Aspirin
DE VERDWENEN DELORA
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Juni 1930
Derde Blad
No. 21543
GEMEENTEZAKEN.
Kristalletjes
met scherpe kanten
Vandaag heef en droog,
eenig op de wereld
FEUILLETON.
BENOEMING EN ONTSLAG.
Curatoren van het Gymnasium stellen voer
'j> benoemen tot secretaris van hun col-
in de plaats van mr. Van Deventer
nr. J. Dool, alhier.
B. en W. bevelen aan ter benoeming tot'
leeraar in de wiskunde aan de H. B. S.
toor meisjes (vacature mej. A. W. Sonei-
iema) 1 C. Grijpma, leeraar aan de H. B. S.
Stadskanaal, 2. mej. D. C. Laeyendecker,
ïdeljjk leerares alhier.
Aan verschillende openb. scholen zijn va-
atures, waarin kan worden voorzien door
rerplaatsing van een drietal leerkrachten,
'xnoeming van een op wachtgeld gestelde
sderwjjzeres en verder door benoeming
ran eenige op de lijst van bij voorkeur be.
loembaar geplaatste sollicitanten.
De ljjst bevat nog slechts de namen van
stee manneljjke en van een beperkt aantal
irouweljjke sollicitanten. Het ligt in de be-
ioeling van B. en W. zoo spoedig mogelijk
::t aanvulling van die ljjst of tot vaststel-
Sng van een nieuwe lijst te geraken. Aan
gezien daarmede eenige tjjd gemoeid is en
jj het gewenscht achten ten spoedigste in
ie vacatures te voorzien, kunnen zij voor de
ienoeming van twee mannelijke leerkraeh-
ien en van één vrouwelijke leerkracht geen
[oordrachten van drie personen aanbieden.
Mitsdien stellen B. en W. voor:
lo. over te plaatsen:
a. M. H. S. van Ewijck, onderwijzeres
an de o. i. school aan de Haverstraat B,
aar de o. I. opleidingsschool voor u. o.
ian den Maresingel B;
b. L. G. Tuk, onderwijzeres aan de o. I.
ghool aan den Zuidsingel B, naar de o. I.
(pleidingsschool voor u. 1. o. aan de Lan-
[etrug B;
o. I. van Wêerlee, onderwijzer aan de o. 1.
Kbool aan den Zuidsingel B. naar de o. J'.
Khool op het Schuttersveld B;
2o. te benoemen tot onderwijzeres aan
ie o. 1. school aan Haverstraat B, M. Th.
Reuser, gewezen onderwijzeres bij het
1. onderwijs alhier;
Voorts dragen B. en W. voor:
3. O. 1. school aan den Zuidsingel B: lo.
D. Bergman, tijdelijk onderwijzer te Lei-
ten; 2o. J. B. Volkers, tijdelijk; onderwijzer
Leiden;
b. O. 1. school aan den Zuidsingel A: lo.
B. Volkers, tijdelijk onderwijzer te Lei-
ten; 2o. M. D. Bergman, tijdelijk onder
ijzer te Leiden;
RECLAME.
kunnen diepe krassen in Uw
tanden maken. Een goede
tandpasta bevat geen kristal
letjes. Zij is onvoelbar zacht,
wanneer men ze tusschen de
vingers wrijft.
Odol-tandpasta is zoo zacht
als fluweel.
1/stubc
35 ets
2556
c. O. 1. opleidingsschool voor u. L o. aan
de Driftstraat: lo. E. E. K. Scholz, tijdelijk
onderwijzeres te Leiden; 2o. J. C. Aalbers-
berg, onderwijzeres te Benthuizen; 3o.
J. E. P. Vellekoop, tijdelijk onderwijzeres
te Leiden;
d. O. 1. school aan den Zuidsingel B: lo.
J. C. Aalbersberg, onderwijzeres te Bent
huizen; 2o. J. E. P. Vellekoop. tijdelijk on
derwijzeres te Leiden; 3o. W. Bijl, onder
wijzeres te Gorinchem;
e. O. 1. school op het Schuttersveld A:
lo. J. E. P. Vellekoop, tijdelijk onderwif-
zeres te Leiden; 2o. W. Bijl, onderwijzeres
te Gorinchem.
B. en W. stellen voor op verzoek eervol
j er.tslag te verleenen aan dr. D. A. H. van
Eek als leeraar in de oude talen en con
rector aan het Gymnasium en aan den hear
H. W. Blote als lid van de Gem. Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
VERHURING
B. en W. stellen voor te verhuren aan
den heer .T. Wout voor f. 750.per jaar
liet Winkelhuis mei erf, Nieuwe Rijn No.
21, destijds verhuurd aan den heer J Pie-
ete en F. Karremans; aan den heer G.
Langezaal voor f. -iöO.woning Aalmarkt
20b.
ZWEMFEEST DE ZIJL
Evenals vorige jaren verzocht het bestuur
van de zwemvereeniging ,De Zijl" ook thans
weder ten bbhoeve van een te houden
volkszwemfeest in het laatst van de maand
Juli a.s„ een subsidie uit de gemeentekas
te mogen ontvangen en wel tot het bedrag
dat dc vereeniging in voorgaande jaren ge
noot, n.l. f. 100.
B en W. stellen voor het gevraagde te
verleenen.
OVERNAME GROND.
In verband met bebouwing ter plaatse
slellen B. en W. voor te besluiten kosteloos
in eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen van de N.V. „Leidsche Ex
ploitatie Maatschappij van Onroerende Goe
deren":
a. het strookje grond en water. Ier groot-
Ie van 644 M2, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie P, No. 1585. gelegen aan den
Lagen Morschweg;
b. het strookje grond, ter grootte van plm.
17 M2, deel uitmakende van het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Leiden, sectie
M. No. 4738, gelegen aan de Lindestraat.
SLOOTDEMPING.
Tegen inwilliging van een verzoek van
de N.V. „Leidsche Exploitatie Maatschappij
van Onroerende Goederen" om vergunning
tot demping van een gedeelte sloot langs
den Lagen Morschweg. ter lengte van plm.
120 Meier en deel uitmakende van de per-
ceelen. kad. bekend gemeente Leiden Seclie
P. Nis 896 en 1585, bestaat bii B. en W.
geen bezwaar, zulks onder de gebruikelijke
voorwaarden.
EEN GYMNASTIEKLOKAAL.
De Raad besloot resp. op 14 Maart 1927
en 28 October 1929 medewerking te verlee
nen aan bet bestuur van de Gereformeerde
Schoolvereeniging alhier, tot den bouw van
een gymnastieklokaal bij zijn schoolgebouw
aan de Hooglandsclie Kerkgracht 20a en
tot uitbreiding van dat schoolgebouw met
twee leslokalen, alsmede tot aanschaffing
van de voo? de inrichting van die lokalen
benoodigde schoolmeubelen.
Aangezien voor het verkrijgen van den
voor de stichting van een gymnastieklokaal
benoodigden grond toepassing van de ont
eigeningswet noodig bleek, werd de uitvoe
ring van liet plan aanmerkelijk vertraagd.
Na beëindiging van de onteigeningproce-
dure werd 14 April j.I besloten tot. verkoop
van den grond aan de Gereformeerde School
vereeniging, zoodal thans het belelsel. om
tot uitvoering van de bouwplannen over te
gaan is weggenomen.
.Mitsdien geven B. en W. thans in over
weging de volgens de raming voor den aan
koop van den grond, den bouw en de inrich
ting benoodigde gelden, ad f. 63.000.toe
te staan.
AANKOOP GROND.
Door Mevr. J. P. J. M. van der Veldt zijn
aan de gemeente te koop aangeboden de
perceelen weiland onder de gemeente Oegsl-
geest, Sectie B Nis 442. 413, 595. 426. 447.
594 en 593, ter gezamenlijke grootte van
3.59.96 H A
Blijkens hare rapporten stelt de Com
missie van Beheer voor de gestichten ..En
degeest" e.a. op het verkrijgen van den grond
voor hare inrichtingen prijs.
In de eerste plaats toch grenzen de aan
geboden perceelen onmiddellijk aan het ter
rein van „Rliijngeest", zoodat dit terrein
daarmee zou kunnen worden vergroot, zoo
noodig en voorls is aankoop gewenscht om
te voorkomen, dat deze perceelen wenden
bebouwd, hetgeen niet zou slrooken met de
belangen van het sanatorium.
De prijs bedraagt f. 107s per M2. of
f. 38.695.70 in totaal.
B. en W. doen voorstellen tot aankoop.
UITDIEPING TREK VLIET.
De diepte van de Trekvliet tusschen de
spoorbrug in de lijn naar Woerden en de
grens van het havengebied (plus 250 M. len
W. van de Jaagbrug) is onvoldoende. Sche
pen van gewone grootte (plm. 130 ton)
moeten in de vaargeul blijven liggen, daar
zij wegens de geringe diepte de kant niet
kunnen bereiken. Deze wijze van lossen
is hoogst bezwaarlijk en niet zonder gevaar,
werkt de verondieping in de hand en levert
een ernstige belemmering voor de door
gaande scheepvaart op. Dit klemt te meer
met het oog op de lange zware zand-sleep-
treinen. welke ten behoeve van de werken
voor den spoorweg naar Boskoop thans ge
regeld door de stad varen en het land- en
waterverkeer in hooge mate belemmeren.
Wordt de Trekvliet op diepte gebracht, dan
zullen deze sleepen langs dit water en het
Rijn-Schiekanaal kunnen worden geleid.
B. en W. achten hot uitbaggeren van het
bedoelde gedeelte van den Trekvliet dan ook
urgent. Met de Commissie van Fabricage
komt het hun echter ongewenscht voor den
kleinen baggermolen van den Reinigings- en
Ontsmettingsdienst voor dit werk te bezi
gen. Deze molen toch, die in het bijzonder
voor de uitbaggering van de grachten is aan
geschaft. is voor dergelijk zwaar werk niet
gebouwd en zou daarvan ongetwijfeld veel
le lijden hebben Bovendien zou hij voor het
uitdiepen van den Trekvliet 3 A 4 maanden
in beslag genomen worden en zoodoende te
lang aan zijn eigenlijke bestemming worden
onttrokken.
B. en W. zouden daarom het werk hij
wijze van aanbesteding willen doen uitvoe
ren. waartoe zij een plan voorleggen. Daar
bij is een vaargeulbreedte aangehouden van
16 M„ zoodat twee schepen van de maxi
mum toegelaten breedte (6,85 M.) elkaar ge
makkelijk kunnen passeeren. Op plaatsen
waar bedrijven zijn gevestigd en dus sche
pen dicht onder den wal moeten kunnen ko
men, is echter met een grootere bTeedte re
kening gehouden. Voort is een vaargeul
diepte van 2,50 M. genomen, welke in ver
band met de slagdrempeldiepte in de keer
sluis aan de Haagbrug, die 2,27 M. bedraagt,
voldoende is te achten. De kosten, aan het
werk verbonden, worden geraamd op rond
f. 7.000.
VERZEKERING VOOR DE LAKENHAL.
De in het Stedelijk Museum „de Laken
hal" aanwezige schilderijen en andere
voorwerpen van waarde zijn voor een be
drag van f. 2.000.000.tegen brand ver
zekerd.
Bij B. en W. is dc vraag gerezen, ol het
wellicht aanbeveling zou verdienen .dat de
gemeente zich ook dekte tegen verlies of
beschadiging van deze kunstvoorwerpen
tengevolge van inbraak, diefstal enz. Zij
hebben hieromtrent de meening gevraagd
van de Commissie voor het Stedelijk Mu
seum „de Lakenhal", die als haar oordeel
uitspreekt, dat een verzekering tegen in
braak. diefstal en vermissing, naast de
brandassurantie, niet afdoende is, doch dat
een „all risks"-verzekering, waardoor alle
mogelijke risico's worden gedekt, noodza
kelijk is.
De „all risks"-premie. exclusief brand,
bedraagt 1%» per jaar; een verzekering
tegen f. 2.000.000.vordert dus een uit
gaaf van f. 2000.
De meerderheid van B. en W. deelt de
opinie van de Commissie en acht een uit
gaaf van f. 2000.per jaar voor dit doel
alleszins gewettigd; de minderheid is echter
van meening dat. in verband met aard en
omvang van het risico en ook met het oog
op de koslen, voor het sluiten van een der
gelijke veraekering vooralsnog geen vol
doende aanleiding bestaat en wenscht dus
eigen risico te dTagen.
ZIEKTEVERZEKERING.
Op 1 Maart 1930 is in werking getreden ar'.
21 van de wet lot regeling der arbeidersziek
teverzekering (Ziektewet). Dat artikel ver
klaart de ziekteverzekering ook van toepas
sing op personen in dienst van een publiek
rechtelijk lichaam .die verzekerd zouden
zijn, indien zij in dienst van een onderne
ming waren, voorzoover zij niet bij Ko
ninklijk besluit zijn uitgezonderd ol te
hunnen aanzien een door de Kroon vastge
stelde ol goedgekeurde regeling bij ziekte is
getroffen.
De verzekerde heeft bij ziekte in het al
gemeen recht op een uitkeering van 80 pet.
van het dagloon, gedurende ten hoogste zes
maanden. Als dagloon komt niet in aanmer
king hetgeen boven f. S wordt genoten, ter
wijl de uitkeering ingaat op den derden dag
van de ziekte.
Het Koninklijk Besluit van 11 Oclober
1929, S. 456 onttrekt aan de werking van
de Ziektewet alle personen in dienst van
een publiekrechtelijk lichaam, die onder
de Pensioenwet 1922 vallen, in verband
waarmede de Ziektewet, wat onze ge
meente betreft, slechts geldt voor de vol
gende personeelsgroepen:
a. personen, die korter, dan 2 jaren in
lijdelijken dienst werkzaam zijn;
b. personen, met wie een arbeids-over-
eenkomst naar burgerlijk recht is gesloten;
Met uitzondering van de tijdelijke werk
lieden, bestaat voor deze personen niet een
bij gemeenteverordening vastgestelde zie
kengeldregeling.
Niettemin ontvangen zij in de practijk,
evenals bet vaste personeel, ingeval van
ziekte uitkeering, die veelal zelfs gunstiger
is, dan dc uitkeering ;waarop ingevolge de
ziektewet aanspraak kan worden gemaakt.
Teneinde le voorkomen dat het desbetref
fend personeel door het in werking treden
van de Ziektewet in dit opzicht in ongun
stiger positie zou worden geplaatst, wen-
schen B. en W. te dezen aanzien dein be-
staanden toestand te handhaven. In ver
band met de bepalingen van de Ziektewet
zal dit in dien vorm moeten geschieden,
dat gedurende de eerste twee dagen het
volle loon wordt uitbetaald en daarna voor
een bepaalden tijd een toeslag op het zie
kengeld, bedoeld in de Ziektewet, wordt
toegekend ten bedrage van het loon, ver
mindert met dat ziekengeld.
De gemeente kan haar personeel op
tweeërlei wijze verzekeren. Zij kan zich
aansluiten bij een bedrijfsvereeniging Gaat
zij daartoe niet over, dan zijn haar verze-
keringsplicihtige arbeiders automatisch
verzekerd bij de ziekenkas van den Raad
van Arbeid. Aangezien een besluit tot toe
treding tot een 'bedrijfsvereeniging niet
werd genomen, loopt de verzekering se
dert 1 Maart jl. mitsdien bij de ziekenkas
van den Raad van Arbeid alhier. Daarin
kan echter te allen tijde wijziging worden
gebracht.
De Vereeniging van Nederiand9che Ge-
meenlen koesterde aanvankelijk het voor
nemen een zelfstandige bedrijfsvereeniging
van Nederlandsche gemeenten op te rich
ten. Na raadpleging van verschillende ter
zake deskundigen meende zij echter van
dat voornemen vooralsnog te moeten af
zien en adviseerde zij den gemeenten o:n
lid te worden van de reeds bestaande be
drijfsvereeniging „Algemeene Bedrijfsver
eeniging voor Ziekengeldverzekering" te
Amsterdam welke vereeniging bare admi
nistratie heeft ondergebracht bij „Centraal
iBeheer".
De leden van een bedrijfsvereeniging
brengen de werkelijke kosten der ziektege
vallen, vermeerderd met de noodzakelijke
administratie- en controle-kosten in zuiver
RECLAME.
morgen misschien
koel en nat!
Daarom ook in den
zomer nooit zonder
Aspirin-lab ie Hen.
Let op oranje bend en Beyerkruis. Prijs 75 cts.>
26öl
onderlingen omslag op, zoodat eerst aan
het einde van een boekjaar blijken zal,
welke onkosten definitief verschuldigd, zijn
In het desbetreffend schrijven van de Ver
eeniging van Nederlandsche Gemeenten
worden deze, volgens het omslagstelsel te
vergoeden kosten geraamd op 2 pCt. van
het loon. De indruk van B. en W. is, dat
deze raming optimistisch is, in aanmer
king moet worden genomen, dat de ge-
meenien de slechtste risico's leveren, aan
gezien hare verzekeringspliehtigen over
liet algemeen tot het losse personeel be-
hooren, hetgeen van le meer beteekeni- is,
nu de bij de genoemde bedrijfsvereeniging
aangesloten gemeenten blijkbaar ook
voor de toepassing van het omslagstelsel
tot een afzonderlijke groep vereenigd
zullen worden.
Ingeval de verzekering geschiedt bij de
ziekenkas van den Raad van Arbeid, is
daarentegen een vaste jaarpremie verschul
digd, die in het algemeen 2.3 pCt. van het
loon bedraagt.
Op het oogenblik bestaat omtrent de toe
passing en de gevolgen van de Ziektewet
uiteraard nog zoo goed als geen ervaring
en ontbreken derhalve aan de practijk ont
leende gegevens inzake het gemiddeld be
drag over eenige jaren van een volgens
het omslagstelsel geheven premie.
Waar nu aan de ziekenkas van den Raad
van Arbeid een vaste premie is verschul
digd en verrassingen omtrent de kosten der
verzekering mitsdien zijn uitgesloten, moet,
afgezien nog van het betrekkelijk geringe
verschil tusschen de vaste premie en de ge
raamde omslagpremie en van bezwaren
tegen toetreding tot een niet te Leiden ge
vestigde instelling, aan aansluiting bij dé
ziekenkas van den Raad van Arbeid alhier
voorshands de voorkeur worden gegeven.
Ook bestaat er naar meening van B. en'
W. vooralsnog geen aanleiding gebruik te
maken van de in het 3e lid van art. 21 der
Ziektewet open gelaten mogelijkheid om
het verzekeringsplichtige personeel aan dë
werking van de Ziektewet te onttrekken
door vaststelling van een aan de goedkeu
ring van de Kroon te onderwerpen zieken-
geldregcling. Do gemeente zou alsdan zelf
het risico van uitkeering van ziekengeld
dragen (in zooverre heeft mén hier dus
feitelijk te doen met een derden vorm vart
verzekering). Ook te dezen aanzien bé^
schikt men thans over te weinig statistiscfi
materiaal om een eenigszins gefundeerd
oordeel te kunnen uitspreken over het at
öf niet wenschelijke van het dragen vart
eigen risico.
Van de verschuldigde premie mag de
werkgever de helft op den verzekerde ver
halen. Van de aan den Raad van Arbeid te'
betalen premie van 2.3 pCt. mag de ge
meente dus 1.15 pCt. op het loon van dé
verzekerden inhouden. B. en W. geven !n
óverweging van deze bevoegdheid geen ge
bruik te maken; het vaste personeel draagt'
ook niet bij voor het genot van ziekengeld.
Bovendien zouden de verzekerden, die van
de gemeente tot nog toe zonder eenige bij
drage hunnerzijds een hooger ziekengeld
ontvingen, dan de wet in uitzicht stelt#
door verhaal financieel in een ongunstiger
positie worden gebracht.
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
HOOFDSTUK XXXI.
Den volgenden morgen om zeven uur
wenkten wij de binnenplaats op van het
County Hotel te Newcastle. Vlak voor ons
itond de auto, waarin Delora den vorigen
i.amiddag had gezeten. De chauffeur was
bezig met den wagen en wel keek hij even
°P, loen wij binnenreden, maar overigens
latte hij niet bijzonder op ons.
Door de spreekbuis gelastte ik onmiddel-
'ik aan Ferris, onzen chauffeur: „Rijd da-
Geüjfc weer weg en breng ons naar een ander
hotel
Dalton keek mij met verbazing aan en
'Wijl wij achteruit manoeuvreerden lot
rij weer op de straat stonden, verklaarde :k
hem:
..Neem me niet kwalijk, dat ik je chauf-
W orders gaf, maar dat is de auto, waar-
tthter wij hebben gereden en ik heb liever
"iet dat de heeren, die er in hebben gezeten,
*®len dat wij ze op de hielen zitten."
Dalton liet een zacht gefluit hooren en
zeide:
„Ei zoo. zijn we op de menschenjachl?
ou, daar moet je me toch wat meer van ver
dien, Austen."
.Dat zal niet gaan", antwoordde ik. „Het
s er te vaag voor. Als ik je het vertelde.
zou er toch geen touw aan vast te maken
zijn. Laat ik je alleen zeggen, dat ik om
meer dan één reden nieuwsgierig ben naar
wat die twee heeren, die in gindsche auto
hebben gezeten, te Newcastle hebben te
maken."
„Wie zijn hel?"
„De eene is een rijke Braziliaan. Delora
geheeten, de andere de Chineesche gezant."
De namen schenen mijn metgezel niets te
zeggen en hij volstond met zwijgend te knik
ken. Wij waren intusschen aan een ander
hotel gekomen en verlangden naar een har
tig ontbijt. Wij betraden de resfauratiezaal
en weldra verorberden wij met smaak onze
ham met eieren.
„Hoe lang denk je hier 1e moeten blij
ven?" vroeg Dalton mij.
„Dat weet ik nog niet zeker", antwoord
de ik .„Luister eens. Jack, als het eens noo
dig mocht wezen, dat ik hier den geheeten
dag blijf en we eerst van avond kunnen te-
rugkeeren, zoodal wij pas morgenochtend
bij het ontbijt terug kunnen zijn, zou je dat
te lang zijn?"
„Maar dat zou prachtig wezen!" verklaar
de Dalton. „Ik ben nog nooit in dit deel van
het land geweest en wou hier graag eens
poolshoogte nemen. Maar we moeten in
ieder geval terug zijn vóór morgenochtend,
omdat de lui van Horington dan kunnen
jagen
„Ja. later mag het niet woTden ver
klaarde ik.
Jack verliet mij kort daarop voor een be
zoek aan de gemeentelijke molor- en auto-
garage. Zonder mij een helder beeld te heb
ben gevormd van wat mij le doen stond,
had ik toch wel het gevoel, dat het ten volle
gerechtvaardigd was een nader onderzoek
in te stellen naar de reden van Delor&'s reds
naar Newcastle in zulk ongewoon gezel
schap. Ik begaf mij daarom naar de telefoon
en belde het County Hotel op. Ik vroeg den
directeur te spreken en dezen had ik spoe
dig aan het toestel.
„Ik verneem daar zooeven", zeide ik, „dat
de Chineesche gezant aan uw hotel is afge
stapt. Zou u zoo vriendelijk willen wezen
hem le vragen, of hij bereid zou zijn zich te
laten interviewen omtrent de aanleiding tot
zijn bezoek en wanneer het hem gelegen
zou zijn mij te ontvangen?"
Ik wachtte enkele minuten op antwoord.
Dit liet aan duidelijkheid niets te wenschen
over. Het bezoek van den gezant, verklaarde
mij de directeur, had een uitsluitend parti
culier karakter. Hij maakte eenvoudig een
autoreisje met een vriend en zij hadden
daybij Newcastle als pleisterplaats geko
zen. omdat het een interessante stad was,
die de gezant nog nooit had gezien. Maar hij
weigerde ten eenenmale in aanraking te ko
men met iemand, die hem wilde intervie
wen. Dat antwoord was gelijk ik had ver
wacht, zoodat ik er niel in het minst door
teleurgesteld was. Ik vroeg nu den direc
teur alleen nog. hoe lang dc heeren dachten
te blijven
„!k heb daarvan niet het minste idee",
antwoordde de directeur, „zij hebben zoo
even een rijtuig besteld, om een bezoek in
de stad af te leggen."
Ik bedankte hem voor de moeite en ver
liet onmiddellijk te voet mijn hotel. Toen ik
in de buurt van het County Hotel was ge
komen. reed een vierwielig rijtuig juist voor.
Op een veiligen afstand stelde ik mij op en
na een paar minuten zag ik den gezant en
Delora met haastige schTeden naar buiten
komen en in het rijtuig stappen. Ik wachtte
tot ijj weg waren, stat daarop de straat
over en ging naar den hotelportier, die nog
steeds op het trottoir stond. Ik stepte hem
vijf shilling in de hand, terwiftik zeide:
„Ik ben een reporter, zou u mij ook kun
nen zeggen, waar de gezant heenrijdt?"
Mot een glimlachje op zijn gelaat tikte hij
aan zijn pot en antwoordde:
„Zij gaan naar het kantoor van de heeren
Halliday en Co., de groote scheepswerven in
Corporation Street."
Ik bedankte hem en kuierde langzaam
verder. Ik had genoeg slof om te overdenken,
maar het scheen mij toe, dat er voor mij
niets meer te doen viel. Intusschen begaf
ik mij naar het adres, dat de portier mij had
gegeven en onldekte. gelijk ik mocht ver
wachten, dat het rijtuig zonder inzittenden
voor de deur stond. Aan de overzijde ont
dekte ik een klein café. Ik ging naar binnen
bestelde een Whisky soda en stak een
sigaret op. Daarop zette ik mij zoo, dat ik
den overkant in het oog kon houden. Een
half uur ging voorbij, vervolgens nog een
uur, doch eerst om één uur kwamen de beide
heeren weer naar buiten. Zij waren verge
zeld van een derde, die vermoedelijk een
lid van de firma was en die met hem in het
rijtuig stapte. Op het trottoir werden zij aan.
gesproken door een jongmensch met een
bril op, die zijn hoed afnam en een paar
woorden richtte tot den gezant. Deze schud,
de evenwel ontkennend het hoofd, terwijl hij
in het rijtuig stapte. De jonge man hield nog
aan maar het rijtuig zette zich in beweging
en reed weg. Zoodra het den hoek om was
snelde ik naar buiten en sprak hem aan.
„Zijn Excellentie houdt er niet van aange
sproken le worden", merkte ik op.
De reporter men zag het hem dadelijk
aan, dat hij dit waj schudde ontkennend
't hoofd en zij op knorrigen toon: „Met een
paar woorden was ik tevreden geweest,
maar hij wilde niets loslaten."
„Ik zou wel een willen weten, of hij een
der schepen in aanbouw gaat bezichtigen",
merkle ik op.
„Er ligt niets veel anders op de werf
antwoordde de jongeman, „behalve de twee
oorlogschepen voor Brazilië. Ik geloof niet
dat de Hallidays het recht hebben iets daar
van aan een ander te laten zien, tenzij met
speciale vergunning van de Braziliaansche
regeering.
.Mooie schepen, niet waar?"
„De mooiste, die ooit op de Tyne te water
zijn gelaten", anlwoorde de jonge man geest
driftig.
i „Wat een land van zoo weinig politieke
beteekenis als Brazilië kan hebben aan een
paar van de grootste oorlogsschepen ter
wereld kan niemand raden. Is u van een
Londensch blad?" vroeg hij.
Ik knikte en zeide: „Ik ben ze onafgebro
ken gevolgd, maar zij laten niets los. Inlus-
schen weet u wel dat de heer. die den Chi
neesehen gezant vergezeld ,een aanzienlijk
Braziliaan is?"
„Oho! Ik zou wel eens willen weten wat
dat te beteekenen heeft", prevelde de jour
nalist. „In ieder geval klinkt dat wel interes
sant."
„Mag ik u misschien wat aanbieden?"
vroeg ik.
Hij zei onmiddellijk ja en terwijl wij de
straat overgingen, informeerde hij:
„Van welke courant is u?"
(Wordt vervolgd).