I Aspirin
BEIDER WEG.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Augustus 1930
Derde Blad
No. 21603
k- EN SCHOOLNIEUWS.
LAND- EN TUINBOUW.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
Vooral Dame»
NED. HERV. KERK.
eehl: Te Zierikzee, H. J. Barnouw te
A. N. Pijnacker Hordijk, te
ganwen: Naar Schildiwolde, F. Siega,
iHngen-
Jjjtl: Voor St. AnnaJand ds. L Xugre-
Oiessen-Nieuwkeric.
CHR. GEREP. KERK.
jopen: Te Ede, J. v. Doorn, eand. te
Dr. J. S. TICHELMAN t
den ouderdom van bijna 85 jaar ie le
overleden dr. J. S. Tichelman, eme-
iredikant van de Ned. Herv. Gemeente
irlois (Rotterdam). Hij was oorspron-
verkzaam als leeraar in de oude talen
iet Christelijk gymnasium te Zetten,
in 1872, werd hij predikant te Hur-
Vervolgen9 stond hij resp. te Helle-
is, Leidschendam en Charlois, in
laatste gemeente hij op 1 Juli 1899
emenlaat ontving. De begrafenis ie
ld op Vrijdag te half een in het familie-
Zetten,
DE PROTESTANTSCHE
ZENDING'
Zendingsbureau te Oogstfeest
is:
utomsten van de eerste maanden van
g bleven, zooals bekend, verre bene
fit benoodigde. Juni en vooral de
Joli brachten veel verbetering. De
(and bij verleden jaar werd inge-
nu Augustus! Per maand is vol
le raming noodig f. 80.000. De ont-
bedroegen op heden nog slechts
Dat is één tiende deel van wat het
sagt.
ïtie van het vorenstaande wordt
sle geacht. De vrienden der Zending
vel hoe buitengewoon moeilijk het
de Zendingsbesturen om voort te
onder middelen. Spoedige, afdoende
reer gewenschtl
IRALE SYNODE
DEIR GEREF. KERKEN.
m is te Arnhem aangevangen de
driejaarlijksdhe Generale Synode der
weide Kerken in Nederland,
ie Synode ging eergisteravond in de
;erk een bidstond vooraf, waarin
president van de vorige synode,
[Dijk van Den Haag.
Hoop van den bidstond bood de ker-
!ran Arnhem als gastheer in het ker
kbouw van de Westerkerk een be
enkomst aan, waarop de leden
gelegenheid ontvingen kennis te
at die leden der Arnhemsche ge-
die hun een viertal weken gast-
'erleenen zullen.
Oostericerk heeft ds. H. L. Both, als
predikant van de Gereformeerde
Arnhem, gisterochtend om tien
Synode met een toespraak geopend.
en Schriftlezing hield ds. Both
If. waarin hij er op wees, na eerst
en prae-adnseurs te hebben wel
welen, dat het 28 jaar geleden is,
kerk van Arnhem ook de eer had de
lode te mogen ontvangen. Spreker
»j de Arnhemsche Synode van 1902
der stil, om er dan op te wijzen hoe
reien de heugenis aan de Dolean-
:n de ineensmelting van 1892 ster-
dan bij het geslacht, dat thans
P'eel is er veranderd.sedert 1902 en
M heeft met verbijsterende snelheid
•hante zien veranderen. De Ohriste-
heeft veel terrein verloren. De
dertig jaar van deze eeuw hebben
echter ook te zien gegeven hoe God zijn
werk in stand houdt in het midden der
jaren en het beweeg van onzen tijd. Het
zendingswerk heeft overstelpend rijke vrucht
gedragen. Het kerkelijk leven der Geref.
kerken kon zich betrekkelijk rustig ontwik
kelen, al bleef het niet ongehavend en ont
kwamen ook de Ger. kerken niet aan we
reldgelijkvormigheid. God dankend voor
onze positie als vrije Ger. kerken kunnen
wij, aldus spr., niet dan met groote ontroe
ring en droefheid gadeslaan zoovele onrust
barende dingen om ons heen, waarom we
ons voor God hebben te verootmoedigen.
Spr. wees er vervolgens op ,hoe het agen
dum dezer synode gewaagt van veel arbeid
die wacht. Er moeten gewichtige maar ook
moeilijke beslissingen worden genomen,
naar spr. met een nadere verwijzing naar
'het agendum aantoont. Deze Synode toont
ook hierin overeenkomst met haar voor
gangster van 1902, toen met eveneens stond
voor de zaak van de opleiding tot den dienst
des Woords. Deze Synode moge ons dichter
brengen bij de eenheid van opleiding en op
dat gebied minder teleurstellen dan de
vorige Arnhemsche Synode, dat deed. Als er
kwesties zijn, die kunnen verdeden, is er
de groote zendingszaak, die vereenigt.
Spr. richtte de opwekking tot de leden der
Synode om van hun verantwoordelijkheid
doordrongen te zijn en de te nemen beslis
singen te doen zijn ten bate van het leven
der kerken en ter bevordering van den op
bloei van het geloofsleven. Hierna werd ge
zongen Psalm 86 6 ..Leer mij naar uw wil
te handelen. Tc Zal dan in uw waarheid
wandelen." Vervolgens droeg dr. Both de
belangen deT Gen. Synode in den gebede aan
God op.
Allereerst kwam nu aan de OTde de ver
kiezing van de leden van het moderamen.
Na een tweetal stemmingen werd tot
praeses verkozen ds. K. Fernhout van Vree
land. die echter om gezondheidsredenen en
met het oog op zijn hoogen leeftijd meende
te moeten bedanken. In zijn plaats werd
•daarop gekozen ds. J. L. Schouten van Am
sterdam. Tot assessor werd benoemd ds. J.
Douma van Arnhem en tot eersten scrilba ds.
J. P. Klaarhamer van Dokkum. Tot tweeden
scriba werd benoemd dr. G. Keizer van
Rbeden (De Steeg).
De vergadering werd hierna geschorst.
BESTRITDING RUNDER-
TUBERCULOSE.
De entstof Calmette-Gnerin in de praktijk.
Verschenen is het verslag over de proef
nemingen in Nederland, in de gewone prac-
tijk der veehouderij, met de entstof Cal-
mette-Guérin (B.O.G.) teigen de tubercu
lose bij runderen, verricht door den vee-
artsenij kundigen dienst.
De inleiding geeft een overzicht van de
belangwekkende mededeeling van Calmette
en Guéiïn aangaande de „vaccinatie tegen
rimder-tuberculose" in de „Annales de
l'Institut Pasteur", Mei 1924, en zet uit
een, hoe daarop in Nederland werd ge
reageerd door proefnemingen in de prae-
tijk. Hierop volgt een uitvoerig verslag
van de entingen, van 1925 tot en met 31
December 1929, met B.C.G. öp Neder-
landsch rundvee verricht, met de resulta
ten der entingen stal voor stal.
Toen in .1924 Guérin in Nederland de
enting met B.C.G. propageerde, stelde hij
zelf met betrekking tot 'een tuberculose
enting de volgende voorwaarden: eenvou
dig in toepassing, onschadelijk en afdoende
Nagegaan wordt dan aan de hand van de
in Nederland genomen proefnemingen, in
hoeverre de B.C.G. entingen in de practijk
aan deze voorwaarden hebben voldaan.
Eenvoudig in toepassing is de enting
alleen voor den dierenarts, die het vaccin
inspuit. Rekent men de nazorg van den
veehouder, die voor onmiddellijke afzonde
ring, voeding met tubercelbacillenvrije
melk enz. moet zorgen, bij de enting, dan
is de enting niet zoo eenvoudig, dat zo
op elk bedrijf zal kunnen worden toege
past.
539. De man was de eigenaar van het circus, had hun
op het perron gezien. Hij was bijtijds uit den trein ge
sprongen om hun zoo noodig hulp te biên. ..Bevrijdt die beiden
van hun boeien", zei hij beleefd tot den agent. Die lieden
zijn geen autodieven, zijn mij als fatsoenlijk bekend."
540. En nauwelijks had hij zoo gesproken of Duim en
d'aap werden bevrijd. De dienders ontnamen hun de boeien,
Jokko toonde zich verblijd. Hij sprong, danste en schreeuwde
van vreugde. Duim keek iedereen spottend aan. En hij
zeide tot een der agenten: „Je moet nooit haastig te
werk gaan."
De enting bleek onschadelijk ton opzichte
van het rechtstreeks verwekken van tuber
culose. Somtijds werd een economisch-na-
deelig gevolg geconstateerd door het op
treden van entknobbeïs, die de verkoop
waarde der dieren althans in de tegen
woordige omstandigheden kan vermin
deren.
Absoluut afdoende is de enting niet ge
bleken. Dooh bij do resultaten der proef
nemingen moet in het oog worden gehou
den, dat de voorwaarden van afzondering
enz. niet altijd even streng zijn opgevolgd.
De statistiek der entingen, bekeken uit
wetenschappelijk oogpunts geeft den indruk
van verhoogden weerstand tegen tubercu
lose infectieclinisch hebben de dieren
over het algemeen geen afwijkingen ver
toond.
Dan volgt het rapport, uitgebracht door
de heeren dr. H. C. L. E. Berger en dr.
H. S. Frenkel, voor het Office Internatio
nal des Epizooties. In de samenvatting van
hun rapport bevestigen de rapporteurs, op
grond van de tot heden in verschillende
landen gedane experimenten in de prac
tijk, de beide resoluties van de speciale
commissie voor den B.O.G. van de Hygiëne-
afdeeling van den Volkenbond, dat het
vaccin onschadelijk is en een zekeren graad
van beschutting geeft tegon tuberculose in
fectie.
Do verflauwde belangstelling van dé
zijde der betrokken veehouders, die men
moest constateeren in de verschillende e*.
perimenteerende landen, moet wel in het
bijzonder worden geweten aan vier facto
ren: de afzondering gedurende de eerste
levensmaand: de voeding met tubercelbacil
lenvrije melkde in vele gevallen blijvende
entknobbel; het reageeren op de tuber-
culine proef.
Met nadruk wijzen zij nog eens op de
beteekenis van de positieve reactie op de
tuberculinatie bij gevaccineerde dieren.
Het zal vooralsnog groote bezwaren op-*
loveren, om den afkeer tegen positieve
reactie, veroorzaakt door de onderwerpe-
lfijke vaccinatie, te overwinnen, temeer,
waar door Guérin in 1930 is bericht, dat
ook na de éde enting moet worden door-
geënt en de veehouder dus blijft in heb
bezit van 100 pCt. reactiedieren.
Wil uitbreiding der vaccinatie geschie
den, dan moet aan de positieve reactie
érnstig de aandacht worden geschonken,
waarbij het op den weg van het Office In
ternationale des Epizooties kan liggen, in
dezen deugdelijke adviezen te verstrekken
aan de veterinaire Subcommissies van de
Economische Commissie van den Volken
bond.
Als besluit aldus dc Msb., geeft dr. H. S.
Frenkel nog een verslag van zijn secties
op kalveren, die met B.C.G. waren ingeënt
en van de geconstateerde pathologieeh-ana-
tomisehe veranderingen na de enting.
„PLANT-AARDAPPELEN".
Vanuit Frankrijk wordt ons medegedeeld
dat nu zich teekenen verboonen, dat de
langdurige regenpeiïode naar het schijnt
tot staan is gebracht en sedert een paar
da gen mooi weer is aangebroken, de vraag
naar Hollandsohe plantaardappden belang
rijk is toegenomen, terwijl de algemeen©
verwachting is, dat do prijzen zullen stij
gen. Dezo verblijdende opleving is langen
tijd tegengehouden eensdeels door de ver
schrikkelijke regenval ram de laatste weken
en anderdeels door verschillende kooplie
den, die zolf geen verbouwer zijnde en geen
voorraden bezittende, voor de regenperiode
belangrijke k wan turns tegen lage prijzen
veikochten, geen rekening houdende met
de mogelijkheid dat een zeer belangrijk
gedeelte van den oogst zou verloren gaan
door ziekte als gevolg van. aanhoudende
regens, en zich straks met verlies zullen
hebben in te dekken. Hoewel een belang
rijk gedeelte van den oogst dooi* ziekte der
knollen verloren is gegaan, wat op zichzelf
reeds een prijsstijging van het gezonde ar
tikel tengevolge zou moeten hebben, is het
echter een gunstig teeken dat thans groo.
tere animo in Frankrijk bestaat en men
aidaaa* ook hoogere prijzen verwacht.
Vraag: Mijn mooie sikkelvaren heeft aan
den onderkant van de bladeren bruine
puistjes gekregen, waaruit veel stof komt.
Is dit een ziekte of iets anders?
Mej. W. te L. Antivoord. Uw varen,
genaamd Cyrthomium falcatum, lijdt niet aan
een ziekte. De bruine puistjes zgn sporen,
welke de voorkiemen bevatten voor jonge
planten. Bedoelde sporen zullen het aanzien
aan jon^e planten geven, wanneer ze terecht
komen in een warme, vochtige omgeving,
b.v. in een broeikas of -bak. Houdt Uw
plant flink vochtig, geef éénmaal per veer
tien dagen kunstmest volgens gebruiksaan-
wgzing en houdt de pant zuiver van dopluis,
welke er zoo vaak op voorkomt.
Vraag: Wat te doen tegen de zoögen.
„koperworm"? Niets wordt er door in mjjn
tuin gespaard.
R. te W. Antwoord. Het eenige, wat
U kunt doen is trachten de larven weg te
vangen door stukjes aardappel iu de grond
te leggen, ongeveer 10 cM. onder de opper
vlakte. Steek er stokjes bfl, dan kunt U
ze gemakkelijk terugvinden. Controleer dage
lijks; de koperworm vreet zich in de aard
appel en kan gemakkelijk worden gevangen.
Spit in het najaar vroeg de grond om en
doe dat regelmatig. Laat de kippen dan
in den tuin loopen.
Vraag: Wanneer moet ik mrjn stroo-
61oemen plukken en hoe moet ik ze drogen
om er het meeste plezier van te hebben
in dien a.s. winter?
A. v. L. te L. 1Antwoord. U doet
het best de bloemen te snijden in knop-
toestand of weinig geopend. Ttfdens het
drogen ontplooien de bloemen zich geheel
't Beste is niet in de zon te drogen en
daarvoor de stengels op een niet te droge
plaats neer te hangen, b.v. in een vertrek
op het Noorden. Een zolder is meestal te
droog.
Vraag: Van mijn Clivia hebben we zaad,
een vingerlid groot. Hoe daarmee te
handelen?
AL V. te L. Antwoord. Wat U voor
zaad houdt is de vrucht. Hierin zitten de
zaden. Deze moeten, wanneer ze rgp zgn
in een warme bak of kas gezaaid worden.
In de huiskamer of serre zgn de resultaten
meestal slecht.
Vraag: Wat moet ik doen om zwarte
luis uit Chrysanthen te verdreven, die buiten
staan?
Wed. G. C. te S. Antwoord. U kunt
de planten bespuiten met een mengsel van
2 ons groene zeep en een maatje brand
spiritus op 10 Liter water. De bespuiting
's avonds uitvoeren, liefst bft droog weer
en na twee dagen herhalen. De luis zal dan
verdwgnen. Ook spuiten, meerdere malen
met koud water verdrjjft de luis. Ook kunt
U de planten bestrooien met tabakstof en
24 nur later met koud water afspuiten.
Vraag: Hoe te handelen met een „Ster
van Bethlehem*'? Moet de plant veel zon
en veel water?
A. v. R. te A. a'. d. RJ. Antwoord.
Uw plant, Campanula isophilla is de offi-
cieele naam, moet nu in den vollen groeitgd
geregeld water ontvangen. Zorg evenwel dat
de plant niet in het water bljjft staan: de
bladeren worden dan geel en vallen af.
Ook moet de plant flink in 't licht staan
niet in de volle zon. Al9 de plant zich
flink ontwikkelt geef dan ééns in de veertien
dagen kunstmest, in water opgelost.
J. S.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redac
tie, onder motto „Tuinbouw".
RECLAME.
lijden vaak na sport
beoefening aan
v,hoofdpijn. Als al-
-fijd helpen ook hier
Aspirin-fableflen;
snel en zeker.f
I eenig op de wereld
Lel op oranje band en Bayerkruls. Prijs 75 di.\
6881
t het EngelscK - H. ANTONSEN
(Nadruk verboden).
F'jilterendl antwoordde Audrey. Ik
f; til), dat alles zoo geloopen is.
p kaptafel stonden twee kaarsen le
- en het zuchtje, dat door het open-
1 'Mm kwam, deed ze flikkeren. Uit
R® naast die van Joyce klonken
IwHe slagenDick gooide zijn
r" uit. Ergens in den tuin huilde een
[worden ze de bladeren druipen van
F— Het was een uurtje om echt ver-
►|jk le zijn.
l a! js er nu eigenlijk precies ge-
I vroeg Joyce,
f! glimlachte.
p'k js van kantoor weggestuurd, waar
P' ;in zaken erg blij om was op het
L1 dat ik mijn verloving zag aange-
met een zekeren mijnheer Joceiyn.
f moving? vroeg Joyce verwonderd.
T'l kroop vertrouwelijk tegen haar
'"lelde de geheele geschiedenis aan
flnre vriendin Ze vond een dank-
-°w. Joyce vond de houding van
r"£ ergerlijk, die van Dick sympa-
van Audrey verrukkelijk. Toen
E "Mr naar waarheid haar inkomen
L ueid /e den adem in. Zeven
tpad in het jaar! Dat er toch zoo-
li'1 de wereld was!
y i1' «a je nu doenl
Dick beloofd, dat ik hem zat
blijven helpen, zei Audrey. En dat zal ik
ook blijven doen, maar ditmaal op een
andere manier. Ik ben van plan iets op m'n
eigen houtje te doen. Dat idee is zoo juist bij
me opgekomen. Heeft Dick je wel eens over
mevrouw Winkles gesproken?
Joyce knikte van ja.
Wel, ik ben van plan haar te 9chrijven
en haar te vragen of zij iets voor Dick te
doen weet ergens buiten. Het geelt hem
niets of hij zijn tijd al op een kantoor zit te
verdoen Hij is geen hout om een kantoor
klerk uit te maken, maar hij is zoo koppig
en vasthoudend als een muilezelik weet
maar al te goed, dat hij me toch niet zal
trouwen, voordat hij een fatsoenlijk salaris
heeft.
Natuurlijk niet, zei Joyce, daarin ben
ik het met hem volkomen eens.
Als je mij was, zou je dat niet wezen!
N-n-nee dat zou wel kunnen van
niet
Nu dan, als hij weer op een ot ander
kanloor komt, dan kan ik nog jaren en ja
ren zitten wachten. Ik heb er geen zin m.
Het is dwaasheid! En die mevrouw Winkles
heeft van allerhande kennissen en 13 mis
schien bij machte Dick een baantje te bezor
gen van twee honderd pond per jaar om mee
te beginnen en hij heeft gezegd, dat hij me
trouwen zou, zoodra hij zoo iets heelt.
Dat is vaders inkomen, zei Joyce,
waarover we nog zoo'n pret hebben gehad,
toen hij van Oxford thuis kwam.
Audrey zuchtte.
En nu hebben we er geen van allen
pret over! Maar ik zou je graag eens raad
vragen, Jo. Zie je. omdat je zijn zusier bent
en hem in veel opzichten beter kent dan ik.
Hij ia dol op Londen en ik heb er een hekel
aan, afschuwelijk gewoon 1 Wat moet ik nu
doen? Ik zou zoo graag lusschen al die on
waarachtige menschen uit zijn. In Londen
kan een mensch geen minuut zichzelf zijn.
Het is onmogelijk al de dingen te doen, die
je graag doen wilt en je moet bijna al je tijd
besteden aan menschen, die je geen steek
kunnen schelen. Ik zou Dick zoo graag eT-
gens hebben, waar we voor elkander konden
leven en elkaar goed leeren kennen. Ik ben
er niets op gesteld Dick 's morgens zijn ont
bijt voor te zetten, om hem een vroegtrein
te zien nemen en verder den geheelen dag
alleen te zitten. Daar zijn we geen van bei
den gelukkig mee. ik wou zoo graag wat aan
hem hebben ook buiten de Zaterdagmidda
gen en Zondagen. Ais vader Dick mocht lij
den. dan kon hij hem het beheer van zijn
buitenbezittingen toevertrouwen en voor
zijn jacht lafen zorgen en zoo meer voor
duizdnd pond per jaar en dan konden we
dadelijk samen (rouwen, maar vader heelt
een hekel aan hem en wil dat ik met dien
akeligen Ivo Joceiyn trouw.
Arm kind! zei Joyce. Maar denk je
heusch. Audrey, dat Dick het buitenleven op
den duur zal uithouden? Hij heeft al zoo'n
hekel hier aan de plaats en was doi blij, dat
hij een gelegenheid kreeg om er tusschen uit
ie komen.
Dat wou ik je juist vragen, zei Audrey.
Kijk eens, als mevrouw Winkles hem een
aanbod deed dan zouden wij samen hem
misschien kunnen overhalen hei aan fe ne
men. of hij zin had in het buitenleven of
niet Och. Jo. hoe zou hij een hekel kun
nen hebben aan een heerlijk buitenhuisje
met aardige meubeltjes en een terrasje van
roode tegeltjes om 's avonds buiten fe zitten,
en zonnebloemen en zwaluwen en.
en jou. Och, als dat eens waar
kon worden!
Audrey greep Joyce's hand met een onder
drukten kreet van genot.
Je denkt dus niet, dat hij er een hekel
aan zou hebben. Joyce? Heusch niet?
Joyce schudde het hoofd.
Geen denken aan. zei ze. Hij zou het
verrukkelijk vinden. Je moest eens weten,
hoe jaloersch ik op je was, toen hij 't mij pas
verteld had. Maar nu ben ik blij, dat jij het
bent en niet iemand anders.
Wanneer heeft hij het je verteld? zei
Audrey. En wat zei hij?
Maar besle meid. ik kan er onmogelijk
aan beginnen om je te vertellen, wat hij
allemaal gezegd heeft. Op den avond van
zijn thuiskomst nam hij me mee naar den
heuvel, waar we vanavond ock gezeten heb
ben. De maan scheen helder en hij vertelde
me wonderlijke dingen over jealles
even mooi! Dien avond zal ik nooit verge
ten. Hij heeft je lief met hee! zijn wezen,
Audrey. Je bent zijn heele wereldeen
voudig weg z'n alles
Audrey hijgde van ontroering.
Zachtjes knetterend ging een der kaarsen
uit. Maar geen van beiden bemerkte het.
xxxrn.
Als Kerstgeschenk had Audrey vroolijk-
heid gebracht in het predikantshuis. Do
beste gift, dien ze brengen kon.
Bij het flikkerend haardvuur zalen de
jongelui kastanjes te braden. Ze vertelden
elkaar griezelige spookgeschiedenissen en
rilden huiverend als de oude klok sloeg. Ze
speelden kaart en andere spelletjes. Ze los
ten de wereldraadselen op en schroeiden on-
dertusschen hun teenen op de gloeiende
haardplaat. Hun gelach klonk door de
kamer.
De dagen brachten ze op den heuvel door,
tegen wiens helling de golfbanen lagen,
vochtig en drassig. Maar de mist en de nat
tigheid, die het vorige jaar Dick's ellende
hadden versomberd, waren nu reden tot
pret en vroolijkheid. De wereld behoorde
hun toe en ze genoten ervan. De druipende
boomen en de mistige velden konden de zon
niet omfloersen, die in hun harten en uit
hun oogen scheen.
Terwijl ze de wereld lieten draaien zooals
ze draaide en als kinderen speelden op den
heerweg van het leven, werd het lot van
twee hunner beslist. Vijf brieven werden ge
schreven en verzonden. Die van Audrey
bracht het balletje aan het rollen. Hij be
reikte mevrouw Winkles in Zwitserland, en
daar las ze hem voor, zonder namen te noe
men, aan Midge en aan haar zoon. Met de
keerende post kruisten twee brieven het Ka
naal. De ecne kwam terecht in het predi
kantshuis en werd daar gelezen door twee
verrukte meisjes in het holle van den nacht
in haar slaapkamer. De andere ging naar
Devonshire en werd er gelezen, door een
zwijgzamen man met donker haar en schero
besneden gezicht. Twee dagen lang hield hij
hem in zijn jaszak, toen haalde hij hem
weer te voorschijn en schreef aan het er in
opgegeven adres: Richard Ardley Manners,
Whiteleai.
De vijfde brief ging van Audrey naar hair
moeder. Alle viji waren als steenen in een
vijver geworpen. De rimpels in het wafer
kringelden hoe langer hoe wijder, totdat ze
tegen den oever kwamen, waar degene
stond, die ze geworpen had. De eerste rim
pel was lipt antwoord van mevrouw Winkles
aan Audrev. waarin ze vertelde van het be
staan van den donkeren, langen man in
Devonshire.
(Wordt vervolgd).