71sle Jaaraanp
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930
No. 21636
OFFICIEELE KENNISGEVING
HET STADHUISPLAN
VAN DEN HEER Ir. DUDOK.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENT1EN
30 Cts per regel voor advertentién uit Leiden en plaatsen waai
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een
maximum aantal woordeD vaD 30
Incasso volgens postrecht Voot eventueele opzending van brieven
10 Cts Dortc te betaleD Bewijsnummer 6 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post f 2.35 4- portokosten.
ƒ018
„0.18
Dit nummer bestaal uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het verzoek van A. P. Blok om
vergunning tot het oprichten van een sme
derij, construcliewerkplaats en herstelplaats
in het perceel Maredijk No, 25a, kadastraal
bekend Gemeente Leiden, Sectie L No. 1422.
Gelet op de artikelen 6 en 7 der Hinder-
Geven kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bijlagen op de Secre
tarie dezer gemeente ter visie gelegd is;
alsmede dat op Zaterdag, den 11 October
e.k des voormiddags te halt elf uren in het
perceel Breestraat 125 (Bureau van Ge
meentewerken) gelegenheid zal worden ge
geven om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor het gemeentebestuur ot een zijner
leden zijn verschenen, ten deele hun be
zwaren mondeling toe te lichten.
AUG. L. RE1MER1NGER,
Weth. lo. Burgemeester.
VAN. STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 27 September 1930. 9731
Ruim een maand is er nu verloopen sedert
door B en W. de plannen over den nieuwen
Stadhuisbouw wereldkundig zijn gemaakt.
In de Raadszitting van September 1930 is
uitdrukkelijk gezegd, dat met het nu-ler-
tafel-gebrachle plan in het geheel niet het
Raadsbesluit van December 1929 ongedaan
werd gemaakt. De bedoeling was slechts de
publieke belangstelling, welke verflauwd
was, weder op te wekken, en de critiek
gelegenheid te geven zich uit te spreken.
In verschillende dag-, week- en vakbladen
is dan ook de critiek losgekomen, welke
voor het overgroote deel van deskundige
zijde kwam.
Ook wij hebben ons tot een deskun
dige gewend en wel tot den bekenden archi
tect, den heer Kok, secretaris van „Heem
schut". Schakelen wij o a. de critiek van het
R.-K Bouwblad uit, dan kunnen wij gerust
zeggen, dat het oordeel der deskundigen over
(het plan-Dudok in het algemeen zeer gunstig
genoemd mag worden.
Doch en nu, wij zijn ons ervan be
wust, komen wij op een gevaarlijk pad, en
tóch moet het ons van het hart wat is
het oordeel der leeken; wat is het oordeel
van het overgroote deel der burgerij? En
men kome ons nu niet aan met de afdoener,
een leek heeft er geen verstand van, dus
moet niet meepraten, móet zich dat recht
niet aanmatigen 1 Want de leek, de burgerij,
'betaalt den bouw en dan is het toch ook
haar recht zich uit te spreken, of zij het
plan mooi of leelijk vindt. Koopt een leek,
op het gebied van schilderkunst, een schil
derij, dan is toch zijn eerste wensch zelf
dat doek mooi te vinden en zal hij er zeker
niet toe overgaan, zich, een in zijn oogen
leelijk doek aan te schaffen, ook al zeggen
deskundigen, dat het een schitterend stuk
werk is.
Wij stellen hierbij natuurlijk vootop het
eerlijk persoonlijk oordeel van den kooper
en niet het gehuichelde oordeel van den
'kooper, die de deskundigen napraat en zich
daardoor met een sfeer van deskundigheid
wil omhullen.
En als wij dan, uitdrukkelijk vooropge
steld als leek een oordeel over het nieuwe
stadhuisplan laten hooren, dan kan dat
helaas niet gunstig genoemd worden De
door den heer Dudok geleverde prestatie, dit
wenschen wij voorop te stellen, willen wij
en kunnen wij ook niet anders zien als die
van een hoogst kundig en als zoodanig ook
internationaal bekend architect.
Beginnen wij nu met den achtergevel, dus
den ouden le restaureeren gevel, die daartoe
geheel afgebroken zal moeten worden, dan
komt hel ons gewenscht voor dezen een
tweetal meters achteruit te plaatsen, waar
door de Breestraat iets meer dan thans,
haar naam eer aan kan dien. In dien ouden
gevel nu komt volgens het plan een poort,
die den voorbijganger zal moeten uitnoodi-
gen binnen te treden. Hiermede bereikt de
architect zeker dat de ontworpen binnen
plaats verlevendigd zal worden. Edoch, zal
het niet vreemd, onaangenaam en storend
aandoen, na den ouden gevel bewonderd te
hebben, binnen te treden en zich in één
slag geplaatst te zien in een ultra modern
milieu?
De binnenplaats is naar onzen smaak
verder wel een beetje erg modern en doet
ons aan het gebouw van Van Nelle denken.
Maar kom, dat kan meevallen.
Nu echter gaan wij naar buiten, naar de
Vischmarkt en als wij dan een oordeel over
dezen nieuwen gevel willen doen hooren,
dan kunnen wij niet anders zeggen, dan
dat deze ons geen bevrediging kan sdhenken.
En wel, omdat:
ten eerste een dergelijke gevel niet in de
omgeving te midden van het oude gedeelte
onzer stad past.
Nu moge de heer Dudok wel zeggen, dit
stadsgedeelte moet zich op den duur archi
tectonisch aanpassen aan de architectuur
van het stadhuis, doch wij zullen af te
wachten hebben of zulks geschiedt, terwijl
ons de vraag blijft, is het noodig en is het
wensc-helijk dit oude deel in den geest van
den heer Dudok te modern!seeren. Is het
daarbij wel zoo gewenscht de bocht uit den
Nieuwe-Rijn te halen? Waarom moet dan
alles recht worden, ook in de natuur?
Ten tweede: een dergelijke gevel ons niet
dat geeft, wat ons voldoet als stadhuis
gevel Ook de winkelgalerij vinden wij geen
gelukkige vondst en doet in en aan den
gevel van ons stadhuis goedkoop aan en
strookt o. i. niet met de waardigheid van
een dergelijk gebouw.
Men bedenke wel. ware dit het ontwerp
van een gevel. b.v. gelegen langs den Vliet,
wij zouden ons er niet alleen mee kunnen
vereenigen, ja, het zelfs mooi kunnen vin
den, doch wij zijn van meening, dat aan
een gevel van een stadhuis andere eisc'hen
moeten gesteld worden, dan aan dien van
een fabriek of een warenhuis.
Ten overvloede wenschen wij er nogmaals
op te wijzen, dat dit ons eerlijk oordeel is
en dat natuurlijk bijbedoelingen volkomen
afwezig zijn. Wij zouden alleen er aan
willen toevoegen, „Wat is het oordeel deT
Leidsche burgers, die. wanneer dit plan
ten uitvoer wordt gebracht, dag in. dag uit,
jaar in, jaar uit, dit bouwwerk zullen moeten
bewonderen of afkeuren.
Zou het geen zaak zijn, dat ook zij de ge
legenheid kregen zich er over uit te spreken.
Wij juichen dan ook van harte het adres
van de Vereeniging „Oud-Leiden" aan
B. en W gericht, en in ons blad van gis
teren onder „Laatste Berichten" afgedrukt,
toe. En wij spreken daarbij de hoop uit, dat
B. en W. him medewerking hiertoe niet
zullen onthouden.
UNITAS STUDIOSORUM
LUGDUNO BATAVA.
Opening van het eigen sociëteitsgebouw.
In de groole bovenzaal van perceel Ra
penburg 6 heeft gisteravond de officieele
opening plaats gehad van het societeits-
gebouw der. Unitas Studiosorum Lugduno
Batava.
Hieraan ging vooraf de opening van het
eerste noviliaat door den rector van den
Senaat, den heer J. J. Kips, die een kort
i welkomstwoord richtte tot de 64 novieten en
de oudere-jaars-sludenten opwekte tot een
druk bezoek aan het gebouw tijdens het
ncvitfiaat De heer J. Drijver praeses der
novitiaatscommissie deed daarna verschil-
lende mededeelingen betrekking hebbende
op de komende periode, waarna de Senaat
per rijtuig vertrok naar het station ter ver
welkoming van de Senaten der Unitas uit
Amsterdam. Utrecht en Delft.
We hebben ons deze pauze ten nutte ge
maakt om eens een kijkje te nemen in de
verschillende lokaliteiten van het. gebouw.
Ter rechterzijde van den ingang is de
Senaatskamer gelegen, waar temidden van
vele bloemstukken o. a. van de V. V. S. L.,
de Amsterdamsche, Utrechtsche en Delftsche
Unitas en de sub-verepnigingen, het vaan
del der jonge studentenvereniging prijkte.
Gelijkvloers troffen we hier verder de keu
ken en den wijnkelder aan. Op de eerste
verdieping bezochten we achtereenvolgens
de heerenkamer tevens biljartzaal. de
meisjeskamer, een commissiekamer en de
cronte conversatiezaal, terwijl de 2de ver
dieping een slaapplaats bleek te bieden aan
40 spoorstudenten, terwijl hier desgewenscht
een aantal woonvertrekken kan worden in
gericht.
De inrichting en meubileering is eenvou
dig, doch smaakvol.
In tegenwoordigheid van vele genoodig-
den, onder wie wij o.m. opmerkten den
secretaris van het college van curatoren,
mr P. J. Idenhurg. den rector-mngnificus,
prof dr .T Ph Vogel, den secretaris en den
pro-secretaris van den Academischen Se
naat, de hoogleeraren dr J. J. Blanksma en
dr N. J Krom en de hoogleeraren dr. H. T.
Colenbrander. dT. F. M. Th. Böhl dr. J. P.
B Josselin de Jong. mr. G André de la
Por te. dr T H. Zaayer en mr. D van Blom,
den locn-bnrgpmeester, den heer Aug. L.
Reimerincer en voorts vertegenwoordigers
van de besturen der V V. S. L.. Sanctus
Augnstinus de Leidsche Indologenvereeni-
ging en de Sociëtas Studiosorum Reforma
tory m.
Nadat allen hadden plaats genomen sprak
de rector Senatus, de heer Kips vervolgens
de openingsrede
uit. Na allen welkom te hebben geheeten,
zeide spr. dat, wil de Unitas blijven en nog
steeds meer worden .een nuttig en onont
beerlijk element der academische samen
leving dan zal zij zich bewust moeten zijn
van de eischen, waaraan zij zal moeten be
antwoorden en met juistheid moeten besef
fen. dat het begin, dat wij thans medemaken
weliswaar tot tevredenheid kan stemmen,
maar nochtans een begin is waarop zal
behooren te volgen een geleidelijke uit-
groeiing in grootte en in hulpmiddelen in
den loop der volgende jaren.
Begeven wij ons een oogenblik terug tot
de periode van 1840 tot 1900, die voor een
goed begrip der thans bestaande verhoudin
gen zoo groote waarde heeft.
Eén Vereeniging omvatte toen aanvan
kelijk alle en lafer ook nog het grootste ge
deelte der studenten een Vereeniging
opgericht met de principes, die thans die
van Unitas zijn.
Omstreeks 1900 werd dit anders en kwam
de I/eidsche Studenten Vereeniging „Pergo
ac Perago" de eerste voorlooper der Uni
tas tot stand Was dit een plotselinge om
mekeer, een soort revolutie?
Verre van dien- geleidelijk reeds was een
vervorming te constateeren in het Leidsche
leven. De democratische principes, die in
1840 werden omhelsd, waren niet die van
Alle studenten zij vonden een eerst ge-
ringen, later steeds krachtiger tegenstand
van de oppositie-partij der Aristoi en hun
aanhangers. Meer en meer won deze tegen
stand veld en in wezen waren er toen reeds
de twee stroomingen, zij het nog in één
verband.
De aanvankelijke oppositie werd geleide
lijk regeeringspartij en trachtte de oude
principes meer en meer te verlaten.
De vroegere heerschende democratische
groep wilde of kon zich daarbij niet aan
passen en bleef meer en meer huiten wat
eens een innig verband van alle studenten
was. Zij groeide in aantal en kon toen de
behoefte aan een studenten vereeniging en
sociëteit voldoen. Vandaar in 1900 de Leid
sche Studenten Vereeniging, vandaar thans
de Unitas.
Te velen zijn gewend geraakt aan een
toestand, die voor den student toch zoo wei
nig aanlokkelijks biedt, het zich afzijdig
houden van elk vereenigingsleven of zooals
wij het noemen het „Nihilisme", Dit is een
natuurlijk gevolg van het vroeger ontbreken
van een vereeniging, waarbij men zich aan
kan sluiten.
Bovendien neemt het spoorstudentschap
steeds onrustbarende vormen aan.
Het is een noodzakelijk kwaad, dat, eener-
zijds om finantieele en familie omstandig
heden anderzijds door den trek der groole
stad, nauwelijks getracht kan worden op
eenieszins afdoende wijze te bestrijden.
Wij zullen dit dan ook thans niet beproe
ven, maar ook hier kan Unitas een belang
rijke functie vervullen door hen in de gele
genheid te stellen ten volle aan het ver
een i dn gsl even deel te nemen.
Dan ook kwamen en dat vooral in de laat
ste decenniën velen aan de Universiteit uit
milieu's, die vroeger niet hun afgevaardig
den binnen de Leidsche wallen brachten en
die thans nog wat omwennig staan tegen
over een studenten-vereeniging. Ook van hen
worden te velen nihilist.
En wij die uitgaan van het principe, dat
alle studenten gelijk zijn zonder aanzien
van maatschappelijken stand mogen hen
wijzen op het nut der studenten-vereeniging
juist voor hen, in wier vorming zij een zoo
groot aandeel zou kunnen nemen.
Komen wij thans meer nader te spreken
over de Unitas zelve.
Toen in December zeven Leidsche studen
ten zich vereenïgden onder den naam „Co
mité van Actie voor de oprichting eener ge
mengde Studenten-Vereeniging" hebben zij
niet verwacht, dat hun initiatief al dadelijk
zooveel instemming zou ontmoeten als ge
schied is.
Hef is een bewijs te meer voor de groote
behoefte die bestond, de noodzaak van het
ontstaan der Unitas.
En wanneer wij thans op het punt staan
deze Sociëteit te openen dan is dat alweer
een unicum. Want voor zoover mij bekend
heeft nimmer eenige studenten-vereeniging
nauwelijks pen halfjaar na hare oprichting
een eigen sociëteit kunnen openen.
De principes onzer Vereeniging loopen
schijnbaar zeer uiteen: Novitiaat, geringe
finantieele lasten en gemengd lidmaatschap
hebben op het eerste gezicht niet zoo heel
veel gemeen.
Toch ziin zij gevolgen van datgene wat in
wezen ons hoofdprincipe is te noemen:
Waardeering van de persoonlijkheid van
elk lid alleen volgens zijn innerlijke waarde
en tegelijk het doen wegvallen van alle bar
rières van anderen aard. die men zou kun
nen opwerpen voor het lidmaatschap.
Het gemengd lidmaatschap ligt in de lo
gische lijn der ontwikkeling van het overal
reeds fezamen werken van vrouwelijke en
mannelijke studenten en dat de Unitas
als moderne vereeniging deze consequentie
trok is welhaast van zelf sprekend.
Aan onze groote universiteiten vindt men
niet meer de spheer, die vroeger bestond van
bekendheid van alle studenten met elkan
der, van een zich gevoelen te behooren tot
een afzonderlijke maatschappij van samen
werkende jonge menschen. Een spheer, die
ongetwijfeld Voor hen, die haar ondergingen,
van hooge waarde was.
Maar deze spheer, die de Universiteit niet
meer geven kan vindt de studen* thans m
kleiner verband in zijn vereeniging en wel
vooral op zijn sociëteit.
Daar worden vriendschappen aangeknoopt
op een leeftijd waarop men de volle waarde
van dit begrip nog zoo duidelijk gevoelt,
daar vindt men nog het echte studenten
leven. daar worden meeningsversehillen uit
gestreden. die eenzijdigheid voorkomen en
gevoelt men zich omgeven door goede ken
nissen gebonden door eenheid van aca
demie. eenheid ook van vereeniging.
Nu Unitas de beschikking over een eigen
sociëteit heeft verkregen zullen zich ook in
haar ongetwijfeld, die eigenschappen in wij
der kring gaan verspreiden, die voor den
geest eener vereeniging van zoo groot be
lang zijn en die voor haar ontwikkeling zijn
vereischt.
De in verhouding tof de vereeniging nog
kleine kring van hen, die met geestdrift sa
menwerken voor de vereeniging kan zich
thans verder uitbreiden.
Want de leden zullen gaan gevoelen wal
het wil zeggen Unitas-lid te zijn Een daad
werkelijke samenwerking zal groeien moe
ten tusschen alle leden en senaat, zich rich
ten op dat ééne doel dat hier slechts gelden
mag- het belang der Unitas.
Eerst nu begint het werk van alle leden,
eerst nu kan zich een geestdrift vormen, die
tezamen met de eenheid zoo goede resulta
ten afwerpt.
Unitas moet steeds streven naar vooruit
gang en elk lid vindt op eenig terrein al
spoedig iets te doen.
Thans is het oogenblik aangebroken waar
op het mij gegeven is deze sociëteit te ope
nen. Het zal u niet verbazen, dat een zekere
ontroering zich daarbij aan mij opdringt,
deze 6 maanden zijn er geweest van veie
zorgen, de jaren van vorming der oprich
tingsidee der Unitas hadden ook hun noo-
den. Het is dan ook een buitengewone vol
doening voor ons, dat thans deze socieleit
gereed is.
Velen hebben aan dit resultaat medege
werkt, hun aller namen te noemen is mij
niet mogelijk. Ik moge hier dan volstaan met
hartelijke woorden van dank te richten bt
den heer mr. B. P. v. d. Veen, den eersten
rector der Unitas, die de leiding der eerste
wording had en den heer H. J. Siddré. den
praeses der eigen-hui9 commissie, die de
inrichting heeft verzorgd, voor de vele
moeiten die zij zich gegeven hebben.
Moge dan inderdaad deze socieleit die sti-
muleerende werking hebben op den geest
drift en eenheid der leden, die wij verwach
ten en moge zij vele jaren lang blijven -een
bolwerk voor het Leidsche Studentenleven.
Ik verklaar als Rector-Senatus der U. S.
L. B. deze socieleit geopend en verzoek de
commissie van de sociëteit het toezicht op
zich te willen nemen op de wijze, die wij
van haar mogen verwachten, (applans).
Na deze rede volgde een drukbezochte
receptie in de receptiekamer, terwijl een
souper de openingsplechtigheid besloot.
DE LEIDSCHE HOUT.
Op Zondag 5 October a.s. zal de Leidsche
Hout van 10 uur v.m. tot 6 uur n.m. ter
kennismaking voor het publiek worden open
gesteld. Er zijn drie ingangen: nl aan den
Maredijk, aan den Warmonderweg en aan
de Joh de Wittstraat. Het publiek wordt
ernstig verzocht het jonge plantsoen en de
technische werken te ontzien en niet buiten
de paden te loopen.
BINNENLAND.
Onthulling door Prinses Juliana van het
Ot en Sien-monument te Den Haag. (Binnen
land, 2e Blad).
Het voorloopig verslag der Eerste Kamer
over de herziening der Gemeentewet. (Bin
nenland, 2e Blad).
De luchtvaart in West-Indië; commissie
van onderzoek vertrokken. (Binnenland, 2e
Blad).
Brand op een Engelsch stoomschip in een
der Rotterdamsche havens. (Gemengd,
2e Blad).
Ontploffing op het stoomschip „De stad
Zaandam"; één doode en één zwaar ge
wonde. (Gemengd, 2e Blad).
DE H. T. M.-DIENST
OP DEN HAAG.
De directie van de N. V. Gemengd Bedrijf
'Haagsc'he Tramweg-Mij. deelt mede:
Met ingang van 5 October a.9. treedt op
ae lijn Den HaagWassenaarLeiden de
winterdienst 1930'31 in werking.
Van Den Haag (Plein) af vertrekken op
werkdagen de wagens naar Leiden te v.m.
6.35, 7.10, 7.40, 7.55, 8.10 en verder iedere
15 minuten tot nam. 7.55, daarna iedere
30 min. tot nam. 11.25. Bovendien tot Re
mise Wassenaar te nam. 8.10, 8.40, 11.45
en 12.25 Op Zondagen vervalt de rit v.m
7.55, rijdt nam. 11.45 door naar Leiden en
is een rit ingevoegd te nam. 12.55 tot Remise
Wassenaar.
Van Leiden naar Den Haag wordt geredei
op werkdagen te v.m. 6.35, 6.56. 7.18, 7.38
7.53, 8 08. 8.23, 8.38 en verder iedere 1.
minuten tot nam. 7.53, daarna iedere 30 min
tot nam. 1123 Bovendien tot remise Wassc
naar te nam. 8 08, 8.38, 11.50 en nach
12 20. Des Zondags vervallen de ritten v.m
6.56, 7.18. 7.53, 8.23 en nam. 11.50, terwij
worden toegevoegd de ritten 7.07 v.m., n.m
11.53 naar Den Haag en 12.20 'snachts tol
remise Wassenaar.
BUITENLAND.
De ontwapeningscommissie van den Vol
kenbond beëindigt haar werkzaamheden.
(Buitenl., le Blad).
Steeds moeilijker wordende politieke toe
standen in Dnitschland. (Buitenl. le Blad).
In Oostenrijk is Vangoin belast met de
vorming van een kabinet, in Turkije weer
Ismet pasja. (Buitenl. le Blad).
PRIJSVRAAG „M. S. G."
BOUWKUNDE.
Bij gelegenheid van het honderdjarig be
staan van het Genootschap „Mathesis
Scientiarum Genitrix" alhier, hebben oud-
leerlmgen van de School van dat Genoot
schap een fonds gesticht om te dienen voor
premiën bij uit te schrijven prijsvragen.
Den 17en September 1885 werd het fonds
gesticht, zoodat nu het tijdstip is aangebro
ken om voor de negende maal tol de uitvoe
ring over te gaan, waarom het Bestuur van
bovengenoemd Genootschap besloten heeft
een prijsvraag voor bouwkunde uit te
schrijven.
Aan deze prijsvraag mogen alleen deel
nemen oud-leerlingen van de School van het
Genootschap, die na 31 Maart 1921 nog ats
leerling waren ingeschreven.
De prijsvraag omvat het ontwerpen van
een volks-theehuis met speeltuin, zooals er
een in den toekomstigen Leidschen Hout zal
worden aangelegd.
Er worden twee prijzen uitgeloofd:
Eerste prijs, groot f.200 met groote zil
veren medaille.
Tweede prijs, groot f. 100 met kleine zil
veren medaille.
Indien naar het oordeel der jury de inge
komen antwoorden voor de uitgeloofde prij
zen niet in aanmerking komen, of geen uit
spraak kan gedaan worden omtrent den
voorrang van een of meer antwoorden, heelt
de jury het recht tot niet of gedeeltelijke toe
kenning of tot verdeeling der uitgeloofde
gelden.
De ten volle bekroonde antwoorden wor
den eigendom van het Genootschap.
Gedeeltelijk bekroonde antwoorden wor
den alleen dan eigendom van het Genoot
schap, wanneer de toegekende belooning
wordt aanvaard.
Alle ingezonden antwoorden worden in
het openbaar tentoongesteld.
De jury zal bestaan uit de heeren: ir.
Hoogenboom en P. M. J van Oerle als be
stuurders: M. Sirag te Utrecht, H. Sutter-
land te Rotterdam en C. van der Wilk te
Amsterdam als oud-leerlingen.
Voor toezending der prijsvraag wende
men zich schriftelijk tot den directeur der
school, ir. R. J. Verwijs, Regentesselaan 61,
Oegstgeest.
DE WINKELWEEK.
Maandagavond te 8 uur zal het Harmonie-
gezelschap ,.De Post" een rondwandeling
door de stad maken, waarbij de volgende
route zal worden gevolgd.
Ju.'iana traat hoek S i astraat, Julianastr.,
Lude Heerengracht, Oude Singel, Hulpbrug,
Koesteeg. Haarl.straat, Bakkersteeg, Hooi
gracht, Nieuwe Rijn, Korenbeurs, Koren-
beurssteeg, Breest-aat, Vrouwensteog, Kip-
penbrug, Apothekersdrjk. Prinsessekade,
Haarl.straat, Donkersteeg, Hoogstraat, Visch
markt, Botermarkt, Gangetje, Hoogewoerd,
Rijnstraat. Runstraat brug. Nieuwe R; n. Visoh
brug, Maarsmarsteeg, Bre straat Kort
R penburg, Prin essekade,. B.auwpo r; brug,
S'een traat. 1ste Rinnenv?stgrac' t Lammer
markt, Turfmarkt, Prin-essekade, Ap-to^rs
dijk. Vrouwen teeg. Haari.str.. Bakkersteeg,
Hooigracht, Watersteeg, Hoogewoerd, Gan
getje (ontbinden).