r H. M. PIERROT Groote Opruiming Opheffings Uitverkoop KUNST EN LETTEREN. Maarsmanssteeg 7-14-21 Telefoon 630-1293 KERK- EN SCHOOLNIEUWS. meente en de Maatschappij, waarop hier gedoeld wordt, zijn vooral de volgende: le. Wat is de juiste beteekenis van de in art. 22 gegeven basis voor de berekening van den prijs der overname? Wat is te verstaan onder „netto opbrengst"? 2e. Het kweeken van reserves. 3e. De samenstelling van de winst- en verliesrekening in verband met de vraag wat onder uitbreiding, wat onder exploita tiekosten is te verslaan. De bepaling van art. 22 van de concessie zegt, dat aan het einde der concessie de gemeente de activa der Maatschappij kan overnemen voor 20 X de gemiddelde netto opbrengst over de laatste 4 jaren. De ge meente vreest dus, dat de Maatschappij er naar streven zal, haar financieele politiek zoodanig in te richten, dat de netto op brengst in die critieke jaren zoo hoog moge lijk zij, zoodat of de gemeente voor de hooge kosten terugschrikt of wel een zeer hoog bedrag aan de Maatschappij wordt uitge keerd. De gemeente heeft meerdere malen be merkt, dat inderdaad de Maatschappij zich in haar voorstellen ten aanzien van de samenstelling der winst- en verliesrekening door deze overwegingen liet leiden. Dit be treft dan gevallen, waar de Maatschappij op exploitatie boekt wat uit kapitaal (leening) betaald moest worden. Zoodoende toch wordt weliswaar de winst over dat jaar gedrukt, doch worden de winsten later weer hooger, terwijl de renterekening laag blijft en in de critieke jaren, d.w.z. de jaren, die voor de bepaling van de naaslingssom meetellen, de onkosten voor onderhoud zeer laag kunnen worden gehouden. De winst- en verliesreke ning levert dan in die jaren een overdreven gunstig beeld. Hieruit ontstaat telkens een verschil van meening, dat reeds aanleiding gaf tot een ongewenschte arbitrage en ook nu weer zijn er eenige van die geschillen hangende. Uit vrees voor deze politiek der Maat schappij, teneinde vooral geenerlei prece dent te scheppen, verzet dus de Commissa ris van de gemeente zich tegen elk pogen in de richting van een belasting van de exploi tatierekening met alles wat maar eenigs- zins een kapitaalsuitgave genoemd kan worden en drijft dus de Maatschappij er toe zooveel mogelijk uit leeningen te betalen. Daarbij gaat de gemeente veel verder dan zij in haar eigen bedrijven oirbaar en nut tig acht en dan in het belang der Leid- sche Duinwater-Maatschappij geacht moet worden. Een ander belang der gemeente prikkelt haar fn diezelfde richting te gaan. De ge meente geniet nl. volgens art. 13 der sta tuten 50 pCt. van de overwinst, d.w.z. de winst nadat aan de aandeelhouders 5 pCt. over het kapitaal ad. f. 450.000.betaald is. Het is dus voor de gemeente verleidelijk om dit aandeel zoo hoog mogelijk op le voe ren en alles wat de exploitatierekening mocht bezwarenf liever naar de kapitaals rekening te verwijzen. Groote moeilijkheden zijn, vooral in dit verband ontstaan in de jaren 1909 en 1910, toen de kwestie zich voordeed of vernieu wing van vervallen huizen als kapitaals uitgaaf of exploitatievoorziening moest wor den geboekt. Deze kwestie is aanleiding ge worden tot lijvige juridische adviezen, die vooral dit leeren, dat de gemeente geen stelling verdedigen kan, waartegen van de zijde der Leidscho Duinwater-Maatschappij geen grondige bestrijding gevoerd kan wor den en omgekeerd. Geen van beide partijen gevoelt zich dus ooit zeker van haar zaak. Ook thans doen zich weer moeilijkheden voor. Van het maken van reserves, vernieu wingsfonds of iets dergelijks kan dan ook hij de Leidscho Duinwater-Maatschappij geen sprake zijn. terwijl toch iedere in voor spoed verkeerende vennootschap liever niet alle winst uitkeert, doch eens wat extra re serveert. een politiek, waarvoor in het be drijf ecner Duinwater-Maatschappij ook alle reden i9. Het belang der gemeente verzet zich dus 'tegen het voeren van de meest gewenschte bedrijfopolitiek. Aan dc inkomsten der Leid- sche Duinwater-Maatschappij wordt meer onttrokken, dan voor een juist beleid ge- wenscht ware en dat teveel wordt niet door de gemeente- gereserveerd, doch onder de inkomsten van den gewonen dienst opgeno men, terwijl het verstandiger ware. dit geld gedeeltelijk te bestemmen voor eventueel noodige uitbreidingen van de waterwin- plaals, verbetering van het buizennet, het bouwen van een extra watertoren etc. Gesteld dat de gemeente nu reeds vol doende zeggenschap had om maar steeds het te verdeelen winstcijfer buiten alle ver houding op te voeren, dan zou inderdaad de netto opbrengst in de critieke jaren zeer laag en dus de naastings-prijs overeenkom stig gering kunnen zijn. maar dan zou het bedrijf in hoogst anaemischen toestand ver- keeren en zou de gemeente genoodzaakt zijn bovén en behalve den naaslingspTijs nog een aanzienlijk bedrag aan nieuw kapitaal in dc zaak te steken om den achterstand in to halen. Zooals de toestand nu is. is de verleiding voor de gemeente te groot om zooveel moge lijk uit de zaak te trekken, omdat men denkt dusdoende lcven9 het naastingsbedrag laag te houden. Mogen we dus ook uit deze beschouwin gen de conclusie trekken dat hel voor de gemeente nuttig en goed is om in het be drijf der Leidsche Duinwater-Maatschappij volledig zeggenschap te hebben, dan dienen wij het nu eens te beschouwen, welke prijs daarvoor betaald zou moeten worden, indien men tot naasting overging en welke prijs betaald kan worden in verband met de door de gemeente le verwerven baton en de kans op de duurzaamheid dier opbrengst, om dan na le gaan in hoeverre het gemaakte aan bod. dien prijs nabij komt, aldus B. en W. Het is het beste aan de hand van de cij- fers van'een jaar. waarover de rekening is afgesloten een en ander na te gaan. Ziï kiezen daartoe 1928 en nemen aan. dal bel bedrijfsresultaat van dal jaar weergeeft bet gemiddelde van de vier jaren, die voor do berekening van den naasüngsprijs volgens art. 22 der concessie zouden gelden. (De be drijfsresultaten over 1929 geven een voor de Maatschappij nog aanmerkelijk gunsti ger beeld te aanschouwen). Gelijk reeds boven vermeld is, heerscht er tusschen gemeente en maatschappij een diepgaand verschil over de juiste beteeke nis van de uitdrukking „netto opbrengst". B. en W. constateeren, dat het naastings bedrag onder de voor de gemeente ongun stigste opvatting van dien term zou bedra gen f. 6.409.891.80. terwijl dit onder de voor de gemeente gunstige omstandigheden toch nog f. 2.847.584.40 zou worden. Weliswaar is het denkbaar dat dit laatste bedrag theo retisch nog zou kunnen dalen tot f. 1.811.793,10, doch zij meenen met die zeer verwijderde mogelijkheid geen reke ning te moeten houden. Wij zijn uitgegaan van de gedachte, dat de bedrijfsresultaten van 1928 het gemid delde weergeven van de jaren, die voor de naasting in aanmerking genomen moeten worden. Zij willen nu eens nagaan, welke de voor uitzichten zijn. dat het grondgetal voor de naasting in 1937 hooger of lager zal zijn, dan dat voor 1928 berekend. Zij hebben dan rekening te houden met de natuurlijke neiging bij de Maatschappij om dat getal zoo hoog mogelijk op te voeren en de middelen die den gemeentecommis saris ten dienste staan om dit tegen te gaan en juist te streven om een tegengesteld doel te bereiken. De Maatschappij zal er naar streven, haar financieele positie thans zoo sterk mogelijk te maken, ten einde in de jaren 1938'37 een zoo groot mogelijke winst te maken. Zij kan dit bereiken door thans zooveel moge lijk posten, die zich daartoe maar eenigs- zims leenen, op .„onderhoudt" te hoeken, extra reserves te maken, obligatieschuld af te lossen en te voorkomen dat nieuwe obliga- lieleeningen of kapitaalsuitlbreidangen noo- dig zijn. De winst wordt daardoor nu lager om in de jaren 1933'37 abnormaal hoog te kunnen zijn. Hoe waakzaam de gemeen telijke Commissaris ook zij, hij zal waar er dikwijls tweeërlei beschouwing mogelijk is, niet altijd deze iaktiek succesvol kunnen tegenhouden. De kans is dus groot, dat de winsten in de critieke jaren eer grooler dan kleiner dan die in 1928 behaald, zullen blijken te zijn. Uit het voorafgaande kan men zich nu een denkbeeld vormen wat in 1937 naasting zou kosten. Daartoe kan de Maatschappij dan gedwongen worden. Vóór dien datum is alleen in onderlinge overeenstemming iets te bereiken. Thans dient de vraag onder de oogen te worden gezien of de prijs die voor de aan deden gevraagd wordt, voor de gemeente aanvaardbaar is. Gesteld, dat alle aandeelen worden aan geboden. dan moet betaald worden 450 X f. 3.000 f. 1.350.000.voor de aandeelen en f. 175.000voor de concessionaris- rechten. Voor f. 1.525.000.verwerft de gemeente dus een bezit dat jaarlijks oplevert een winst van f. 254.804.14 (inclusief de tan tièmes der Directie en Commissarissen.) Daarvan gaat af 5 pCt. over het te leenen bedrag voor den aankoop der aandeelen of f. 76.250.rest een netto rendement van de belegging van f. 178.554.14 of 11 pCt. De gemeente kreeg volgens de concessie in 1928 al een aandeel in de winst ad f. 89.302.76 en er blijft dus een voordcel van f. 89.251.38 per jaar uit de transactie boven hetgeen de gemeente toch reeds ge noot, Er is dus een zeer ruiane reserve voor eventueelen achteruitgang van de onderne ming of voor de eventueele hoogerê kosten, die de Maatschappij zou hebben (e maken om de stijgende hoeveelheid water te pro- duceeren en te distribueeren, alsmede om in den vervolge een gezondere bedrijfspo- litiek te voeren en juiste reserves ie maken In vergelijking met naasting is de nu voorgestelde transactie ook voordeelig. Door aankoop der aandeelen verwerft de ge meente thans voor f. 1.525.000.het zelfde wat zij over 6 jaren bij naasting on der zeer gunstige omstandigheden voor f. 2.847.584.40 zou kunnen verwerven, doch waarvoor zij eventueel ook f. 6.409.891.80 zou kunnen moeten betalen op poene van de concessie voor 25 jaar verlengd te zien Overigens meenen B. en W. ook, dat een prijs van 300 pCt. voor een volle zeggen schap verzekerend aantal aandeelen van een Naamlooze Vennootschap, wier aan deelen voor 275 pCt. verhandeld weiden en die 15 pCt. dividend geeft niet al te hoog is B. en W. hebben tot nu toe nagenoeg alleen van financieele zijde de zaak beke ken en hoezeer, wat zij dienaangaande leerden, tot de overtuiging brengt, dat de gemeente gebruik moet maken van de ge legenheid. die zich thans vooidoet( en zich waarschijnlijk niet zoo spoedig herhalen zal) zoo zouen zij en Raa nooit kunnen aanraden op het voorstel in te gaan. tenzij zij zich ook overtuigd hadden, dat de on derneming, niet alleen financieel en tech nisch gezond is, doch ook de waarborgen biedt, dat zij in de komende jaren dezelfde mogelijkheden van verdiensten zal bliiven bieden. Ten einde een deskundig onderzoek hier naar te kunnen instellen, hebben B. en W. behalve van de diensten van den rechts kundig adviseur mr. Th. A. Fruin die groote ervaring van transacties als d$ thans voorgeslagene heeft, zich ook verzekerd van het advies van een bij uitstek deskun dige t.w. den directeur van het Rijksbu reau voor drinkwatervoorziening, den heer ir. W. F. J. M. Krul. De conclusies, waartoe zijn onderzoek leidde zijn: „1. De werken en inrichtingen der L. D. M. verkeeren in een goeden staat van on derhoud en voldoen in het algemeen en in vergelijking met soortgelijke bedrijven alleszins aan redelijke eischen van doel matigheid. - j ..2. Ten aanzien van do doelmatigheid der waterwinningsmiddelen moet een re serve worden gemaakt, aangezien voldoen de gegevens betreffende de geo-hydrologi- sche gesteldheid der winplaats ontbreken. Het staat vast, dat de hóeveelheid water, die aan het ook in de toekomst maxi maal beschikbare duintérrein lull wor den onttrokken, beperkt is. ,,3. Het tarief systeem werkt waterver- spilling in de hand, Wanneer het systeem in dit opzicht verbeterd wordt, zal toch vermoedelijk in niet zeer ver verwijderde toekomst het beschikbare duinterrein niet voldoende zijn ter dekking van de water behoefte. „4. Wanneer de gemeente de aandeelen der L.D.M. tegen 300 pCt. en de conces sionarisrechten tegen f. 175.000 overneemt, zal zulks de sub 3 vermelde onzeker heid buiten beschouwing latende aan de gemeente belangrijk meer winst opleveren dan dc te verwachten jaarlijksche uitkee- ringen op grond van de concessievoorwaar den zullen bedragen. Het verschil zal zeer waarschijnlijk meer dan voldoende zijn om in de sub 3 ver melde moeilijkheid te voorzien. ,,5. Naasting van het bedrijf in 1937 op grond van de concessievoorwaarden zal voor de gemeente onvoordeelig zijn." De sub 2 gemaakte reserve nl., dat vol doende gegevens betreffende de geo-hydro- logische gesteldheid der winplaats ont breken. weerhield hem echter geenszins de transactie aan te bevelen. Het was niet mogelijk, het door hem wenschelijk geoor deelde geo-hydrologisch onderzoek alsnog te doen instellen, nademaal daarmede ten minste twee jaren gemoeid zouden zijn. Het spreekt wel vanzelf dat degeen, die namens de aandeelhouders de onderhan delingen voert, zich heeft willen verzeke ren dat de gemeente van de door haar te verkrijgen macht geen zoodanig gebruik zou maken, dat daardoor de positie van het personeel zoowel wat dienstvoorwaar- den als pensioenregeling 'betreft, ongun stiger zou worden, dan die onder het tegen woordig beheer is en dat de dividend garantie gehandhaafd zou blijven. Daar tegenover heeft de gemeente verlangd, dat ten aanzien van de verplichting tot leve ring der aandeelen en der concessionaris rechten geen twijfel zou blijven bestaan en partijen hebben derhalve de overeen gekomen voorwaarden vastgelegd in een concept-contract. De Commissie van Financiën geeft als haar oordeel te kennen dat, waar ingeval van naasting de Gemeente, ook in het voor haar gunstigste geval, toch nog 'n aanzien lijk hooger bedrag zal moeten betalen dan bij het totstandkomen der voorgestelde transactie, het aangaan van deze overeen komst uit financieel oogpunt aanbevelens waardig kan genoemd worden. Of het voor de gemeente wenschelijk of noodzakelijk is om volledige zeggenschap te verkrijgen in het bedrijf der Leidsche Duin water-Maatschappij zou behalve uit finan cieel oogpunt in vergelijking met een even tueele naasting, ook nog beschouwd kunnen worden uit een oogpunt van sociale politiek. De Commissie is echter van oordeel dat het niet tot haar taak behoort dit terrein te betreden, doch wil wel als hare meening te kennen geven, dat'de verschillende gronden waarop in'het ingekomen stuk de vorenbe doelde wenschelijkheid of noodzakelijkheid voor de gemeente wordt bepleit door haar r.iet of niet allen worden gedeeld. HET LUSTRUMSPEL ,DE VLIEGENDE HOLLANDER" RECLAME. 3«| Zaterdagmorgen 9 uur begint in onze afdeeling LEDERWAREN de JAARLIJKSCHE Vin ome ltoop|e> bobooien wij niets te zeggen, dit is deer vroegere opruimingen bekend, alléén dit jaar zal alles overtreflen ytf- PROFITEERT VAN DE KOOPJES In onze huishondeüjke afdeeling voortzetting van de INHAAK GLAZEN 2 L. IH L. 1L. H L. H L. ir Ringen gratis. 32 29 27 24 22 Een naklank. Wij lezen in „De Gramophoon-revue": Het openluchtspel op de Kagerplassen bij Leiden, „De Vliegende Hollander", heeft een groot succes gehad, lot groote vreugde van de studenten en den schrijver, mr. M. Nijhoff. Tot dit succes had de muziek van Mathijs Vermeulen zeer veel kunnen bijdragen, ware het niet. dat de gramophoon-platen die men in Parijs heeft laten maken, schandelijk slecht waren. De organisators van het feest ontdekten onmiddellijk na ontvangst van de vijf pla ten, dat deze volkomen onbruikbaar waren en de heer Dudok van Heel stelde zich in verbinding met de firma Polydor, met het verzoek hem uit den nood te helpen, door direct op Polydorplaten de opnamen op nieuw te laten maken. Dat was 17 Juni. Op 23 Juni was het openluchtspel! De heer Ten Bosch heeft er dadelijk werk van gemaakt en kreeg van de buitenlandsche Polydor-fabrieken de verze kering van volledige medewerking, zoodat zelfs opnamen, waarvoor de datum reeds vaststond, zouden worden stopgezet. De heer Dudok van Heel is toen met twee andere heeren naar Parijs gegaan, om met de Polvdorfabriek verder te onderhandelen. Ongelukkigerwijze was echter het. orkest hetwelk voor de studenten de eerste op name had gemaakt, „Orchestre Philharmo- nique", inmiddels naar Engeland vertrok ken, en bleek het onmogelijk het Orkest „Association des Concerts Lamoureux" een der eerstvolgende dagen voor opname te verkrijgen, aangezien dit orkest elders be zet was. Ook een poging om te Berlijn een ge schikt orkest ter beschikking te krijgen, mis lukte. zoodat de studenten niet geholpen konden worden, uitsluitend en alleen op grond van 't feit dat in zoo'n korten tijd 'n geschikt orkest niet disponibel bleek te zijn. Toen hebben ze 't maar met de slechte pla ten moeten doen! ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2^00 (op 2 lijnen') REDACTIE L-iip»1507 PREDIKBEURTEN. VOOR ZONDAG 27 JULI. BENTHUIZEN. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. half tien en nrn. 6 uur (0. T.), ds. Haring. Geref. Gem.: Voorm. half tien en nam. 2 en 6 uur (O.T.), leesdienst. BODEGRAVEN. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. half zeven, ds. Kmi^hoop. Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. half zeven, ds. de Goede van Voorthuizen. Geref. Gem.: Voorm. 10 uur en nam. half zeven, leesdienst. Evang. Dut'h. Kerk geen diensft. BOSKOOP. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. kwart over tien, ds. Beversluis ran Zutfen. Salvatori: Voorm. 'half tien ds. de Bruin van Alphen; nam. 6 uur, ds. Tonnon van Hoogtmade. Evangelisatie: Voorm. -half tien en nam. 6 uur, ds: Monlfrans van Sommelsdijk. Geref. Kerk: Nam. 2 en 7 uur, ds. J. van der Velden van Kralmgen. Ohr. Geref. Kerk: Voorm. halftien en n.m. 6 uur, ds. Bijdemast. HOOGMADE. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. half elf, ds. Tonnon. DE KAAG. Ohr. Geref. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. Henneman van Oegstgeest. KATWIJK AAN DEN RIJN. NTed. Herv. Kerk: Voorm. half tien en nam. 6 uur, ds. da Bruyn. Geref. Kerk: Voorm. half tien en nam. 6 uur, ds. Meijering. NOORDWUKERHOUT. Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, de heer Brussée van Den Haag. OEGSTGEEST. Ned. Herv. Gem. (Irene): Voorm. 10 uiir, ds. II. C. Touw van De Kaag; nam. 5 uur, ds. Hennemann. OUDE- EN NIEUWE-WETERING. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. ihalf tien, ds. Broeyer. SASSEN HEIM. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam. 5 uur, ds. Krijkamp. Geref. Kerk: Voorm. half tien en nam. 5 uur (H.A.), ds. Kuiper. Ohr. Geref. Gem. Voorm. 10 en nam. 5 uur. prof. Lengbeek van Apeldoorn. N'ed. Prot. Bond: geen dienst. VALKENBURG. N'ed. Herv. Kerk- Voorm. 10 uur (Bed. H. A.) en nam. half zeven, ds. Hermanidcs. WADDINXVEEN. N'ed. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. de Looze; nam. half zeven, leesdienst. Geref. eKrk: Voorm. 10 en nam. 6 uur, ds. Smidt. Chr. Afg. Gem.: Voorm. 10 en nam. 6 uur, ds. Grisnigt. Rem. Geref. Gem.: Nam. 7 uur, ds van Nooten. ZOETERWOUDE. Ned. Herv. Kerk: Voorm. half elf, ds. Eijkman. NED. HERV. KERK. Beroepen te Schelluinen: H Ewolt te Raamsdonksveerte St. Annaland: L. Nug- teren, te Giessen-Nieuwkerk; te Duiveland: J. F. F. Spaargaren, te Aartswoude (N.-H.). Aangenomen naar Wil nis: drs. L Vroeg- indewey, cand. te Middelburg. Bedankt voor Soest: (vac. J. C. W. Kruis- hoop) F. v. Asch te Randwijk; voor Berg- schenhoek, Enter, Jaarsveld, Loon op Zand, Moercapelle, Nieuw-Beijerland, Renswoude» Sluipwijk, Wilsum en Wijngaarden, drs. L. Vroegindewev, cand. te Middelburg. GEREP. KERK. Beroepen te Leeuwarden (4de pred.- plaats)- C. v. d. Woude, te Schiedam; te Ambt-Vollenhove (B.), H. Brink, te Onder- dendam-, te Appelscha. H Zandbergen, can- didaal te Enschedé; te Zwartebroek: J. v. d. Leek, te Zaltbommel ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV. KERK VIII. De heer K. H. E. Gravemeyer heeft c* richt, dat hij zijn benoeming tot secundus iid in de algemeene synodale commiss. (primus de heer C. J. van Paassen) aiac neemt. Er moet dus nu voorzien worden het secundaat van den primus G. van Dri Daarvoor wordt benoemd de heer D. \n Zwet, pred. te Almelo. De heer H. J. Pijnacker Hordijk, pred. Oude en Nijehorne, is op 9 April j.l. dooreu synodus contracta in een uitspraak in hoo;:- beroep ontheven van het tuchtmiddel, er door het provinciaal kerkbestuur van Fny land op hem was toegepast. Thans vraap hij zelf van die uitspraak herziening, omdi hij ook tevens een uitspraak had gewenst! betreffende de kerkeraadsleden zijner p meente (die niet in hooger beroep zijn p gaan). De heer Pijnacker Hordijk wordt1 zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaart omdat hij in deze zaak niet is bezwaarde; den zin der kerkelijke wet. Het provinciaal kerkbestuur van Zui Holland heeft een voorstel ingediend li wijziging van art. 3 al. 2 regl. kerkerate en art. 1 al. 2 xegl. vacaturen, bedoelend dat een dienstdoend predikant in 't vervol niet tevens lid van den gemeenteraad n kunnen zijn. De rapporteerende commissi (rapp. de heer Bloem) is van oordeel, da zeer zeker het geval denkbaar is, dat he optreden van een dienstdoend predikant ai lid van den gemeenteraad bezwaren h medebrengen. Doch de gevallen zijn ev« goed denkbaar, dat de predikant juist' aangewezen man zou zijn, om, ook in l belang zijner gemeente, wel zitting nemen in den gemeenteraad. De concle leidt dus tot afwijzing van het voorstel.f dienovereenkomstig wordt besloten. Dezelfde rapporteur behandelt een w stel van de cl. vergadering van Devenit tot wijziging van art. 27 al. 2 regl. die. bedoeling is, dat de diaconie-rekening durende acht dagen, na de afkondiging den kansel, voor de gemeente ter inzage s worden gelegd, alvorens zij wordt alp sloten. Het voorstel wordt aangenomen in handen van de eind-redactie gesteld. Een voorstel van de alg. syn. commit tot wijziging van art. 23 regl. vacaturen (ba treffende de bepaling van het uur waaro ringbeurten in vacante gemeenten zul' worden vervuld) wordt behandeld door Niemeyer. Het rapport wordt ter inzage F legd, zoodat wij later op deze zaak terug komen. De heer Eilerts de Haan behandelt voorstel van kerkvisitatoren in de provinc Groningen tot wijziging van art. 14 sub syn. reglement kerkeraden. Volgens voorstel moeten in 't vervolg de kerkeract jaarlijks in de eerste of tweede vergader de contraboeken vergelijken met „lidmate: doop"- en trouwboeken der gemeente enr-^ zorg dragen dat zij geheel bijgewerkt zij- De rapporteerende commissie conclude met eenige wijziging in de redactie, tot aan neming van dit voorstel. Diensvolgens wo:< besloten. Dezelfde rapporteur bespreekt een uw stel van de classicale vergadering van Eoa- tot wijziging van art. 11 regl. kerkerau: alsmede een voorstel van de alp. syn. cw missie, dat op ditzelfde art. betrekking Het rapport zal later worden behan^1 Ook wordt door den genoemden rapp- p teur behandeld een voorstel van de class cale vergadering van Sneek lot wijzig van art. 3* al. 1 alg. reglement en van a - al. 1 regie, benoeming enz. Men wens te Sneek, dat vervallen moge de termijn één jaar welke er verloopen moet zijn rens zij die eene attestatie hebben ingedn- of lot lidmaten zijn aangenomen, hun recht mogen uitoefenen. Alleen voor W die met bewijs van lidmaatschap zijni ,JJ*j komen zou, naar het gevoelen van Sn« een termijn van 4 maanden noodig zijn- De commissie ad hoc is van oordeel, de termijn niet geheel kan vervallen. wil hem zien vastgesteld voor dc P6^,' bovenbedoeld (dus ook voor hen die bewijs van lidmaatschap inkomen) op - maanden. Haar conclusie wordt awjj nomen en het voorstel wordt aan de e11 redactie gegeven. Aan het eind dezer morgenzitting w de Synode een aanschrijving te richten^ de classicale besturen, dat zij vóór de leening van approbatie op prediken noemingen zoo zorgvuldig mogelijk 0 wegen of, afgezien van de stukken, den soon van den beroepene betreffend, mog niet nog een reglementair bezwaar dat op wettige wijze behoort uit den^ te worden geruimd, alvorens de appr°l als bestuurshandeling geschiedt. Tn den namiddag werden weer co sievergaderingen gehouden. -j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 10