RUSTIEKE SCHOONHEID. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. INDIE IN ONS MIDDEN. HEERENBAAI iNGEZONDEN. XIII. Er zijn gedurende de vacanlie weer lieei wat Hollanders over de grenzen geweest. Velen van hen hebben moeite gedaan reeds vroeger ons eigen mooie land te leeren ken nen. En als zij tijdens hun vacanliereis overweldigd zijn geweest door de grootsclie pracht van de Zwitsersche bergenwereld o[ de stralende weelde van de Rivière, of de woeste schoonheid der Noorsche fjorden, en zij komen dan terug in Holland met zijn malsche weiden en vriendelijke bosschages, zijn blanke duinenrij en zijn amethysten sfeer, dan waardeeren zij dubbel de schoonheid bier, die van zoo geheel an deren a and is, dan wat elders valt te be wonderen en te genieten. /Holland, gij hebt zwellende wolkenluchten Uit verre heuvelvelden aangevlogen. Gij hebt horizonnen, zacht omgebogen Zonder êénimaall te ontmoeten lijn die ze snijdt." Zoo zong Ifenr. Roland Holst en gaf daar mee iets weer van de eigenaardige erva ring, dat ons land met zijn beperktheden en intieme schoonheid overal opgenomen is in de sfeer der oneindigheid. De Hollander in het buitenland, die zijn eigen land kent en liefheeft, voelt die liefde slechts groeien, wanneer hij onder den in druk is geweest van wal elders trof en boeide. Maar wacht U voor den vacanliereiziger die na een bezoek aan Zwitserland of Frankrijk of de kusten der Middellandsclie Zee verklaart, ,,dal Holland toch eigenlijk niets is." De man geeft daarmede het bewijs, dat hij Holland niet kent. Het is nu eenmaal zoo, dat de tafreelen van een ons onbekend landschap in het buitenland ons plotseling treffen en dus overweldigen. Zij geven sensatie. Holland geeft zulke sensaties niet, omdat het ons van onze geboorte af toe vertrouwd is. Maar als we Holland met be wustheid gaan bekijken, als wij ons mei bewustheid rekenschap gaan geven van onze naaste omgeving dan pas ontdekken we werelden van schoonheid overal, zoodra we maar onze voeten op oen bui tenweg hebben gezet, en maar met open oogen en een gemoed dat we openstellen voor elk hoekje en elk vergezioht, de we reld bekijken. Zoo dikwijls heb ik gehoord: de omge ving van Leiden is niet veel bijzonders. Ik slet daartegenover: De omgeving van Leiden is zeldzaam rijk aan landschap- schoon. Laten we ons verzamelen bij de Zijlbrug, die sinds I57i den naam Span- jaaidsbrug draagt. Links af door de tol gaat de weg langs den Zijl, dien we reeds vroeger bezochten. Deze weg cn de lol da teeren van 1682. Vandaar dat U op an Goyens bekende schilderij in „De Laken hal" dien weg niet ziet. Dit schilderij zal van pl.m 1650 zijn Vroeger schijnt in een hoek. ter plaatse waar men nu het terrein van de steenfa brieken van Splinter vindt de oude kerk van leiderdorp te hebben gestaan. Alles is hier in de laatste jaren nog meer veranderd. Van Spanjaardsbrug loopt het mooie breede verbindingskanaal, dat de Zijl met de Vliet verbindt naar het Z.W. Daardoor zijn de werven van Boot ver plaatst naar den Westelijken Zijloever. Een héél mooi gedicht heeft men bij Spanjaardsbrug over het Nieuwe Kanaal, dat het W.aardeiland in twee stukken ver deeld. Fijntjes ligt in de verte het silhouet van de statige Wilhclminabrug over bet water, terwijl daarnaast de gekanleelde toren van het reservoir der waterleiding een krachtig accent geeft. Ais U in de avonduren hier komt maken de lichtjes van de brug in de verte hier een mooi effect, terwijl soms in zilverige rimpeling het beeld der maanschijf wordt weerkaatst. De Oude Rijn buigt achter de huizen van den Lagen Rijndijk naar de stad en dit ge zicht over het water wordt (raai afgesloten door de Zijlpoort en de Marekerk. De weg langs den Rijn, die over Span jaardsbrug sinds enkele jaren ter herinne ring aan Leiderdorp's voormaligen verdien stelijken burgervader den naam Van der Valk Bouwmanweg draagt, is gedurende de laatste jaren ter linkerzijde bebouwd met aardige meestal vrijstaande villaatjes en huilenhuizen met voortuintjes, die men slechts over vlonders bereikt, zoodat liet landelijk karakter ten deele blijft behouden. Aan de overzijde biedt tiet Waardeiiand aanvankelijk een bitziclit over frissche moestuinen Minder frisch is het keikhot van oud roest, dat we een eindje verder be speuren, waarbij zich een kleine scheeps timmerwerf aansluit. Aardig, half verscholen in liet groen, ligt dan weldra de fabriek „Canton. Ter linkerzijde is op deze hoogte liet uitzicht geheel vrij. In de verte leekent door middel van een Lioomenrij de weg naar Oud-Ade zich af. Heel fijntjes tintelt bet wickenkruis van een molen tegen den blanken horizon terwijl een half in hei groen verscholen boerderij, op een paar honderd M afstand van den weg haar naam j „Welgelegen" met cere draagt We passeeren nu weldra de groole steen fabriek „Ouderzorg" en zien een vlonder die toegang geeft to'. een paadje, dal voert naar het Leidscbe dierenasyl. We meenen niet, in dit punt iets bijzonders rustieks te zien, doch nemen enkel de gelegenheid te baal. om er aan te herinneren, dat deze nuttige instelling bestaat cn dat niemand zijn honje of poesje door weer en wind behoeft te laten loopen wanneer hij eenige dagen of weken uitstedig gaat. Dat de Rijnstreek een streék van nuttige en veelzijdige industrie is, wordt ons wel dra duidelijk nu we de groole Oliefahrieken van Sillevis en Ruthen passeeren. Aan de overzijde zien we de lage punt Van de Waard, het Rijneiland en weldra komen we tér hoogte van de plaats waar j Oude en Nieuwe Rijn ontstaan. Over den laatsten heeft men een aardig uitzicht dat aan 't einde geaccentueerd wordt door den hoogen koepel van de Marekerk. Voorbij het kinderhuis „Voordorp" en de hoeve „Bijdorp" bereiken we nu weldra de kom van Leiderdorp. Aardig is het doorkijkje in de dorpsstraat, waar hel torenspitsje gees tig bovenuit punt. Ter linkerzijde zien we aansluitend bij liet Raadhuis een heeren buis, waar de wilde wingerd in deze na zomerdagen purpert en gloeit om de raam kozijnen. De dorpsstraat geeft een aardige afwisseling van oude en meer moderne buisjes. Bijzonder mooi liggen de oudere buizen met hun gewitte gevels waarover weer en tijd allerlei ouderdomstinten heb ben geworpen, half verborgen achter lin- denkruinen De ramen kijken als oude oogen vol trouw en levenservaring lusschcn de grijsbemoste stammen door. Links at 6laat weldra de fraai belommerde Omme- dijk naar Hoogmade, die we een andermaal hopen te volgen. Een eindje verder, als we de Gerefor meerde Kerk naderen, wordt het uitzicht over de velden weer vrij. In het wijde land vinden we hier-als centraal punt de naald- fijne torenspits van Hoogmada, die bijna on afgebroken lot Koudekerk toe, wanneer het uitzicht hel toelaat in 't midden van het vergezicht staat. Van Leiderdorp af lol aan de Hoorn toe beschrijft de weg hier. kleine bochten buiten beschouwing gelaten onge veer een kwartcirkel met de lijn naar Hoog made lot straal. En zoo denken wc steeds weer aan die „horizonnen zacht omgebo gen" van Mevr. Roland Holst.. Denk U nu uit dit vergezicht die fijne ■naaldspits eens weg en denk U dan, nog altijd staande eenige tientallen M voordat we de Geref. Keri; hebben bereikt, dien molen eens weg, dan verliest dit landschap ineens zijn typisch karakter. Ik doe weer een lieroep op de minnaars van T Hollandsche natuurschoon, van ieder het zijne te doen om onze molens te be waren. Ik geet toe dat een eleclriech ge maal vlugger werkt en misschien van on derhoud minder kostbaar is. Ik zou het dwaasheid vinden in onze nieuwe Zuider zeepolders ouderwetsche watermolens te plaatsen Het landschapsbeeld moet daar groeien uit de eischen van den modernen tijd Maar wat wij bezitten aan decoraliel landschapsschoon, moeten we houden Zet in plaats van onze mooie molens platte kubussen neer en een belangrijk sierend clement is verdwenen. Onze velden missen hun karakteristiek decor, dat uit do behoef ten van vroegere tijden is gegroeid En als men meent alle molens te moeten afbreken uit eischen van nuchterheid en eerlijkheid, waarom dan ook niet alle kerktorens? En waarom'zouden we dan bij ons nieuwe raadhuis een toren neerzetten? Zoo n toren heeft immers gewoonlijk ook •maar ideëele" en dus fictieve beteekenis. „O. zullen A-eten zeggen „maar dat is heel wal anders." Neen, hel is in den grond mets anders. Wij willen kerk- en andere torens hand haven juist om hun ideëele beteekenis en daarom willen wij ook onze bestaande mo lens handhaven Onze molens, die liet 1 landschap sieren, die de historische ge tuigen zijn hoe ons land steeds ontworteld werd en wordl aan de baren, die in den stand van hun wieken'kruis vertellen van het lief en leed der eigenaars ot van een geheele buurtschap en die dus behooren bij de Hollandsche folklorcl Hoe de glorie onzer moienland?cliappen door Gabriel en .longkind e.a is vPriolkl. mag bekend worden verondersteld Wat de kunstenaars van hel impressionisme, de herontdekkers van het Hollandsche land- sehapsschoon heeft geïnspireerd mogen wij in onze dagen niet verwaarloozen.Ee later geslacht zou ons daar met dankbaar voor zijn. zoomin als wij zijn bezield van grenzelooze dankbaarheid tegenover een voorgeslacht, dat in bet midden der 19de eeuw angstwekkend ijverig is bezig ge weest alle oude stedenschoon zoo grondig nweliik op te ruimen Even voorhij de Gerot. Kerk verrijst aan de overzijde van den Rijn de fraaien koepel van dc R-K. Kerk aan den Hoogen Riindiik uil liet geboomte. Onze weg voert ons m. verder voorbij huizen in '1 getmomle mdnstneele werk- olaatsen vooral steenfabrieken en npriag- pl aalsan' van den houthandel We passee ren een vijfal kalkbranderijen, statig nan: I elkaar op 'een rijtje gezet a s ontkurke champagnellesschen en naderen Doesbrug waar de bebouwing van den weg weer meer komvormig is en wc Kits i*n paar zijstraatjes ontdekken In \roer*r Ij den stond lvier ten O van den stroom bet "o ver'"delloesbrug wordt de weg zeil pas heel mooi. Ter weerszijden is hij b.p.am met iepen de lange strekking langs den Rit wordt voortdurend gebroken door flauwe bochten en de kleine bruggetjes over molentochten en <he in den Rijn uitloozen. Weldra ontdekken we ».n paar boerenhoeven die een paailmndIer meter van den weg in het tand liggen. Dichterbij ligt de prachtige lmfstedie JN - bij" tussChen boog geboomte en even verder zien we weer in de verte de torenspits van ""ontegenzeggelijk komt nu tot Koudekerk loe het mooiste en atvvisselendste gedee.te van onze wandeling, die ons weldra voor de hofstede „Lindenhot' brengt. RECLAME. 581. Jan was wat angstig en begreep niet, waarom men hem weer mede nam. Maar hel werd hem weldra duidelijk, loen hij hij. het vliegtuig kwam. Jan Klaassen moesl het vliegtuig sturen, dat hadden zij toch njet geleerd. Twee paarden werden voorgespannen en naar liet hól teruggekeerd. 582 Maar wie verscheen daar voor de oude vrienden, in de deur van de rooversgrot? Het was niemand anders dan Jokko, steeds denkend aan hun droevig lot. Duim en Piero sprongen op van blijdschap, o hun vreugde was zeer groot. Ze waren zeker Van; hun redding, Jokko was een redder in den nood. ECHTE FRIESCHE 20-50cl per ons 9756 ZEEVISSCHERIJ IN DEN IND. ARCHIPEL. XII. Alie inlanders doen aan vischvangst. Met dat gezegde kan sleqhts worden bedoeld het gezellig bedrijf van de menschen, die bjj hun dagelyksch maal een vischje be- geeren. In alle binnenlanden kan men zelfs bij kleine riviertjes geduldige mannen en vrouwen vinden, die met den hengel een begeerde spijs trachten te bemachtigen. Dan behoeven zij bij hun rijst niet de gedroogde visch te gebruiken, welke zij in den regel bij een Chineeschen winkelier koopen. Visch is in alle gebied van Indië onontbeerlijk, evenals rijst of sago of maïs, tegenover een schets van Hollandsch brood- en kaas volk zou men die van Indie's rijst- en vischvolk mogen hangen. Ben bedrijf van riviervisscherij kent men er echter niet; toen er weinig wegen waren en slechts langzame en dure vervoermiddelen, heeft niemand oo.t kunnen denken aan geregelde levering elders van versche visch Nu er in vele streken, althans op Java. de wegen en snelle vervoermiddelen zijn, is er nóg niet aan te deitken, omdat de opbrengst van vis chtro in geen rivier te allen tijde zeker is en Het Joon- de moeite niet zou vergoeden. Bovendien bederft versche visch in een tropisch klimaat spoedig. Wel degelijk is_j^r een bedrijf van ge zouten en gedroogde fvlsdh .mógelijk en liet bestaat dan ook^^öA is mij maar één bedrijf voor vi^chijonserven bekend, waarin de inlandsche bevolking een groote rol vervult en waéraan zij -tfeet cerdient: het is de visscherg by MoearA Afoentai aan de Mahakam (oost Borneo) Dat bedrijf zinkt evenwel m het niet. als men het vergelijkt met dat van de zeevisscherij te Bègan Si Api Api (oostkust van SumatraY, dat in handen is van Chineezen. De conserven vandaar gaan in groote hoeveelheden naar Java en verder. Dat is ook het geval met de conserven van Siam, welker kostprijs wegéns- de geringe loonen laag is. Waar in Indië een bevolking van. milli- oenen dagelijksch visch gebruikt, spreekt het van zelf, dat het herhaaldelijk is be treurd, dat zy niet zelf zich in ruime mate toelegt op de voortbrenging van het groote voedingsmiddel. Uit de zeevisscherij zou zij zoovee! voordeelen kunnen halen, die baar nu ontgaan. Hoe komt dat zoo? Varen en visschen op zee verstaat menig Indisch volk. Men behoeft slechts te denken aan het visschersvolk nabij Batavia, bij Soerabaja, bij Makassar, aan het visschersvolk in de Molokken, aan de Badjao's van Borneo's oostkust, om te beseffen dat de vischvangst op zee met sleepnetten en staketsels een algemeen bedrijf is van Inlandsch volk. Evenwel gaat dat bedrijf niet verder dan het vangen en zouten. Waar het op aan komt, het verkoopeu in wijden kring, de handel met al de beslommeringen die daar aan is verbonden', ligt niet in den zin en niet in het vermogen van den inlander. Stellig zijn er onder vele inlandsche volken wel eenige. die zich aangetrokken voelen tot handel en zelfs uitgebreide zaken leiden, maar het handelsbloed stroomt niet in inlandsch volk: het mist doorzicht, vast beradenheid. volharding en het vermogen tot herstel na klappen. Hoezeer in enkele streken de inlandsche visscher arbeidt voor den verkoop, toch is hg niet de man die den handel in visch verzorgt en hg laat die taak over aan Chineezen, die zich op plaatsen als Batavia en Soerabaja *ot aar doel tot een groep, een kongsi, vereenigden. Men kan zeggen dat de vischverkoop in Indië in handen is van Chineezen. Zij zgn zich van bun macht ten deze bewust en, toen enkele jaren geleden Japansche vis- schers zich bij de kust van Java vertoonden en spoedig hun vangst op de vischmarkten van Soerabaja en Batavia te koop aanboden, begrepen de Chineesche handelaren, dat de Japanners niet gelijk de inlanders aan hun leiband zouden loopen. Dat is inderdaad gebleken. Ook bleek, dat de Japanners de visscherij heel anders uitvoeren dan onze inlanders. Japanners zijn beter zaken- menschen. Bekend is dat de vangst van zeevisch in dc Indische wateren, voornamelijk op Java's noordkust, de aandacht heeft getrokken van Nederlandsche haringreeders, toen hun bedrijf hier te lande door verschillende oorzaken zwak raakte. Zij vatten het denk beeld op eenige hunner loggers, voorzieiv met motoren, naar Indië te zenden en daar een bedrijf te opener. Het denkbeeld ziet er bij eersten oogopslag niet kwaad uit, doch er zijn vele kanten aan en derhalve viel er voor Hollandsche reeders, die met dc gestalte noch met het wezen van Indi sche visscherij beleend zijn, veel te bestu- deeren en voor te bereiden. Het begoh al in 1926 en tot heden is er nog niets tot stand gekomen. Zij gingen uit van het feit. dat hun visscherijmethode voortreffelijker wener dan die van inlanders. Dat was hun recht. Maar er kwam voor hen nog veel bij, want met dc vangst alleen is meD er niet af. Aanvankelijk hadden de ontwerpers van het plan geen voorstelling van den aard van den handel in visch in Indië; zij hadden geen begrip van de beteekenis van den Chineeschen handelaar; zij wisten niet welke vischconserven daar te lande een groot handelsartikel vormen kortom zij hadden geen andere basis dan het zelfver trouwen in hun vischmetboden. Een aller belangrijkste zaak stond hun evenmin hel der voor oogende vischwateren, die even gunstig gelegen als rijk behooren te zijn. Men begrijpt, dat voor een bedrijf niet de algemeene rijkdom aan visch. die den Indi- schen archipel pleegt tc worden toegekend, een genoegzame waarborg kan zijn. Men dient voor een bedrijf te weten met zeker heid, dat er voor langen tijd en in betrek kelijk weinig vischuren op bepaalde visch- gronden een ruime vangst is te doen. In Indië zijn daaromtrent van regeerings- wegc vroeger onderzoekingen gedaan, be langrijk werk. echter niet voltooid. Daar van bestaan verslagen en de menschen. die het onderzoek uitvoerden, bestaan ook nog. De ontwerpers van het Nederlandsche ree- derijplan voor visscherij in Indië hebben van een en' aiid'èr'kennis moeten nemen alvorens zij a-an hun plan een vasten vorm gaven. Toen 2"ij het gereed hadden, konden zij kapitaal zoeken. Het is hun gelukt een geldelijke deelneming van de Indische re geering op zekere voorwaarden te verwer ven. waarmee echter het liecle beginkapi taal niet w§? verkregen. Intusschen is bë* een van rle reeders gelukt op regeerings*- kosten naar Indië1'te worden gezonden om een studie van de visscherij te ondernemen en een verslag uit te brengen. Het -verslag is uitgebracht Verder is er een voordracht over gehouden in het Koloniaal Instituut. Nochtans, is het kapitaal niet bijeenge bracht, en niemand lenn zeggen welke uit komst dc bemoeiingen van dc jongste vier jaar zullen hebben. Den stand van zaken overziende kunnen wij dus vaststellen, dat er in Indië nog geen grootbedrijf van zeevisscherij is be halve dat van de Chineezen te Bagan Si Api Api. Verder dat de Japanners een grootere inspanning betoonen in de wate ren van Java en sedert eenigen tijd ook in die van Sumatra en elders. De inlandsche visscherij gedraagt zich als van ouds. Zij zoekt geen grootheidzij brengt uit-de haar bekende wateren haar vangsten en stelt zich tevreden met zekere voordeelen, terwijl zij de rest in handen laat van Chi neezen. Te haken naar meer, te streven naar opvoering tot grooter bedrijf, het ligt niet in den aard. Het is en blijft iets 1 huiselijks, iets gemoedelijks. Men moet dat wèl begrijpen, want zoo 1* de aard van den inlander en het misstaat hem niet. Hij is een eenvoudig mcnsch, tevreden met een matig bestaan mits er geen zorgen aan zijn verbonden Noch op politiek noch op eco nomisch terrein is hij een zoeker naar voor uitgang. naar grootheid. Hij wil geen zorg on laat het leven liefst bij het oude. Daar om zal de regeering altijd er op bedacht moeten zijn. dat de vestiging van grootvis- scherijbedrijf. van wien ook dc inlandsche kan blijven in haar voegen en dc ruimte vindt, welke zij thans heeft. DENGAN HORMAT. Losse nummers van ons Blad zijn behalve aan ons bureau ook verkrijgbaar bii de Firma A. HILLEN Breestraat 154, Firma A. HILLEN Stationsweg, Firma A. T. H. WITTENBURG. Haarlemmerstraat 2 W. G. J. VERBURG Sigarenhandel, Heerenstraat 2 Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24 A. M. VAN ZWICHT. Kiosk Prinsessekade. en bij JOH. HOGERVORST Haarl.str. 128 en des Zaterdags bij A. H. v. d. VOOREN. H. Rijndijk 74 (Builen verantwoordelijkheid der Redactie! Copie van al of niet geplaatste stukken j wordt niet teruggegeven. DE LEIDSCHE STADHUISBOUW Naar aanleiding van uw verzoek om meening te kennen over het ontwerp-Dudo voor het bouwen van een nieuw stadhuu met behoud van den ouden gevel Breestraa hebben we het genoegen U hieronderstaand beoordeeling toe te zenden met het vried delijk verzoek hel een plaatsje in Uw daj blad in te willen ruimen. We vinden het, om te beginnen, hej jammer, dat de Raad, op voorstel van Bui gemeester en Wethouders, ingegaan is hel plan aan architect Willem Dudok ojj dracht te gunnen tot het ontwerpen een nieuw stadhuis. Sedert ruim een tiental jaren hebben w het bouwwerk van Dudok uitvoerig in or orgaan behandeld en steeds met den meeste lof, omdat we Dudok aanzien als baai breker op bouwkundig gebied, doch, dit voorbehoud, dat zijn ontwerpen paste in de Hilversumsche omgeving en ook ders, waar het een landelijke omgeving b{ trof, maai niet in de centra van hislorisc! sleden. Juist daarom hadden we de voo keur willen geven aan het uitschrijven een beperkten wedstrijd, temeer nog omd Uw land er dozijnen telt dde, op modei gebied, ruim opwegen tegen Dudok. De Slaal's, de Van Heukelom's, de Buu ma's, dè Van Broekhuizen's, de Boeyings' de C rouwe Ts, de Van der Mey's, om L Wils en Piet Kramer niet te vergeten, slaa allenvege bekend ais Miereerste baanbreke: op aarts-modem bouwkundig gebied, doe liet bouwwerk, dat ze totnogtoe gepresleeq hebben. Had men dezen bouwmeesters kans gegund, ook hun ontwerpen op maken en in te dienen, dan ware de kei veel grooter geweest en wellicht, wa? Ius9chen deze verschillende ontwerpen w iets, dat zoowat de algemeene goedkeuriij had weggedragen. Nu slaat men voor een voldongen feil waardoor dan ook. van verschillende zijdei «af- of goedkeurende adviezen in Uw veelgj lezen en 2eer gewaardeerd dagblad, lerect) komen. Gelukkig hoven alles i£, dat dc oude hi?l< rische gevel, bewaard blijft. Die trotsche gj vel toch dankt zijn ontslaan aan Leiden welvaart, die toen het toppunt van ha* rijkdom had bereikt, geplaatst werd d&a waar de Breestraat haar grootste breedl heeft, en ontworpen werd door den geniale bouwmeester Lieven de Key, Gentenaar va geboorte, die om geloofsvervolgingen te on loopen, eerst naar Londen de wijk nam, on een paar jaren later, aangesteld te worde «nis hoofdbouwmeesler van Haarlem, sta die aan hem de wereldberoemde Vleescl hal dankt. Wat we. na aandachtig het plan va| Dudok te hebben bekeken, er als het bei geslaagde in vinden, is vooreerst de ruinj binnenplaats, die, de daarop uitkomen» kantoorlokalen, ruim van licht voorzit daarna de inwendige ruimte-verdeeling. di ons als bijzonder geslaagd lijkt, het opne van een winkelgalerij, waardoor hel lege woordige uitzicht der Vischmarkt nagen< bewaard zal blijven, wat ons tevens een groot economisch voordeel blijkt, wi in de crisisperiode, die we thans belevei niet le versmaden valt, temeer nog omd; de voorziene pergola, bij regenachtig we een niet te versmaden schuilplaats bied' zal. Ook is Dudok wel zoo spitsvondi: weest, liet poortje onder liet bordes Bre straat en meer andere ingangen dienslba' te maken voor dc voetgangers, waard* zijn ontworpen binnenplaats veel levend beid winnen zal, hetgeen tevens een «i lasting zal daarslellen voor de le smal Koornbrug- en Maarsmansslegen, alsook, di hij gezorgd heeft, dat al de plechtighëö'"1 als voorheen het geval was, lang^ de Bri straat zullen plaats grijpen. Wal we nu veel minder goed geslaai achten is- in algemeenen zin, hel uitzie] van de gevels Vischmarkt en vooral zi toren; ook het platte dak. We zullen da over ndet verder in détails treden, doch zal ons volstaan le zeggen, dat Dudok danks al zijn ervaring cn goeden sma liet historische totaal verloochent in ■rr van hel aan (e passen aan de ni,>ul eischen van onzen lijd en daardoor bouwwerk heeft ontworpen, dal wc! m smaak zal vallen van de ullra-revoh"1 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 10