doch héér, voor
haar wreedheid, had willen straffen, werd
ook zij wat vriendeliiker voor de dieren,
en daarom ging het haar ook verder goed.
Want haar man werd één der bekwaamste
wevers van Japan.
TANTE JOH.
De Fransc'he les was afgeloopen. Het
wachten was op de handwerkonderwijze-
res. De meisjes zetten haar mandjes oi'
kistjes gereed en diepten haar werk op uit
haar boekentasschen, want ze hadden het
mee naar huis moeten nemen om er wat
aan te doen.
Hemel, Kitty, 'k heb mijn handwerk ver.
geten," zei Elly, die overal in haar tasch
zocht.
„Kijk eens goed, El, 't zit misschien er
gens tusschen," hernam Kitty.
Elly haalde één voor een al haar boeken
uit haar tasch. Maar 't zat nergens tus
schen. Zóó klein was het trouwens ook niet.
Bah. wat vervelend!
,.Heb je 't soms laten vallen?" opperde
Kilty. En samen verdwenen ze op den grond
om te zoeken Maar 't werk lag er niet. In
den lessenaar was het ook niet.
„Zit het misschien in je mandje? Heb je
wel meegenomen naar huis?"
„Zeker heb ik het mee naar huis genomen.
Ik heb er gisteravond nog aan zitten wer
ken, toen Moeder kousen zat te stoppen.
„Poeh) kousen stoppen. Dat heb ik gister
avond ook nog zitten doen".
„Jij, Kiit?"
„Ja „zeker. Ik! Dacht je. dat mijn moeder
al die kousen van zes kinderen alleen kon
Sloppen? 'k Help altijd mee, maar prettig
vind ik het niet. Toch neemt Mam altijd,
die 't ergst kapot zijn. Echt moedersmanier,
hè?"
De juffrouw kwam binnen.
„Wat zou juffrouw de Ru zeggen? Zou ze
woedend zijn?" vroeg Elly.
„Ik weet het niet," zei Kilty. „Misschien
mag je wel gaan lezen of je werk maken.
Dat mocht ik verleden jaar ook eens, toen
ik mijn handwerk vergeten had."
„Ja, maar toen was juffrouw de Ru er nog
niet." zei Elly.
„Dat is zoo," antwoordde Kitty. Ze was
dit jaar niet overgegaan en had het vorig
jaar een andere handwerkonderwijzere9 ge
had.
De bel ging. Nog even praatten de meisjes
door.
„Sfilte, meisjes! Hebben jullie de bel niet
gehoord?" zei de juffrouw.
Alle meisjes begonnen. Alleen Elly bleef
stil met haar armen op de bank zitten.
„Waar is je werk, Elly?" vroeg de leera-
res
„Ik heb het vergeten, juffrouw".
„Vergeten?"
\Ja juffrouw: Ik dacht vast, dat ik het in
mijn tasch had gedaan'.'
„Nu, dan moet je maar wat anders gaan-
doen." Juffrouw de Ru stond op en ging
naar de tafel.
„Zou ze een boek zoeken?" dacht Elly.
't Was echter geen boek dat voor den dag
kwam. maar een hengselmandje het mandje
waarmee de juffrouw 's morgens altijd op
school kwam.
Kom maar eens liier, Elly," zei de leera-
res
Elly kwam voor de klas en zag, dat het
een mand met kousen was: grijze en beige
en bruine kousen, 't Leek Moeders kousen-
mand wel. Wat zou de juffrouw daarmee
willen?
Juffrouw de Ru haalde een paar beige
kousen te voorschijn. Toen zocht ze een
kaartje stopgaren op, dat in kleur met de
kousen overeenkwam en gaf de kousen en
het garen aan Elly.
„Ziezoo" zei de juffrouw. Ga jij dan die
kousen vanmorgen maar stoppen".
Elly trok een lang gezicht, toen zij naar
haar plaats ging. De meisjes keken haar
veelzeggend aan.
„Dat is wat anders dan lezen, hè," zei
Elly tegen Kit, „maar ik kan het niet."
Elly duwde den maasbal in de kous en
zocht de gaatjes op. Toen deed ze een draad
in de naald.
Maar wat nu? Op de lagere school had
ze wel eens een stop in haar maaslap ge
mankt Maar dit was zoo fijn.
„Zal ik het je eens voordoen?" vroeg Kit
ty, toen ze zag. hoe ongelukkig haar buur
vrouw er bij zat
„Hè. ja!" zei Elly blij.
En handig deed Kitty haar voor, hoe ze
een net stopje moest maken.
„Kijk." zei ze. „daar zit nog zoo'n klein
gaatje Probeer jij dat nu eens."
Elly probeerde het. Het werd wel niet 1
zoo mooi als dat van Kit. maar 't viel nogal
mee. De volgende stopjes gelukten al beter.
En toen de les afgeloopen wa9. waren de
kousen heel Juffrouw de Ru keek hel na
en knikte tevreden
„Zie zoo!" zei ze. „Die kan ik morgen
weer aan
Toen Elly thuis kwam, zei Moeder:
„Je had je handwerk op tafel laten lig
gen
„Ja dat merkte ik ook En u raadt nooit,
wat ik nu heb moeten doen." zei Elly.
..Nu misschien heb je moeten borduren
aan het werk van een meisje dat ziek was,"
zei Moeder.
.Neen. 'k heb kousen gestopt."
„Echte kousen gestopt?" vroeg Moeder
verwonderd.
..Ja. beige kousen van de juffrouw. Ze
had een heele man dvol
„Ik heb ook een heele mand vol," zei
Moeder, „maar ik heb geen H.B.S. meisjes,
die 70 voor me maken."
„Toch wel." zei El. „Ik ben toch ook
een H.B.S. meisje. Ik ken 't nu. En nu
zal ik u ook helpen
„Lieverd." zei Moeder, terwijl ze Elly een
kus gaf
's Avonds zalen Moeder en El gezellig bi)
elkaar met de kousenmand tusschen zich
in Het schoolwerk was af en de klein ties
waren naar bed. Het theewater raasde
zachtjes op de kachel. En de rook van Va
ders sigaar hing zoo vertrouwelijk in de
kamer
„Ik heb nooit geweten, dat kousen stop
pen zóó gezellin was" zei Elly.
„Ik ook niet." zei Moeder.
Maar ze begrepen beiden, waardoor het
nu zoo prettig was geworden
J. H BRINKG-REVEENTROP.
Ingezonden door Koos Laurier.
NETTE BEDIENING.
Klant: ,,Zeg kellner, wanneer krijg ik
nu eindelijk die halve kip 1"
Kellner: „Zoodra er een klant komt die
de andere helft bestelt, mijnheer. We kun
nen toch geen halve kip slachten."
Ingezonden door Jan van der Born.
VadeT: ,,Piet je moet niet zoo op je
bloote voeten zitten, dan vat je nog koude."
Piet: „Maar Vader ik zit niet op mijn
bloote voeten, ik zit op een stoel."
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN. DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
I.
Ingezonden door Frieda Sladek.
Verborgen plaatsnamen.
Kinderen, gaat naar den kelder en haalt
die mand met appelen.
Hoor, niet alleen huilt de wind, maar ook
de regen klettert tegen de ruiten.
II.
Ingezonden door Tinus van der Born.
Wat heeft men noodig na zware inspan
ning? Wat gebeurt er met ijzer als men het
niet goed verzorgt?
Die 2 te zamen vormen een bekend
spreekwoord.
III.
Ingezonden door Leni en Willie Sch'ilp.
Mijn eerste is een jongensnaam,
Och ja, je kent mij wel.
Mijn tweede deel gaat in de soep
Doch eerst in stevig vel.
En mijn geheel kan je gewis
In ieder circus zien.
Je schuddebuikt dan van den lach,
Ken je mijn naam misschien?
IV.
Ingezonden door Jellie Vogelsang.
Hoeveel eieren kon Napoleon op zijn
nuchtere maag eten?
V.
Ingezonden door Abram Wijnnol
Wie kan het warm en koud maken?
VI.
Ingezonden door Marie en Leo van Veen.
't Zijn allerliefste stoeltjes
MaaT niet van hout.
Je vindt ze vaak bij hoopen
In 't groene woud.
VIL
Ingezonden door Karei West.
Ik zit 's morgens erg in de 1, 2, 3, 4 ale
ik aan het ontbijt geen 4, 3, 2, 1, krijg.
VIII.
Ingezonden door Anje de Gelder.
Ik heet wel stuk maar 'k ben niet stuk
Ik ben een goed geheel
En menschen die mij haten
Zijn er zeker wel niet veel.
Gij hebt mij moog'lijk in uw zak
En noemt mijn naam dus met gemak.
OPLOSSINGEN BER PRIJSRAADSELS
DER GROCTEREN.
1. Sint Nicolaas, Anna, Nico, stal, list,
lans.
2. Rug, brug, Brugge.
3. Kar, wei, karwei.
4. Merwede. Haringvliet, Donau, Weich-
sel.
OPLOSSINGEN DER PRIJSRAADSELS
DER KLEINEREN.
1. Rand, rond, rund.
2. Zonnebloem, mol, bon, neen, zod.
3. A rm r echt m ooi o ud e erlijlc
d om e envoudig.
'4. Bel, ham, el, belhamel.
De prijzen kunnen aan ons Burean wor
den afgehaald a.s. Woensdaomiddag van
12 nnr tot halfeen en van 45 nnr.
Red. „L. D."
o
OPLOSSINGEN VAN DEN REBUS UIT HET
VORIGE NUMMER.
De machinist reed langzaam een over
weg voorbij op de Veluwe.