I Aspirin BEIDER WEG. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Augustus 1930 Derde Blad No. 21603 k- EN SCHOOLNIEUWS. LAND- EN TUINBOUW. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. Vooral Dame» NED. HERV. KERK. eehl: Te Zierikzee, H. J. Barnouw te A. N. Pijnacker Hordijk, te ganwen: Naar Schildiwolde, F. Siega, iHngen- Jjjtl: Voor St. AnnaJand ds. L Xugre- Oiessen-Nieuwkeric. CHR. GEREP. KERK. jopen: Te Ede, J. v. Doorn, eand. te Dr. J. S. TICHELMAN t den ouderdom van bijna 85 jaar ie le overleden dr. J. S. Tichelman, eme- iredikant van de Ned. Herv. Gemeente irlois (Rotterdam). Hij was oorspron- verkzaam als leeraar in de oude talen iet Christelijk gymnasium te Zetten, in 1872, werd hij predikant te Hur- Vervolgen9 stond hij resp. te Helle- is, Leidschendam en Charlois, in laatste gemeente hij op 1 Juli 1899 emenlaat ontving. De begrafenis ie ld op Vrijdag te half een in het familie- Zetten, DE PROTESTANTSCHE ZENDING' Zendingsbureau te Oogstfeest is: utomsten van de eerste maanden van g bleven, zooals bekend, verre bene fit benoodigde. Juni en vooral de Joli brachten veel verbetering. De (and bij verleden jaar werd inge- nu Augustus! Per maand is vol le raming noodig f. 80.000. De ont- bedroegen op heden nog slechts Dat is één tiende deel van wat het sagt. ïtie van het vorenstaande wordt sle geacht. De vrienden der Zending vel hoe buitengewoon moeilijk het de Zendingsbesturen om voort te onder middelen. Spoedige, afdoende reer gewenschtl IRALE SYNODE DEIR GEREF. KERKEN. m is te Arnhem aangevangen de driejaarlijksdhe Generale Synode der weide Kerken in Nederland, ie Synode ging eergisteravond in de ;erk een bidstond vooraf, waarin president van de vorige synode, [Dijk van Den Haag. Hoop van den bidstond bood de ker- !ran Arnhem als gastheer in het ker kbouw van de Westerkerk een be enkomst aan, waarop de leden gelegenheid ontvingen kennis te at die leden der Arnhemsche ge- die hun een viertal weken gast- 'erleenen zullen. Oostericerk heeft ds. H. L. Both, als predikant van de Gereformeerde Arnhem, gisterochtend om tien Synode met een toespraak geopend. en Schriftlezing hield ds. Both If. waarin hij er op wees, na eerst en prae-adnseurs te hebben wel welen, dat het 28 jaar geleden is, kerk van Arnhem ook de eer had de lode te mogen ontvangen. Spreker »j de Arnhemsche Synode van 1902 der stil, om er dan op te wijzen hoe reien de heugenis aan de Dolean- :n de ineensmelting van 1892 ster- dan bij het geslacht, dat thans P'eel is er veranderd.sedert 1902 en M heeft met verbijsterende snelheid •hante zien veranderen. De Ohriste- heeft veel terrein verloren. De dertig jaar van deze eeuw hebben echter ook te zien gegeven hoe God zijn werk in stand houdt in het midden der jaren en het beweeg van onzen tijd. Het zendingswerk heeft overstelpend rijke vrucht gedragen. Het kerkelijk leven der Geref. kerken kon zich betrekkelijk rustig ontwik kelen, al bleef het niet ongehavend en ont kwamen ook de Ger. kerken niet aan we reldgelijkvormigheid. God dankend voor onze positie als vrije Ger. kerken kunnen wij, aldus spr., niet dan met groote ontroe ring en droefheid gadeslaan zoovele onrust barende dingen om ons heen, waarom we ons voor God hebben te verootmoedigen. Spr. wees er vervolgens op ,hoe het agen dum dezer synode gewaagt van veel arbeid die wacht. Er moeten gewichtige maar ook moeilijke beslissingen worden genomen, naar spr. met een nadere verwijzing naar 'het agendum aantoont. Deze Synode toont ook hierin overeenkomst met haar voor gangster van 1902, toen met eveneens stond voor de zaak van de opleiding tot den dienst des Woords. Deze Synode moge ons dichter brengen bij de eenheid van opleiding en op dat gebied minder teleurstellen dan de vorige Arnhemsche Synode, dat deed. Als er kwesties zijn, die kunnen verdeden, is er de groote zendingszaak, die vereenigt. Spr. richtte de opwekking tot de leden der Synode om van hun verantwoordelijkheid doordrongen te zijn en de te nemen beslis singen te doen zijn ten bate van het leven der kerken en ter bevordering van den op bloei van het geloofsleven. Hierna werd ge zongen Psalm 86 6 ..Leer mij naar uw wil te handelen. Tc Zal dan in uw waarheid wandelen." Vervolgens droeg dr. Both de belangen deT Gen. Synode in den gebede aan God op. Allereerst kwam nu aan de OTde de ver kiezing van de leden van het moderamen. Na een tweetal stemmingen werd tot praeses verkozen ds. K. Fernhout van Vree land. die echter om gezondheidsredenen en met het oog op zijn hoogen leeftijd meende te moeten bedanken. In zijn plaats werd •daarop gekozen ds. J. L. Schouten van Am sterdam. Tot assessor werd benoemd ds. J. Douma van Arnhem en tot eersten scrilba ds. J. P. Klaarhamer van Dokkum. Tot tweeden scriba werd benoemd dr. G. Keizer van Rbeden (De Steeg). De vergadering werd hierna geschorst. BESTRITDING RUNDER- TUBERCULOSE. De entstof Calmette-Gnerin in de praktijk. Verschenen is het verslag over de proef nemingen in Nederland, in de gewone prac- tijk der veehouderij, met de entstof Cal- mette-Guérin (B.O.G.) teigen de tubercu lose bij runderen, verricht door den vee- artsenij kundigen dienst. De inleiding geeft een overzicht van de belangwekkende mededeeling van Calmette en Guéiïn aangaande de „vaccinatie tegen rimder-tuberculose" in de „Annales de l'Institut Pasteur", Mei 1924, en zet uit een, hoe daarop in Nederland werd ge reageerd door proefnemingen in de prae- tijk. Hierop volgt een uitvoerig verslag van de entingen, van 1925 tot en met 31 December 1929, met B.C.G. öp Neder- landsch rundvee verricht, met de resulta ten der entingen stal voor stal. Toen in .1924 Guérin in Nederland de enting met B.C.G. propageerde, stelde hij zelf met betrekking tot 'een tuberculose enting de volgende voorwaarden: eenvou dig in toepassing, onschadelijk en afdoende Nagegaan wordt dan aan de hand van de in Nederland genomen proefnemingen, in hoeverre de B.C.G. entingen in de practijk aan deze voorwaarden hebben voldaan. Eenvoudig in toepassing is de enting alleen voor den dierenarts, die het vaccin inspuit. Rekent men de nazorg van den veehouder, die voor onmiddellijke afzonde ring, voeding met tubercelbacillenvrije melk enz. moet zorgen, bij de enting, dan is de enting niet zoo eenvoudig, dat zo op elk bedrijf zal kunnen worden toege past. 539. De man was de eigenaar van het circus, had hun op het perron gezien. Hij was bijtijds uit den trein ge sprongen om hun zoo noodig hulp te biên. ..Bevrijdt die beiden van hun boeien", zei hij beleefd tot den agent. Die lieden zijn geen autodieven, zijn mij als fatsoenlijk bekend." 540. En nauwelijks had hij zoo gesproken of Duim en d'aap werden bevrijd. De dienders ontnamen hun de boeien, Jokko toonde zich verblijd. Hij sprong, danste en schreeuwde van vreugde. Duim keek iedereen spottend aan. En hij zeide tot een der agenten: „Je moet nooit haastig te werk gaan." De enting bleek onschadelijk ton opzichte van het rechtstreeks verwekken van tuber culose. Somtijds werd een economisch-na- deelig gevolg geconstateerd door het op treden van entknobbeïs, die de verkoop waarde der dieren althans in de tegen woordige omstandigheden kan vermin deren. Absoluut afdoende is de enting niet ge bleken. Dooh bij do resultaten der proef nemingen moet in het oog worden gehou den, dat de voorwaarden van afzondering enz. niet altijd even streng zijn opgevolgd. De statistiek der entingen, bekeken uit wetenschappelijk oogpunts geeft den indruk van verhoogden weerstand tegen tubercu lose infectieclinisch hebben de dieren over het algemeen geen afwijkingen ver toond. Dan volgt het rapport, uitgebracht door de heeren dr. H. C. L. E. Berger en dr. H. S. Frenkel, voor het Office Internatio nal des Epizooties. In de samenvatting van hun rapport bevestigen de rapporteurs, op grond van de tot heden in verschillende landen gedane experimenten in de prac tijk, de beide resoluties van de speciale commissie voor den B.O.G. van de Hygiëne- afdeeling van den Volkenbond, dat het vaccin onschadelijk is en een zekeren graad van beschutting geeft tegon tuberculose in fectie. Do verflauwde belangstelling van dé zijde der betrokken veehouders, die men moest constateeren in de verschillende e*. perimenteerende landen, moet wel in het bijzonder worden geweten aan vier facto ren: de afzondering gedurende de eerste levensmaand: de voeding met tubercelbacil lenvrije melkde in vele gevallen blijvende entknobbel; het reageeren op de tuber- culine proef. Met nadruk wijzen zij nog eens op de beteekenis van de positieve reactie op de tuberculinatie bij gevaccineerde dieren. Het zal vooralsnog groote bezwaren op-* loveren, om den afkeer tegen positieve reactie, veroorzaakt door de onderwerpe- lfijke vaccinatie, te overwinnen, temeer, waar door Guérin in 1930 is bericht, dat ook na de éde enting moet worden door- geënt en de veehouder dus blijft in heb bezit van 100 pCt. reactiedieren. Wil uitbreiding der vaccinatie geschie den, dan moet aan de positieve reactie érnstig de aandacht worden geschonken, waarbij het op den weg van het Office In ternationale des Epizooties kan liggen, in dezen deugdelijke adviezen te verstrekken aan de veterinaire Subcommissies van de Economische Commissie van den Volken bond. Als besluit aldus dc Msb., geeft dr. H. S. Frenkel nog een verslag van zijn secties op kalveren, die met B.C.G. waren ingeënt en van de geconstateerde pathologieeh-ana- tomisehe veranderingen na de enting. „PLANT-AARDAPPELEN". Vanuit Frankrijk wordt ons medegedeeld dat nu zich teekenen verboonen, dat de langdurige regenpeiïode naar het schijnt tot staan is gebracht en sedert een paar da gen mooi weer is aangebroken, de vraag naar Hollandsohe plantaardappden belang rijk is toegenomen, terwijl de algemeen© verwachting is, dat do prijzen zullen stij gen. Dezo verblijdende opleving is langen tijd tegengehouden eensdeels door de ver schrikkelijke regenval ram de laatste weken en anderdeels door verschillende kooplie den, die zolf geen verbouwer zijnde en geen voorraden bezittende, voor de regenperiode belangrijke k wan turns tegen lage prijzen veikochten, geen rekening houdende met de mogelijkheid dat een zeer belangrijk gedeelte van den oogst zou verloren gaan door ziekte als gevolg van. aanhoudende regens, en zich straks met verlies zullen hebben in te dekken. Hoewel een belang rijk gedeelte van den oogst dooi* ziekte der knollen verloren is gegaan, wat op zichzelf reeds een prijsstijging van het gezonde ar tikel tengevolge zou moeten hebben, is het echter een gunstig teeken dat thans groo. tere animo in Frankrijk bestaat en men aidaaa* ook hoogere prijzen verwacht. Vraag: Mijn mooie sikkelvaren heeft aan den onderkant van de bladeren bruine puistjes gekregen, waaruit veel stof komt. Is dit een ziekte of iets anders? Mej. W. te L. Antivoord. Uw varen, genaamd Cyrthomium falcatum, lijdt niet aan een ziekte. De bruine puistjes zgn sporen, welke de voorkiemen bevatten voor jonge planten. Bedoelde sporen zullen het aanzien aan jon^e planten geven, wanneer ze terecht komen in een warme, vochtige omgeving, b.v. in een broeikas of -bak. Houdt Uw plant flink vochtig, geef éénmaal per veer tien dagen kunstmest volgens gebruiksaan- wgzing en houdt de pant zuiver van dopluis, welke er zoo vaak op voorkomt. Vraag: Wat te doen tegen de zoögen. „koperworm"? Niets wordt er door in mjjn tuin gespaard. R. te W. Antwoord. Het eenige, wat U kunt doen is trachten de larven weg te vangen door stukjes aardappel iu de grond te leggen, ongeveer 10 cM. onder de opper vlakte. Steek er stokjes bfl, dan kunt U ze gemakkelijk terugvinden. Controleer dage lijks; de koperworm vreet zich in de aard appel en kan gemakkelijk worden gevangen. Spit in het najaar vroeg de grond om en doe dat regelmatig. Laat de kippen dan in den tuin loopen. Vraag: Wanneer moet ik mrjn stroo- 61oemen plukken en hoe moet ik ze drogen om er het meeste plezier van te hebben in dien a.s. winter? A. v. L. te L. 1Antwoord. U doet het best de bloemen te snijden in knop- toestand of weinig geopend. Ttfdens het drogen ontplooien de bloemen zich geheel 't Beste is niet in de zon te drogen en daarvoor de stengels op een niet te droge plaats neer te hangen, b.v. in een vertrek op het Noorden. Een zolder is meestal te droog. Vraag: Van mijn Clivia hebben we zaad, een vingerlid groot. Hoe daarmee te handelen? AL V. te L. Antwoord. Wat U voor zaad houdt is de vrucht. Hierin zitten de zaden. Deze moeten, wanneer ze rgp zgn in een warme bak of kas gezaaid worden. In de huiskamer of serre zgn de resultaten meestal slecht. Vraag: Wat moet ik doen om zwarte luis uit Chrysanthen te verdreven, die buiten staan? Wed. G. C. te S. Antwoord. U kunt de planten bespuiten met een mengsel van 2 ons groene zeep en een maatje brand spiritus op 10 Liter water. De bespuiting 's avonds uitvoeren, liefst bft droog weer en na twee dagen herhalen. De luis zal dan verdwgnen. Ook spuiten, meerdere malen met koud water verdrjjft de luis. Ook kunt U de planten bestrooien met tabakstof en 24 nur later met koud water afspuiten. Vraag: Hoe te handelen met een „Ster van Bethlehem*'? Moet de plant veel zon en veel water? A. v. R. te A. a'. d. RJ. Antwoord. Uw plant, Campanula isophilla is de offi- cieele naam, moet nu in den vollen groeitgd geregeld water ontvangen. Zorg evenwel dat de plant niet in het water bljjft staan: de bladeren worden dan geel en vallen af. Ook moet de plant flink in 't licht staan niet in de volle zon. Al9 de plant zich flink ontwikkelt geef dan ééns in de veertien dagen kunstmest, in water opgelost. J. S. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redac tie, onder motto „Tuinbouw". RECLAME. lijden vaak na sport beoefening aan v,hoofdpijn. Als al- -fijd helpen ook hier Aspirin-fableflen; snel en zeker.f I eenig op de wereld Lel op oranje band en Bayerkruls. Prijs 75 di.\ 6881 t het EngelscK - H. ANTONSEN (Nadruk verboden). F'jilterendl antwoordde Audrey. Ik f; til), dat alles zoo geloopen is. p kaptafel stonden twee kaarsen le - en het zuchtje, dat door het open- 1 'Mm kwam, deed ze flikkeren. Uit R® naast die van Joyce klonken IwHe slagenDick gooide zijn r" uit. Ergens in den tuin huilde een [worden ze de bladeren druipen van F— Het was een uurtje om echt ver- ►|jk le zijn. l a! js er nu eigenlijk precies ge- I vroeg Joyce, f! glimlachte. p'k js van kantoor weggestuurd, waar P' ;in zaken erg blij om was op het L1 dat ik mijn verloving zag aange- met een zekeren mijnheer Joceiyn. f moving? vroeg Joyce verwonderd. T'l kroop vertrouwelijk tegen haar '"lelde de geheele geschiedenis aan flnre vriendin Ze vond een dank- -°w. Joyce vond de houding van r"£ ergerlijk, die van Dick sympa- van Audrey verrukkelijk. Toen E "Mr naar waarheid haar inkomen L ueid /e den adem in. Zeven tpad in het jaar! Dat er toch zoo- li'1 de wereld was! y i1' «a je nu doenl Dick beloofd, dat ik hem zat blijven helpen, zei Audrey. En dat zal ik ook blijven doen, maar ditmaal op een andere manier. Ik ben van plan iets op m'n eigen houtje te doen. Dat idee is zoo juist bij me opgekomen. Heeft Dick je wel eens over mevrouw Winkles gesproken? Joyce knikte van ja. Wel, ik ben van plan haar te 9chrijven en haar te vragen of zij iets voor Dick te doen weet ergens buiten. Het geelt hem niets of hij zijn tijd al op een kantoor zit te verdoen Hij is geen hout om een kantoor klerk uit te maken, maar hij is zoo koppig en vasthoudend als een muilezelik weet maar al te goed, dat hij me toch niet zal trouwen, voordat hij een fatsoenlijk salaris heeft. Natuurlijk niet, zei Joyce, daarin ben ik het met hem volkomen eens. Als je mij was, zou je dat niet wezen! N-n-nee dat zou wel kunnen van niet Nu dan, als hij weer op een ot ander kanloor komt, dan kan ik nog jaren en ja ren zitten wachten. Ik heb er geen zin m. Het is dwaasheid! En die mevrouw Winkles heeft van allerhande kennissen en 13 mis schien bij machte Dick een baantje te bezor gen van twee honderd pond per jaar om mee te beginnen en hij heeft gezegd, dat hij me trouwen zou, zoodra hij zoo iets heelt. Dat is vaders inkomen, zei Joyce, waarover we nog zoo'n pret hebben gehad, toen hij van Oxford thuis kwam. Audrey zuchtte. En nu hebben we er geen van allen pret over! Maar ik zou je graag eens raad vragen, Jo. Zie je. omdat je zijn zusier bent en hem in veel opzichten beter kent dan ik. Hij ia dol op Londen en ik heb er een hekel aan, afschuwelijk gewoon 1 Wat moet ik nu doen? Ik zou zoo graag lusschen al die on waarachtige menschen uit zijn. In Londen kan een mensch geen minuut zichzelf zijn. Het is onmogelijk al de dingen te doen, die je graag doen wilt en je moet bijna al je tijd besteden aan menschen, die je geen steek kunnen schelen. Ik zou Dick zoo graag eT- gens hebben, waar we voor elkander konden leven en elkaar goed leeren kennen. Ik ben er niets op gesteld Dick 's morgens zijn ont bijt voor te zetten, om hem een vroegtrein te zien nemen en verder den geheelen dag alleen te zitten. Daar zijn we geen van bei den gelukkig mee. ik wou zoo graag wat aan hem hebben ook buiten de Zaterdagmidda gen en Zondagen. Ais vader Dick mocht lij den. dan kon hij hem het beheer van zijn buitenbezittingen toevertrouwen en voor zijn jacht lafen zorgen en zoo meer voor duizdnd pond per jaar en dan konden we dadelijk samen (rouwen, maar vader heelt een hekel aan hem en wil dat ik met dien akeligen Ivo Joceiyn trouw. Arm kind! zei Joyce. Maar denk je heusch. Audrey, dat Dick het buitenleven op den duur zal uithouden? Hij heeft al zoo'n hekel hier aan de plaats en was doi blij, dat hij een gelegenheid kreeg om er tusschen uit ie komen. Dat wou ik je juist vragen, zei Audrey. Kijk eens, als mevrouw Winkles hem een aanbod deed dan zouden wij samen hem misschien kunnen overhalen hei aan fe ne men. of hij zin had in het buitenleven of niet Och. Jo. hoe zou hij een hekel kun nen hebben aan een heerlijk buitenhuisje met aardige meubeltjes en een terrasje van roode tegeltjes om 's avonds buiten fe zitten, en zonnebloemen en zwaluwen en. en jou. Och, als dat eens waar kon worden! Audrey greep Joyce's hand met een onder drukten kreet van genot. Je denkt dus niet, dat hij er een hekel aan zou hebben. Joyce? Heusch niet? Joyce schudde het hoofd. Geen denken aan. zei ze. Hij zou het verrukkelijk vinden. Je moest eens weten, hoe jaloersch ik op je was, toen hij 't mij pas verteld had. Maar nu ben ik blij, dat jij het bent en niet iemand anders. Wanneer heeft hij het je verteld? zei Audrey. En wat zei hij? Maar besle meid. ik kan er onmogelijk aan beginnen om je te vertellen, wat hij allemaal gezegd heeft. Op den avond van zijn thuiskomst nam hij me mee naar den heuvel, waar we vanavond ock gezeten heb ben. De maan scheen helder en hij vertelde me wonderlijke dingen over jealles even mooi! Dien avond zal ik nooit verge ten. Hij heeft je lief met hee! zijn wezen, Audrey. Je bent zijn heele wereldeen voudig weg z'n alles Audrey hijgde van ontroering. Zachtjes knetterend ging een der kaarsen uit. Maar geen van beiden bemerkte het. xxxrn. Als Kerstgeschenk had Audrey vroolijk- heid gebracht in het predikantshuis. Do beste gift, dien ze brengen kon. Bij het flikkerend haardvuur zalen de jongelui kastanjes te braden. Ze vertelden elkaar griezelige spookgeschiedenissen en rilden huiverend als de oude klok sloeg. Ze speelden kaart en andere spelletjes. Ze los ten de wereldraadselen op en schroeiden on- dertusschen hun teenen op de gloeiende haardplaat. Hun gelach klonk door de kamer. De dagen brachten ze op den heuvel door, tegen wiens helling de golfbanen lagen, vochtig en drassig. Maar de mist en de nat tigheid, die het vorige jaar Dick's ellende hadden versomberd, waren nu reden tot pret en vroolijkheid. De wereld behoorde hun toe en ze genoten ervan. De druipende boomen en de mistige velden konden de zon niet omfloersen, die in hun harten en uit hun oogen scheen. Terwijl ze de wereld lieten draaien zooals ze draaide en als kinderen speelden op den heerweg van het leven, werd het lot van twee hunner beslist. Vijf brieven werden ge schreven en verzonden. Die van Audrey bracht het balletje aan het rollen. Hij be reikte mevrouw Winkles in Zwitserland, en daar las ze hem voor, zonder namen te noe men, aan Midge en aan haar zoon. Met de keerende post kruisten twee brieven het Ka naal. De ecne kwam terecht in het predi kantshuis en werd daar gelezen door twee verrukte meisjes in het holle van den nacht in haar slaapkamer. De andere ging naar Devonshire en werd er gelezen, door een zwijgzamen man met donker haar en schero besneden gezicht. Twee dagen lang hield hij hem in zijn jaszak, toen haalde hij hem weer te voorschijn en schreef aan het er in opgegeven adres: Richard Ardley Manners, Whiteleai. De vijfde brief ging van Audrey naar hair moeder. Alle viji waren als steenen in een vijver geworpen. De rimpels in het wafer kringelden hoe langer hoe wijder, totdat ze tegen den oever kwamen, waar degene stond, die ze geworpen had. De eerste rim pel was lipt antwoord van mevrouw Winkles aan Audrev. waarin ze vertelde van het be staan van den donkeren, langen man in Devonshire. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9