RUSTIEKE SCHOONHEID.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
INDIE IN ONS MIDDEN.
HEERENBAAI
iNGEZONDEN.
XIII.
Er zijn gedurende de vacanlie weer lieei
wat Hollanders over de grenzen geweest.
Velen van hen hebben moeite gedaan reeds
vroeger ons eigen mooie land te leeren ken
nen. En als zij tijdens hun vacanliereis
overweldigd zijn geweest door de grootsclie
pracht van de Zwitsersche bergenwereld o[
de stralende weelde van de Rivière, of de
woeste schoonheid der Noorsche fjorden,
en zij komen dan terug in Holland met zijn
malsche weiden en vriendelijke bosschages,
zijn blanke duinenrij en zijn amethysten
sfeer, dan waardeeren zij dubbel de
schoonheid bier, die van zoo geheel an
deren a and is, dan wat elders valt te be
wonderen en te genieten.
/Holland, gij hebt zwellende
wolkenluchten
Uit verre heuvelvelden aangevlogen.
Gij hebt horizonnen, zacht
omgebogen
Zonder êénimaall te ontmoeten lijn
die ze snijdt."
Zoo zong Ifenr. Roland Holst en gaf daar
mee iets weer van de eigenaardige erva
ring, dat ons land met zijn beperktheden
en intieme schoonheid overal opgenomen is
in de sfeer der oneindigheid.
De Hollander in het buitenland, die zijn
eigen land kent en liefheeft, voelt die liefde
slechts groeien, wanneer hij onder den in
druk is geweest van wal elders trof en
boeide.
Maar wacht U voor den vacanliereiziger
die na een bezoek aan Zwitserland of
Frankrijk of de kusten der Middellandsclie
Zee verklaart, ,,dal Holland toch eigenlijk
niets is."
De man geeft daarmede het bewijs, dat
hij Holland niet kent. Het is nu eenmaal
zoo, dat de tafreelen van een ons onbekend
landschap in het buitenland ons plotseling
treffen en dus overweldigen. Zij geven
sensatie. Holland geeft zulke sensaties niet,
omdat het ons van onze geboorte af toe
vertrouwd is. Maar als we Holland met be
wustheid gaan bekijken, als wij ons mei
bewustheid rekenschap gaan geven van
onze naaste omgeving dan pas ontdekken
we werelden van schoonheid overal,
zoodra we maar onze voeten op oen bui
tenweg hebben gezet, en maar met open
oogen en een gemoed dat we openstellen
voor elk hoekje en elk vergezioht, de we
reld bekijken.
Zoo dikwijls heb ik gehoord: de omge
ving van Leiden is niet veel bijzonders.
Ik slet daartegenover: De omgeving van
Leiden is zeldzaam rijk aan landschap-
schoon. Laten we ons verzamelen bij de
Zijlbrug, die sinds I57i den naam Span-
jaaidsbrug draagt. Links af door de tol
gaat de weg langs den Zijl, dien we reeds
vroeger bezochten. Deze weg cn de lol da
teeren van 1682. Vandaar dat U op an
Goyens bekende schilderij in „De Laken
hal" dien weg niet ziet. Dit schilderij zal
van pl.m 1650 zijn
Vroeger schijnt in een hoek. ter plaatse
waar men nu het terrein van de steenfa
brieken van Splinter vindt de oude kerk
van leiderdorp te hebben gestaan.
Alles is hier in de laatste jaren nog meer
veranderd. Van Spanjaardsbrug loopt het
mooie breede verbindingskanaal, dat de
Zijl met de Vliet verbindt naar het Z.W.
Daardoor zijn de werven van Boot ver
plaatst naar den Westelijken Zijloever.
Een héél mooi gedicht heeft men bij
Spanjaardsbrug over het Nieuwe Kanaal,
dat het W.aardeiland in twee stukken ver
deeld. Fijntjes ligt in de verte het silhouet
van de statige Wilhclminabrug over bet
water, terwijl daarnaast de gekanleelde
toren van het reservoir der waterleiding
een krachtig accent geeft. Ais U in de
avonduren hier komt maken de lichtjes van
de brug in de verte hier een mooi effect,
terwijl soms in zilverige rimpeling het
beeld der maanschijf wordt weerkaatst.
De Oude Rijn buigt achter de huizen van
den Lagen Rijndijk naar de stad en dit ge
zicht over het water wordt (raai afgesloten
door de Zijlpoort en de Marekerk.
De weg langs den Rijn, die over Span
jaardsbrug sinds enkele jaren ter herinne
ring aan Leiderdorp's voormaligen verdien
stelijken burgervader den naam Van der
Valk Bouwmanweg draagt, is gedurende de
laatste jaren ter linkerzijde bebouwd met
aardige meestal vrijstaande villaatjes en
huilenhuizen met voortuintjes, die men
slechts over vlonders bereikt, zoodat liet
landelijk karakter ten deele blijft behouden.
Aan de overzijde biedt tiet Waardeiiand
aanvankelijk een bitziclit over frissche
moestuinen Minder frisch is het keikhot
van oud roest, dat we een eindje verder be
speuren, waarbij zich een kleine scheeps
timmerwerf aansluit.
Aardig, half verscholen in liet groen, ligt
dan weldra de fabriek „Canton.
Ter linkerzijde is op deze hoogte liet
uitzicht geheel vrij. In de verte leekent
door middel van een Lioomenrij de weg
naar Oud-Ade zich af. Heel fijntjes tintelt
bet wickenkruis van een molen tegen den
blanken horizon terwijl een half in hei
groen verscholen boerderij, op een paar
honderd M afstand van den weg haar naam j
„Welgelegen" met cere draagt
We passeeren nu weldra de groole steen
fabriek „Ouderzorg" en zien een vlonder
die toegang geeft to'. een paadje, dal voert
naar het Leidscbe dierenasyl. We meenen
niet, in dit punt iets bijzonders rustieks te
zien, doch nemen enkel de gelegenheid te
baal. om er aan te herinneren, dat deze
nuttige instelling bestaat cn dat niemand
zijn honje of poesje door weer en wind
behoeft te laten loopen wanneer hij eenige
dagen of weken uitstedig gaat.
Dat de Rijnstreek een streék van nuttige
en veelzijdige industrie is, wordt ons wel
dra duidelijk nu we de groole Oliefahrieken
van Sillevis en Ruthen passeeren.
Aan de overzijde zien we de lage punt
Van de Waard, het Rijneiland en weldra
komen we tér hoogte van de plaats waar j
Oude en Nieuwe Rijn ontstaan. Over den
laatsten heeft men een aardig uitzicht dat
aan 't einde geaccentueerd wordt door den
hoogen koepel van de Marekerk. Voorbij
het kinderhuis „Voordorp" en de hoeve
„Bijdorp" bereiken we nu weldra de kom
van Leiderdorp. Aardig is het doorkijkje in
de dorpsstraat, waar hel torenspitsje gees
tig bovenuit punt. Ter linkerzijde zien we
aansluitend bij liet Raadhuis een heeren
buis, waar de wilde wingerd in deze na
zomerdagen purpert en gloeit om de raam
kozijnen. De dorpsstraat geeft een aardige
afwisseling van oude en meer moderne
buisjes. Bijzonder mooi liggen de oudere
buizen met hun gewitte gevels waarover
weer en tijd allerlei ouderdomstinten heb
ben geworpen, half verborgen achter lin-
denkruinen De ramen kijken als oude
oogen vol trouw en levenservaring lusschcn
de grijsbemoste stammen door. Links at
6laat weldra de fraai belommerde Omme-
dijk naar Hoogmade, die we een andermaal
hopen te volgen.
Een eindje verder, als we de Gerefor
meerde Kerk naderen, wordt het uitzicht
over de velden weer vrij. In het wijde land
vinden we hier-als centraal punt de naald-
fijne torenspits van Hoogmada, die bijna on
afgebroken lot Koudekerk toe, wanneer het
uitzicht hel toelaat in 't midden van het
vergezicht staat. Van Leiderdorp af lol aan
de Hoorn toe beschrijft de weg hier. kleine
bochten buiten beschouwing gelaten onge
veer een kwartcirkel met de lijn naar Hoog
made lot straal. En zoo denken wc steeds
weer aan die „horizonnen zacht omgebo
gen" van Mevr. Roland Holst..
Denk U nu uit dit vergezicht die fijne
■naaldspits eens weg en denk U dan, nog
altijd staande eenige tientallen M voordat
we de Geref. Keri; hebben bereikt, dien
molen eens weg, dan verliest dit landschap
ineens zijn typisch karakter.
Ik doe weer een lieroep op de minnaars
van T Hollandsche natuurschoon, van ieder
het zijne te doen om onze molens te be
waren. Ik geet toe dat een eleclriech ge
maal vlugger werkt en misschien van on
derhoud minder kostbaar is. Ik zou het
dwaasheid vinden in onze nieuwe Zuider
zeepolders ouderwetsche watermolens te
plaatsen Het landschapsbeeld moet daar
groeien uit de eischen van den modernen
tijd Maar wat wij bezitten aan decoraliel
landschapsschoon, moeten we houden Zet
in plaats van onze mooie molens platte
kubussen neer en een belangrijk sierend
clement is verdwenen. Onze velden missen
hun karakteristiek decor, dat uit do behoef
ten van vroegere tijden is gegroeid En als
men meent alle molens te moeten afbreken
uit eischen van nuchterheid en eerlijkheid,
waarom dan ook niet alle kerktorens? En
waarom'zouden we dan bij ons nieuwe
raadhuis een toren neerzetten? Zoo n toren
heeft immers gewoonlijk ook •maar
ideëele" en dus fictieve beteekenis. „O.
zullen A-eten zeggen „maar dat is heel wal
anders."
Neen, hel is in den grond mets anders.
Wij willen kerk- en andere torens hand
haven juist om hun ideëele beteekenis en
daarom willen wij ook onze bestaande mo
lens handhaven Onze molens, die liet 1
landschap sieren, die de historische ge
tuigen zijn hoe ons land steeds ontworteld
werd en wordl aan de baren, die in den
stand van hun wieken'kruis vertellen van
het lief en leed der eigenaars ot van een
geheele buurtschap en die dus behooren bij
de Hollandsche folklorcl
Hoe de glorie onzer moienland?cliappen
door Gabriel en .longkind e.a is vPriolkl.
mag bekend worden verondersteld Wat de
kunstenaars van hel impressionisme, de
herontdekkers van het Hollandsche land-
sehapsschoon heeft geïnspireerd mogen wij
in onze dagen niet verwaarloozen.Ee
later geslacht zou ons daar met dankbaar
voor zijn. zoomin als wij zijn bezield van
grenzelooze dankbaarheid tegenover een
voorgeslacht, dat in bet midden der 19de
eeuw angstwekkend ijverig is bezig ge
weest alle oude stedenschoon zoo grondig
nweliik op te ruimen
Even voorhij de Gerot. Kerk verrijst aan
de overzijde van den Rijn de fraaien
koepel van dc R-K. Kerk aan den Hoogen
Riindiik uil liet geboomte.
Onze weg voert ons m. verder voorbij
huizen in '1 getmomle mdnstneele werk-
olaatsen vooral steenfabrieken en npriag-
pl aalsan' van den houthandel We passee
ren een vijfal kalkbranderijen, statig nan: I
elkaar op 'een rijtje gezet a s ontkurke
champagnellesschen en naderen
Doesbrug waar de bebouwing van den weg
weer meer komvormig is en wc Kits i*n
paar zijstraatjes ontdekken In \roer*r Ij
den stond lvier ten O van den stroom bet
"o ver'"delloesbrug wordt de weg zeil pas
heel mooi. Ter weerszijden is hij b.p.am
met iepen de lange strekking langs den
Rit wordt voortdurend gebroken door
flauwe bochten en de kleine bruggetjes over
molentochten en <he in den
Rijn uitloozen. Weldra ontdekken we ».n
paar boerenhoeven die een paailmndIer
meter van den weg in het tand liggen.
Dichterbij ligt de prachtige lmfstedie JN -
bij" tussChen boog geboomte en even verder
zien we weer in de verte de torenspits van
""ontegenzeggelijk komt nu tot Koudekerk
loe het mooiste en atvvisselendste gedee.te
van onze wandeling, die ons weldra voor
de hofstede „Lindenhot' brengt.
RECLAME.
581. Jan was wat angstig en begreep niet, waarom men
hem weer mede nam. Maar hel werd hem weldra duidelijk,
loen hij hij. het vliegtuig kwam. Jan Klaassen moesl het
vliegtuig sturen, dat hadden zij toch njet geleerd. Twee
paarden werden voorgespannen en naar liet hól teruggekeerd.
582 Maar wie verscheen daar voor de oude vrienden, in
de deur van de rooversgrot? Het was niemand anders dan
Jokko, steeds denkend aan hun droevig lot. Duim en Piero
sprongen op van blijdschap, o hun vreugde was zeer groot.
Ze waren zeker Van; hun redding, Jokko was een redder in
den nood.
ECHTE FRIESCHE
20-50cl per ons
9756
ZEEVISSCHERIJ IN DEN IND. ARCHIPEL.
XII.
Alie inlanders doen aan vischvangst. Met
dat gezegde kan sleqhts worden bedoeld
het gezellig bedrijf van de menschen, die
bjj hun dagelyksch maal een vischje be-
geeren. In alle binnenlanden kan men zelfs
bij kleine riviertjes geduldige mannen en
vrouwen vinden, die met den hengel een
begeerde spijs trachten te bemachtigen. Dan
behoeven zij bij hun rijst niet de gedroogde
visch te gebruiken, welke zij in den regel
bij een Chineeschen winkelier koopen. Visch
is in alle gebied van Indië onontbeerlijk,
evenals rijst of sago of maïs, tegenover
een schets van Hollandsch brood- en kaas
volk zou men die van Indie's rijst- en
vischvolk mogen hangen. Ben bedrijf van
riviervisscherij kent men er echter niet;
toen er weinig wegen waren en slechts
langzame en dure vervoermiddelen, heeft
niemand oo.t kunnen denken aan geregelde
levering elders van versche visch Nu er
in vele streken, althans op Java. de wegen
en snelle vervoermiddelen zijn, is er nóg
niet aan te deitken, omdat de opbrengst
van vis chtro in geen rivier te allen tijde
zeker is en Het Joon- de moeite niet zou
vergoeden. Bovendien bederft versche visch
in een tropisch klimaat spoedig.
Wel degelijk is_j^r een bedrijf van ge
zouten en gedroogde fvlsdh .mógelijk en liet
bestaat dan ook^^öA is mij maar één
bedrijf voor vi^chijonserven bekend, waarin
de inlandsche bevolking een groote rol
vervult en waéraan zij -tfeet cerdient: het
is de visscherg by MoearA Afoentai aan de
Mahakam (oost Borneo) Dat bedrijf zinkt
evenwel m het niet. als men het vergelijkt
met dat van de zeevisscherij te Bègan Si
Api Api (oostkust van SumatraY, dat in
handen is van Chineezen. De conserven
vandaar gaan in groote hoeveelheden naar
Java en verder. Dat is ook het geval met
de conserven van Siam, welker kostprijs
wegéns- de geringe loonen laag is.
Waar in Indië een bevolking van. milli-
oenen dagelijksch visch gebruikt, spreekt
het van zelf, dat het herhaaldelijk is be
treurd, dat zy niet zelf zich in ruime mate
toelegt op de voortbrenging van het groote
voedingsmiddel. Uit de zeevisscherij zou zij
zoovee! voordeelen kunnen halen, die baar
nu ontgaan. Hoe komt dat zoo? Varen en
visschen op zee verstaat menig Indisch volk.
Men behoeft slechts te denken aan het
visschersvolk nabij Batavia, bij Soerabaja,
bij Makassar, aan het visschersvolk in de
Molokken, aan de Badjao's van Borneo's
oostkust, om te beseffen dat de vischvangst
op zee met sleepnetten en staketsels een
algemeen bedrijf is van Inlandsch volk.
Evenwel gaat dat bedrijf niet verder dan
het vangen en zouten. Waar het op aan
komt, het verkoopeu in wijden kring, de
handel met al de beslommeringen die daar
aan is verbonden', ligt niet in den zin en
niet in het vermogen van den inlander.
Stellig zijn er onder vele inlandsche volken
wel eenige. die zich aangetrokken voelen
tot handel en zelfs uitgebreide zaken leiden,
maar het handelsbloed stroomt niet in
inlandsch volk: het mist doorzicht, vast
beradenheid. volharding en het vermogen
tot herstel na klappen. Hoezeer in enkele
streken de inlandsche visscher arbeidt voor
den verkoop, toch is hg niet de man die
den handel in visch verzorgt en hg laat die
taak over aan Chineezen, die zich op
plaatsen als Batavia en Soerabaja *ot aar
doel tot een groep, een kongsi, vereenigden.
Men kan zeggen dat de vischverkoop in
Indië in handen is van Chineezen. Zij zgn
zich van bun macht ten deze bewust en,
toen enkele jaren geleden Japansche vis-
schers zich bij de kust van Java vertoonden
en spoedig hun vangst op de vischmarkten
van Soerabaja en Batavia te koop aanboden,
begrepen de Chineesche handelaren, dat de
Japanners niet gelijk de inlanders aan hun
leiband zouden loopen. Dat is inderdaad
gebleken. Ook bleek, dat de Japanners de
visscherij heel anders uitvoeren dan onze
inlanders. Japanners zijn beter zaken-
menschen.
Bekend is dat de vangst van zeevisch in
dc Indische wateren, voornamelijk op Java's
noordkust, de aandacht heeft getrokken
van Nederlandsche haringreeders, toen hun
bedrijf hier te lande door verschillende
oorzaken zwak raakte. Zij vatten het denk
beeld op eenige hunner loggers, voorzieiv
met motoren, naar Indië te zenden en daar
een bedrijf te opener. Het denkbeeld ziet
er bij eersten oogopslag niet kwaad uit,
doch er zijn vele kanten aan en derhalve
viel er voor Hollandsche reeders, die met
dc gestalte noch met het wezen van Indi
sche visscherij beleend zijn, veel te bestu-
deeren en voor te bereiden. Het begoh al in
1926 en tot heden is er nog niets tot stand
gekomen. Zij gingen uit van het feit. dat
hun visscherijmethode voortreffelijker wener
dan die van inlanders. Dat was hun recht.
Maar er kwam voor hen nog veel bij, want
met dc vangst alleen is meD er niet af.
Aanvankelijk hadden de ontwerpers van het
plan geen voorstelling van den aard van
den handel in visch in Indië; zij hadden
geen begrip van de beteekenis van den
Chineeschen handelaar; zij wisten niet
welke vischconserven daar te lande een
groot handelsartikel vormen kortom zij
hadden geen andere basis dan het zelfver
trouwen in hun vischmetboden. Een aller
belangrijkste zaak stond hun evenmin hel
der voor oogende vischwateren, die even
gunstig gelegen als rijk behooren te zijn.
Men begrijpt, dat voor een bedrijf niet de
algemeene rijkdom aan visch. die den Indi-
schen archipel pleegt tc worden toegekend,
een genoegzame waarborg kan zijn. Men
dient voor een bedrijf te weten met zeker
heid, dat er voor langen tijd en in betrek
kelijk weinig vischuren op bepaalde visch-
gronden een ruime vangst is te doen.
In Indië zijn daaromtrent van regeerings-
wegc vroeger onderzoekingen gedaan, be
langrijk werk. echter niet voltooid. Daar
van bestaan verslagen en de menschen. die
het onderzoek uitvoerden, bestaan ook nog.
De ontwerpers van het Nederlandsche ree-
derijplan voor visscherij in Indië hebben
van een en' aiid'èr'kennis moeten nemen
alvorens zij a-an hun plan een vasten vorm
gaven. Toen 2"ij het gereed hadden, konden
zij kapitaal zoeken. Het is hun gelukt een
geldelijke deelneming van de Indische re
geering op zekere voorwaarden te verwer
ven. waarmee echter het liecle beginkapi
taal niet w§? verkregen. Intusschen is bë*
een van rle reeders gelukt op regeerings*-
kosten naar Indië1'te worden gezonden om
een studie van de visscherij te ondernemen
en een verslag uit te brengen. Het -verslag
is uitgebracht Verder is er een voordracht
over gehouden in het Koloniaal Instituut.
Nochtans, is het kapitaal niet bijeenge
bracht, en niemand lenn zeggen welke uit
komst dc bemoeiingen van dc jongste vier
jaar zullen hebben.
Den stand van zaken overziende kunnen
wij dus vaststellen, dat er in Indië nog
geen grootbedrijf van zeevisscherij is be
halve dat van de Chineezen te Bagan Si
Api Api. Verder dat de Japanners een
grootere inspanning betoonen in de wate
ren van Java en sedert eenigen tijd ook in
die van Sumatra en elders. De inlandsche
visscherij gedraagt zich als van ouds. Zij
zoekt geen grootheidzij brengt uit-de
haar bekende wateren haar vangsten en
stelt zich tevreden met zekere voordeelen,
terwijl zij de rest in handen laat van Chi
neezen. Te haken naar meer, te streven
naar opvoering tot grooter bedrijf, het ligt
niet in den aard. Het is en blijft iets
1 huiselijks, iets gemoedelijks. Men moet dat
wèl begrijpen, want zoo 1* de aard van den
inlander en het misstaat hem niet. Hij is
een eenvoudig mcnsch, tevreden met een
matig bestaan mits er geen zorgen aan zijn
verbonden Noch op politiek noch op eco
nomisch terrein is hij een zoeker naar voor
uitgang. naar grootheid. Hij wil geen zorg
on laat het leven liefst bij het oude. Daar
om zal de regeering altijd er op bedacht
moeten zijn. dat de vestiging van grootvis-
scherijbedrijf. van wien ook dc inlandsche
kan blijven in haar voegen en dc ruimte
vindt, welke zij thans heeft.
DENGAN HORMAT.
Losse nummers van ons Blad zijn
behalve aan ons bureau
ook verkrijgbaar bii de
Firma A. HILLEN Breestraat 154,
Firma A. HILLEN Stationsweg,
Firma A. T. H. WITTENBURG.
Haarlemmerstraat 2
W. G. J. VERBURG Sigarenhandel,
Heerenstraat 2
Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24
A. M. VAN ZWICHT.
Kiosk Prinsessekade.
en bij
JOH. HOGERVORST Haarl.str. 128
en des Zaterdags bij
A. H. v. d. VOOREN. H. Rijndijk 74
(Builen verantwoordelijkheid der Redactie!
Copie van al of niet geplaatste stukken j
wordt niet teruggegeven.
DE LEIDSCHE STADHUISBOUW
Naar aanleiding van uw verzoek om
meening te kennen over het ontwerp-Dudo
voor het bouwen van een nieuw stadhuu
met behoud van den ouden gevel Breestraa
hebben we het genoegen U hieronderstaand
beoordeeling toe te zenden met het vried
delijk verzoek hel een plaatsje in Uw daj
blad in te willen ruimen.
We vinden het, om te beginnen, hej
jammer, dat de Raad, op voorstel van Bui
gemeester en Wethouders, ingegaan is
hel plan aan architect Willem Dudok ojj
dracht te gunnen tot het ontwerpen
een nieuw stadhuis.
Sedert ruim een tiental jaren hebben w
het bouwwerk van Dudok uitvoerig in or
orgaan behandeld en steeds met den meeste
lof, omdat we Dudok aanzien als baai
breker op bouwkundig gebied, doch,
dit voorbehoud, dat zijn ontwerpen paste
in de Hilversumsche omgeving en ook
ders, waar het een landelijke omgeving b{
trof, maai niet in de centra van hislorisc!
sleden. Juist daarom hadden we de voo
keur willen geven aan het uitschrijven
een beperkten wedstrijd, temeer nog omd
Uw land er dozijnen telt dde, op modei
gebied, ruim opwegen tegen Dudok.
De Slaal's, de Van Heukelom's, de Buu
ma's, dè Van Broekhuizen's, de Boeyings'
de C rouwe Ts, de Van der Mey's, om L
Wils en Piet Kramer niet te vergeten, slaa
allenvege bekend ais Miereerste baanbreke:
op aarts-modem bouwkundig gebied, doe
liet bouwwerk, dat ze totnogtoe gepresleeq
hebben. Had men dezen bouwmeesters
kans gegund, ook hun ontwerpen op
maken en in te dienen, dan ware de kei
veel grooter geweest en wellicht, wa?
Ius9chen deze verschillende ontwerpen w
iets, dat zoowat de algemeene goedkeuriij
had weggedragen.
Nu slaat men voor een voldongen feil
waardoor dan ook. van verschillende zijdei
«af- of goedkeurende adviezen in Uw veelgj
lezen en 2eer gewaardeerd dagblad, lerect)
komen.
Gelukkig hoven alles i£, dat dc oude hi?l<
rische gevel, bewaard blijft. Die trotsche gj
vel toch dankt zijn ontslaan aan Leiden
welvaart, die toen het toppunt van ha*
rijkdom had bereikt, geplaatst werd d&a
waar de Breestraat haar grootste breedl
heeft, en ontworpen werd door den geniale
bouwmeester Lieven de Key, Gentenaar va
geboorte, die om geloofsvervolgingen te on
loopen, eerst naar Londen de wijk nam, on
een paar jaren later, aangesteld te worde
«nis hoofdbouwmeesler van Haarlem, sta
die aan hem de wereldberoemde Vleescl
hal dankt.
Wat we. na aandachtig het plan va|
Dudok te hebben bekeken, er als het bei
geslaagde in vinden, is vooreerst de ruinj
binnenplaats, die, de daarop uitkomen»
kantoorlokalen, ruim van licht voorzit
daarna de inwendige ruimte-verdeeling. di
ons als bijzonder geslaagd lijkt, het opne
van een winkelgalerij, waardoor hel lege
woordige uitzicht der Vischmarkt nagen<
bewaard zal blijven, wat ons tevens
een groot economisch voordeel blijkt, wi
in de crisisperiode, die we thans belevei
niet le versmaden valt, temeer nog omd;
de voorziene pergola, bij regenachtig we
een niet te versmaden schuilplaats bied'
zal.
Ook is Dudok wel zoo spitsvondi:
weest, liet poortje onder liet bordes Bre
straat en meer andere ingangen dienslba'
te maken voor dc voetgangers, waard*
zijn ontworpen binnenplaats veel levend
beid winnen zal, hetgeen tevens een «i
lasting zal daarslellen voor de le smal
Koornbrug- en Maarsmansslegen, alsook, di
hij gezorgd heeft, dat al de plechtighëö'"1
als voorheen het geval was, lang^ de Bri
straat zullen plaats grijpen.
Wal we nu veel minder goed geslaai
achten is- in algemeenen zin, hel uitzie]
van de gevels Vischmarkt en vooral zi
toren; ook het platte dak. We zullen da
over ndet verder in détails treden, doch
zal ons volstaan le zeggen, dat Dudok
danks al zijn ervaring cn goeden sma
liet historische totaal verloochent in ■rr
van hel aan (e passen aan de ni,>ul
eischen van onzen lijd en daardoor
bouwwerk heeft ontworpen, dal wc! m
smaak zal vallen van de ullra-revoh"1
2-3