SLORDIGE LIES!
DE WEDSTRIJD OP
KONINGINNE-VERJAARDAG.
en de oude man, Levi, zijn Vader was,
lerwijl zij woonden in Mogador, de naburige
s lad.
Dick deed op zijn beurt zijn best om een
duidelijk verslag van hun eigenaardige
schipbreuk uit ie brengen, maar ik weet
niet. in hoeverre zijn toehoorders dit be
grepen.
Later verschatte Abbas hun tiwee stel
kleeren en beduidde hij hun, dat ze die
moesten aantrekken. Lex stribbelde eerst
tegen, maar gaf ten slotte toe, evenals Dick,
die begreep dat het gevaarlijk zou zijn in
hun uitheemsohe kleeding te blijven loopen.
Gelukkig mochten ze hun ondergoed ge
deeltelijk aanhouden.
Toen zij verkleed waren, moesten de jon
gens toch nog om elkaar lachen! De oude
Levi maakle een bundeltje van hun klee
ren, die zij uitgetrokken hadden en scheen
er niet van te willen scheiden.
Zij waren te moe en te ellendig om het
eten, dat voor hen neergezet werd. aan te
raken, en strekten zich op een armzalig
bed uit. Ze walgden van hun omgeving,
doch zagen zeer terecht in, dal het ver
standiger was die te aanvaarden dan op
het sc'hoone zand aan de kust naar
alle waarschijnlijkheid den hongerdood te
moeten sterven.
Hier waren zij echter gevangen; dal was
maar al te duidelijk!
Slapen konden zij niet. Nauwelijks had
Dielk de oogen dicht gedaan, of hij zag al
lerlei woeste gezichten en rumoerige, ver
warrende lafereelen voor zich.
Lex was er nog erger aan toe: een zware
last drukte hem.
„Dick!" fluisterde hij eindelijk. ,.Dick, ben
je wakker? Ik ik moet je wat op
biechten
„Wat is het, ouwe jongen?" vroeg Dick
gemoedelijk, lerwijl hij half overeind kwam.
„Is het heel erg?"
„Ja verschrikkelijk! Te wpgI wel, dat
ik dat kleine, bruine boekje in mijn zak
had?"
„Ja.... maar wal zou dal?"
,,'t 'I is er nog inen die ellen
dige, ouwe man heeft mijn kleeren!"
Als Lex een verwijt van zijn broertje ver
wacht had, vergiste hij zich! Dick scheen
!he't verlies van het boekje slechts een klei
nigheid te vinden in vergelijking van den
geheelcn, neteligen toestand, waarin zij zich
bevonden.
„Tob daar maar niet over!" zei hij. „We
zullen hel wel terug zien te krijgen, als
we vluchten kunnen In elk geval hebben
we 'top 'toogenblik niet noodig. We moe
ten niet laten merken, dal hef waarde voor
ons heeft,-Lex, want dan geeft de oude
Jood het ons heelemaal niet terug!"
Lex keerde zich nu getroost en gerustge
steld om maar Dick kon niet slapen en
wierp zich onrustig heen en weer in dezen
warmen en afschuwelijken nacht, die de
eerste van een lange reeks zou zijn Den
volgenden dag bleek 'Ihun nog duidelijker,
dat zij van bun vrijheid beroofd waren, ai
begrepen zij dan ook niet, waarom de oude
Jood hen gevangen hield.
(Wordt veTvolgd.)
Met kluw en met naalden
weel Liesje we! weg:
ze breit zulke prachtige dassen,
en jurkjes en rokjes, en wat je maar wilt,
en alles Iran best tegen wasschen.
Haar poppen zijn altijd in
't keurigste pak;
en zelf is z' een slordervos, weet jel
een scheurtje, een vlekje, een rafel, een torn,
och, dal hindeFt Lies maar een beetje!
Dat poppengedoe is zoo heerlijk gauw klaar!
als Lies voor zichzelf zou beginnen,
dan zag z'er geen eind aan,
dat weel ze vooruit,
dus zet ze zich dal uit haar zinnen!
HERMANNA.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
In een badplaats aan de Noordzee had
den in de zomervacantie heel wat gasten
van de zee genoten. De groote menschen
hadden gezwommen en heerlijk aan het
strand liggen soezen of lezen en de kin
deren hadden eveneens gezwommen, en ver
der allerlei zandkasteelen, bergen en forten
gemaakt, ook diepe putten, kanalen en
grachten gegraven, die soms door één golf
volgeloopen waren:
Over één ding waren Oud en Jong het
geheel eens: 't was een heerlijke maand
Augustus geweest.
En nu naderde het einde ervan en daar
mee het - einde der vacantie.
„kWou, dat het nooit 31 Augustus werd!"
riep plotseling Rita van Hoorn uit, die 1
September weer met Vader en Moeder en
haar broertje Bert naar de stad terug zou
gaan.
„31 Augustus is toch een mooie dag!"
zei Jan de Vries.
„Iloe weet jij nou vooruit, of die mooi
zal zijn?" vroeg Bep O Jen bijdehand, ,,'t Kan
best regenen, hoor!"
„En toch is het een mooie dag!" hield
Jan vol. „Een heel mooie dag!"
„O, ik weet het!" riep Rita plotseling uit.
,,'t Is Koninginne verjaardag!"
„Ja," zei Jan, ,,en we moeten er een
echten feestdag van maken."
„Dat wordt het ook in ons hotel, heb ik
Vader al hooren vertellen," zei Rita, trotsch
dat ze er iets meer van wist dan de an
deren.
„Wij moeten ons eigen feest hier aan 't
strand hebben", ging Jan onverstoorbaar
voort en aangemoedigd doof de vragende
gezichten om hem heen, voegde hrj er ge
heimzinnig aan toe:
„Ik heb een plan!"
„Wat voor plan? Laat 's hooren!
Iets leuks?,, klonk het nu van alle kanten
en er stonden wel een dozijn kinderen om
den jeugdigen spreker heen.
„We moeten een wedstrijd houden!"
„Zeker zakloopen of zooiets," pruilde Bep
Ottem
„Nee, een wedstrijd, dien we zelf heele
maal in elkaar zetten."
„Ja maar", zei Karei van Hoven nu, „dan
moeten we toch eerst weten, wat voor wed
strijd! Heb jij een idee, Jan?"
„Ik had gedacht: een wedstrijd in het
maken van zandkasteelen, -forten en zoo.
We moeten ieder een jongen of meisje
kiezen om ons te helpen en het tweetal,
dat het mooiste zandgebouw maakt, wint
den prijs".
„En waaruit bestaat die?" vroeg Lida
Jansen^
„Uit een verrassing, die Moeder voor de
gelukkigen heeft," gaf Jan geheimzinnig ten
antwoord. ,*Wie doet er mee?"
Natuurlijk was er niemand onder het
troepje, die niet meedeed en het „>1*!
ikke! ik ook!" was dan ook niet van de
lucht.
Dat was dus afgesproken! Om negen uur
zou de wedstrijd beginnen en precies te
twaalf uur cfe prijsuitreiking zijn.
In de dagen,- die nu volgden, zag men
telkens twee kinderen geheimzinnig samen
fluisteren. Bn natuurlijk hadden zij het over
den aanstaanden wedstrijd, het onderwerp
van den dag!
Alleen Hans Meerdink was verdrietig. Hij,
die van den dokter alleen aan het strand
liggen mocht, kon immers niet meedoen!
Het gefluister der anderen was hem niet
ontgaan, 't Had hem erg verdrietig ge
maakt. O, was die akelige 31 Augustus
maar voorbij en alles weer gewoon! Na de
vacantie, als hjj weer thuis zou zijn, zou
hij al die vToolijke, springende kinderen
niet meer oen, die het verschil met hem
zoo sterL deden uitkomen. Hij zou dan op
den divan liggen teekenén, zrjh lievelings
bezigheid.
Aan het strand teekende hrj
hjj lag daar maar het liefst
de anderen af. Hoe minder h
zag
Daar kwam Karei van Hove
naar bem toe.
„Zullen wg samen doen in
strijd?" vroeg Karei.
„Hoe kan dat nou??!" riep II
uit.
Maar Karei liet zich niet g
slaan. Hij zette zijn plannen
uiteen en het einde van het g
dat Hans met stralende oogei
laten we dat doen! Wat een
Zoo brak 31 Augustus aan.
Het was schitterend weer, nog
sche dag en het Oranjezonnetje
op het feest te willen ontbrefc
wonder, dat het er graag bij s
De deelnemers aan den weds
zich in de afgeloopen dagen tvr
bij -fan's Moeder opgegeven. 'I
heel wat en mevrouw de Vries
uitgeroepen
„Als 't strand maar groot ge:
zóóveel zandkasteelen I"
Nu, dat was het natuurlijk
kinderen tegen negen uur
was er te laat! op het str:
was dit door vroolijke vlagget
ken verdeeld en werd ieder zij
rein aangewezen.
Precies negen uur klonk er e
de wedstrijd begon.
Ijverig waren de schoppen
Niemand bad tijd om naar he
een ander te kijken!
De jury, die uit mevrouw
nog eenige dames bestond, v
kriigen met het beoordeel en
lende kunstgewrochten
Ook Karei van Hoven werk 1
werkte eigenlijk voor twee, 1
Meerdink zou hem pas op het r
nen helpen. Wat hij dan wel i*
meer of minder dan een paleL
der KoninginHans kon hem ti j1
wel helpen, maar zijn eigenlijk
gon pas, toè hij op het voorpï
tenis der Koningin zóó goed
zand boetseerde, dat iedereen w
bewondering naar kijken zou.
De uren vlogen voorbij en t c
klonk, dat de wedstrijd over q
gesloten zou worden, vonden ;e
morgen veel te gauw om was. i;
nog de laatste hand aan
kasteel of ander gebouw geleg r]
Karei de Nederlandsche vlag r )c
der Koningin. s
Daarna klonk het sein. dat
beëindigde en volgde de rondgs il
Goedkeurend keken de dame; lij
mooie kasteelen, forten en s E.
werken, maar eenstemmig ve
toch, dat het kunstwerk van K r>]
den eersten prijs toekwam, a! oi
meest origineele en toepasselijk 's
dezen Bisten Augustus door d;
der. op dit gebied vervaardigd
zij (jeftig zeiden.
Karei vond, dat de prijs he
Hans toekwam, doch dit wai
niet mei hem eens.
„We hebben een dubbele
elk bouwwerk door twee bouw
vaardigd is." zei mevrouw de
gaf Karei en Hans ieder een
werk over het Huis van Or
Of ze daarmee in hun schik
Karei droeg Hans op zijn sc
't hotel, waar een drie-we
„Hoera!" voor hen aangeheven
Karei was blij, dat hij den
nen bad. En Hans? Hij was in
Wie bad ook kunnen denken,
ginne verjaardag zoo'n heerir
kunnen worden?! Hans zelf
flauw, vermoeden van gehad
niet, hoe hij er zóó tegen op
zien
31 Augustus aan zee zou hij
als bij werd! wel nooit ve;