DE DROOGMAKING VAN
HET HAARLEMMERMEER
DE VERDWENEN DELORA
71$le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 19 Juni 1930
Derde Blad
No. 21550
HET 75-JARIG BESTAAN DER GEMEENTE
AANBIEDING VAN HET KRUIS VAN VERDIENSTE TE VOORSCHOTEN.
Prov. Staten v. Zuid-Holland
FEUILLETON.
Op 1 Juli 1927 was het 75 jaar geleden
dat de drooglegging van het Haarlemmer
meer tot stand kwam en 18000 bunders
grond aan de wateren waxen ontwoekerd;
een oppervlakte zoo groot als het geheele
eiland Texel of Walcheren.
Wij hebben toen bij gelegenheid van dit
'diamanten jubileum een en ander over de
droogmaking van het Meer en de wordings
geschiedenis van dezen polder geschreven
en daarbij bereids de aandacht gevestigd
op het feit dat het in de maand Juli van
het jaar 1930 75 jaren geleden zal zijn (lat
Haarlemmermeer tot zelfstandige gemeen
te werd verheven.
Deze drie jaren zijn nu bijna verstreken
en over eenige dagen zal Haarlemmermeer
dus als zelfstandige gemeente 75 jaren
hebben bestaan.
Hoewel evenals in 1927 dit heuglijk feit
wel in stilte zal worden herdacht, meenen
wij dat er toch wel aanleiding bestaar om
in aansluiting op hetgeen destijds door ons
reeds over de geschiedenis der droogma
king werd geschreven nog enkele bijzon
derheden over de verdere ontwikkeling van
deze groote gemeente mede te deelen.
De eerste uit alle oorden van Nederland
le zamen gevloeide bevolking van Haarlem
mermeer, die in 1855 geschat werd op 5i00
inwoners, was aanvankelijk gehuisvest op
den bewoonbaar geworden rand van den
polder en wat de aangiften van den bur
gerlijken stand betreft toegevoegd aan de
omliggende plaatsen Haarlem, Haarlera-
merliede en Spaarnwoude. Heemstede. Ben-
nebroek, Hillegom. Lisse, Warmond, Alkc-
made en Leimuiden.
Deze toestand eischte echter weldra
hoog noodig verandering. Immers verdeeld
onder 2 provinciën en 9 gemeenten, be
hoorde de nieuwe drooggemaakte polder
aanvankelijk tot 3 rechterliike arrondisse
menten, 5 Kantons, 2 kiesdistricten en 4
kantoren der registratie.
Het was daarom een uitkomst toen in
het Staatsblad No. 70 van 1855 de wet ver
scheen van 11 Juli van dat jaar ,,tot rege
ling van de provinciale en gemeentelijke in
deeling van het Haarlemmermeer", welke
wet een voorloopige regeling bevatte van
de samenstelling van een plaatselijk be
stuur en voorts nog inhield een massa ad
ministratieve voorschriften.
De pas gevestigde gemeente, die uit den
aard der zaak slechts weinig voordeelen uit
zich zelve trok en waarin om zoo te zeggen
alles nog geschapen moest worden, had de
eerste jaren met. volslagen geldgebrek te
kampen, zoodat Rijk en provincie moesten
bijspringen.
De ontvangsten der gemeente namen na
het overwinnen van allerlei moeilijkheden
en vooral na het verschijnen van de wet op
het lager onderwijs van 1857, waardoor
verschillende subsidies werden verkregen,
gestadig toe en met de verkregen geldelijke
hulp werd van lieverlede een betere toe
stand geboren.
Het eerste raadhuis werd in een daartoe
ingericht gebouw een plaats gegeven aan
den hoek van de Bennebroekerweg en den
Hoofdweg: in het huis dat men met z'n
omgeving heden ten dage nog wel pleegt
te noemen ,,het oude secretarie."
Het dagelüksch bestuur van deze gemeen
te was in 1855 samengesteld uit de heeren
mr. M. S. P Pabst. burgemeester: D. Tüg-
gink, secretaris: M. Spaans en P. Kiste-
maker (de vader van den thans nog in func
tie zijnden wethouder Kistemaker) wet
houders: terwijl als raadsleden zitting
hadden genomen de heeren L. H. Ellerman,
J. G. B Stark, P. Koot. P Kistemaker.
M. Spaans en N. Schaper.
De gestadige - aanwas der bevolking
maakte den aanbouw van een girooter aan
tal woningen (in 1856 telde men er 556)
noodzakelijk, terwijl ook spoedig de be
hoefte aan een grooter gemeentehuis sterk
werd gevoeld.
Nu zijn er naar schatting 5500 woningen.
Eigenaardige voorbeelden werden des
tijds genoemd hoe de bevolking in vroeger
^'aren in een tijdvak van een of twee jaren
belangrijk op en neer kon gaan en bij
iedere bijwerking van het bevolkingsregis
ter bleek dat het aantal mannen veel groo
ter was dan dat der vrouwen, waarom me
nig jongman zijn wezenlijk liefje elders
moest opsporen, daar 'n Schermerhornsche
vrijstermarkt hem hier geen keuze naar den
zin vergunde Vooral in 1864 viel daarin
wel een groote verbetering te bespeuren,
want in dat jaar werden niet minder dan
94 huwelijken gesloten, waarvan de meeste
j paren uit de gemeente zelve afkomstig
waren.
In 1867 werd in het centrum van Hoofd
dorp een nieuw Raadhuis gesticht, een mo
numentaal gebouw, dat aldaar nog hecht,
en sterk staat als een sieraad voor de om
geving.
Volledigheidshalve willen we ook even
vermelden, dat de secretarie van oen
Haarlemmermeerpolder gedurende vele ja
ren is gevestigd geweest in de Janstraat te
Haarlem
Het in 1856 gekozen polderbestuur be
stond uit J. L. v. d. Burcb te Haarlem,
Dijkgraaf: E. W. van Brederode te Haar
lem, secretaris: W. G. de Bruin Kops te
Haarlem, penningmeester, alsmede 6 Heem
raden en 15 Hoofdingelanden, terwijl als
hoofdopzichter werd aangesteld de heer A
van Egmond.
Ook dit bestuur had in de eerste jaren
met financieele moeilijkheden te kampen,
daar het onderhoud van den Ringdijk, de
wegen en bruggen en de stoomgemalen veel
geld kostte.
Thans zijn als Dijkgraaf, secretaris, pen
ningmeester en ingenieur van den Haar
lemmermeerpolder in functie resp. de bre
ren Jhr. van Dorsten, jhr. mr. L. U. Ren-
gers Hora Siccama, P. van Ouwerkerk en
J G Bijl.
Het zijn er maar weinigen, maar er wo
nen in den Haarlemmermeerpolder nog wel
personen, die de wordingsgeschiedenis van
den beginne af hebben meegemaakt en
kunncD spreken van den meer dan ellen-
digen toestand der wegen in den tijd kort
na de droogmaking, de vele ziekten, vooral
gevaarlijke .moeraskoortsen, waaraan de
eerste bewoners ten prooi waren, de ge
brekkige woningen enz. Ja, dan moeten we
met groote bewondering getuigen van de
belangrijke verbeteringen, die in de 75
jaren van haar bestaan in deze gemeente
zijn tot stand gekomen.
Het zou ons te ver voeren al deze groot©
verbeteringen bij name te noemen. Op het
gebied van kerk en schoollandbouw, wo
ningbouw, dorpsverfraaiing, wegenonder-
houd, communicatiemiddelen, paardenfok
kerij electrificatie, drinkwatervoorziening,
(gasvoorziening is in voorbereiding), wijk
verpleging; het bevorderen van een goede
gemeente- en polderadministratie enz., is
met schitterende resultaten al het moge
lijke gedaan om Haarlemmermeer een waar
dige plaats te doen innemen in de rij der
groote plattelandsgemeenten in Nederland
Doorwandelt men thans deze gemeente,
vooral in deze dagen nu ze de kostbaarste
schatten van haar bodem in volle zomer
weelde ten toon spreidt: prachtige koren
velden die een ruimen oogst beloven, gra
zige weiden en daarin de hoop van deD
landman, zijn weldoorvoed hoorn- en wol-
vee, zijn heerlijke raspaarden, wier glan
zende huid blinkt in het zonnelicht, dan
krijgt men een gevoel van zaligen trots bij
de herdenking van wat er aï niet mocsc
Gisteravond vond onder groote belangstell ing te Voorscholen do aanbieding plaats van het Kruis van Verdienste namens den
Bond van Vrijwillige Burgerwachten te Amsterdam, aan Burgemeester Vernède. wegens zijn vele verdiensten voor de Burger
wacht. Hierboven het Bestuur en de Inspectie van de Burgerwacht te Voorschoten. Van links naar rechts de heeren: C. .1. A.
Sc'hrasserl Bert; Kapitein II. W. Snijders; Gep. Luit-Kol. Froger, E. Vernède. Eere Voorzitter, A. J. Tiirion, Voorzitter, W. A.
A. J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, W. Meyer.
worden gearbeid om deze schoone gedaan
teverwisseling tot stand te brengen.
„Kort na de droogmaking zijn Eij her-
„waarts gekomen van af de Dollart tot de
„Schelde, van af Den Helder tot Maas
tricht, mannen vol van ondernemingsgeest
„en werkkracht om zich hier tc vestigen in
„het land dat nauwelijks „ontwoekerd was
„aan de baren." En velen hébben den
„strijd gestreden om het bestaan en zpn
„gevallen in dien strijd, maar ook zeer ve
ten hebben succes gehad en hebben krach
tig medegewerkt aan den bloei en de
„ontwikkeling van deze gemeente. Man-
„neu, van allerlei richting, wier namen
„zullen blijven voortbestaan in de geschie-
„denis va<n de Haarlemmermeer. Mannen
„wier namen met eere genoemd kunnen
„worden in de „vergaderzalen van gemeen
te, polder en kerk. die met veel energie
„hebben medegewerkt tot den bloei van
„onzen Vaderlandschen Landbouw. Hun
„voorbeeld zij den jongeren, die geboren
„zijn in den polder, een spoorslag om im-
„mer voort te werken met dezelfde lust en
„liefde tot den verderen bloei van de ge-
„meente Haarlemmermeer."
Zoo schreef eenige jaren geleden iemand,
die blijkbaar bij den Landbouw bijzonder
geïnteresseerd was. En het is voorwaar een
verblijdend verschijnsel dat velen het ge
geven goede voorbeeld om voor den bloei
van de gemeente waar mogelijk met.
energie te blijven arbeiden, met dankbaar,
heid hebben aanvaard en nagevolgd. Dit is
in vroegeT en later jaren op verschillend
terrein maar al te duidelijk gebleken. Men
denke o.a. ook maat eens aan de energie
van de vereenisring .Vooruit" tot bevor
dering van de paardenfokkerij in Haarlem
mermeer, die het ondanks de tegenspoeden
;n den Landbouw ieder jaar toch maar
weer aandurft om een groot coneours-hippi-
que dat. in geheel Nederland en ook in
andere landen groote vermaardheid geniet
te organiseeren.
Want ondanks alle gelukkig nog aanwe
zige merkbare teekenen van welvaart, duurt
de malaise in den Landbouw, die enkele
jaren geleden is ontstaan, helaas nog
steeds voort en hebben ook verschillende
andere groepen van ingezetenen moeilijke
jaren doorgemaakt, omdat ze de hooge
belastingen niet dan met groote moeite
konden opbrengen.
Maar „het daghet in het Oosten!". Verv
schillende omstandigheden wijzen er op,
dat de gemeente Haarlemmermeer ook in
dit opzicht spoedig een betere toekomst
zal tegemoet gaan.
Heeft het wonen in de gemeente Haar
lemmermeer, die thans bijna 26500 inwoners
telt, steeds voor velen iets bekoorlijks ge
had deze aantrekkelijkheid zal er straks
nog wel grooter op worden als de uitvoe
ring van het groote wegenplan haar be
slag zal hebben gekregen.
Sedert 1855 hebben 4 burgemeesters aan
het hoofd van deze gemeente gestaan èn
(Zitting van gisteren).
Gisteren is de zomerzitting der Prov.
Staten van Zuid-Holland voortgezet.
Aan de orde was het voorstel betreffende
den afkoop van tollen.
De heer JANSEN MANESCHIJN (A.-R.)
sloot zich aan, zoowel bij dc woorden van
lof der commissie aan Ged. Staten als bij
haar teleurstelling, over de houding der
regeering. Tegenover voorstellen, haar
door de Staten gedaan, waarop zij niet
eens antwoordt. Het schijnt, dat men, om
bij de Regeering iets te bereiken, herrie
moet maken, zooals bij den tol te Muiden.
Het voorstel werd na eenige opmerkin
gen van den heer De Kok (R.-K.) over den
afkoop van den tol aan den Ley weg (voor
malig Loosduinen) en beantwoording door
het lid van Ged. St. den heer v. Boeijen,
aangenomen z. h. s.
Bij het voorstel betreffende de Brielsche
veren betoogde de heer TROUW (Lib.),
dat het billijk is, dat ook de onderhouds
kosten van den te vernieuwen steiger niet
geheel voor rekening van den Briel zal
komen, doch ook gedragen zal worden door
de belanghebbenden bij het verkeer. Ook
za! de aanlegplaats meer naar den Maas
kant moeten worden uitgebreid. De veer
boot verspert nu den weg voor de scheep
vaart, die den Brielschen haven reeds
vreest.
De heer JANSEN MANESCHIJN ver-
wel mr. M S. P. Pabst (September 1855
]1 Juni 1863); mr. J. P. Amersfoort (26
Aug. 1S631 Juli 1869); J. W. Lantzendorf-
fer (1 Juli 18691 Juli 1908); mr. A. Slob
(5 October 1908 tot heden).
De gemeente Haarlemmermeer heeft in
haar 75-jarig bestaan slechts 2 secretaris
sen in baar dienst gehad en wel D. Eggink
(14 September 18551 October 1909) en
N. J. Rinkel (1 October 1909 tot heden).
Terwijl een 20-tal wethouders en een 90-
tal raadsleden in den loop der jaren zich
voor het behartigen van de belangen der
gemeente hebben gegeven.
Het dageliikseh bestuur van deze ge
meente bestaat thans uit de heeren mr. A.
Slob, burgemeester, N. J. Rinkel, secreta
ris, K. Kistemaker, H. Koning, en P.
Ouwerkerk, wethouders.
Als Taadsleden hebben verder nog zitting
de heeren S. van Wijk, F. H. Bos, J. Bie-
mond. J. C. Gehrels, J. G. Randsdorp, S.
Beljaars, P. W. Blom, C. Jansen, J. W.
Bras, G. C. van Arendonk, J. A. Bos, D.
Treur, P. C. de Zeeuw, J. Griekspoor, P.
J. Joore en Jan Vreeken.
dedigde het standpunt der commissie. Hij
achtto het volkomen billijk, dat den Briel,
dat niets aan den aanleg zal hebben te
betalen, de onderhoudskosten voor zijn re
kening zal nemen.
De heer r. BOEIJEN (Ged. St.) sloot
zich hierbij aan.
Na re- cn dupliek, waarbij de heer TER
LAAN (S.-D.) het voorbehoud maakte,
dat den Briel alsnog zich tot de Staten zal
kunnen wenden en de kwestie clan opnieuw
zal kunnen worden behandeld, werd het-
voorstel aangenomen z. h. s.
Bij het voorstel tot wijziging der subsi
dieregeling betreffende bestrijding der tu
berculose maakte mevr. DE VRIES—
BRUINS (S.-D.) bezwaar tegen een wijzi
ging waardoor het subsidie niet meer gege
ven wordt ten behoeve van met tubercu
lose „bedreigde", maar van door tuber
culose „aangetaste" kinderen.
De heer SCHOUTEN (A.-R.) wees er op,
dat in de authentieke toelichting van Ged.
Staten nadrukkelijk is vastgesteld dat de
wijziging een uitbreiding beteekent. Daar
bij komt. dat juist uit medisch-deskundigen
kring de aandrang tot wijziging is ge
komen.
De heer v. BOEIJEN (Ged. Staten) be
toogde, dat onder het begrip „aangetast"
alle kinderen vallen, die onder het vroe
gere begrip „bedreigd" vallen, omdat de
afwijking geconstateerd moet worden. Spr.
wenschte echter nader het advies in te
winnen vaD de Provinciale Vereeniging.
Hot voorstel werd na eenig verder debav
aangenomen z. h. s.
Het voorstel, houdende een subsidie-re
geling betreffende buiten- of openlucht-
scholen, werd z. h. s. aangenomen.
Het voorstel om subsidie te verleenen
aan de 's-Gravenhaagsche Centrale Ver
eeniging tot bescherming van zuigelingen
en kleuters, ten behoeve van kleuterzorg,
gaf tot eenige beschouwingen aanleiding.
Het werd ten slotte aangenomen z.h.s.
Bij het voorstel tot subsidieering van de
restauratie in het kerkgebouw en den
toren der Ned.-Herv. Gemeente tc Spijkc-
nisse, bepleitte de heer Trouw (Lib.) ver
hooging van het voorgestelde subsidie, het
geen door andere leden werd bestreden
op verschillende gronden, o.m. dat de kerk
beperkte historische en kunstwaarde heeft
en dat men in de eerste plaats in eigen
kring de gelden moet zoeken.
De heer CRENA DE IONGH (Ged. St.)
merkte nog op, dat in de najaarszitting
een groot aantal subsidie-aanvragen aan
de orde zal komen. Het voorstel werd aan
genomen z.h.s.
De vergadering werd verdaagd tot heden
ochtend.
Door E PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
53)
„Nu", begon hij. „is dat de manier waaTop
u uw belofte nakomt."'
„Er is daarna iets gebeurt", antwoordde
ik. „Ik heb een telegram van mijn broeder
ontvangen, dat ik niet begrijp."
„Een telegram van uw broeder in
Brazilië?"
„Ja, en dat. zal u ook wel interesseeren",
antwoordde ik.
Delora keerde zich langzaam in zijn stoel
om en stond op. Het was een groote, schrale
gestalte Zijn gelaat was gerimpeld en hij
deed onwillekeurig denken aan een in het
nauw gedreven mensch. Maar inlussch^n
was het de moeite waard waar te nemen,
hoe hij zich dwong om met schijnbare on
verschilligheid naar mij te luisteren
„Wat seint hij. die broeder van u?"
„Het telegram is op aandrang van Nicho
las Delora verzonden. Luister, ik zal het u
voorlezen."
Ik las hem het telegram woord voor woord
voor. Toen ik klaar was volstond hij met
een korl knikje.
„Is dat alles?" vroeg hij na een oogenblik.
„Ja. maar u zult er uit vernomen heb
ben. dat uw broeder zich ongerust maakt, in
de eerstp plaats dat u zich niet heeft ge
houden aan uw belofte om hem op de hoogte
te houden, maar dan ook dat u geen ge
bruik heeft gemaakt van een particuliere
code, welke tussc.hen u was afgesproken."
„De zaak. waarvoor ik hierheen ben ge
gaan", antwoordde Delora kalm, „is van het
allergrootste gewicht, maar ik heb wat be
ters te doen dan naar het telegraafkantoor
te hollen. Nicholas is een zenuwachtig
mensch. In een zaak als deze moest hij vol-
slaan met geduld (e oefenen. Intusschen, nu
hij de tusschenkomst van vreemden heelt
gevraagd zal ik hem morgenochtend een
telegram zenden."
„Uitstekend", antwoordde ik. „Ik mag
niet meer van u verlangen. Ik zal nu zelf
aan mijn broeder een telegram zenden."
„En wat zult u hem daarin mededeelen?"
„Dat ik u heb gesproken, dat u gezond is
en dat hij morgen van u zal hooren
„Waarom zou u seinen?" vroeg Delora.
„Het zal morgen toch wel bijtijds genoeg
zijn?"
„Van uw kant bekeken wel", gaf ik toe.
„Maar ik ben nog wat anders van plan. Ik
zal in mijn telegram er bijvoegen dat zoo
hei nieuws, dat hij van u morgenochtend
hoort, niet bevredigend is. ik het Braziliaan-
sche gezantschap van de zaak op de hoogte
zal brengen en ik haar zal uitleggen waar
om ik dat van plan ben
Delora's oogen schoten vlammen Intus
schen wist hij zich prachtig in te houdeu.
Hij volstond mei een diepe buiging voor me
te maken
„En dus is u voornemens", zeide hij lang
zaam. ..aan onze vrienden daarginds mede
te deelen. dat u mij heeft gesproken? Dat ik,
wat ik openlijk tegenover u erken, mij feite
lijk verstop en mijn nichtje heb alleen gela
ten U zult ze misschien ook willen inlich
ten omtrent onderscheidene gebeurtenissen,
waarvan u, dank zij uw ongelukkige ge
woonte om u met andersmans zaken (e be
moeien, op de hoogte is geraakt?"
„Natuurlijk", antwoordde ik.
„Natuurlijk niet", vervolgde Délora met
nadruk.
Er heerschte een oogenblik stilte. Ik keek
Delora eens aan, niet begrijpende wat hij
daarmee bedoelde. Hij staarde mij aan -als
een man. die tegenover zijn aartsvijand
staat.
„Mag ik eens vragen, hoe u denkt mij dat
te beletten?" vroeg ik tenslotte.
„Gemakkelijk genoeg!" antwoordde hij
met een grijns „Er zijn in dit huis vier man
nen. die aan mijn bevelen onmiddellijk ge
hoor zullen geven. Er zijn hier bovendien
vijf uitgangen waarvan er twee op de rivier
uitloopen."
„Ik wensch u geluk", antwoordde ik sar
castisch „met zulk een woning zonder we
dergade."
Delora slaakte een zucht, terwijl hij ver
klaarde: „Ik kan u verzekeren, dat het me
meer kost dan de mooiste suite in het Milan
hotel Maar wat is er aan te doen, als je
vrienden en bezoekers hpbt. die wat te
nieuwsgierig zijn uitgevallen, dan moet je
wel zorgen een geschikte woning daarvoor
te hebben'
„U is een zeer dapper man, mijnheer De
lora", merkte ik op.
„Zoo?" antwoordde hij droogjes. „Ik had
altijd gedacht, dat dapperheid zich in een
een andere richting bewoog!"
„Maar ik", zeide ik hoofdschuddend,
„vrees, dat ik een lafaard ben. Zelfs toen ik
mij gereed maakte om mijn afspraak met u
na te komen, koesterde ik vrees. Ik was
zelfs zoo bang" vervolgde ik. dat ik maat-
rege'en heb genomen om mijn veiligheid te
verzekeren."
„Uw veiligheid te verzekeren?" herhaal
de hij alsof hij de beteekenis van mijn woor
den niet begreep.
„Ik erken", vervolgd* ik, dat het een laf
heid van me was, en ik ben nog overtuigd,
dat het noodelooze voorzorg was. Maar ik
heb het gedaan."
Hij werd rood van toorn en riep- „Heb je
misschien wel voor een geleide gezorgd?
Staat de politie misschien buiten?"
„Wel neen, zoo onhandig ben ik niet!
Buiten staat alleen een taxi. waarvan de
chauffeur de opdracht heeft gekregen niet
heen te gaan vóór ik het hem zelf gezegd
heb, en verder heb ik een briefje achterge
laten bij den portier van mijn hotel, het
welk moet worden geopend als ik na ander
half uur nog niet terug ben. U ziel", besloot
ik op een toon van verontschuldiging, „dat
mijn zenuwen mij een beetje de baas zijn
geweest, en dal ik de buurt niet kende."
„U is de schranderheid in eigen persoon",
zei Delora" Ik hoop later met u nog eens
over deze grap te kunnen lachen. Heeft u
Gaboriau of een zijner navolgers gelezen,
jonge vriend? Dit is uw eigen stad, u .kent
Londen toch we! op uw duimpje en weet,
dat Londen is de ordelievendste stad van
heel den aardbodem."
„Ja wel" antwoordde ik, „dat kan wei
zijn, maar een woning is wat de bewoners
er van maken en ik moet bekennen, dat uw
vijf uitgangen met twee op de rivier, mij
hadden kunnen doen huiveren en rillen als
ik niet overtuigd was geweest, dat ik zonder
levensgevaar mijn bezoek aan u kon bren
gen."
Delora trachtte le glimlachen, maar ik
zag zeer goed dat de man stond te trillen
van ingehouden woede.
„U is een wonderlijk mensch, kapitein",
zeide hij. „Als ik niet met eigen oogen ge
zien had, dat u zich kunt gedragen als een
man van moed, zou Lk neiging gevoelen uw
leger geluk te wenschen met uw heengaan
uit zijn gelederen. U heeft me niets meer te
zeggen?"
„Niels!"
„Welnu", zeide Delora, „laat ik u dan nog
zeggen „,daf u morgen om elf uur zult wor
den gearresteerd wegens moordaanslag op
Stephan Tapilow."
„Zeer vriendelijk van u mij intijds te
waarschuwen. Ik heb nu gelegenheid om mij
er op voor te bereiden."
„Maar er beslaat nog een mogelijkheid om
dit te voorkomen!"
„En dat is, dat ik mij verbind het tele
gram niet af te zenden?"
„Precies", antwoordde Delora. „In welk
geval u op uw bankrekening een bedrag van
tienduizend pond extra zult vinden."
Ik keek hem vlak in het gezicht; terwijl
ik vroeg-
..Wat is dat voor een zwendelgeschiedenis
(och. waarbij u. Louis, die arme Bartot. de
Chineesche gezant en Joo9t mag weten wie
nog meer betrokken zijn?"
„AI9 u niet zoo dom en onwelend waart,
zou u deze woorden niet zeggen".
„Deel me dan ten minste mede of uw
nichtje ook in de zaak is gemengd".
„Waarom vraagt u dat?" riep Delora ver
baasd uit.
„Omdat ik haar wil trouwen", antwoordde
(Wordt vervolgd).