71sle Jaaraanp ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930 No. 21636 OFFICIEELE KENNISGEVING HET STADHUISPLAN VAN DEN HEER Ir. DUDOK. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENT1EN 30 Cts per regel voor advertentién uit Leiden en plaatsen waai agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woordeD vaD 30 Incasso volgens postrecht Voot eventueele opzending van brieven 10 Cts Dortc te betaleD Bewijsnummer 6 Cts Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post f 2.35 4- portokosten. ƒ018 „0.18 Dit nummer bestaal uit ZES bladen EERSTE BLAD. hinderwet. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van A. P. Blok om vergunning tot het oprichten van een sme derij, construcliewerkplaats en herstelplaats in het perceel Maredijk No, 25a, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie L No. 1422. Gelet op de artikelen 6 en 7 der Hinder- Geven kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op de Secre tarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag, den 11 October e.k des voormiddags te halt elf uren in het perceel Breestraat 125 (Bureau van Ge meentewerken) gelegenheid zal worden ge geven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor het gemeentebestuur ot een zijner leden zijn verschenen, ten deele hun be zwaren mondeling toe te lichten. AUG. L. RE1MER1NGER, Weth. lo. Burgemeester. VAN. STRIJEN, Secretaris. Leiden, 27 September 1930. 9731 Ruim een maand is er nu verloopen sedert door B en W. de plannen over den nieuwen Stadhuisbouw wereldkundig zijn gemaakt. In de Raadszitting van September 1930 is uitdrukkelijk gezegd, dat met het nu-ler- tafel-gebrachle plan in het geheel niet het Raadsbesluit van December 1929 ongedaan werd gemaakt. De bedoeling was slechts de publieke belangstelling, welke verflauwd was, weder op te wekken, en de critiek gelegenheid te geven zich uit te spreken. In verschillende dag-, week- en vakbladen is dan ook de critiek losgekomen, welke voor het overgroote deel van deskundige zijde kwam. Ook wij hebben ons tot een deskun dige gewend en wel tot den bekenden archi tect, den heer Kok, secretaris van „Heem schut". Schakelen wij o a. de critiek van het R.-K Bouwblad uit, dan kunnen wij gerust zeggen, dat het oordeel der deskundigen over (het plan-Dudok in het algemeen zeer gunstig genoemd mag worden. Doch en nu, wij zijn ons ervan be wust, komen wij op een gevaarlijk pad, en tóch moet het ons van het hart wat is het oordeel der leeken; wat is het oordeel van het overgroote deel der burgerij? En men kome ons nu niet aan met de afdoener, een leek heeft er geen verstand van, dus moet niet meepraten, móet zich dat recht niet aanmatigen 1 Want de leek, de burgerij, 'betaalt den bouw en dan is het toch ook haar recht zich uit te spreken, of zij het plan mooi of leelijk vindt. Koopt een leek, op het gebied van schilderkunst, een schil derij, dan is toch zijn eerste wensch zelf dat doek mooi te vinden en zal hij er zeker niet toe overgaan, zich, een in zijn oogen leelijk doek aan te schaffen, ook al zeggen deskundigen, dat het een schitterend stuk werk is. Wij stellen hierbij natuurlijk vootop het eerlijk persoonlijk oordeel van den kooper en niet het gehuichelde oordeel van den 'kooper, die de deskundigen napraat en zich daardoor met een sfeer van deskundigheid wil omhullen. En als wij dan, uitdrukkelijk vooropge steld als leek een oordeel over het nieuwe stadhuisplan laten hooren, dan kan dat helaas niet gunstig genoemd worden De door den heer Dudok geleverde prestatie, dit wenschen wij voorop te stellen, willen wij en kunnen wij ook niet anders zien als die van een hoogst kundig en als zoodanig ook internationaal bekend architect. Beginnen wij nu met den achtergevel, dus den ouden le restaureeren gevel, die daartoe geheel afgebroken zal moeten worden, dan komt hel ons gewenscht voor dezen een tweetal meters achteruit te plaatsen, waar door de Breestraat iets meer dan thans, haar naam eer aan kan dien. In dien ouden gevel nu komt volgens het plan een poort, die den voorbijganger zal moeten uitnoodi- gen binnen te treden. Hiermede bereikt de architect zeker dat de ontworpen binnen plaats verlevendigd zal worden. Edoch, zal het niet vreemd, onaangenaam en storend aandoen, na den ouden gevel bewonderd te hebben, binnen te treden en zich in één slag geplaatst te zien in een ultra modern milieu? De binnenplaats is naar onzen smaak verder wel een beetje erg modern en doet ons aan het gebouw van Van Nelle denken. Maar kom, dat kan meevallen. Nu echter gaan wij naar buiten, naar de Vischmarkt en als wij dan een oordeel over dezen nieuwen gevel willen doen hooren, dan kunnen wij niet anders zeggen, dan dat deze ons geen bevrediging kan sdhenken. En wel, omdat: ten eerste een dergelijke gevel niet in de omgeving te midden van het oude gedeelte onzer stad past. Nu moge de heer Dudok wel zeggen, dit stadsgedeelte moet zich op den duur archi tectonisch aanpassen aan de architectuur van het stadhuis, doch wij zullen af te wachten hebben of zulks geschiedt, terwijl ons de vraag blijft, is het noodig en is het wensc-helijk dit oude deel in den geest van den heer Dudok te modern!seeren. Is het daarbij wel zoo gewenscht de bocht uit den Nieuwe-Rijn te halen? Waarom moet dan alles recht worden, ook in de natuur? Ten tweede: een dergelijke gevel ons niet dat geeft, wat ons voldoet als stadhuis gevel Ook de winkelgalerij vinden wij geen gelukkige vondst en doet in en aan den gevel van ons stadhuis goedkoop aan en strookt o. i. niet met de waardigheid van een dergelijk gebouw. Men bedenke wel. ware dit het ontwerp van een gevel. b.v. gelegen langs den Vliet, wij zouden ons er niet alleen mee kunnen vereenigen, ja, het zelfs mooi kunnen vin den, doch wij zijn van meening, dat aan een gevel van een stadhuis andere eisc'hen moeten gesteld worden, dan aan dien van een fabriek of een warenhuis. Ten overvloede wenschen wij er nogmaals op te wijzen, dat dit ons eerlijk oordeel is en dat natuurlijk bijbedoelingen volkomen afwezig zijn. Wij zouden alleen er aan willen toevoegen, „Wat is het oordeel deT Leidsche burgers, die. wanneer dit plan ten uitvoer wordt gebracht, dag in. dag uit, jaar in, jaar uit, dit bouwwerk zullen moeten bewonderen of afkeuren. Zou het geen zaak zijn, dat ook zij de ge legenheid kregen zich er over uit te spreken. Wij juichen dan ook van harte het adres van de Vereeniging „Oud-Leiden" aan B. en W gericht, en in ons blad van gis teren onder „Laatste Berichten" afgedrukt, toe. En wij spreken daarbij de hoop uit, dat B. en W. him medewerking hiertoe niet zullen onthouden. UNITAS STUDIOSORUM LUGDUNO BATAVA. Opening van het eigen sociëteitsgebouw. In de groole bovenzaal van perceel Ra penburg 6 heeft gisteravond de officieele opening plaats gehad van het societeits- gebouw der. Unitas Studiosorum Lugduno Batava. Hieraan ging vooraf de opening van het eerste noviliaat door den rector van den Senaat, den heer J. J. Kips, die een kort i welkomstwoord richtte tot de 64 novieten en de oudere-jaars-sludenten opwekte tot een druk bezoek aan het gebouw tijdens het ncvitfiaat De heer J. Drijver praeses der novitiaatscommissie deed daarna verschil- lende mededeelingen betrekking hebbende op de komende periode, waarna de Senaat per rijtuig vertrok naar het station ter ver welkoming van de Senaten der Unitas uit Amsterdam. Utrecht en Delft. We hebben ons deze pauze ten nutte ge maakt om eens een kijkje te nemen in de verschillende lokaliteiten van het. gebouw. Ter rechterzijde van den ingang is de Senaatskamer gelegen, waar temidden van vele bloemstukken o. a. van de V. V. S. L., de Amsterdamsche, Utrechtsche en Delftsche Unitas en de sub-verepnigingen, het vaan del der jonge studentenvereniging prijkte. Gelijkvloers troffen we hier verder de keu ken en den wijnkelder aan. Op de eerste verdieping bezochten we achtereenvolgens de heerenkamer tevens biljartzaal. de meisjeskamer, een commissiekamer en de cronte conversatiezaal, terwijl de 2de ver dieping een slaapplaats bleek te bieden aan 40 spoorstudenten, terwijl hier desgewenscht een aantal woonvertrekken kan worden in gericht. De inrichting en meubileering is eenvou dig, doch smaakvol. In tegenwoordigheid van vele genoodig- den, onder wie wij o.m. opmerkten den secretaris van het college van curatoren, mr P. J. Idenhurg. den rector-mngnificus, prof dr .T Ph Vogel, den secretaris en den pro-secretaris van den Academischen Se naat, de hoogleeraren dr J. J. Blanksma en dr N. J Krom en de hoogleeraren dr. H. T. Colenbrander. dT. F. M. Th. Böhl dr. J. P. B Josselin de Jong. mr. G André de la Por te. dr T H. Zaayer en mr. D van Blom, den locn-bnrgpmeester, den heer Aug. L. Reimerincer en voorts vertegenwoordigers van de besturen der V V. S. L.. Sanctus Augnstinus de Leidsche Indologenvereeni- ging en de Sociëtas Studiosorum Reforma tory m. Nadat allen hadden plaats genomen sprak de rector Senatus, de heer Kips vervolgens de openingsrede uit. Na allen welkom te hebben geheeten, zeide spr. dat, wil de Unitas blijven en nog steeds meer worden .een nuttig en onont beerlijk element der academische samen leving dan zal zij zich bewust moeten zijn van de eischen, waaraan zij zal moeten be antwoorden en met juistheid moeten besef fen. dat het begin, dat wij thans medemaken weliswaar tot tevredenheid kan stemmen, maar nochtans een begin is waarop zal behooren te volgen een geleidelijke uit- groeiing in grootte en in hulpmiddelen in den loop der volgende jaren. Begeven wij ons een oogenblik terug tot de periode van 1840 tot 1900, die voor een goed begrip der thans bestaande verhoudin gen zoo groote waarde heeft. Eén Vereeniging omvatte toen aanvan kelijk alle en lafer ook nog het grootste ge deelte der studenten een Vereeniging opgericht met de principes, die thans die van Unitas zijn. Omstreeks 1900 werd dit anders en kwam de I/eidsche Studenten Vereeniging „Pergo ac Perago" de eerste voorlooper der Uni tas tot stand Was dit een plotselinge om mekeer, een soort revolutie? Verre van dien- geleidelijk reeds was een vervorming te constateeren in het Leidsche leven. De democratische principes, die in 1840 werden omhelsd, waren niet die van Alle studenten zij vonden een eerst ge- ringen, later steeds krachtiger tegenstand van de oppositie-partij der Aristoi en hun aanhangers. Meer en meer won deze tegen stand veld en in wezen waren er toen reeds de twee stroomingen, zij het nog in één verband. De aanvankelijke oppositie werd geleide lijk regeeringspartij en trachtte de oude principes meer en meer te verlaten. De vroegere heerschende democratische groep wilde of kon zich daarbij niet aan passen en bleef meer en meer huiten wat eens een innig verband van alle studenten was. Zij groeide in aantal en kon toen de behoefte aan een studenten vereeniging en sociëteit voldoen. Vandaar in 1900 de Leid sche Studenten Vereeniging, vandaar thans de Unitas. Te velen zijn gewend geraakt aan een toestand, die voor den student toch zoo wei nig aanlokkelijks biedt, het zich afzijdig houden van elk vereenigingsleven of zooals wij het noemen het „Nihilisme", Dit is een natuurlijk gevolg van het vroeger ontbreken van een vereeniging, waarbij men zich aan kan sluiten. Bovendien neemt het spoorstudentschap steeds onrustbarende vormen aan. Het is een noodzakelijk kwaad, dat, eener- zijds om finantieele en familie omstandig heden anderzijds door den trek der groole stad, nauwelijks getracht kan worden op eenieszins afdoende wijze te bestrijden. Wij zullen dit dan ook thans niet beproe ven, maar ook hier kan Unitas een belang rijke functie vervullen door hen in de gele genheid te stellen ten volle aan het ver een i dn gsl even deel te nemen. Dan ook kwamen en dat vooral in de laat ste decenniën velen aan de Universiteit uit milieu's, die vroeger niet hun afgevaardig den binnen de Leidsche wallen brachten en die thans nog wat omwennig staan tegen over een studenten-vereeniging. Ook van hen worden te velen nihilist. En wij die uitgaan van het principe, dat alle studenten gelijk zijn zonder aanzien van maatschappelijken stand mogen hen wijzen op het nut der studenten-vereeniging juist voor hen, in wier vorming zij een zoo groot aandeel zou kunnen nemen. Komen wij thans meer nader te spreken over de Unitas zelve. Toen in December zeven Leidsche studen ten zich vereenïgden onder den naam „Co mité van Actie voor de oprichting eener ge mengde Studenten-Vereeniging" hebben zij niet verwacht, dat hun initiatief al dadelijk zooveel instemming zou ontmoeten als ge schied is. Hef is een bewijs te meer voor de groote behoefte die bestond, de noodzaak van het ontstaan der Unitas. En wanneer wij thans op het punt staan deze Sociëteit te openen dan is dat alweer een unicum. Want voor zoover mij bekend heeft nimmer eenige studenten-vereeniging nauwelijks pen halfjaar na hare oprichting een eigen sociëteit kunnen openen. De principes onzer Vereeniging loopen schijnbaar zeer uiteen: Novitiaat, geringe finantieele lasten en gemengd lidmaatschap hebben op het eerste gezicht niet zoo heel veel gemeen. Toch ziin zij gevolgen van datgene wat in wezen ons hoofdprincipe is te noemen: Waardeering van de persoonlijkheid van elk lid alleen volgens zijn innerlijke waarde en tegelijk het doen wegvallen van alle bar rières van anderen aard. die men zou kun nen opwerpen voor het lidmaatschap. Het gemengd lidmaatschap ligt in de lo gische lijn der ontwikkeling van het overal reeds fezamen werken van vrouwelijke en mannelijke studenten en dat de Unitas als moderne vereeniging deze consequentie trok is welhaast van zelf sprekend. Aan onze groote universiteiten vindt men niet meer de spheer, die vroeger bestond van bekendheid van alle studenten met elkan der, van een zich gevoelen te behooren tot een afzonderlijke maatschappij van samen werkende jonge menschen. Een spheer, die ongetwijfeld Voor hen, die haar ondergingen, van hooge waarde was. Maar deze spheer, die de Universiteit niet meer geven kan vindt de studen* thans m kleiner verband in zijn vereeniging en wel vooral op zijn sociëteit. Daar worden vriendschappen aangeknoopt op een leeftijd waarop men de volle waarde van dit begrip nog zoo duidelijk gevoelt, daar vindt men nog het echte studenten leven. daar worden meeningsversehillen uit gestreden. die eenzijdigheid voorkomen en gevoelt men zich omgeven door goede ken nissen gebonden door eenheid van aca demie. eenheid ook van vereeniging. Nu Unitas de beschikking over een eigen sociëteit heeft verkregen zullen zich ook in haar ongetwijfeld, die eigenschappen in wij der kring gaan verspreiden, die voor den geest eener vereeniging van zoo groot be lang zijn en die voor haar ontwikkeling zijn vereischt. De in verhouding tof de vereeniging nog kleine kring van hen, die met geestdrift sa menwerken voor de vereeniging kan zich thans verder uitbreiden. Want de leden zullen gaan gevoelen wal het wil zeggen Unitas-lid te zijn Een daad werkelijke samenwerking zal groeien moe ten tusschen alle leden en senaat, zich rich ten op dat ééne doel dat hier slechts gelden mag- het belang der Unitas. Eerst nu begint het werk van alle leden, eerst nu kan zich een geestdrift vormen, die tezamen met de eenheid zoo goede resulta ten afwerpt. Unitas moet steeds streven naar vooruit gang en elk lid vindt op eenig terrein al spoedig iets te doen. Thans is het oogenblik aangebroken waar op het mij gegeven is deze sociëteit te ope nen. Het zal u niet verbazen, dat een zekere ontroering zich daarbij aan mij opdringt, deze 6 maanden zijn er geweest van veie zorgen, de jaren van vorming der oprich tingsidee der Unitas hadden ook hun noo- den. Het is dan ook een buitengewone vol doening voor ons, dat thans deze socieleit gereed is. Velen hebben aan dit resultaat medege werkt, hun aller namen te noemen is mij niet mogelijk. Ik moge hier dan volstaan met hartelijke woorden van dank te richten bt den heer mr. B. P. v. d. Veen, den eersten rector der Unitas, die de leiding der eerste wording had en den heer H. J. Siddré. den praeses der eigen-hui9 commissie, die de inrichting heeft verzorgd, voor de vele moeiten die zij zich gegeven hebben. Moge dan inderdaad deze socieleit die sti- muleerende werking hebben op den geest drift en eenheid der leden, die wij verwach ten en moge zij vele jaren lang blijven -een bolwerk voor het Leidsche Studentenleven. Ik verklaar als Rector-Senatus der U. S. L. B. deze socieleit geopend en verzoek de commissie van de sociëteit het toezicht op zich te willen nemen op de wijze, die wij van haar mogen verwachten, (applans). Na deze rede volgde een drukbezochte receptie in de receptiekamer, terwijl een souper de openingsplechtigheid besloot. DE LEIDSCHE HOUT. Op Zondag 5 October a.s. zal de Leidsche Hout van 10 uur v.m. tot 6 uur n.m. ter kennismaking voor het publiek worden open gesteld. Er zijn drie ingangen: nl aan den Maredijk, aan den Warmonderweg en aan de Joh de Wittstraat. Het publiek wordt ernstig verzocht het jonge plantsoen en de technische werken te ontzien en niet buiten de paden te loopen. BINNENLAND. Onthulling door Prinses Juliana van het Ot en Sien-monument te Den Haag. (Binnen land, 2e Blad). Het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de herziening der Gemeentewet. (Bin nenland, 2e Blad). De luchtvaart in West-Indië; commissie van onderzoek vertrokken. (Binnenland, 2e Blad). Brand op een Engelsch stoomschip in een der Rotterdamsche havens. (Gemengd, 2e Blad). Ontploffing op het stoomschip „De stad Zaandam"; één doode en één zwaar ge wonde. (Gemengd, 2e Blad). DE H. T. M.-DIENST OP DEN HAAG. De directie van de N. V. Gemengd Bedrijf 'Haagsc'he Tramweg-Mij. deelt mede: Met ingang van 5 October a.9. treedt op ae lijn Den HaagWassenaarLeiden de winterdienst 1930'31 in werking. Van Den Haag (Plein) af vertrekken op werkdagen de wagens naar Leiden te v.m. 6.35, 7.10, 7.40, 7.55, 8.10 en verder iedere 15 minuten tot nam. 7.55, daarna iedere 30 min. tot nam. 11.25. Bovendien tot Re mise Wassenaar te nam. 8.10, 8.40, 11.45 en 12.25 Op Zondagen vervalt de rit v.m 7.55, rijdt nam. 11.45 door naar Leiden en is een rit ingevoegd te nam. 12.55 tot Remise Wassenaar. Van Leiden naar Den Haag wordt geredei op werkdagen te v.m. 6.35, 6.56. 7.18, 7.38 7.53, 8 08. 8.23, 8.38 en verder iedere 1. minuten tot nam. 7.53, daarna iedere 30 min tot nam. 1123 Bovendien tot remise Wassc naar te nam. 8 08, 8.38, 11.50 en nach 12 20. Des Zondags vervallen de ritten v.m 6.56, 7.18. 7.53, 8.23 en nam. 11.50, terwij worden toegevoegd de ritten 7.07 v.m., n.m 11.53 naar Den Haag en 12.20 'snachts tol remise Wassenaar. BUITENLAND. De ontwapeningscommissie van den Vol kenbond beëindigt haar werkzaamheden. (Buitenl., le Blad). Steeds moeilijker wordende politieke toe standen in Dnitschland. (Buitenl. le Blad). In Oostenrijk is Vangoin belast met de vorming van een kabinet, in Turkije weer Ismet pasja. (Buitenl. le Blad). PRIJSVRAAG „M. S. G." BOUWKUNDE. Bij gelegenheid van het honderdjarig be staan van het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" alhier, hebben oud- leerlmgen van de School van dat Genoot schap een fonds gesticht om te dienen voor premiën bij uit te schrijven prijsvragen. Den 17en September 1885 werd het fonds gesticht, zoodat nu het tijdstip is aangebro ken om voor de negende maal tol de uitvoe ring over te gaan, waarom het Bestuur van bovengenoemd Genootschap besloten heeft een prijsvraag voor bouwkunde uit te schrijven. Aan deze prijsvraag mogen alleen deel nemen oud-leerlingen van de School van het Genootschap, die na 31 Maart 1921 nog ats leerling waren ingeschreven. De prijsvraag omvat het ontwerpen van een volks-theehuis met speeltuin, zooals er een in den toekomstigen Leidschen Hout zal worden aangelegd. Er worden twee prijzen uitgeloofd: Eerste prijs, groot f.200 met groote zil veren medaille. Tweede prijs, groot f. 100 met kleine zil veren medaille. Indien naar het oordeel der jury de inge komen antwoorden voor de uitgeloofde prij zen niet in aanmerking komen, of geen uit spraak kan gedaan worden omtrent den voorrang van een of meer antwoorden, heelt de jury het recht tot niet of gedeeltelijke toe kenning of tot verdeeling der uitgeloofde gelden. De ten volle bekroonde antwoorden wor den eigendom van het Genootschap. Gedeeltelijk bekroonde antwoorden wor den alleen dan eigendom van het Genoot schap, wanneer de toegekende belooning wordt aanvaard. Alle ingezonden antwoorden worden in het openbaar tentoongesteld. De jury zal bestaan uit de heeren: ir. Hoogenboom en P. M. J van Oerle als be stuurders: M. Sirag te Utrecht, H. Sutter- land te Rotterdam en C. van der Wilk te Amsterdam als oud-leerlingen. Voor toezending der prijsvraag wende men zich schriftelijk tot den directeur der school, ir. R. J. Verwijs, Regentesselaan 61, Oegstgeest. DE WINKELWEEK. Maandagavond te 8 uur zal het Harmonie- gezelschap ,.De Post" een rondwandeling door de stad maken, waarbij de volgende route zal worden gevolgd. Ju.'iana traat hoek S i astraat, Julianastr., Lude Heerengracht, Oude Singel, Hulpbrug, Koesteeg. Haarl.straat, Bakkersteeg, Hooi gracht, Nieuwe Rijn, Korenbeurs, Koren- beurssteeg, Breest-aat, Vrouwensteog, Kip- penbrug, Apothekersdrjk. Prinsessekade, Haarl.straat, Donkersteeg, Hoogstraat, Visch markt, Botermarkt, Gangetje, Hoogewoerd, Rijnstraat. Runstraat brug. Nieuwe R; n. Visoh brug, Maarsmarsteeg, Bre straat Kort R penburg, Prin essekade,. B.auwpo r; brug, S'een traat. 1ste Rinnenv?stgrac' t Lammer markt, Turfmarkt, Prin-essekade, Ap-to^rs dijk. Vrouwen teeg. Haari.str.. Bakkersteeg, Hooigracht, Watersteeg, Hoogewoerd, Gan getje (ontbinden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 1