De Leidsche Stadhuisbouw LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Augustus 1930 Vierde Blad No. 21612 p Jaargang En de saneering van toegangswegen naar de kern der stad. Vaar aanleiding van het gepubliceerd *erp van het Stadhuis, uitgevoerd door bekwamen architect W. Dudok, is het een genoegen in de gelegenheid te zijn i gedachten daaromtrent kenbaar te aten en tevens langs dezen weg onze inge ven te wijzen op andere en m.i. betere elijkheden voor den stadhuisbouw met •aan verbonden een gezondmaken van icegangswegen vanuit het Noorden tot den un van onze stad. Voor en aleer iets af te doen aan de juiste van onze vroede vaderen om architect Dudok, een beroemd bouwmeester, te be- njen, moet ook ik mij aansluiten bij deze jze. Het werk dat onder zijn kundigheid stand komt, is af en geeft het hoogste peil onze aesthelische mogelijkheden in jen tijd weer. Echter zooals altijd, is het ook hier weer machtige en alles beheerschende finan ce factor die zijn stempel op de keuze de voor den bouw bestemde grond ge it heeft. En ditmaal is deze zelfs nog hand aan id gegaan met de ten top gedreven ileit om coüle que coüte de oude gevel aan Breeslraat dezelfde functie te laten ver- als voorheen. Rat zijn de gevolgen van een en ander? lezien van de bewondering welke ik koes- voor de uitnemende plattegrondsindee- gvan het plan Dudok, zie ik toch in de npromis lusschen oude gevel en daar- iter geprojecteerd modern, zelfs zeer stadhuis, een valschheid, die door logischer denkend nageslacht gelaakt en j'schuwd zal worden ondanks de haar bekend zijnde misplaatste piëteitsgevoe- Vragen wij voor een modern ingerichte iek met de nieuwste technische eischen niet een modern leider met alle moge- moderne uitingen of vragen wij daar- een afgeleefde en verschrompelde per- nlijkheid? Laten wij ook voor ons stad- alles eischen wat het ons in dezen tijd en kan en geven moet. In het plan Dudok jlt de oude gevel aangeleund door be- tnde bebouwingen en wordt vergeten dat vroeg of laat de eisch gesteld kan worden dat Koornbrugsleeg en Maarsmanssteeg ver breed worden (nu reeds is dit noodzakelijk) en dat deze verbreedingen ten koste van deze genoemde belendingen zullen komen. Bij deze verbreeding wordt dan het stad huis ontmanteld en komt de scherpe schei ding plomp en onaesthetisch voor den dag. Wee den bouwmeester die opdracht krijgen zal dit bij te spijkeren. Wat zal het product worden? Wellicht zult gij denken dat ik den ouden gevel zou willen vernietigen en opruimen. Geenszins, ook ik wensch hem te behouden maar niet ten koste van ons nieuwe stad huis Geef den ouden gevel op dezelfde plaats, doch zoo noodig ten behoeve van het verkeer eenigszins achteruit geplaatst, een functie als gevel van een museumge bouw Ook op dezen manier den ouden ge vel te behouden duidt voldoende op piëteit voor het oude en schoone, doch het geeft tevens blijk van gezond verstand. Bij ach teruitplaatsing van den ouden gevel is het noodig de bestaande belendingen in dezelfde rooilijn terug te brengen c.q. te doen ver dwijnen waarbij dan ook de zijgevels in overeenkomstigen stijl opgelost zullen moe ten worden. Hoewel de platte grond van het plan- Dudok geniaal is ingedeeld, betreur ik het tevens dat een stuk van de Vischmarkt op geofferd is, daar deze pleinvormige ver breeding voor de toekomst perspectieven bevat. Om tegemoet te komen aan de avond- verlichting ter plaatse en daarmede ver hoogde gezelligheid van het slraataspect, heeft de Architect een groep winkels aan de Vischmarkt geprojecteerd. Daarmede heeft hij zeer zeker economische factoren gediend wan't zij zullen tegemoetkomen aan de exploitatiekosten van het stadhuis. Maar, en dat is m.i. een groote „maar", is daar mede de waardigheid van ons stadhuis niet een beetje te veel aangetast? En. zooals terecht in één der reeds verschenen waar- deerende artikelen over het stadhuis opge merkt werd, wordt die gezelligheid niet alleen in den winter tot 6 uur, hoogstens tot 8 uur verkregen? Plan Dudok behoudt den ouden gevel, maar waar is haar vermaarde toren die steeds haar fijne carillonklanken over de oude veste uitsprenkelde? Zij kan niet meer uit de assohe herrijzen, zij is totaal ver nield. Velen hebben dit in het plan Dudok gemist en kunnen niet tevreden gesteld worden met den nieuwen toren, die orga nisch bij het moderne stadhuis noodzake lijk is en tevens als surrogaat voor den ouden toren gelden moet. Bij uitvoering van dit plan zal zeker, zooals ook reeds geuit, een meer verfijnde detailleering in „Dudok - stijl" aangebracht moeten worden waarin de heer Dudok met zijn gaven het beste zal geven en ons niet zal teleurstellen. Zoo zijn we in groote lijnen gekomen tot diet eind van onze beschouwingen over het plan-Dudok en moet ik erkennen dat. gezien de gegevens van historischen aard, piëteits- verlangen en aanwijzingen onzer vroede vaderen eenerzijds en de moderne doelma tigheidsverlangens anderzijds, onze bouw meester Dudok uitmuntend geslaagd is. doch dat hij te veel dit compromis op den voor grond gezet heeft en daardoor een valsch heid opgebouwd die bij verbreeding der zij wegen sterk in het licht zal treden. Neen, wij jongeren, met onze visie op de toekomst en haar mogelijkheden in de ont plooiing van ons sociaal bestel en de daar mede verzwaarde taak en samengesteldheid van het gemeentebestuur met haar takken van dienst, wij wenschen een gemeente huis, waarin, als in het hart van den men9c'h waar al het 'bloed van het lichaam geregeld doorstroomt, alle functies lot uiting kunnen komen. Vóór alles, moet het geheel als een zelf- standiig organisme, vrij staan met' er om heen alleen hoofdveikeersader s Vooral met het oog op brandgevaar is dit noodzakelijk. Hebben wij dat nog niet vol doende ondervonden? Bij het plan-Dudok is dat niet voldoende geschied al zal alles zooveel mogelijk van gewapend ibelon, enz. worden. Tevens moet m.i. voor de toekomst het gemeentehuis zoo groot zijn of gemaakt kun nen worden, dat de voornoemde sociale tak ken van dienst, w.o. arbeidsbeurs en raden van arbeid in hun hoofdfuncties niet te vergeten, benevens de centrale bureaux van die diensten die zullen ontstaan bij moge lijke economische socialiseering of derge lijke meer, erin ondergebracht kunnen wor den. Nogmaals, met de mogelijke ont plooiing var. de functies van het stadsbe stuur moet rekening gehouden worden. Hoewel de verbranding van het stadhuis onze stad voor een zeer moeilijke situatie stelde, meen ik toch dat deze gebeurtenis, hoewel duur betaald, vele leeringen geeft en ons momenteel dwingt een oplossing te zoeken, die op het peil moet staan van onze hedendaagsche inzichten en verkeers- behoeflen. Laten we niet langer ons blind staren op de plaats waar steeds ons stad huis, dat lief en leed heeft medegemaakt, stond en die werkelijk historische grond is geworden. Laten wij steeds als we onzen blik op den gevel van een eventueel daar op te richten museum, waarin alles wat met die plek verband hield en houdt geborgen worden kan, richten, met weemoed en trots aan haar verleden denken, maar laten we heden onze blikken richten op andere plaatsen in onze stad en zien of er zijn die uit economische overweging in de toekomst (niet heden alleen), verkeerseconomie, waardigheid en sladsverfraaiing niet groo- tere en schoonere mogelijkheden bieden. Bekijken we onze stadsplattegrond dan zien we tus9chen de N. Beestenmarkt en Sleenslraat de groote mogelijkheid. Om één en ander in de komende uiteenzetting goed te kunnen volgen, verzoek ik u uw blikken op bijgaande kaart A te slaan, alwaar U de bestaande toegangsweg, de Steenstraat, als de groote toegangsweg tot de kern van onze stad ziet. Is dit een weg onze stad waardig? Onze stad. de sleutel tot het welvarende Rijnland. De toegangen lot Rijnland zijn de Haarlemmerstraat (beter steeg te noemen) en de Breestraat (Breede straat beteekent dit). Wordt het geen tijd, dat wij onze waardigheid bewust worden en er naar streven met onzen lijd mede te gaan en le zorgen voor ruime en goede toegangswegen lot en in onze stad, die de sleutel was en blijven moet voor Rijnland. Eisch van Uw stadsbestuur, dat zij haar aandacht in den ruimsten zin laat gaan over alle mogelijk heden, die onze stad met haar industrie en welvaart, in de harleklop van het Neder- landsche Volk kunnen voeren. Laat niet een groolere uitgave voor dergelijke werken U afschrikken. Waardigheid kost geld, maar kweekt fijnen burgerzin en bevordert zelf vertrouwen. Leiden bezit van Kort Rapenburg tot aan den spoorbaan bij het Station volop gele genheid om zijn toekomstplannen voor het verkeer en verfraaiing van zijn stad tot werkelijkheid te doen uitgroeien. Op bij gaande kaart B kunt U zien welke deze mogelijkheden zijn. Daar, tusschen een herboren 20 M. breede Steenstraat en dito N. Beestenmarkt(straat) daar is de plaats voor ons gemeentehuis. De zoo lang reeds geuite klacht dat Lei den geen centraal plein heeft, kan ook hier verholpen worden. Waartoe steeds de scheepvaart van zand bakken, turfschippers en d g. door onze 6tad? Waarom deze niet geleid om onze stad door Rijn- en Schiekanaal enz.? De fabrie ken aan de Oude Vest zullen geen groote nadeelen ondervinden wanneer hun aan- of afvoeren welke over water gaan, een wei nig om moeten varen. Dit euvel is te ge ring om als overwegend geldig te zijn. Wel is overwegend alle opstopping, verlegging en hindering van het verkeer op de wegen. Laat ons de oude vestgracht en Gal ge water afsluiten en daartusschen een riant plein met plantsoenindeeling, levendig tramver keer e.a. scheppen. Beziet gij kaart B dan ziet gij welke mó gelijkheden daardoor geschapen worden. De verklaring der cijfers op dezen kaart laten U zien met welke aardige monumen ten gij een dergelijk plein tot een levendig geheel kunt opvoeren. Ge begrijpt echter wel dat bij deze be schouwingen de veemarkt verplaatst moet zijn naar haar toekomstige plaats aan de Haarlemmertrekvaart. Volgen we, voor het toekomstig stadhuis slaande, den rechterweg, dan blijkt dat de aldaar staande molen „de Valk" midden op den weg komt te staan en noodzakelijk zal moeten verdwijnen om plaats te maken voor een breeden verkeersweg met dito brug over den Rijnsburger Singelgracht, waarbij de gracht ter plaatse eenigszins terugge legd wordt, waarna de verkeersweg zich voortzet tot onder een te maken viaduct onder den spoorbaan HaagHaarlem. Eveneens is gerekend op een viaduct vooi den StationswegRijnsburgerweg waarbij gedacht is dat de spoorbaan van Voorscho ten af tot Warmond algeheel verhoogd is en het Station ter plaatse van de ijsbaan is geprojecteerd. (Deze plannen bestaan reeds meerdere jaren en zullen wellicht binnen niet te langen tijd verwezenlijkt worden, hopen we). Voor het Slation is een ruim plein ont worpen met gelegenheid voor tramverkeer, verkeers- en vluchtheuveltjes, autostand plaatsen en dg. meer. Eveneens is te lood op den hoofdingang van het nieuwe station een korte boule vard ontworpen met een drietal rijen hoo rnen in het midden waaronder wandelpa den. Aan beide zijden van dezen middel wandelweg kunnen trams en ander rijver- keer loopen terwijl 6 a 7 M. breede trot toirs aan beide zijden de noodige voetgan gers kunnen bergen en winkels met hun etalages deze voetgangers kunnen boeien. Aan het stationsplein zijn hotels en café's met breede voorterrassen gedacht; de trot toirs zijn aldaar 10 M. breed ontworpen. Het bestaande schoolgebouw aan het Schuttersveld ligt aan den nieuwen ver keersweg doch heeft zijn front schuin ach ter den Rijnsburgersingel staan. Een daar langs geprojecteerde 1215 M. breede straat doet dit front beter tot zijn recht komen en biedt gelegenheid om van den Rijnsburger singel direct op den Stationsweg uit te ko men. Voor hen die voldoende ondernemings geest bezitten is gelegenheid om na slooping van de bestaande bebouwing ten Zuiden van voornoemde straat een schouwburg of ander theater (hierbij denk ik aan een goede stads schouwburg) met een mooi front aan den Stationsweg en Rijnsburgersingel te stich ten. Met de aldus geprojecteerde bebouwing met straten en plantsoenen volgens kaart B is de groote toegang tot de stad vanuit het Noorden voorgoed verzekerd en kunnen aesthetisch zeer mooie bebouwingen verkre gen worden waarmede de stad zich tevens plaatst op de rij der steden die het noodza kelijk achten hun stadplan zoodanig te her zien dat het tot in afzienbaren tijd zal vol doen aan de behoeften van haar ontwikke ling en doorgaand verkeer. Met het uitvoe ren van een dergelijk plan gaan jaren ge moeid en vragen millioenen, aan kosten te meer daar alle straten geasfalteerd gedacht zijn. Doch zouden die millioenen over een behoorlijk aantal jaTen verdeeld ons af moe ten schrikken? Neen, het opkomend ge slacht zal haar voorvaderen immer dank baar blijven voor goede oplossingen in het stadsplan. Nog vele eeuwen zullen de vruch ten ervan door onze nazaten geplukt kun nen worden. Om nader op het voor stadhuis aldaar be stemde terrein met voorplein terug te ko men. zien we dat deze oppervlakte ruim schoots voldoende is om het stadhuis met al zijn tegenwoordige en toekomstige behoef ten te herbergen. Zoowel aan de Noord- als Zuidzijde kunnen machtige gevels het ge bouw afsluiten. Deze gevels vragen een ge concentreerde rangschikking in de verdee ling der raampartijen en toegangen. Aan de Zuidzijde is aldaar een monumentale toren, zoo noodig met carillon, gedacht. Deze toren moet ten o. v. den voorgevel eenige meters terugspringen, terwijl een monumentale toe- gangstrap met bovengelegen ruim balkon eenige meters naar voren moeten komen. De Noordgevel is gebroken gedacht met in het midden toegang tot Binnenhof en aan gesloten ruime zij-uitgangen voor politie en brandweerpost. In de zijgevels komen kleine toegangs poorten tot den Binnenhof. Deze Binnenhof zoo intiem mogelijk met waterpartijen en gangen onder verdeelen. De aan de Noordzijde gelegen plantsoe nen bezetten met laag struikgewas, veel gras en verder rustieke aanleg in rots en bloempartijen aansluitend aan de gracht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13