DE VERDWENEN DELORA 71$te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 18 Jnni 1930 Derde Blad No. 21549 BINNENLAND. STER-TABAK SPREEKCEL FAILLISSEMENTEN. UIT DE RAADZAAL. FEUILLETON. worden opgedrongen als het ware, dat met dit vra-agstuk, dat zoo algemeen knaagt aan de inrichtingen van stad en land werd gesold voor politieke winst onder het kie zerscorps. En al nemen wij de verzekering aan, dat dit niet de bedoeling was, in uit werking naar buiten werd deze indruk niet temin gevestigd. Letterlijk van alles werd er met de haren bijgesleept, al of niet ter zake dienende en het verbaasde ons, dat, terwijl niet anders aan de orde was dan de vraagaannemen voor kennisgeving of praeadvies, de voorzitter zulke debatten toeliet 1 Het werd een debat, een vertegenwoor digend lichaam onwaardig De agenda en het overige hadden niet veel om het lijf en wij kunnen dienaan gaande naar het veTslag verwijzen; slechts een paar opmerkingen. Is het niet aangaan van een all-risk-verzekering voor den kost baren inhoud van de Lakenhal niet een zuinigheid, die de wijsheid bedriegt 1 Er behoeft maar eens iets te gebeuren en men zal spijt hebben Afwijzend toonden zich enkele leden inzake het rapport over de Toonkamer der Lichtfabrieken door te twijfelen aan de beteekenis van het com promis, dat door de betrokken midden standers, i.e. de installateurs zelf, met vol doening is aanvaard. De oplossing lijkt ons een zeer gelukkige, waarbij met de belangen der diverse partijen volkomen rekening is gehouden. Jammer is o.i. al leen, dat bij het toezicht op de uitvoering van dit compromis inderdaad, gelijk werd opgemerkt, de categorie der consumenten is vergeten. Voor het college was het slot der zitting een gevoelige nederlaag, daar de raad zijn afkeuring uitsprak over de houding van B. en W. of moeten wij zeggen wet houder Goslinga inzake het doordrijven van zijn wil in een geval, waarin het recht niet aan zijn zijde was, zooals het college zelf moest erkennen en nog wel zwart op wit. Practisch nut zal de overwinnaar, de heer Romijn echter niet zien van zijn aan genomen motieMaar toch is het gebeurde een nuttige les geweest! Tot over middernacht heeft de zitting geduurd. Hoe warm het was en hoe ver... 30 Juni en 7 Juli zal opnieuw worden vergaderd. HET PENSIOENFONDS DER TYPOGRAFEN. De voortgezette vergadering van den Algemeene Bond. In de gistermiddag te Amsterdam voort gezette vergadering van den Alg. Ned. Typografenbond is de heer Clausing die in verband met hel feit, dat hij weigerde pre mie te betalen voor het bedrijfspensioen fonds, op grond van art. 10 der Statuten geroyeerd werd, als lid van den Bond in do gelegenheid gesteld bij de algemeene verga dering tegen de beslissing van het Hoofdbe stuur in beroep te gaan. De heer Clausing, die voorzitter is van het Comité van Actie tegen het Pensioen fonds, verklaarde tegen het royement in beroep te zijn gegaan, omdat het volgens zijn meening niet rechtsgeldig is en ook vanwege het feit, dat dit beroep noodzake lijk was in verband met de doorvoering van het door het Comité van Actie inzako deze kwestie bij de Rechtbank aanhangig gemaakte proces. Spr. zeide van oordeel te zijn, dat art. 35 der Statuten, waarbij een besluit tot aansluiting ten minste met 2/3 van het aantal der bij referendum uitge brachte geldige stemmen genomen moet zijn, niet alleen, zooals het hoofdargument van het hoofdbestuur luidt, slaat op aan sluiting bij het N. A S. of het N. V. V. In genoemd art. toch wordt gesproken van aansluiting bij landelijke, nationale ot internationale secretariaten en andere alge meene organisaties. Spr's standpunt is nu, dat het Pensioenfonds een landelijk lichaam is. zoodat z. i. art. 35 wel degelijk betrekking heeft op dit fonds. Ook met de andere argu menten van het hoofdbestuur, o. a. dat hier geen sprake zou zijn van aansluiting, doch van mede-oprichting, is spr. het oneens. Na verder het geheele verloop van het conflict de revue te hebben laten passee- ren, drong spr. er bij de vergadering ten slotte op aan, dat deze het besluit inzake spr.'s royement zou opheffen;; mocht de vergadering dit niet willen, dan verzocht spr., dat zij zou besluiten, dat hij, hoewel geroyeerd zijnde, hangende het proces in het georganiseerd bedrijf zal kunnen blij ven werken, terwijl hij tenslotte nog ver zocht, dat de vergadering besluiten zal om hem hoe het proces ook moge uitvallen na afloop daarvan weder als lid van den A. N. T. B. toe te laten. De bondsvoorzitter, de heer F. v. d. Wal wees erop, dat met opheffing van het roye ment van den heer Clausing het Pensioen fonds tegen den grond zal worden geslagen. Daar zooiets onmogelijk is moet het roye ment dus wel gehandhaafd worden. Den heer Clausing staat alleen de weg open om clementie te vragen en het verzoek te doen om weer als bondslid te mogen loe treden. Hij zal dan premie moeien betalen en den achterstand der premies moeten in halen. De heer Dreese van de afdeeling Rotter dam merkte voor zich persoonlijk spreken de op, dat het z. i. zeer wel mogelijk is om den heer Clausing hangende het proces tot georganiseerde bedrijven, toe te laten, in welken geest hij de vergadering een voor stel deed. Na een afwijzend advies van den voorzit ter merkte de heer Schildmeyer van de afdeeling Nijmegen op. dat het eenige ver standige. dat de heer Clausing doen kan, beslaat in het toesteken van de hand der verzoening aan het hoofdbestuur. Na repliek van den heer Clausing en du pliek van den voorzitter, besloot de verga dering met algemeene stemmen uitge zonderd die van den heer Dreese (persoon lijk) het rovement van den heer Clausing te handhaven Den heer Clausing werd hierop door den voorzitter verzocht de vergadering te ver laten. waarna de behandeling van de agenda werd voortgezet. ARBEIDERS-REMMERS OVERBODIG. De bedoeling der Ned. Spoorwegen is, om in een tijdperk van 4 jaren alle goederen wagens van den Kunze-Knorrem te voor zien waardoor 400 arbeiders-remmers over bodig zullen worden. De goederentreinen worden dan alleen door den hoofdconducteur als chef van den trein begeleid, zonder dat een remmer meer noodig is. In verband daarmede en om te voorko men dat personeel 61 op wachtgeld gesteld moet worden óf bij andere diensten onder gebracht, worden vanaf heden geen be ambten als arbeider-remmer bij de Neder- landsche Spoorwegen aangesteld. KOLONEL THOMSON. Zijn nagedachtenis gehuldigd. Ter gelegenheid van den 16en jaardag van den dood van den Nederlandschen held kolonel Thomson, die den 15en Juni 1914 zijn leven offerde om de eer en de Al- baneesche vlag te beschermen, zijn, naar aan het Hbld. wordt gemeld, te Durazzo als blijk van dankbaarheid verscheidene kransen gelegd op het monument van den overledene, in tegenwoordigheid van een aantal autoriteiten. DE NEDERL. DAGBLADPERS. In de gisteren te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van de Vereeniging De Nederlandsche Dagbladpers werden tot nieuwe leden van het bestuur gekozen de heeren mr. J. H. M. van Roosmalen, direc teur van de Prov. Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant en A. W. Sijt- hofl, directeur van de Haagsche Courant. Het bestuur heeft zich thans als volgt ge constitueerd: J. W. Henny, directeur Leidsch Dagblad, voorzitter; M. Kuypers, directeur De Maas bode, vice-voorzitter; H, Nijgh, directeur Nieuwe Rotterdamsche Courant, penning meester; H. Diemer, directeur De 'Rotter dammer; ir. A- Heldring, directeur Algemeen Handelsblad; A. W. Sijthoff en mr. J. H. M. van Roosmalen, leden. Secretaris (geen be stuurslid) mr. W. G. J. Veenhoven. J. J. G. BARON VAN VOORST TOT VOORST. Naar wij vernemen is de oud-voorzitter der Eerste Kamer de heer J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst thans langzaam her stellende. De nachten zijn rustig en de pa tiënt heeft weinig koorts, „Msb." PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. In de voortgezette vergadering is nog aangenomen een voorstel tot wijziging der reglementen voor de Waterschappen De Oude en Nieuwe Maasdijken vóór het land van Rhoon en Waterschap van West-IJssel- monde en van de bijzondere reglementen voor de polders Oud- en Nieuw Reijerswaard en Oost-IJsselmonde. De vergadering werd tot heden verdaagd. RECLAME. HET CONFLICT BIJ DE A.K.U. Inzake het conflict bij de A. K. U. waar 64 werklieden ontslagen werden, aangezien bij de huidige omstandigheden geen volle week met het geheele personeel gewerkt kon worden, en bij de onlangs plaals gehad hebbende staking gebleken is, dat de arbei ders niet accoord gingen met een werk week van 5 dagen, vernemen wij uit Ede dat als gevolg van de tengevolge van dit ontslag gehouden bespreking tusschen het hoofdbestuur der bonden en de directie der fabrieken, geen slaking zal worden geprocla meerd, doch dat de arbeiders, voor zoover zij niet ontslagen zijn, gewoon aan het werk zullen blijven. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. besluit is benoemd tot burge meester van St. Janssteen P. H. Geirnaerdt; is aan A. P. Godschalx, op zijn verzoek, met ingang van 8 Juli, eervol ontslag ver leend als burgemeester van Empel en Meer wijk, met dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem in die betrekking bewe zen; is aan H. C. baron van Tuyll van Se- rooskerken, op zijn verzoek, met ingang van 1 Aug. 1930, eervol ontslag verleend als burgemeester van Hoogland; zijn opnieuw benoemd tot burgemeester Een pijprooker. die voor het eerst kennis maakte met riep uit: .Had ik dat maar eerder geweten!" Maar het spreekwoord zegt: „Beter laat dan nooit,~en hij haalt nu de schade weer in. 8066 van: Oeffeit C. J. J. Remmen, secretaris dier gemeente; Dinther G. J. M. Wagenaar; Valburg E. J. baron Lewe van Aduard; Lexmond J. Pot, secretaris dier gemeente;' Hardinxveld J. W. van Aken; Cadzand I, Erasmus; Noordgouwe E. H. P. van Na- buys; Schiermonnikoog H. W. van den Berg, secretaris dier gemeente; Diever H. G. van Os, secretaris dier gemeente; Oirsbeek J. P. K. Gabriëls. De eerstvolgende audiënties van den minister van Defensie zal plaats hebben op Dinsdag 24 Juni e.k. om 2 uur n.m.; de daarop volgende audiëntie op Maandag 30 Juni om 1 uur n.m. VOOR BEHOUD VAN HET STRIJKJE. Een trouw bioscoop-bezoeker, overtuigd, 'dat 90 pCt. der bezoekers liever een strijkje hoort dan mechanische muziek, acht het ge- wenscht, dat het publiek zjjn meening daar omtrent aan de bioscoop, die bet bezoekt, kenbaar zal maken. Ook in het belang "del beroepsmusici. Uitgeeprok on: J. v. d. Burg, te Leiden, Noordeinde 4*4. R.-c. mr. J. C. v. d. Burcht van Lichten- bergh, cur. mr. E. J. Gelderman te Leiden/ RECLAME. 5501 Vehkaddi Caft TUnfi Een zitting van onnoodig langen dnnr. Onverwacht, betrekkelijk, heeft de Leid- sche Raad opnieuw zijn onberekenbaarheid bewezen, door vrijwel den ganschen mid dag to vullen met een werkeloosheid-debat, dat door wethouder Splinter zeer terecht werd aangeduid als een „begrootings- debat", hetgeen wij dan nog zouden willen aanvullen met de toevoeging: algemeene beschouwingenBekend mogen wij veron derstellen onze meening. dat juist de alge meene beschouwingen niet het meest vrucht bare deel plegen te zijn van het begroo- tingsdebat en zoodoende ligt voor de hand de conclusie, dat o.i. ook het jongste wer keloosheiddebat bijkans geheel onvrucht baar mag worden genoemd. De oorzaak daarvan moet naar onze vaste overtuiging worden gezocht in de wijze, waarop 'de ontketenaren van dit debat zijn opge treden, m.a.w. in het systeem van behan deling, door de S.D.A.P.-fractie toegepast. Laten wij dit nader motiveeren: Gelet op de groote belangstelling van 'de zijde van S.D.A.P. en Bestuurdersbond voor het werkeloosheid-vraagstuk een kwestie, ongetwijfeld alleszins een steeds nauwkeurige betrachting waaTdJ be hoefde het geen verwondering te baren, dat, teTwijl toch in tegenstelling met de laatste tijden de werkeloosheid weer be denkelijk toeneemt en dientengevolge voor den komenden winter nog verdere uitbrei ding terecht, mag worden gevreesd, van die zijde daarop de aandacht werd gevestigd in een adres aan den Raad Dat dit vroeg tijdig geschiedde, heeft bovendien goede zijde, dat zoodoende ook vroegtijdig over maatregelen tot bestrijding kon worden gedacht, hetgeen niet dan toe te juichen is. Verder gaf het adres een lijst van werken aan, die volgens de afzenders in aanmer king konden komen om in snel, in ieder geval zoo snel mogelijk bespoedigd tempo te woTden uitgevoerd. Nieuwe gezichtspunten öpendë deze lijst van weiken echter niet, het waren alle welbekende objecten voor werkverschaffing 'of beter gezegd werkverruiming. Op zich zelf genomen konden B. en W. dit feitelijk als een hulde opvatten voor hun activiteit in deze zoo gewichtige materie der stads huishouding! Terwijl wethouder Splinter in ëon kort resumé alle aangestipte punten dt revue deed passeeren, aangevend hoever 't reeds was met de mogelijkheid van uitvoering, zoodoende zakelijk en duidelijk naar voren brengend, hoezeer B. en W. diligent zijn in deze kwestie, die een internationaal karak ter draagt, stelde het college daarop voor, het adres verder voor kennisgeving aan te nemen. De cijfers der kosten voor werken, dit jaar uitgetrokken, waren daarnevens zeer kostbaar materiaal! Had de wethou der ten overvloede nu nog de verzekering gegeven, dat het college de vraag of be spoediging doenlijk was, ook al meende het vooreerst van niet, steeds onder de oogen ziet, dan was het antwoord van het college, meenen wij, geheel en al onberispelijk ge weest en onaantastbaar. De£e verzekering bleef echter achterwege en op dat kleine 'en ongetwijfeld onwillekeurige tactische foutje, heeft de fractie der S.D.A.P. een debat ingezet, dat zonder grenzen was en ruim drie uren noodeloos opeischte. Had de fractie haar zin gekregen, dan zou een volgende zitting dit praten zonder daden nog eens dunnetjes zijn over gedaan, want 'een praeadvies van B. en W. had niet an ders geluid, dan thans ongeveer mondeling was gegeven! Concrete verwijten konden bovendien, goed beschouwd, niet tot het college worden gericht, slechts vage aan duidingen en voorts de persoonlijke opinie, dat men niet geheel gerust was op de dili- gentie van het college.. En waar niet min der dan zes woordvoerders door de S.D. 'A.P. daarvoor in het vuur werden gebracht, 'die elkaar in groote lijn napraatten, ont stond dat bekende te veel, dat doodt! "VVij willen aannemen, dat het de S.D.A.P. niet dan ernst was, zooals trouwens ;n zoo'n belangrijke materie ook moeilijk an ders denkbaar is, maar den nuchter en zakelijk beschouwende moest aldus de idee Door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER (Nadruk verboden.) 52) „Maar ga dan nietl" riep Ralph. „Hel ia toch werkelijk niet noodig, dat je voor een dergelijke onbeduidende zaak gevaar zult loopen." „Och, daar ben ik niet bang voor", ant woordde ik. „Wat mij alleen hindert is het gevoel, dat ik sta voor een onoplosbaar vraagstuk. Eerlijk gezegd heb ik geen steek vertrouwen in dien heelen Delora. Geen sterveling, hoe geheim of gewichtig zijn za ken ook mogen zijn, neemt zijn toevlucht tot dergelijke achterbaksche streken. Het eenige. dat er ter verklaring van al die ge- heimdoenerij is aan te voeren, is dat de po litiek er achter zit. Ik begrijp intusschen van die vriendschap tusschen hem en den Chineeschen gezant volstrekt niets." „Niet?" antwoordde Ralph. „Ik heb zitten denken over wat je mij heb medegedeeld. Austen, en ik geloof, dal ik je misschien een aanwijzing kan geven. Weet je, dat op het oogeDblik de twee grootste oorlogsschepen der wereld op een werf aan de Tyne voor Brazilië worden gebouwd?" ,Ja, dat weet ik. ga door." „Wat heeft Brazilië aan dergelijke groole oorlogsschepen? Het ligt voor de hand. dat het er niets mee zou kunnen uitrichten. Het heeft niet eens genoeg personeel om ze te bemannen en het zou een heele hap uit zijn geldkist zijn, als het er toe overging ze in dienst te stellen. Nu ben ik van meening, dat de opdracht om de beide schepen te bou wen een speculatieve zaak is van een paar slimmerds in de Braziliaansche regeering, die voorzagen, dat er weldra troebele tijden zouden komen en die bereid zijn ze te ver- koopen aan den hoogsten bieder, hetzij een Europeaan of een Aziaat Ik begreep in eens waarheen Ralph wilde. „Wel, lieve hemel," riep ik, „je meent dus, dat Delora hierheen is gereisd om den verkoop er v'an in orde te maken aan een of andere regeering, vermoedelijk in dit geval China?" „Waarom niet?" vroeg Ralph. „Het )s aannemelijk en verklaart tot op zekere hoogte wat jou tot nog toe geheimzinnig heelt toegeschenen. Er is geen ander land, dat in aanmerking komt voor den aankoop van de oorlogsschepen als China, tenzij dan Rusland, en dergelijke transacties hebben altijd met de noodige geheimzinnigheid plaats." „Als je den spijker op den kop hebt gesla gen is natuurlijk alles zoo klaar als een klonlje en is Delora gerehabiliteerd. Maar er is altijd nog een punt. dat boven mijn begrip gaat en dat is, waarom hij zich verbonden heeft met een dievenpak ais de lui van het Café des Deux Epingles. en waarom hij ver plicht zou zijn van dien Louis een bondge noot te maken, om niet te zeggen een mede plichtige." „Nu, je kunt niet alles Iegelijk begrijpen. Maar ik zou intusschen, als ik in jouw plaats was, trachten uit te vinden of de wenk, dien ik je nu geef past in het raadsel, waar voor ie staal" „Ik zal zien van avond de waarheid los te krijgen van dien Delora," verklaarde ik ten slotte. „Maai nog wat, Ralph," „En dat is?" „Ik heb Felicia Delora ten huwelijk ge vraagd." Ralph keek mij een oogenblik aan, alsof hij meende, dat ik een aardigheid verkocht. Maar daarop vroeg hij: „Zou het niet ver standiger geweest zijn, zoo je daarmee ge wacht had tot je deze zaak tot klaarheid had gebracht?" „Neen, het werd me te machtig", ver klaarde ik. „Het meisje staat geheel alleen en ik zie met verdriet, welk een arm pion netje zij is in het spel dat die kerels spelen. Ik zou haar liefst aan dat milieu hebben ontrukt. Ralph, maai zij wil daar niet van weten. Zij is van oordeel dat zij dank schuldig is aan haar oom en zij wil zich naar zijn bevelen schikken." „Daarom kun je geen kwaad van haar denken", merkte Ralph op. „Neen, maai dat maakt den toestand wel moeielijker." „Kom me morgenochtend weer opzoeken en deel me dan nauwkeurig mede wat er tusschen jou en Delora is verhandeld. Wij moeten Dicky niet te lang op een telegram van ons lalen wachten Ik beloofde dat en vertrok. HOOFDSTUK XXXV. Ik gevoelde dien avond instinctmatig do noodzakelijkheid om, alvorens naai Ber- mondsey te vertrekken, alle mogelijke voor zorgsmaatregelen te nemen. Ik schreef daar om een brief, waarin ik verhaalde van mijn bezoek aan die achterbuurt en van mijn vermoedens en gaf hem aan den portier. „Kijk eens, Ashley", zeide ik, „ik ga uit op een expeditie waaromtrent ik mij niet volkomen gerust gevoel Tusschen ons ge zegd en gezwegen, het staat in verhand met de verdwijning van den oom van juffrouw Delora. Ik vermoed, dat het mogelijk en zelfs waarschijnlijk is, dat ik er moeilijk heden bij zal ondervinden en nu zou ik graag willen, dat je mij iets beloofdet. Ik moet naar Bermondsey en als ik nu nadat bet half twaalf zal zijn geslagen niet terug ben, zon ik willen dat je dezen brief, waarin de geheele zaak uiteengezet wordt, naar Scotland Yard bracht. Als je het zelf niet kunt doen, draag het dan op aan iemand, dien je volkomen vertrouwen kunt." De portier keek een beetje bedenkelijk en antwoordde: ij „Best, mijnheer, ik zal er voor zorgen. Maar mag ik me de vrijheid veroorloven u iets aan te raden? In uw plaat9 zou ik zor gen, dat ik vergezeld werd door een paar agenten in burger. Het is daar een tamelijke achterbuurt en er doen zich in den laatsten tijd nog al rare dingen voor." „Ik kan er niet van af er heen te gaan, maar ik wil niet dal het met mij verkeerd afloopt. Ik heb een revolver in mijn zak en heb niet voor niets van Baxter leeren bok sen. Ik geloof dus niet. dat ik in Bermond sey in ernstige moeilijkheden zal geraken. Maar je kunt niet weten!" „Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver klaarde de portier beleefd, „maar als ik om half twaalf niets van u heb gehoord, ga ik zelf naar Scotland Yard." „Prachtig", verklaarde „maar intus schen zou ik om te beginnen wel een taxi willen hebben." Ik reed naar het opgegeven adres. Het was een afgelegen, half vergeten straat, welke dood liep en dicht bij de Theems was gelegen. De enkele huizen, die er stonden waren wat grooter dan die der omgeving, maar zagen er wanhopig bouwvallig uit Het perceel waarvoor ik tenslotte stilhield grensde aan een houtloods of juister deze maakte er deel van uit. Ik stapte uit de t3xi en strompelde naar de voordeur. Op een paar el afstands van me trachtte een zwarte hond hevig blaffend zich los te rukken van zijn ketting Ik gevoelde me een weinig op gelucht, toen dadelijk na mijn kloppen de deur werd geopend. „Woont hier de heer Hoffmeyer?" vroeg ik, Een oud mannetje, dat zich met een kaare in een goedkoopen kandelaar bijlichtte, knikte zwijgend en sloot de deur achter mij. Ik merkte niet tot mijn genoegen op, dat hij er ook weer de grendels opschoof. „Waarom doet u dat?" vroeg ik verstoord. „Ik blij! hier maar een paar minuten. Het is werkelijk niet de moeite waard de deur te grendelen!" De man keek mij aan zonder een woord te zeggen. Hij scheen geen lust te hebben om te praten, ol was daarloo niet in staat. Alleen toen ik mijn vraag herhaalde, knikte hij langzaam als iemand, die nauwelijks had begrepen wat hem was gezegd. Tenslotte zei hij slechts: „De heer Hoflmeyer is in zijn kamer en zal u met genoegen ontvangen." Ik volgde hem langs zoo armoedige trap pen en gangen als ik nog nooit in mijn le ven bad gezien. De muren waren klam en bier en daar hing het behangsel in groote vieze lappen omlaag Het plafond was vrij wel ongewit en de trappen welke wij pas seerden hadden geen loopers. Het heele huis zag er afschuwelijk armoedig uit. Tenslotte liet hij mij binnen in een kleine zitkamer waar een heer aan een tafel zat te schrij ven. Hij keek op toen ik binnenkwam. Het was Delora, (Wordt vervolgd)., j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9