DE VERDWENEN DELORA
71$te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 18 Jnni 1930
Derde Blad
No. 21549
BINNENLAND.
STER-TABAK
SPREEKCEL
FAILLISSEMENTEN.
UIT DE RAADZAAL.
FEUILLETON.
worden opgedrongen als het ware, dat met
dit vra-agstuk, dat zoo algemeen knaagt
aan de inrichtingen van stad en land werd
gesold voor politieke winst onder het kie
zerscorps. En al nemen wij de verzekering
aan, dat dit niet de bedoeling was, in uit
werking naar buiten werd deze indruk niet
temin gevestigd. Letterlijk van alles werd
er met de haren bijgesleept, al of niet ter
zake dienende en het verbaasde ons, dat,
terwijl niet anders aan de orde was dan
de vraagaannemen voor kennisgeving of
praeadvies, de voorzitter zulke debatten
toeliet 1
Het werd een debat, een vertegenwoor
digend lichaam onwaardig
De agenda en het overige hadden niet
veel om het lijf en wij kunnen dienaan
gaande naar het veTslag verwijzen; slechts
een paar opmerkingen. Is het niet aangaan
van een all-risk-verzekering voor den kost
baren inhoud van de Lakenhal niet een
zuinigheid, die de wijsheid bedriegt 1 Er
behoeft maar eens iets te gebeuren en men
zal spijt hebben Afwijzend toonden zich
enkele leden inzake het rapport over de
Toonkamer der Lichtfabrieken door te
twijfelen aan de beteekenis van het com
promis, dat door de betrokken midden
standers, i.e. de installateurs zelf, met vol
doening is aanvaard. De oplossing lijkt
ons een zeer gelukkige, waarbij met de
belangen der diverse partijen volkomen
rekening is gehouden. Jammer is o.i. al
leen, dat bij het toezicht op de uitvoering
van dit compromis inderdaad, gelijk werd
opgemerkt, de categorie der consumenten
is vergeten.
Voor het college was het slot der zitting
een gevoelige nederlaag, daar de raad
zijn afkeuring uitsprak over de houding van
B. en W. of moeten wij zeggen wet
houder Goslinga inzake het doordrijven
van zijn wil in een geval, waarin het recht
niet aan zijn zijde was, zooals het college
zelf moest erkennen en nog wel zwart op
wit. Practisch nut zal de overwinnaar, de
heer Romijn echter niet zien van zijn aan
genomen motieMaar toch is het gebeurde
een nuttige les geweest!
Tot over middernacht heeft de zitting
geduurd. Hoe warm het was en hoe ver...
30 Juni en 7 Juli zal opnieuw worden
vergaderd.
HET PENSIOENFONDS DER
TYPOGRAFEN.
De voortgezette vergadering van den
Algemeene Bond.
In de gistermiddag te Amsterdam voort
gezette vergadering van den Alg. Ned.
Typografenbond is de heer Clausing die in
verband met hel feit, dat hij weigerde pre
mie te betalen voor het bedrijfspensioen
fonds, op grond van art. 10 der Statuten
geroyeerd werd, als lid van den Bond in do
gelegenheid gesteld bij de algemeene verga
dering tegen de beslissing van het Hoofdbe
stuur in beroep te gaan.
De heer Clausing, die voorzitter is van
het Comité van Actie tegen het Pensioen
fonds, verklaarde tegen het royement in
beroep te zijn gegaan, omdat het volgens
zijn meening niet rechtsgeldig is en ook
vanwege het feit, dat dit beroep noodzake
lijk was in verband met de doorvoering
van het door het Comité van Actie inzako
deze kwestie bij de Rechtbank aanhangig
gemaakte proces. Spr. zeide van oordeel te
zijn, dat art. 35 der Statuten, waarbij een
besluit tot aansluiting ten minste met 2/3
van het aantal der bij referendum uitge
brachte geldige stemmen genomen moet
zijn, niet alleen, zooals het hoofdargument
van het hoofdbestuur luidt, slaat op aan
sluiting bij het N. A S. of het N. V. V.
In genoemd art. toch wordt gesproken
van aansluiting bij landelijke, nationale ot
internationale secretariaten en andere alge
meene organisaties. Spr's standpunt is nu,
dat het Pensioenfonds een landelijk lichaam
is. zoodat z. i. art. 35 wel degelijk betrekking
heeft op dit fonds. Ook met de andere argu
menten van het hoofdbestuur, o. a. dat hier
geen sprake zou zijn van aansluiting, doch
van mede-oprichting, is spr. het oneens.
Na verder het geheele verloop van het
conflict de revue te hebben laten passee-
ren, drong spr. er bij de vergadering ten
slotte op aan, dat deze het besluit inzake
spr.'s royement zou opheffen;; mocht de
vergadering dit niet willen, dan verzocht
spr., dat zij zou besluiten, dat hij, hoewel
geroyeerd zijnde, hangende het proces in
het georganiseerd bedrijf zal kunnen blij
ven werken, terwijl hij tenslotte nog ver
zocht, dat de vergadering besluiten zal om
hem hoe het proces ook moge uitvallen
na afloop daarvan weder als lid van den
A. N. T. B. toe te laten.
De bondsvoorzitter, de heer F. v. d. Wal
wees erop, dat met opheffing van het roye
ment van den heer Clausing het Pensioen
fonds tegen den grond zal worden geslagen.
Daar zooiets onmogelijk is moet het roye
ment dus wel gehandhaafd worden. Den
heer Clausing staat alleen de weg open
om clementie te vragen en het verzoek te
doen om weer als bondslid te mogen loe
treden. Hij zal dan premie moeien betalen
en den achterstand der premies moeten in
halen.
De heer Dreese van de afdeeling Rotter
dam merkte voor zich persoonlijk spreken
de op, dat het z. i. zeer wel mogelijk is om
den heer Clausing hangende het proces tot
georganiseerde bedrijven, toe te laten, in
welken geest hij de vergadering een voor
stel deed.
Na een afwijzend advies van den voorzit
ter merkte de heer Schildmeyer van de
afdeeling Nijmegen op. dat het eenige ver
standige. dat de heer Clausing doen kan,
beslaat in het toesteken van de hand der
verzoening aan het hoofdbestuur.
Na repliek van den heer Clausing en du
pliek van den voorzitter, besloot de verga
dering met algemeene stemmen uitge
zonderd die van den heer Dreese (persoon
lijk) het rovement van den heer Clausing
te handhaven
Den heer Clausing werd hierop door den
voorzitter verzocht de vergadering te ver
laten. waarna de behandeling van de agenda
werd voortgezet.
ARBEIDERS-REMMERS
OVERBODIG.
De bedoeling der Ned. Spoorwegen is, om
in een tijdperk van 4 jaren alle goederen
wagens van den Kunze-Knorrem te voor
zien waardoor 400 arbeiders-remmers over
bodig zullen worden.
De goederentreinen worden dan alleen
door den hoofdconducteur als chef van den
trein begeleid, zonder dat een remmer meer
noodig is.
In verband daarmede en om te voorko
men dat personeel 61 op wachtgeld gesteld
moet worden óf bij andere diensten onder
gebracht, worden vanaf heden geen be
ambten als arbeider-remmer bij de Neder-
landsche Spoorwegen aangesteld.
KOLONEL THOMSON.
Zijn nagedachtenis gehuldigd.
Ter gelegenheid van den 16en jaardag
van den dood van den Nederlandschen
held kolonel Thomson, die den 15en Juni
1914 zijn leven offerde om de eer en de Al-
baneesche vlag te beschermen, zijn, naar
aan het Hbld. wordt gemeld, te Durazzo
als blijk van dankbaarheid verscheidene
kransen gelegd op het monument van den
overledene, in tegenwoordigheid van een
aantal autoriteiten.
DE NEDERL. DAGBLADPERS.
In de gisteren te Amsterdam gehouden
algemeene vergadering van de Vereeniging
De Nederlandsche Dagbladpers werden tot
nieuwe leden van het bestuur gekozen de
heeren mr. J. H. M. van Roosmalen, direc
teur van de Prov. Noordbrabantsche en
's-Hertogenbossche Courant en A. W. Sijt-
hofl, directeur van de Haagsche Courant.
Het bestuur heeft zich thans als volgt ge
constitueerd:
J. W. Henny, directeur Leidsch Dagblad,
voorzitter; M. Kuypers, directeur De Maas
bode, vice-voorzitter; H, Nijgh, directeur
Nieuwe Rotterdamsche Courant, penning
meester; H. Diemer, directeur De 'Rotter
dammer; ir. A- Heldring, directeur Algemeen
Handelsblad; A. W. Sijthoff en mr. J. H. M.
van Roosmalen, leden. Secretaris (geen be
stuurslid) mr. W. G. J. Veenhoven.
J. J. G. BARON VAN VOORST
TOT VOORST.
Naar wij vernemen is de oud-voorzitter
der Eerste Kamer de heer J. J. G. Baron
van Voorst tot Voorst thans langzaam her
stellende. De nachten zijn rustig en de pa
tiënt heeft weinig koorts, „Msb."
PROV. STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
In de voortgezette vergadering is nog
aangenomen een voorstel tot wijziging der
reglementen voor de Waterschappen De
Oude en Nieuwe Maasdijken vóór het land
van Rhoon en Waterschap van West-IJssel-
monde en van de bijzondere reglementen
voor de polders Oud- en Nieuw Reijerswaard
en Oost-IJsselmonde.
De vergadering werd tot heden verdaagd.
RECLAME.
HET CONFLICT BIJ DE A.K.U.
Inzake het conflict bij de A. K. U. waar
64 werklieden ontslagen werden, aangezien
bij de huidige omstandigheden geen volle
week met het geheele personeel gewerkt
kon worden, en bij de onlangs plaals gehad
hebbende staking gebleken is, dat de arbei
ders niet accoord gingen met een werk
week van 5 dagen, vernemen wij uit Ede
dat als gevolg van de tengevolge van dit
ontslag gehouden bespreking tusschen het
hoofdbestuur der bonden en de directie der
fabrieken, geen slaking zal worden geprocla
meerd, doch dat de arbeiders, voor zoover
zij niet ontslagen zijn, gewoon aan het werk
zullen blijven.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot burge
meester van St. Janssteen P. H. Geirnaerdt;
is aan A. P. Godschalx, op zijn verzoek,
met ingang van 8 Juli, eervol ontslag ver
leend als burgemeester van Empel en Meer
wijk, met dankbetuiging voor de langdurige
diensten, door hem in die betrekking bewe
zen; is aan H. C. baron van Tuyll van Se-
rooskerken, op zijn verzoek, met ingang
van 1 Aug. 1930, eervol ontslag verleend
als burgemeester van Hoogland;
zijn opnieuw benoemd tot burgemeester
Een pijprooker. die voor
het eerst kennis maakte
met
riep uit: .Had ik dat maar
eerder geweten!" Maar het
spreekwoord zegt: „Beter
laat dan nooit,~en hij haalt
nu de schade weer in.
8066
van: Oeffeit C. J. J. Remmen, secretaris dier
gemeente; Dinther G. J. M. Wagenaar;
Valburg E. J. baron Lewe van Aduard;
Lexmond J. Pot, secretaris dier gemeente;'
Hardinxveld J. W. van Aken; Cadzand I,
Erasmus; Noordgouwe E. H. P. van Na-
buys; Schiermonnikoog H. W. van den
Berg, secretaris dier gemeente; Diever H. G.
van Os, secretaris dier gemeente; Oirsbeek
J. P. K. Gabriëls.
De eerstvolgende audiënties van den
minister van Defensie zal plaats hebben op
Dinsdag 24 Juni e.k. om 2 uur n.m.; de
daarop volgende audiëntie op Maandag 30
Juni om 1 uur n.m.
VOOR BEHOUD VAN HET
STRIJKJE.
Een trouw bioscoop-bezoeker, overtuigd,
'dat 90 pCt. der bezoekers liever een strijkje
hoort dan mechanische muziek, acht het ge-
wenscht, dat het publiek zjjn meening daar
omtrent aan de bioscoop, die bet bezoekt,
kenbaar zal maken. Ook in het belang "del
beroepsmusici.
Uitgeeprok on:
J. v. d. Burg, te Leiden, Noordeinde 4*4.
R.-c. mr. J. C. v. d. Burcht van Lichten-
bergh, cur. mr. E. J. Gelderman te Leiden/
RECLAME.
5501
Vehkaddi Caft TUnfi
Een zitting van onnoodig langen dnnr.
Onverwacht, betrekkelijk, heeft de Leid-
sche Raad opnieuw zijn onberekenbaarheid
bewezen, door vrijwel den ganschen mid
dag to vullen met een werkeloosheid-debat,
dat door wethouder Splinter zeer terecht
werd aangeduid als een „begrootings-
debat", hetgeen wij dan nog zouden willen
aanvullen met de toevoeging: algemeene
beschouwingenBekend mogen wij veron
derstellen onze meening. dat juist de alge
meene beschouwingen niet het meest vrucht
bare deel plegen te zijn van het begroo-
tingsdebat en zoodoende ligt voor de hand
de conclusie, dat o.i. ook het jongste wer
keloosheiddebat bijkans geheel onvrucht
baar mag worden genoemd. De oorzaak
daarvan moet naar onze vaste overtuiging
worden gezocht in de wijze, waarop
'de ontketenaren van dit debat zijn opge
treden, m.a.w. in het systeem van behan
deling, door de S.D.A.P.-fractie toegepast.
Laten wij dit nader motiveeren:
Gelet op de groote belangstelling van
'de zijde van S.D.A.P. en Bestuurdersbond
voor het werkeloosheid-vraagstuk een
kwestie, ongetwijfeld alleszins een steeds
nauwkeurige betrachting waaTdJ be
hoefde het geen verwondering te baren,
dat, teTwijl toch in tegenstelling met de
laatste tijden de werkeloosheid weer be
denkelijk toeneemt en dientengevolge voor
den komenden winter nog verdere uitbrei
ding terecht, mag worden gevreesd, van die
zijde daarop de aandacht werd gevestigd
in een adres aan den Raad Dat dit vroeg
tijdig geschiedde, heeft bovendien goede
zijde, dat zoodoende ook vroegtijdig over
maatregelen tot bestrijding kon worden
gedacht, hetgeen niet dan toe te juichen is.
Verder gaf het adres een lijst van werken
aan, die volgens de afzenders in aanmer
king konden komen om in snel, in ieder
geval zoo snel mogelijk bespoedigd tempo
te woTden uitgevoerd.
Nieuwe gezichtspunten öpendë deze lijst
van weiken echter niet, het waren alle
welbekende objecten voor werkverschaffing
'of beter gezegd werkverruiming. Op zich
zelf genomen konden B. en W. dit feitelijk
als een hulde opvatten voor hun activiteit
in deze zoo gewichtige materie der stads
huishouding!
Terwijl wethouder Splinter in ëon kort
resumé alle aangestipte punten dt revue
deed passeeren, aangevend hoever 't reeds
was met de mogelijkheid van uitvoering,
zoodoende zakelijk en duidelijk naar voren
brengend, hoezeer B. en W. diligent zijn in
deze kwestie, die een internationaal karak
ter draagt, stelde het college daarop voor,
het adres verder voor kennisgeving aan te
nemen. De cijfers der kosten voor werken,
dit jaar uitgetrokken, waren daarnevens
zeer kostbaar materiaal! Had de wethou
der ten overvloede nu nog de verzekering
gegeven, dat het college de vraag of be
spoediging doenlijk was, ook al meende het
vooreerst van niet, steeds onder de oogen
ziet, dan was het antwoord van het college,
meenen wij, geheel en al onberispelijk ge
weest en onaantastbaar. De£e verzekering
bleef echter achterwege en op dat kleine
'en ongetwijfeld onwillekeurige tactische
foutje, heeft de fractie der S.D.A.P. een
debat ingezet, dat zonder grenzen was en
ruim drie uren noodeloos opeischte. Had
de fractie haar zin gekregen, dan zou een
volgende zitting dit praten zonder daden
nog eens dunnetjes zijn over gedaan, want
'een praeadvies van B. en W. had niet an
ders geluid, dan thans ongeveer mondeling
was gegeven! Concrete verwijten konden
bovendien, goed beschouwd, niet tot het
college worden gericht, slechts vage aan
duidingen en voorts de persoonlijke opinie,
dat men niet geheel gerust was op de dili-
gentie van het college.. En waar niet min
der dan zes woordvoerders door de S.D.
'A.P. daarvoor in het vuur werden gebracht,
'die elkaar in groote lijn napraatten, ont
stond dat bekende te veel, dat doodt!
"VVij willen aannemen, dat het de S.D.A.P.
niet dan ernst was, zooals trouwens ;n
zoo'n belangrijke materie ook moeilijk an
ders denkbaar is, maar den nuchter en
zakelijk beschouwende moest aldus de idee
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
52)
„Maar ga dan nietl" riep Ralph. „Hel ia
toch werkelijk niet noodig, dat je voor een
dergelijke onbeduidende zaak gevaar zult
loopen."
„Och, daar ben ik niet bang voor", ant
woordde ik. „Wat mij alleen hindert is het
gevoel, dat ik sta voor een onoplosbaar
vraagstuk. Eerlijk gezegd heb ik geen steek
vertrouwen in dien heelen Delora. Geen
sterveling, hoe geheim of gewichtig zijn za
ken ook mogen zijn, neemt zijn toevlucht
tot dergelijke achterbaksche streken. Het
eenige. dat er ter verklaring van al die ge-
heimdoenerij is aan te voeren, is dat de po
litiek er achter zit. Ik begrijp intusschen
van die vriendschap tusschen hem en den
Chineeschen gezant volstrekt niets."
„Niet?" antwoordde Ralph. „Ik heb zitten
denken over wat je mij heb medegedeeld.
Austen, en ik geloof, dal ik je misschien een
aanwijzing kan geven. Weet je, dat op het
oogeDblik de twee grootste oorlogsschepen
der wereld op een werf aan de Tyne voor
Brazilië worden gebouwd?"
,Ja, dat weet ik. ga door."
„Wat heeft Brazilië aan dergelijke groole
oorlogsschepen? Het ligt voor de hand. dat
het er niets mee zou kunnen uitrichten.
Het heeft niet eens genoeg personeel om ze
te bemannen en het zou een heele hap uit
zijn geldkist zijn, als het er toe overging ze
in dienst te stellen. Nu ben ik van meening,
dat de opdracht om de beide schepen te bou
wen een speculatieve zaak is van een paar
slimmerds in de Braziliaansche regeering,
die voorzagen, dat er weldra troebele tijden
zouden komen en die bereid zijn ze te ver-
koopen aan den hoogsten bieder, hetzij een
Europeaan of een Aziaat
Ik begreep in eens waarheen Ralph wilde.
„Wel, lieve hemel," riep ik, „je meent
dus, dat Delora hierheen is gereisd om den
verkoop er v'an in orde te maken aan een of
andere regeering, vermoedelijk in dit geval
China?"
„Waarom niet?" vroeg Ralph. „Het )s
aannemelijk en verklaart tot op zekere
hoogte wat jou tot nog toe geheimzinnig
heelt toegeschenen. Er is geen ander land,
dat in aanmerking komt voor den aankoop
van de oorlogsschepen als China, tenzij dan
Rusland, en dergelijke transacties hebben
altijd met de noodige geheimzinnigheid
plaats."
„Als je den spijker op den kop hebt gesla
gen is natuurlijk alles zoo klaar als een
klonlje en is Delora gerehabiliteerd. Maar er
is altijd nog een punt. dat boven mijn begrip
gaat en dat is, waarom hij zich verbonden
heeft met een dievenpak ais de lui van het
Café des Deux Epingles. en waarom hij ver
plicht zou zijn van dien Louis een bondge
noot te maken, om niet te zeggen een mede
plichtige."
„Nu, je kunt niet alles Iegelijk begrijpen.
Maar ik zou intusschen, als ik in jouw plaats
was, trachten uit te vinden of de wenk,
dien ik je nu geef past in het raadsel, waar
voor ie staal"
„Ik zal zien van avond de waarheid los te
krijgen van dien Delora," verklaarde ik ten
slotte. „Maai nog wat, Ralph,"
„En dat is?"
„Ik heb Felicia Delora ten huwelijk ge
vraagd."
Ralph keek mij een oogenblik aan, alsof
hij meende, dat ik een aardigheid verkocht.
Maar daarop vroeg hij: „Zou het niet ver
standiger geweest zijn, zoo je daarmee ge
wacht had tot je deze zaak tot klaarheid had
gebracht?"
„Neen, het werd me te machtig", ver
klaarde ik. „Het meisje staat geheel alleen
en ik zie met verdriet, welk een arm pion
netje zij is in het spel dat die kerels spelen.
Ik zou haar liefst aan dat milieu hebben
ontrukt. Ralph, maai zij wil daar niet van
weten. Zij is van oordeel dat zij dank
schuldig is aan haar oom en zij wil zich
naar zijn bevelen schikken."
„Daarom kun je geen kwaad van haar
denken", merkte Ralph op.
„Neen, maai dat maakt den toestand wel
moeielijker."
„Kom me morgenochtend weer opzoeken
en deel me dan nauwkeurig mede wat er
tusschen jou en Delora is verhandeld. Wij
moeten Dicky niet te lang op een telegram
van ons lalen wachten
Ik beloofde dat en vertrok.
HOOFDSTUK XXXV.
Ik gevoelde dien avond instinctmatig do
noodzakelijkheid om, alvorens naai Ber-
mondsey te vertrekken, alle mogelijke voor
zorgsmaatregelen te nemen. Ik schreef daar
om een brief, waarin ik verhaalde van mijn
bezoek aan die achterbuurt en van mijn
vermoedens en gaf hem aan den portier.
„Kijk eens, Ashley", zeide ik, „ik ga uit
op een expeditie waaromtrent ik mij niet
volkomen gerust gevoel Tusschen ons ge
zegd en gezwegen, het staat in verhand met
de verdwijning van den oom van juffrouw
Delora. Ik vermoed, dat het mogelijk en
zelfs waarschijnlijk is, dat ik er moeilijk
heden bij zal ondervinden en nu zou ik
graag willen, dat je mij iets beloofdet. Ik
moet naar Bermondsey en als ik nu nadat
bet half twaalf zal zijn geslagen niet terug
ben, zon ik willen dat je dezen brief, waarin
de geheele zaak uiteengezet wordt, naar
Scotland Yard bracht. Als je het zelf niet
kunt doen, draag het dan op aan iemand,
dien je volkomen vertrouwen kunt."
De portier keek een beetje bedenkelijk en
antwoordde: ij
„Best, mijnheer, ik zal er voor zorgen.
Maar mag ik me de vrijheid veroorloven u
iets aan te raden? In uw plaat9 zou ik zor
gen, dat ik vergezeld werd door een paar
agenten in burger. Het is daar een tamelijke
achterbuurt en er doen zich in den laatsten
tijd nog al rare dingen voor."
„Ik kan er niet van af er heen te gaan,
maar ik wil niet dal het met mij verkeerd
afloopt. Ik heb een revolver in mijn zak en
heb niet voor niets van Baxter leeren bok
sen. Ik geloof dus niet. dat ik in Bermond
sey in ernstige moeilijkheden zal geraken.
Maar je kunt niet weten!"
„Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver
klaarde de portier beleefd, „maar als ik om
half twaalf niets van u heb gehoord, ga ik
zelf naar Scotland Yard."
„Prachtig", verklaarde „maar intus
schen zou ik om te beginnen wel een taxi
willen hebben."
Ik reed naar het opgegeven adres. Het
was een afgelegen, half vergeten straat,
welke dood liep en dicht bij de Theems was
gelegen. De enkele huizen, die er stonden
waren wat grooter dan die der omgeving,
maar zagen er wanhopig bouwvallig uit Het
perceel waarvoor ik tenslotte stilhield
grensde aan een houtloods of juister deze
maakte er deel van uit. Ik stapte uit de
t3xi en strompelde naar de voordeur. Op een
paar el afstands van me trachtte een zwarte
hond hevig blaffend zich los te rukken van
zijn ketting Ik gevoelde me een weinig op
gelucht, toen dadelijk na mijn kloppen de
deur werd geopend.
„Woont hier de heer Hoffmeyer?" vroeg ik,
Een oud mannetje, dat zich met een kaare
in een goedkoopen kandelaar bijlichtte,
knikte zwijgend en sloot de deur achter mij.
Ik merkte niet tot mijn genoegen op, dat hij
er ook weer de grendels opschoof.
„Waarom doet u dat?" vroeg ik verstoord.
„Ik blij! hier maar een paar minuten. Het
is werkelijk niet de moeite waard de deur
te grendelen!"
De man keek mij aan zonder een woord
te zeggen. Hij scheen geen lust te hebben
om te praten, ol was daarloo niet in staat.
Alleen toen ik mijn vraag herhaalde, knikte
hij langzaam als iemand, die nauwelijks had
begrepen wat hem was gezegd. Tenslotte zei
hij slechts:
„De heer Hoflmeyer is in zijn kamer en
zal u met genoegen ontvangen."
Ik volgde hem langs zoo armoedige trap
pen en gangen als ik nog nooit in mijn le
ven bad gezien. De muren waren klam en
bier en daar hing het behangsel in groote
vieze lappen omlaag Het plafond was vrij
wel ongewit en de trappen welke wij pas
seerden hadden geen loopers. Het heele huis
zag er afschuwelijk armoedig uit. Tenslotte
liet hij mij binnen in een kleine zitkamer
waar een heer aan een tafel zat te schrij
ven. Hij keek op toen ik binnenkwam. Het
was Delora,
(Wordt vervolgd)., j