Buïferrt. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. ZOMER-ATTRACTIES. Een week zonder be*lissin«tn. •Al moge het waai zijn. dat we een weel- zonder „groote" gebeurlijkheden achter den rug hebben, dat wil nog niet zeggen, .lal deze week geen invloed zal oefenen op den algemeenen gang van zaken. Integendeel zouden we kunnen zeggen, dat juist zulke z.g. kalme weken van veel belang zijn, daar zich in zulke perioden de diverse bespre kingen afspelen, die tenslolle beslissend p'e- gen te zijn. Zelfs al is de beslissing nog niet aan fe geven in de versie verte, hoe para doxaal dit ook moge klinken. Wie durft b.v. op dit oogenblik reeds te voorspellen, hoe de politieke constellatie in Duitschland zich uiteindelijk zal ontwikke len? Zondert men communisten, socialisten en Centrum uit, dan zou men overigens kunnen zeggen, dat alle partijen meer of minder in den smeltkroes zich bevinden en dat niet is aan te geven, wat daaruit te voor schijn zal komen. De Duitsche Volkspartij riep als het ware alle burgerlijke partijen te wapen voor een eendrachtig opmarcheeren, maar de democratische partij nam de Duit sche Volkspartij den wind uit de zeilen door tevoren, uit zucht naar zelfbehoud met be hulp van enkele kleinere partijen op te richten de Duitsche Staatspartij, naar links georiënteerd. Zal de Duitsche Volkspartij nu naar rechts de voelhoorns uitsteken? En het allerbelangrijkste tenslolle van allesl hoe zal het kiezerscorps op dit allemaal reageerenZullen de resten der Duitsch- nationaien met de nationaal-socialislen een eenheidsfront weten te tredfen en in welke richting zal de Duitsche conservatieve Staatspartij worden gedreven? Het zijn vragen, die niet zijn te beantwoorden en toch heeft de afgeloopen week haar deel in de beslissing! België is te midden van de onafhankelijk- fieidsfeesten ter eere van het honderd-jarig bestaan als Belgische monarchie en aller- wege doet men zijn best om de scheiding lusschen Vlaminganten en Franskiljons zoo weinig mogelijk te doen opvallen, doch deze scheiding geheel weg te doezelen wil trots de uiterste pogingen daartoe niet geheel lukken; de splijtzwam woekert voortl In Frankrijk blijken de oude denkwijzen nog niet geheel te zijn afgesleten, gelet op de actie tegen de politiek van Briand, waarbij zelfs Poincaré zich ten deele aan sloot. Een meerderheid heelt de oude tijd geest niet, gelukkig, maar men zal goed doen aan het bestaan ervan steeds Ie den- kenl Zelfs ging het gerucht, dat men Briand bij de komende presidentsverkiezing candi- daat wil stellen om hem op te bergen Slechts heel langzaam zal men Frankrijk vooruit kunnen doen gaan op den weg ter consolidatie van Europa, Briand's memo randum ten spijt. Mede tengevolge van de toenemende tegenstellingen in het Oosten van ons werelddeel, waar de landbouwbe langen een steeds voornamere rol gaan spe len, hetgeen ook tusschen Frankrijk's bond- genooten oneenigheid wekt, die niet zoo maar te overbruggen valt. Engeland blijft bij voortduring, meer dan elk ander land bijkans, in (al van moeilijk heden gewikkeld. De werkeloosheid is nog altijd groeiende en dientengevolge ook de roep naar beschermende maatregelen, al ioopen de zienswijzen daaromtrent dan ook uiteen. Nieuw bloed is aan de actie voor protectie toegevoegd door den uilslag der verkiezingen in Canada, waar de liberalen, die, behoudens een kleine onderbreking van een paar weken 9 jaar aan het bewind zijn geweest, door de conservatieven zijn ver slagen. Dat ondermijnt tevens de positie van Mc Donald's kabinet, dat ook steeds minder op den steun der liberalen kan rekenen, waar meer en meer naar voren komt de waarschijnlijkheid van algemeene verkie zingen binnen afzienbaren tijd, zoodat iedere partij op eigen belang gaal lettenl In Egypte is de toestand gespannen, ook al schijnt er verbetering Ie zijn ingetreden, tot uiting komend in het aftrekken der Bril- sche oorlogsschepen. De destijds afgezette koning Abbas Hilmi probeer! zelfs zijdelings zich aan te bieden, zoo het komt tot een afdanken van koning Foend. Veel kans geven wij hem echter niet, al zou de huidige koning ook het veld moeten ruimen, gezien het verleden van ex-koning Hilmi. Iedere poging lot een overeenkomst tusschen ko ning en parlementsmeerderheid schijnt ech ter tot mislukken voorbeschikt en zoo Ï9 en blijft het conflict zich toespitsen In hoeverre de pogingen om de Indische verzet-actie fe doen eindigen kans van sla gen hebben, is evenmin reeds te beoordeelen. Weliswaar loont de Engelsche regeering de uiterste welwillendheid, b.v. blijkend uit het niet doen deel nemen van een lid der com- missie-Simon aan de „round-tahle-confe- rentie" ten einde van tevoren zich geheel los te maken van het rapport dezer com missie, ook ai erkent de regeering zelf, da! dit rapport zeer waardevol is, doch omlrenl dc besprekingen tusschen een iweetal gema tigde leiders der Indische beweging met Gandhi en de gebroeders Nehroe tast men nog volkomen in het duisler. net aspect op een compromis heet niet hopeloos, doch daar mede is alles gezegd; afwachten blijft de boodschap. Bepaald ongunstig ontwikkelen zich de loeslanden in China tengevolge van het optreden der communistische benden, die noch de regeering van Nanking noch die van Peking blijkbaar haas kan blijven, zoodat een ingrijpen van Japan en andeie mogend heden. die rechlslreeksche belangen in hel land van liet Ilemelsche Rijk hebben, bij kans afgedwongen wordt. Daarin schuilen gevolgen, die moeilijk zijn te overzien, daar de betrokken mogendheden elkaar ook niet le best vertrouwen, zoodal verwikkelingen niei uitgesloten zijn! Men ziet, hoe trots het feit, dat er geen beslissingen zijn gevallen, de afgeloopen week loch niei van invloed ontbloot isl (Van onzen correspondent). Berlijn, 96 Juli# Deze tijd is er een van uitersten De vorige winter bracht ons, Berlijners, temperaturen tot 30 gr. C. onder nul, een winter u weet er in Nederland ook alles van, al heeft u het lang niet zoo koud gehad als wij op de Markische vlakte gelijk men in honderd jaren slechts bij hevige uitzondering meegemaakt had. Dit jaar begon de zomer met een periode van bijna zes weken onafgebroken, waarbij ik op mijn balcon in de schaduw 35 gr. C. afgelezen heb, (en dat nog wel in de koele, door bosschen omgeven, bui tenwijken!) een hitte, zoo moordend, dat het geestelijk werk bijna onmogelijk werd en de schrijfmachine begon te roesten. En nu hebben we bijna twintig dagen koude en regen en verlangen in Juli naar ons kacheltje! Gegoten heeft het bij ons, gelijk trouwens in geheel Centraal- en West-Europa-. Bij u ook, ik weet het. Maar ook zóó erg? Verleden week Vrijdag begon het 's middags tegen vier uur, en hield het pas den volgenden avond tegen elf, even op. En wat voor een regen. In m'n heele leven, de Indische ervaringen dan niet meegeteld, herinner ik me niet, ooit iets dergelijks beleefd te hebben. Van gieten kon niet eens riieer gesproken wor den. De wolken kwamen hoogst persoonlijk naar beneden, tot op 20 en 25 meter boven den grond. Dat kon men duidelijk waar nemen. En dan werden de badkuipen leeg gegooid. Dat 't gutste, dat 't bulderde. Daar was geen kleeding, geen oliejas, geen waterlaars tegen 'bestand. Alles droop en dampte. Alle straten stonden blank. Vierhonderd maal op één avond werd de brandweer gealarmeerd, omdat de kelders in de lager gelegen deelen der gtad onder liepen. De auto's spoten fonteinen omhoog. Oude en nieuwe daken gaven den strijd op. De pannen werkten zich los. Het hemelwater drong de vlieringen binnen, dropt© door de plafonds, die geelbruine vlekken vertoonden, vandaar op de meu bels, op de karpetten. Ik kan u zeggen... En 't is nóg niet voorbij. Vandaag scheen even de zon. 'Alsóf zë zeggen wou: ,,effe kijke". En dan ging ze weer weg. Blijkbaar met zomervacantie. Maar waarhéén, in drommelsnaam Daar, waar de menschen met vacantie heen zijn. was ze niet. Blijkbaar concentreerde zij alle stralen op het ongelukkige Zuid-Ame- rika, dat 45 gr. C. in de schaduw meldde en waar honderden menschen aan zonne steek gestorven zijn. 't Is een wonderlijke wereld, die in alles, in de rampen, in do politiek, in de. so ciale en economische ellende, naar het radi cale schijnt over te hellen. In Duitschland, lieve lezer, begint men 'er nu toch eindelijk achter te komen, hoe slecht de zaken staan. Dat heeft lang genoeg geduurd, waarempel. Wat in de Duitschërs gevare nwas, na den oorlog, is me nog op den dag van heden Diet bijzonder duidelijk. Waarschijn lijk was het reactie op al die oorlogsellende En als zoodanig wellicht phyeiologi&ch ver klaarbaar. Maar het bleef er toch wonder lijk bij. Daar had je bijvoorbeeld die nei ging tot dansen, overal en op elk uur dan sen (en wót voor dansen!), tot diep in den nacht. Men kan in de geschiedenis boeken lezen, dat vele volkeren, door alle tijden heen, na oorlogen en revoluties fanatiek gedanst hebben. Hier was dan de bevesti ging. dat het blijkbaar een eeuwig weder keerend verschijnsel is. Maar 't was en is er niet minder luguber om. In alle Europeesche landen heef* de ,,Jazz", dank zij het straffe rythrne en d» zeer, zeer lage eischen, die aan de daarbjr behoorende dansvaardigheid gesteld wor den, een zegetocht achter zich. In Duitsch land was men gek op alles, wat met neger- muziek te maken heeft. Goed. Er zat ook wel wat nieuws en aantrekkelijks in. Het wae massa-muziek, waarbij het minder op ingenieuse melodiën, meer op begappen van serieuse klassieken en voor 90 procent op het allerprimitiefste maatgevoel aan kwam. Men gunde den talentloozen de nieuwe vreugde. Maar dat men nu, twaalf jaren bijna na dé eerste ,,Jazz"-invasie, nóg jazzt...., dat men er nóg niet. genoeg van heeft, op mini- mum-dansvloertjes kinderlijke schuifpasje* „uit te voeren" en daarbij gezichten te trekken, alsof men tegelijkertijd over een dreigend faillissement nadenkt... Ik schrijf u daarover, niet omdat ik mi) inbeeld, iets heel bijzonder oorspTonke-" lijks neer te pennen; en nog veel minder om den indruk te maken, alsof ik uit de school van wijlen Hector Treub in de be wogen dagen der Hamdorff-revolutie in Laren voortgekomen ware; maar alleen om u te verklappen, dat al dit gedoe rond om Jazz-rauziek en danswaanzin ten slotte internationaal is en ons hier evenveel hoofdbrekens kost als dat waarschijnlijk ook bij u het geval is. Ten slotte jazzt. men deze weken in at die honderden en duizenden vacantie-oor- den, waaraan Duitschland zoo overrijk is. Wat moet men anders beginnen Het regent aan de Duitsche Noord- en Oostzee stranden. in den Harz en aan den Boven- Wezer, aan den Rijn, in het Zevengebergte, in Boven-Beieren. Op de Zugspitze staat de thermometer fi gr. beneden nul en sneeuwt, het lustig. Midden in Juli.... En de badplaatsen en kuuroorden 'hadden het loch al piel besU Slechts de allerbekendste, ads Wiesbaden, Baden-Baden, Kreuznach, Norderney. Wes- terland, Zoppot en enkele andere klagen niet. Ofschoon ook daar nog heel wat hotelbed den te krijgen zijn. Maar die hebben nu een maal een stampubliek, dat altijd komt, weer of geen weer. Menschen, die zelfs in deze miserabele tijden nog geld hebben. De I overgroote meerderheid der vacantie-oorden, die het van den middenstand hébben moe ten, kunnen nu al vaststellen, dat ze sinds .tientallen jaren niet meer een zoo slechten eomer meegemaakt hebben. Ja, de zoogenaamde vóórzomer is overrijk aan zon en al te groote hitte geweest. Maar wat hielp dat? De vacanties voor de schoolkinderen zijn in Midden- en Noord- Duitschland in Juli. die voor het Rijnland en de overige deelen in Augustus. In Juni en in September zijn ouders met school gaande kinderen nu eenmaal niet naar bui ten te krijgen. En Juli, dat staat vast, is volkomen verregend. De aandrang was toch al veel minder groot dan in vorige jaren. Ofschoon m de eerste dagen van Juli nog die groote hitte heerschle, die de menschen toch naar de badplaatsen joeg. Maar toen bleek al, dat er geen geld meer ondeT de Duilsohere is. Men moet nu sparen, en zal wel gaan •inzien, hoe dom men geweest is, daar niet jaren geleden, mee begonnen te zijn. Op 1 Augustus worden de huishuren alweer verhoogd! Ze zijn nu al, vooral in de nieuwe huizen, waar 1000 mark of zeshonderd gul den per kamer en per jaar huishuur (zon der extra kosten voor water, lift, centrale- of kachel-verwarming betaald wordt!) bui tensporig in vergelijking bijv. met Neder land. En nu gaat men er nog een schepje opleggen! Waarbij dan nog te bedenken is, dat de regeering, na alle parlementaire ellende der laatste maanden, nu eindelijk met nood verordeningen zal komen, die honderden •millioenen aan extra belastingen zullen gaan eisohen.... (Lieve lezer, lieve lezer1) Zoo ziet lier er uit in DuiischiarxI. Niemand heeft geld meer (met uitzonde ring van die kleine groepen, die altijd geld hebben, en bij voorkeur als en omidat de anderen niets meer hebben), alles jammert, alles weeklaagt Half Juli zagen we Berlijnscbe gezinnen, die vier weken in de „Sorrierfrisdhe" had den willen uitblaizen, al bij duizenden naar de stad terugkeeren. Niet alleen, omdat het weer zoo ellendig hleef. Wél degelijk ook, omdat het geld op ie. Vraagt u maar eens aan de zounertheaters, de bioscopen, de bars, de variété's in de groote badplaatsen, of ze verdiend hebibenl De badgasten bleven binnen, legden hun kaartje of gingen met open raam naar bed, om ten minste „de iudht" le genieten. En tevens een fiksdhe bheumatiek op te loopen. Nu komen ze terug, onze Berlijners, met sombere gezidhten. Het verlof was een teleurstelling. En wat mi komt, is de moeite van 't beleren niet waard. Nog zelden is een vacantie zoo triest ten einde geloopen. In Berlijn, in Frankfort, in Keulen, in Hamburg, in Leipzig, in München waar men ook heengaaten op 't „platteland" is 'het al niet beter: malaise, malaise, ma laise. Straks komt het .JNotopfer". Dat betee- kent voor alle Duitsche ambtenaren en be ambten, éénmaal wel is waar, maar daarom Diet minder pijnlijk, een fiksdhe aderlating. Twee komma zevenmillioen menschen zijn zonder werk. Hel aantal faillissementen neemt toe De industrie sluit dagelijks weer fabrieken. De groote concerns zetten 10 en meer procent van hun arbeiders en hun kantoorpersoneel aan den dijk. Voor de arme 70.000 Nederlandsche ar beiders en kleine neringdoenden in West- Duitscbland komt oen misère, die ze wel in scharen naar het vaderland terug zal doen stroomen. Als armlastigenl Vooral nu de Nederlandscfhe regeering er toe overge gaan is, de rijksondersleuningen voor deze mensdien zoo goed als geheel stop te zetten. In een Berlijnsohe courant schreef van ochtend waaraditig een ex-generaal een artikeltje, waarin hij den oorlog als „Slahl- bad" nog eens aanbeveelt. Is dat nou een pathologisch geval? Misschien bij den be jaarden schrijver? Maar dan is er toch nog een redactie, die zooiets opneemt! Waar het dit najaar, dozen winter met Duilsohland héén moot Hot begint zoowaar alweer te regenen. Wat zeggen de optimisten ook weer? „De zon sdhijnt achter de wolken." En de pessimisten „Wolken bedekken de zon." Houden we ons in 'sOiemds naam aan de optimisten! ROLAND. DE STRAF VOOR DEN ONTROUWEN AMBTENAAR. "t Was de gewoonte van Abdoel Facb man, den emir van Afghanistan, korte met ten te maken met misdadigers en ontrouwe ambtenaren. Een zekere Dadoe was door den vorst aangesteld tot opzichter en bewaker van den Lataboendweg. In plaats echter van voor de veiligheid van 't verkeer te waken, bestal en brandschatte Dadoe de reizigers, die den weg moesten gebruiken. Wie zich tegen hem verzette, werd zon der mededoogen afgemaakt Een en ander kwam den emir ter oore: hij liet Dadoe vatten en voor zich leiden. Toen de ontrouwe ambtenaar voor den vorsl (rad. sprak deze hem ongeveer als volgt toe: Dadoe, gij hebt mijn weg zoo uitste kend bewaakt, dat ik u het ambt voor altoos geef. Gij zult den Lataboendweg tot in lengte van dagen bewaken. De man werd weggesleept, in een kleine ijzeren kooi gesloten en boven den weg ge hangen. Na 5 dagen van vreeselijk lijden stierf de ongelukkige van honger, uitpuiling en koude. g Parijs, 27 Juli 1930. We zijn nu in den vacantie-tijd. De Parij- zenaars van het Tout-Paris", de elegante, „groot©" wereld, hebben sinds eenigen tijd reeds Parijs verlaten voor de genoegens der mondaine badplaatsen. Een nog veel grooter aantal Parijzenaars heeft weldra hun voorbeeld gevolgd, en is eveneens ver trokken voor een vacantie-verblijf naar buiten ieder volgens zijn middelen, zijn smaak, zijn relaties... Maar de gTOote massa, oneindig véél grooter dan die der vacantie-gangers, de massa der „heel kleine wereld" die is in PaTijs gebleven. Daar de meeste theaters, concert-zalen, enz. ten gevolge van de afwezigheid van hun voornaamste publick nu hun deuren ge sloten hebben, is die „heel kleine wereld" voor zijn vacantie en vrije dagen wel aan gewezen op de weinige en prctentielooze genoegens, die er voor hen overblijven in dezen tijd van het jaar, zooals een bezoejc aan den Jardin d'Acclimatation, een bezoek aan het „Luna-Park", of ook eenvoudig maar een wandelingetje over de boule vards. Behalve de dieren- ën planten-tuin van den Jardin d'Acclimatation, bieden dc at tracties daar, evenals die van het „Luna- Park", maar weinig verschil met die van de beroemde jaarlijksche Parijsche wijk- kermissen. Het is er alleen veel minder lawaaiïg, en de omgeving is er aardiger en aantrekkelijker, vooral die van den .Tardin d'Acclimatation, die midden in het Bois de Boulogne ligt. De organiseer dors van de vermakelijk heden en kermis-genoegens daar hebben het voordeel, dat ze niet na eenige weken al weer moeten opbreken om zich elders te gaan installeeren, zoodat het voor hen de moeite en de kosten waard is, wat meer zorg en luxe aan hun inrichting te beste den. Daardoor trekken ze dan ook behalve de volks-menigten vaak nog een talrijk publiek van middenstanders, die door hun zaken nog in Parijs teruggehouden worden, en vooral een groot aantal toeristen. Daar in den Jardin d'Acclimatation dié attractie-ondernemers over groote ruimten kunnen beschikken, hebben ze cr ook eeni- ge exotische schouwspelen opgericht, en die vooral trekken do Parijsche volksme nigten, voor wie een reis buiten de grenzen van Marseille, Straszburg of Sille al bijna iets onmogelijks lijkt. Zoo zijn er dit jaar weer dé beroemde „bla-adjes-negerinnen" te zien, neger-vrou wen wier onderlip door middel van een 'houten bord een heel eind naar voren is uitgerekt, en die sinds verleden jaar nog steeds succes hebben bij het publiek. Dan is cr een heel Kabylen-dorp opgebouwd. En er is het Afrikaansche neger-opper hoofd Nyami met zijn troep. Men moet echter niet denken, dat wan neer men eenmaal den toegangs-prijs tot den Jardin betaald heeft., dat men er dan ook maar vrij alle attracties kan bezoeken. Heelema-al niet! Voor ieder moet nog weer een apart entree betaald worden, en dat is vaak hooger dan den entree-prijs van den Jardin zelf. Maar de Parijzenaars, aange lokt door een hevig tam-t-am, geschreeuw, gebrul cn daverend applaus achter de schut tingen, die het exotische terrein omgeven, laten zicb toch verleiden, betalen, en gaan vol verwachting naar binnen. Doch het soort exotisme, dat zo achter 'de schuttingen te zien krijgen, is soms zóó, dat ge werkelijk medelijden krijgt met de arme Parijsche bezoekers, die gocdgeloo- vig en vol vertrouwen hun vaak zoo zuur verdiende spaarduitjes betalen voor die ,,wilden"-manifestaties. Laten we bijvoorbeeld eens gaan kijken bij het groote- neger-opperhoofd Nyami, z.g. hoofd en tegelijkertijd zeer vereerd priester van een groot Afriknansch neger volk. Hij heeft zich daar in den Jardin d'Acclamatation geïnstalleerd met een troep mannelijke en vrouwelijke getrouwen, en geeft er een tiental voorstellingen per dag. voor een zéér eerbiedig toekijkend en toe luisterend publiek. Die voorstellingen worden geleid déor ëen jongeman, die klaarblijkelijk een mulat is, en die zich uitdrukt in een onberispelijk Pransch en op de manier van den'reclame maker bij den kermis-Hindoe op Mont- martre, waarvan ik u in een vorigen brief vertelde. Om indruk op het publiek f e maken acht dat groote opperhoofd en die zeer eer waarde priester het volstrekt niet beneden zicb om zijn lippen fel-rood^ te verven in zijn zwarte gezicht, en om, bijgestaan door zwarte „prinsen" en „prinsessen", onver moeid en als een echte jazzband kunstenaar op een trom te slaan, een boomstam, cn eenige planken, en daarbij een ketting ract belletjes er aan te doen rinkelen. Terwijl de kunstenaars een lawaai van jewelste maken. steken andere getrouwen op een stok afschuwelijke, grijnzende maskers over de schutting omhoog, cd et»n reclame-maker buiten staat het publiek te lokken met zijn: „Komt cn ziet een tot nu toe in Parijs ongekend schouwspel! Ecd groot neger-opperhoofd... een groot volk... een groot priester..." enz., enz. Het begin van de voorstelling bestaat hierin, dat een neger, die als een „echte wilde" is toegetakeld, voor het publiek eenige goocheltoeren uitvoert van een „on gekendheid" en een nieuwheid!. een ei uit een zakje laten verdwijnen... een papie ren lint aan snippers scheuren en een oogenblik daarna dat weer in zijn gehee. vertoonen... Na iedere goochel-toer, die uitgevoerd wordt met zalvende en priesterlijke toover- gebaren, verzoekt de leider het publiek om hard te applaudisseeren want, zoo zegt hij, dat zal het opperhoofd een groot I plezier doen. Het opperhoofd zelf staat er bij, alsof hij niets begrijpt van die I Fransche woorden. I Dat verzoek om applaus, waaraan het 1 publiek gaarne hoewel zonder enthousiasmo yoldoet, is natuurlijk bestemd om de voor- RECLAME. 9756 bijgangerB te lokken, die stil blijven stat voor de kleurige aanplak-biljetten, die geloofelijke wonderen beloven. En zoo maakt dat goedige, beetgenome publiek nog reclame ook voor degenen, het beetgenomen hebben Na de goocheltoeren woTden cr d&njc uitgevoerd door neger-prinsessen, die a: lattinnen zijn dansen die noch intern sant zijn, noch eenig karakter hebben. weer wordt het publiek uitgenoodigd or. hard te applaudisseeren, want „dat zal d< prinsessen zoo'n plezier doen." En dat eindigt dan met het verzoek hot publiek om een frank stukje te dep: neeren in een hol afgodsbeeld, waarote „het groote opperhoofd" eenige grimast»; uitgevoerd heeit want behalve dat dt den gevers-zelf geluk zal aanbrengen, u dat het opperhoofd zoo'n groot plee"? doen, omdat het een gewoonte is bij q eigen volk. Het Kabylen-dorp met zijn sfcröo-hutte die zoo'n lagen ingang hebben, dat de b* woners er bijna naar binnen moeten kre pen, is reeds wat interessanter in i gefal schijnen de bewoners daarvan „eelt te zijn hoewel ze afstootelijk zijn u leelijkheid, onbevalligheid en vuilheid. De groote attractie van dit dorp is b-. slangenbezweerder, die nadat hij met h* voorzichtige en vreesachtige gebaren zt; slang „bezworen" heeft, aan het eind vü de voorstelling die „gevaarlijke slang dor.! eenvoudig bij zijn nek pakt en hem een gewatteerd kistje smijt, waar hij ruiti blijft liggen. Over de walgelijke blaadjes-nëgèrinn»] vertelde ik u verleden jaar reeds. dames, waarvan ér ook een stelletje in h Luna-Park vertoond worden, hebben re deringen gemaakt sinds verleden jaar. U ha-ar dansen nog precies hetzelfde geblerej zijn een heel onnoozel, rythmisch, alt? eender gespring achter elkaar aan in ti rond op een estrade midden in het hutte dorp ze hebben geleerd om aan de b zoekers briefkaarten met haar foto's op* dringen, en daarbij eenige Fransche vw den uit te spreken, die zoo goed als odts staanbaar zijn door die misvormde bladja lippen, waarover onophoudelijk speek heenvloeit. De rest van dé attracties in den J&rï d'Acclamatation verschillen in het mi: niet van die in het> LunarPark, en bui gelegenheden geven daarin niet anden zien dan wat er altijd en eeuwig weer zien valt op de kermissen met hun Scei Railway, hun auto-piste, enz. Alleen Water-chut© zou natuurlijk onmoj lijk zijn op de steeds verhuizende Parijsi wijk-kermissen. Het Luna-Park bevindt zicK buitëri fe Bois de Boulogne, bijna aan den inga: daarvan bij de porte Maillot. 's Avonds ziet men het van vërrë rcfi schitteren van licht, en vooral de mos mentale ingangs-deur met al zijn lichts en zijn leger van geheel in het rood kleede employés maakt indruk op de tvt bijgangers, die hopen na hun entree vtt francs betaald te hebben, en door de ha roode mannen naar binnen te zij* midden in een wereld van wonderen i verrukkingen terecht t© zullen komen. De teleurstelling komt onmiddellijk, I blijft. Aan het einde van een soort bassin fl tien meter breed en honderd meter 1&3 staat een hooge metalen constructie een rollende trap, waarlangs aan den eei- kant een boot de hoogte in gaat, en M den anderen kant de liefhebbers van sterf emoties. Boven gekomen stappen do k hebbers de boot in. en na de metalen he ling te zijn afgerold, komen ze mot plons in het bassin terecht- terwijl M water geweldig-klot-send om hen heen td golft en opspat. Vrouwen gillen... Aan den betonnen „oever" van het w»- staat een troep matrozen met mut-scn oj waar de naam „Venise" op te lezen sta» de boot op te wachten, trekken die haken naar den kant toe, helpen dc p* sagiers om aan wal te stappen, en nc&< dan een houding aan, die betcekcnt: fooitje voor de moeite, asjeblieft Die „Water-chute" wordt op hetrecl^ biljet aangekondigd als „een ware visie Venetië"! De overige attracties, voor ieóer waaflj natuurlijk apart moot betaald worden, t niet eens waard genoemd te worden. Die „visie van Venetië" is de rendste" van allemaal, en vóór het v is een terras aangericht met tafelt]^ stoelen, waar het altijd vol is mot toe-s"-" wrs. die onder het gebruik van een sumptie genieten van de Venetiaao® „visie". Vóór de „visie" is ook eon Russin® kest geïnstalleerd en dót is een bezoek aan het Lima-Park Alle muzikanten ervan zijn (ter wille het exotisme...) gekleed in Russische renkielen, en gewapend met enormer I laika's. mandolines, guitaren, pauken F.en collectie muzikanten, die uw dering opwekt door hun tronies van dieten en struikroovers, maar die tionale melodieën met zóóveel leve. en met zulk een fijngevoeligheid uitvt dat die in ruimschoots alle teleurS!'"J vergoeden over de „visies", de en andere „wonderen", en een hon^ in li achterlaten van poëzie, en dief achtig gevoel... M. DE BOVA^'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 14