Prentenkabinet der Leidsche Universiteit 71sfe Jaarean? WOENSDAG 18 JUNI 1930 No. 21549 Officieele Kennisgevingen. Officieele opening van het nieuwe gebouw in de Kloksteeg. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cfs. per repel toot ixÏTertentiên uit Leiden en plaatsen waar agentschappen Tan ons Blad gevestigd rijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. pet regeL Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueel© opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer* voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbu* No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post t. 2.35 -f- portokosten. 0.18 „0.18 Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENBARE SCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis: lo. dat tot en met 28 Juni a.s. gelegen heid tot inschrijving van nieuwe leerlingen bestaat, gedurende een half uur vóór den aanvang van eiken schooltijd, aan: a. de Jongensschool voor u.I.o. aan de Pieterskerkstraat; b. de Meisjesschool voor u.I.o. aan de Breestraat; c. de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt; d. de opleidingsschool voor u.1.0. aan de Langebrug, de Heerenstraal, de Vrouwenkerksieeg, den Maresingel, de Boommarkt, de Driftstraat; e. de overige o.I. scholen aan: het Schuttersveld, de Duivenbodestraat, de Haverstraat, de Paul Krugerslraat, den Zuidsingel, de Medusastraat; f. de Centrale school voor het 7e en 8e j leerjaar aan de Oude Vest, ingang Caecilia- slraat; 2o. dat bij de inschrijving een geboorte bewijs moet worden vertoond; 3o. dat de kinderen met uitzondering van die waarvoor toelating tot de u.I.o. scho len of fot de Centrale school wordt ge vraagd op 1 September a.s. den leeftijd van 57» jaar moet hebben bereikt. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STR1JEN, Secretaris. Leiden, 18 Juni 1930. 3140 O Een groote verbetering. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENBARE BEWAARSCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, dat aan de Openbare Bewaarscholen in hot Elisabethshof, aan de Van der Werffstraat I en in de Groenesleeg tot en met den 28en Juni a.s. gelegenheid bestaat tot het doen inschrijven van leerlingen en wel des voor middags van kwart vóór 9 tot half tien en uitgezonderd Woensdags en Zaterdags des namiddags van kwart vóór 2 tot kwart na 2 uur. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, 18 Juni 1930. 3141 DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter openbare kennis, dat J. Wessei- man, te Leiden, een verzoek heeft inge diend ter bekoming van verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop in het perceel Haar lemmerstraat No. 52a, alhier. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden. 18 Juni 1930. 3142 een huldeblijk aan h.k.h. prinses juliana. .Onderstaande circulaire is op ruime schaal in de stad verspreid. Zooals U reeds uit de dagbladen gelezen zult hebben, heeft zich hier ter stede onder eere-voorzitterschap van Burgemeester VAN DE SANDE BAKHUYZEN, een Prinses Juliana Comité gevormd, dat zich ten doe\ stelt aan H. K. H. Prinses Juliana een hul deblijk aan te bieden, ter herinnering aan Haar Leidsche jaren. Dit geschenk zij tevens een concreet en blijvend bewijs van de onkreukbare trouw en de innige sympathie van de Leidsche bevolking ,die de eer genoot Prinses Ju liana zoo menigmaal in haax midden te mogen begroeten. Het zal velen een vreugde zijn, uiting te geven aan hunne gevoelens van warme aanhankelijkheid voor onze Hope des Vaderlands. Giften gelieve men te zenden aan de Penningmeesteresse van het Uitvoerend Comité Mevrouw J. MandersVERMEULEN Gegstgeesterlaan 12, Gironummer 9968. Mr. F. K. DE HAAN, Adv. en Proc., Voorzitter N. C. F. VAN GINKEL. Dir. Kon. Ned. Grofsmederij. iVce-Voorz. J. W. IIENNY. Dir. N.V. „Leidsdh Dagblad" Secretaris Mevr J. MANDEIRS—VERMEULEN Penningmeesteresse, G-iron. 9968. Het Prentenkabinet der Leidsch6 Univer siteit was sinds jaren gevestigd in eenige vertrekken van een gebouw aan het Ra penburg naast de Academie. En het had me-t onze oude Universiteit gemeen, dat het evenzeer te kampen had met een nij pend ruimte-gebrek. Sedert de instelling van een buitengewoon hoogleraarschap in de nieuwere kunstgeschiedenis werd de in houd dusdanig uitgebreid', en nam het aan tal bezoekers in zulke mate toe, dat er ten slotte nauwelijks meer plaats was om te werken. In de dringende behoefte aan ruimte is thans voorzien, doordien het geheele Pren tenkabinet is overgebracht naar het be kende collegegebouw voor Letteren, Ge- schiedenis en Theologie, in de Kloksteeg Nr. 25, dat anderhalfjaar geleden werd ontruimd. Behalve voor Prentenkabinet zjjn in dit gebouw thans ook localiteiten ingericht voor de colleges in nieuwere kunisgeschiedenis V3n prol. Martin en den privaat-docent dr. H. Schneider. Het oude, uitgewoonde gebouw heeft, dank zij het initiatief van Curatoren en den steun van 's Rijksgebouwendienst, een ver jongingskuur ondergaan, waardoor, hoewel er met bescheiden middelen gewerkt moest worden, een geheel is ontstaan, dat vol komen aan redelijke eischen voldoet. Een wandeling door het gebouw. 'Het uiterlijk van het gebouw is, behou dens een opfrisschend verfje, geheel het zelfde gebleven. Binnenkomend, vindt men links een loket voor inlichtingen, die de amanuensis verschaft, die daar zijn werk plaats heeft voor het opplakken van prenten, teekeningen en foto's, het binden van boe ken enz. Rechts is de kamer van den con servator en directeur van het Prentenka binet, dr. J. J. de Gelder. Daarachter, door een glazen deur van de gang uit toegankelijk, bevindt ach- een groote ten toonstellingszaal, waarin kasten met de prenten- en teekeningencollecties, waarboven een galerij, waar de boeken worden be waard. Deze tentoonstellingszaal staat in ver binding met de daarachter gelegen biblio theek-kamer, waar gelegenheid is ]ot het raadplegen van boek- en plaatwerken en het bekijken van prenten en teekeningen. De tuin, waarop deze kamer uitziet, ver- keert nog in een voorloopigen staat van aanleg. In deze kamer zjjn beneden deels pren ten- deels boekenkasten, en boven een ga lerij voor boekenberging. Ook vindt men in dit vertrek een rek met tijdschrift afleveringen, den boekencatalogus en het uitleenbureau. Deze twee vertrekken: tentoonstellings zaal en bibliotheek, waarvan de betimme- ring en meubileering zijn ontworpen door den Rijksgebouwendienst in nauw overleg met dr. De Gelder, terwijl de N.V. Haag- sche Meubel- en Timmerfabriek der firma Huibers te 's-Gravenhage de betimmering j uitvoerde, zijn voor een iegelijk alle werk- j dagen van 1.3016.30 gratis toeganke lijk, behalve gedurende de a.s. universi- j teits-vacantie. Het Prentenkabinet beschik'; verder nog I over eenige kamers op de v'.rdieping, waar in tal van boekenkasten de rest der zeer rijke kunst-historische boekerij is onder gebracht Een vestiaire vindt men beneden tegen over de tentoonstellingszaal. Er is ^boven- j dien een afzonderlijken ingang vcor rijwielen en een rijwielbergplaats, vooral met het oog op de colleges. Voor de colleges met lichtbeelden is ach ter een groote zaal ingericht, die plaats biedt aan 50 personen en die zeer rustig is gelegen. Deze zaal is zeer eenvoudig en smaakvol ingericht met collegebanken en meubilair, door den Rijksgebouwendienst en dr. de Gelder ontworpen en uitgevoerd door de Firma F. F. Raar alhier. Aan de wanden hangen bijzonder fraaie groote fotografieën naar gebouwen in Italië en Spanje, een geschenk van belangstellen den. In de zang. die toegang geeft tot dit collegelokaal, hébben leerlingen en oud-leer lingen van Prof. Martin een gebrandschil derd raam doen aanbrengen met een sym bolische figuur, een fraai specimen van de kunst van den glasschilder Hans Basart te 's-Gravenhage, die indertijd de colleges in kunstgeschiedenis aan de Leidsche Univer siteit volgde. Op de verdieping, waarvan de wanden versierd zijn met prachtige afbeeldingen van gebouwen (Nederland, Duitschland, Oosten rijk) eveneens door belangstellenden ten ge schenke gegeven, bevindt zich een flinke kamer voor het geven van practica, d.w.z. het behandelen van de door de studenten zelfstandig bestudeerde onderwerpen. In dit vertrek, waar de studenten tevens gelegen heid vinden, rustig te werken, staat een lange tafel voor dit doel en vindt m«.i boven dien drie lange vitrines met gipsafgietsels, een kleine bibliotheek, twee groote kasten met fotografieën naar schilderijen, bouw werken en beeldhouwwerken en aan de wanden tal van groote afbeeluingen naar gebouwen in Nederland. Frakrijk en Italië. Een prachtig afgietsel naar een der Wijze Maagden aan den Dom te Straatsburg, afge goten door de gipsgieterij van de Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage, staat tusschen de beide ramen. Al deze gipsen en alle foto's aan den wand mitsgaders de vitrines zijn door belangstel lenden geschonken aan den hoogleeraar voor zijn onderwijs. Een boekenlift verbindt dit vertrek met de boekerij beneden. Op deze verdieping bevinden zich v.rder nog aan de straatzijde een kamer voor den hoogleeraar, waar o.a. de tentamina wor den afgenomen; een spreekkamer, tekens bewaarplaats voor de verzameling van lan taarnplaatjes en een kamer voor den pri vaat-docent en de assistente Mej. O. Siegsn- beek van Heukelom. Ook in dit gedeelte van het gebo-uw bevindt zich een boekenlift. Een huistelefoon verbindt de vertrekken onderling. Het geheel is centraal verwarmd en van electrische verlichting voorzien. Het ligt in de bedoeling van Dr. de Gelder, geregeld tentoonstellingen van prenten en teekeningen te organiseeren, die voor een ieder toegankelijk zijn. Om te beginnen is thans een honderdtal van de fraaiste Hol- landsche prenten, dateerend van de 16de eeuw tot heden, die het Prentenkabinet be zit, ter bezichtiging ia de fraaie tentoon stellingszaal en de aangrenzende bibliotheek geëxposeerd. We kunnen niet anders zeggen dan dat het Prentenkabinet in dit pand een huis vesting heeft gevonden zijner volkomen waardig en aanzienlijk beter dan het op het Rapenburg genoot. Alle vertrekken zijn met smaak ingericht en modern ge stoffeerd, zonder nochtans het karakter van den eenvoud, welke het kenmerk van het ware is, ook maar in het minst te scha den. Wij wenschen prof. Martin, dr. De Gelder en zijn staf van medewerkers ge luk met hun nieuwe home en spreken de hoop uit, dat de belangstelling voor het Prentenkabinet zich met de expositie-ruim te in stijgende lijn zal bewegen. In tegenwoordigheid van een aantal ge- noodigden, waaronder curatoren der Uni versiteit, den rector-magfinicus, prof. dr. N. van Wijk en den secretaris van den Academischen Senaat, prof. dr. J. Ph. Vogel den heer Visser, chef van de afdee- ling kunsten en wetenschappen van het departement van O., K en W. als verte genwoordiger van den minister, verschei dene hoogleeraren, het personeel van het Prentenkabinet, vertegenwoordigers van studenten-faculteiten en corpora, heeft he denmiddag in de nieuwe collegezaal de officieele opening plaats gehad. Het woord werd allereerst gevoerd door den president-curator, mr. A. van de Sande Bakhuyzen. Rede Mr. v. d. Sande Bakhuyzen. In zijn openingsrede heette de president curator de aanwezigen welkom en drukte zijn erkentelijkheid uit voor de belangstel ling, waarvan de Minister van O., K. en W. blijk had gegeven door het zenden van een vertegenwoordiger. Hij wees er vervolgens op, dat het Pren tenkabinet niet tot die universitaire instel lingen behoort waar wetenschappelijke on derzoekingen of ontdekkingen worden ge daan, die het vaak op sensatie beruste pu bliek in verbazing brengen. Desalniettemin heeft het Prentekabinct bij Curatoren een streepje voor, omdat juist daar iets wordt onderwezen. wat bij de tegenwoordige jacht naar technische volmaking nog al eens in het gedrang komt: de geschiedenis der kunst. Voor hen, die zich aan de studie wenschen te wijden van de edelste voort brengselen van den menschelijken geest is hier in de schaduw van de St. Pieters kerk een rustig hoekje geschapen, waar hij zich verdiepen kan in de kunstgeschiedenis in het algemeen en de prentkunst in het bijzonder. Deze prentkunst mag vooral niet worden onderschat; afgezien van haar waarde als kunst levert zij in haar geheel een getrouwe afbeelding van het leven, de illusies en de ontwikkeling der mensch- heid. Men kan er omtrent de vlucht van den menschelijken geest wellicht meer uit Ieeren dan uit vele wetenschappen te zamen. De heer v. d. Sande Bakhuyzen dankte namens Curatoren daarna de Regeering voor de beschikbaarstelling der noodige geldmiddelen, benevens prof. Martin en dr. De Gelder voor den ijver en den smaak waarmede zij de taak van de inrichting der nieuwe lokaliteiten hebben volbracht, zoomede den Rijksgebouwendienst voor de uitvoering en eindelijk alle degenen, die door geschenken hebben bijgedragen tot opluistering der lokaliteiten. (Applaus). Daarna werd het woord gevoerd door prof. dr. W. Martin. Rede prof. dr. W. Martin Prof. Martin begon met erop te wijzen, dat er vóór 1904 aan de Leidsche Universi- j teit op geenerlei wijze onderwijs werd ge geven in nieuwere kunst-geschiedenis. Wilde men iels weten over Gothisohe Ka thedralen over Donatello af Rafaël, Dürer of Rembrandt, dan vond men zelfs nau welijks literatuur over deze onderwerpen in de Leidsche bibliotheek Thans is dit geheel anders. Sinds in 1904 een privaat docent werd toegelaten, die in 1907 werd benoemd tot buitengewoon hoogleeraar, werd het onderwijs allengs verbeterd doordien, allereerst met hulp van het universiteits fonds, lantaarnplaatjes konden worden aan geschaft en weldra curatoren een bedrag beschikbaar stelden om fotografieën aan te koopen, terwijl in het Prentenkabinet dank zijn den toenmaligen directeur. Prof. Dr. S G. de Vries door aankoop van boe ken en tijdschriften langzamerhand de noodig-e literatuur voor studie en onderzoek werd aangeschaft. Maar het duurde nog tot 1921, de inwer kingtreding van het Academisch Statuut, alvorens de nieuwere kunstwetenschap naast hare reeds sinds eeuwen erkende zuster, de archaeologie, als examenvak mocht gelden. Men kan sindsdien candi- daats- en doctoraal examen in kunstgeschie denis doen en in dit vak promoveeren. Het aantal studeerenden neemt steeds toe, de meeste studenten worden opgeleid voor candidaats of doctoraal heizij in de kunstg^schiedénis. 'hetzij in het Neder- landsoh, de geschiedenis, de Romaansche taal en letteren of de rechtswetenschap, waarbij dan de kunstgeschiedenis als bij vak wordt gekozen, Nadat spr had uiteengezet, van hoe groot nut het kennen der oude kunstbeschaving is niet alleen voor vaklieden maar ook voor onze aanstaande leeraren, archivarissen enz., gaf hij een overzicht van het systeem van het onderwijs, waarbij hij wees op de bijzondere omstandigheid, dat Leiden door zijn musea en oude gebouwen zoo veel le vend studiemateriaal bezit, waarbij nog komt de zoo gelukkige combinatie met het prentenkabinet met zijn rijke boekerij ea vele origineele prenten en teekeningen. Door de prettige samenwerking met den Directeur van het Prentenkabinet, dr. de Gelder, door de hulp van den privaat-docent dr. H. Schneider en de krachtdadige mede werking van de assistente mej. O. Siegen- beek van Heukelom worden met den dag -de moeilijkheden, die het onderwijs uitteraard met zich brengt, minder. Ook werken hier toe mede degenen, die op de gymnasia en burgerscholen onderwijs in kunstgeschiede nis geven, zoodat de studenten niet meer alleen, gelijk vroeger, geheel onvoorbereid op de collegebanken komen. Door den groei van het aantal studenten werd het lesgeven in het gebouw van het Prentenkabinet aan het Rapenburg, waar alles in één vertrek gebeuren moest, ai- lengs onmogelijk, en ook de studenten kon den er niet meer rustig werken. Thans is, dank zij het initiatief van cura toren, het gebouw in de Kloksteeg betrok ken en zijn voor het onderwijs en de studie flinke, rustige lokaliteiten beschikbaar. binnenland. Officieele opening van het Prentenkabinet der Leidsche Universiteit. (Stadsnieuws, le Blad.) Het pensioenfonds in de typografie; hel royement Clansing bevestigd. (Binnenland, 3e Blad.) Ernstig motorongeluk bij Den Haag. (Gemengd. 2e Blad.) Hollandsche successen op den eersten dag van de zeilweek te Kiel. (Sport, 2e Blad). buitenland. De Oostenrijksche Bondsraad neemt de ontwapeningswet aan. (Builenl, le BI.) De Egyptische koning weigert het kabinet Nahas pasja ontslag. (Buitenland, le Blad.) De werkeloosheid in Engeland. (Buiten land, le Blad.) Spr. beschrijft vervolgens de lokaliteiten, brengl dank aan de onbekende schenkers, die de prachtige foto's aan de wanden, de gipsafgietsels enz. ten geschenke hebben ge geven, en dankt Curatoren, de Regeering en allen, die hebben meegewerkt om dezen heugelijken toestand te scheppen. Ean beroep op de studenten behoeft hij niet te doen: zij houden van deze wetenschap, zij zijn erken- I lelijk voor hetgeen de Universiteit hen in dit opzicht biedt en hebben reeds van hun verheugenis in het betrekken van dit gebouw uiting gegeven door het aanbieden van een I glas, ontworpen en vervaardigd door een oud-leerling dezer Universiteit, Hans Basart, en bij den ingang der groote collegezaal ge- j plaatst. Het beeldt de kunstgeschiedenis af met den vogel Phoenix als symbool van de i eeuwige verjonging der Kunst, omgaven door licht en door een golvende zee, welke verbeeldt de zich aldoor wijzigende schoon heid. Spr. besluit met het uiten van het ver trouwen, dat het nieuwe tjjdcerk, dat thans begint voor de studenten in de kunst geschiedenis te Leiden, tot voordeel moge strekken voor hun studie, tot heil voor de Nederlandsche kunstschatten en tot eer der Leidsche Alma Mater (applaus). Vervolgens betrad de directeur van het Kabinet dr. J. J. de Gelder het spreek gestoelte. Rede van dr. J. J. de Gelder. De directeur dr. J. J. de Gelder gaf daar na een overzicht van de geschiedenis van de instelling. Het Prentenkabinet, reeds meer dan een eeuw een instelling der Leidsche Universi teit, dankt zijn bestaan aan een legaat, dat Vrouwe Johanna, Louise van Oldenbarnevelt genaamd Tullingih, weduwe van Mr. Jean Theodoor Royer in 1809 bij testament als een geschenk voor deAcademie bestemde. Daarmee vervulde zij een wensch van haren, een jaar tevoren overleden echtge noot. Na de dood van mevrouw Royer ont vingen curatoren November 1815, de verza meling geborgen in 121 portefeuilles en 8 kunstboeken, uit handen van den uitvoerder van het testament. De beschrijvende catalogus der verzame ling, door Royer zelf gemaakt, was reeds voor de overdracht zoek geraakt, en wij heb ben alleen een afschrift van de minder nauwkeurig beschrijvende lijst, die door den notaris is opgemaakt. Dat een catalogus ontbrak is voor Cura- .Een groepfolo van het personeel van het Prentenkabinet. V.l.n.r. mej. O. Siegenbeek van Heukelom, assistente, de heer E. Pelin ok, student, dr. J. J. de Gelder, directeur, M. Sjerp aimmanuensis en prof. dr. ,W. Martin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 1