Aspirin DE VERDWENEN DELORA 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Juni 1930 Derde Blad No. 21543 GEMEENTEZAKEN. Kristalletjes met scherpe kanten Vandaag heef en droog, eenig op de wereld FEUILLETON. BENOEMING EN ONTSLAG. Curatoren van het Gymnasium stellen voer 'j> benoemen tot secretaris van hun col- in de plaats van mr. Van Deventer nr. J. Dool, alhier. B. en W. bevelen aan ter benoeming tot' leeraar in de wiskunde aan de H. B. S. toor meisjes (vacature mej. A. W. Sonei- iema) 1 C. Grijpma, leeraar aan de H. B. S. Stadskanaal, 2. mej. D. C. Laeyendecker, ïdeljjk leerares alhier. Aan verschillende openb. scholen zijn va- atures, waarin kan worden voorzien door rerplaatsing van een drietal leerkrachten, 'xnoeming van een op wachtgeld gestelde sderwjjzeres en verder door benoeming ran eenige op de lijst van bij voorkeur be. loembaar geplaatste sollicitanten. De ljjst bevat nog slechts de namen van stee manneljjke en van een beperkt aantal irouweljjke sollicitanten. Het ligt in de be- ioeling van B. en W. zoo spoedig mogelijk ::t aanvulling van die ljjst of tot vaststel- Sng van een nieuwe lijst te geraken. Aan gezien daarmede eenige tjjd gemoeid is en jj het gewenscht achten ten spoedigste in ie vacatures te voorzien, kunnen zij voor de ienoeming van twee mannelijke leerkraeh- ien en van één vrouwelijke leerkracht geen [oordrachten van drie personen aanbieden. Mitsdien stellen B. en W. voor: lo. over te plaatsen: a. M. H. S. van Ewijck, onderwijzeres an de o. i. school aan de Haverstraat B, aar de o. I. opleidingsschool voor u. o. ian den Maresingel B; b. L. G. Tuk, onderwijzeres aan de o. I. ghool aan den Zuidsingel B, naar de o. I. (pleidingsschool voor u. 1. o. aan de Lan- [etrug B; o. I. van Wêerlee, onderwijzer aan de o. 1. Kbool aan den Zuidsingel B. naar de o. J'. Khool op het Schuttersveld B; 2o. te benoemen tot onderwijzeres aan ie o. 1. school aan Haverstraat B, M. Th. Reuser, gewezen onderwijzeres bij het 1. onderwijs alhier; Voorts dragen B. en W. voor: 3. O. 1. school aan den Zuidsingel B: lo. D. Bergman, tijdelijk onderwijzer te Lei- ten; 2o. J. B. Volkers, tijdelijk; onderwijzer Leiden; b. O. 1. school aan den Zuidsingel A: lo. B. Volkers, tijdelijk onderwijzer te Lei- ten; 2o. M. D. Bergman, tijdelijk onder ijzer te Leiden; RECLAME. kunnen diepe krassen in Uw tanden maken. Een goede tandpasta bevat geen kristal letjes. Zij is onvoelbar zacht, wanneer men ze tusschen de vingers wrijft. Odol-tandpasta is zoo zacht als fluweel. 1/stubc 35 ets 2556 c. O. 1. opleidingsschool voor u. L o. aan de Driftstraat: lo. E. E. K. Scholz, tijdelijk onderwijzeres te Leiden; 2o. J. C. Aalbers- berg, onderwijzeres te Benthuizen; 3o. J. E. P. Vellekoop, tijdelijk onderwijzeres te Leiden; d. O. 1. school aan den Zuidsingel B: lo. J. C. Aalbersberg, onderwijzeres te Bent huizen; 2o. J. E. P. Vellekoop. tijdelijk on derwijzeres te Leiden; 3o. W. Bijl, onder wijzeres te Gorinchem; e. O. 1. school op het Schuttersveld A: lo. J. E. P. Vellekoop, tijdelijk onderwif- zeres te Leiden; 2o. W. Bijl, onderwijzeres te Gorinchem. B. en W. stellen voor op verzoek eervol j er.tslag te verleenen aan dr. D. A. H. van Eek als leeraar in de oude talen en con rector aan het Gymnasium en aan den hear H. W. Blote als lid van de Gem. Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. VERHURING B. en W. stellen voor te verhuren aan den heer .T. Wout voor f. 750.per jaar liet Winkelhuis mei erf, Nieuwe Rijn No. 21, destijds verhuurd aan den heer J Pie- ete en F. Karremans; aan den heer G. Langezaal voor f. -iöO.woning Aalmarkt 20b. ZWEMFEEST DE ZIJL Evenals vorige jaren verzocht het bestuur van de zwemvereeniging ,De Zijl" ook thans weder ten bbhoeve van een te houden volkszwemfeest in het laatst van de maand Juli a.s„ een subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen en wel tot het bedrag dat dc vereeniging in voorgaande jaren ge noot, n.l. f. 100. B en W. stellen voor het gevraagde te verleenen. OVERNAME GROND. In verband met bebouwing ter plaatse slellen B. en W. voor te besluiten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen van de N.V. „Leidsche Ex ploitatie Maatschappij van Onroerende Goe deren": a. het strookje grond en water. Ier groot- Ie van 644 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, No. 1585. gelegen aan den Lagen Morschweg; b. het strookje grond, ter grootte van plm. 17 M2, deel uitmakende van het perceel, ka dastraal bekend gemeente Leiden, sectie M. No. 4738, gelegen aan de Lindestraat. SLOOTDEMPING. Tegen inwilliging van een verzoek van de N.V. „Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen" om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Lagen Morschweg. ter lengte van plm. 120 Meier en deel uitmakende van de per- ceelen. kad. bekend gemeente Leiden Seclie P. Nis 896 en 1585, bestaat bii B. en W. geen bezwaar, zulks onder de gebruikelijke voorwaarden. EEN GYMNASTIEKLOKAAL. De Raad besloot resp. op 14 Maart 1927 en 28 October 1929 medewerking te verlee nen aan bet bestuur van de Gereformeerde Schoolvereeniging alhier, tot den bouw van een gymnastieklokaal bij zijn schoolgebouw aan de Hooglandsclie Kerkgracht 20a en tot uitbreiding van dat schoolgebouw met twee leslokalen, alsmede tot aanschaffing van de voo? de inrichting van die lokalen benoodigde schoolmeubelen. Aangezien voor het verkrijgen van den voor de stichting van een gymnastieklokaal benoodigden grond toepassing van de ont eigeningswet noodig bleek, werd de uitvoe ring van liet plan aanmerkelijk vertraagd. Na beëindiging van de onteigeningproce- dure werd 14 April j.I besloten tot. verkoop van den grond aan de Gereformeerde School vereeniging, zoodal thans het belelsel. om tot uitvoering van de bouwplannen over te gaan is weggenomen. .Mitsdien geven B. en W. thans in over weging de volgens de raming voor den aan koop van den grond, den bouw en de inrich ting benoodigde gelden, ad f. 63.000.toe te staan. AANKOOP GROND. Door Mevr. J. P. J. M. van der Veldt zijn aan de gemeente te koop aangeboden de perceelen weiland onder de gemeente Oegsl- geest, Sectie B Nis 442. 413, 595. 426. 447. 594 en 593, ter gezamenlijke grootte van 3.59.96 H A Blijkens hare rapporten stelt de Com missie van Beheer voor de gestichten ..En degeest" e.a. op het verkrijgen van den grond voor hare inrichtingen prijs. In de eerste plaats toch grenzen de aan geboden perceelen onmiddellijk aan het ter rein van „Rliijngeest", zoodat dit terrein daarmee zou kunnen worden vergroot, zoo noodig en voorls is aankoop gewenscht om te voorkomen, dat deze perceelen wenden bebouwd, hetgeen niet zou slrooken met de belangen van het sanatorium. De prijs bedraagt f. 107s per M2. of f. 38.695.70 in totaal. B. en W. doen voorstellen tot aankoop. UITDIEPING TREK VLIET. De diepte van de Trekvliet tusschen de spoorbrug in de lijn naar Woerden en de grens van het havengebied (plus 250 M. len W. van de Jaagbrug) is onvoldoende. Sche pen van gewone grootte (plm. 130 ton) moeten in de vaargeul blijven liggen, daar zij wegens de geringe diepte de kant niet kunnen bereiken. Deze wijze van lossen is hoogst bezwaarlijk en niet zonder gevaar, werkt de verondieping in de hand en levert een ernstige belemmering voor de door gaande scheepvaart op. Dit klemt te meer met het oog op de lange zware zand-sleep- treinen. welke ten behoeve van de werken voor den spoorweg naar Boskoop thans ge regeld door de stad varen en het land- en waterverkeer in hooge mate belemmeren. Wordt de Trekvliet op diepte gebracht, dan zullen deze sleepen langs dit water en het Rijn-Schiekanaal kunnen worden geleid. B. en W. achten hot uitbaggeren van het bedoelde gedeelte van den Trekvliet dan ook urgent. Met de Commissie van Fabricage komt het hun echter ongewenscht voor den kleinen baggermolen van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst voor dit werk te bezi gen. Deze molen toch, die in het bijzonder voor de uitbaggering van de grachten is aan geschaft. is voor dergelijk zwaar werk niet gebouwd en zou daarvan ongetwijfeld veel le lijden hebben Bovendien zou hij voor het uitdiepen van den Trekvliet 3 A 4 maanden in beslag genomen worden en zoodoende te lang aan zijn eigenlijke bestemming worden onttrokken. B. en W. zouden daarom het werk hij wijze van aanbesteding willen doen uitvoe ren. waartoe zij een plan voorleggen. Daar bij is een vaargeulbreedte aangehouden van 16 M„ zoodat twee schepen van de maxi mum toegelaten breedte (6,85 M.) elkaar ge makkelijk kunnen passeeren. Op plaatsen waar bedrijven zijn gevestigd en dus sche pen dicht onder den wal moeten kunnen ko men, is echter met een grootere bTeedte re kening gehouden. Voort is een vaargeul diepte van 2,50 M. genomen, welke in ver band met de slagdrempeldiepte in de keer sluis aan de Haagbrug, die 2,27 M. bedraagt, voldoende is te achten. De kosten, aan het werk verbonden, worden geraamd op rond f. 7.000. VERZEKERING VOOR DE LAKENHAL. De in het Stedelijk Museum „de Laken hal" aanwezige schilderijen en andere voorwerpen van waarde zijn voor een be drag van f. 2.000.000.tegen brand ver zekerd. Bij B. en W. is dc vraag gerezen, ol het wellicht aanbeveling zou verdienen .dat de gemeente zich ook dekte tegen verlies of beschadiging van deze kunstvoorwerpen tengevolge van inbraak, diefstal enz. Zij hebben hieromtrent de meening gevraagd van de Commissie voor het Stedelijk Mu seum „de Lakenhal", die als haar oordeel uitspreekt, dat een verzekering tegen in braak. diefstal en vermissing, naast de brandassurantie, niet afdoende is, doch dat een „all risks"-verzekering, waardoor alle mogelijke risico's worden gedekt, noodza kelijk is. De „all risks"-premie. exclusief brand, bedraagt 1%» per jaar; een verzekering tegen f. 2.000.000.vordert dus een uit gaaf van f. 2000. De meerderheid van B. en W. deelt de opinie van de Commissie en acht een uit gaaf van f. 2000.per jaar voor dit doel alleszins gewettigd; de minderheid is echter van meening dat. in verband met aard en omvang van het risico en ook met het oog op de koslen, voor het sluiten van een der gelijke veraekering vooralsnog geen vol doende aanleiding bestaat en wenscht dus eigen risico te dTagen. ZIEKTEVERZEKERING. Op 1 Maart 1930 is in werking getreden ar'. 21 van de wet lot regeling der arbeidersziek teverzekering (Ziektewet). Dat artikel ver klaart de ziekteverzekering ook van toepas sing op personen in dienst van een publiek rechtelijk lichaam .die verzekerd zouden zijn, indien zij in dienst van een onderne ming waren, voorzoover zij niet bij Ko ninklijk besluit zijn uitgezonderd ol te hunnen aanzien een door de Kroon vastge stelde ol goedgekeurde regeling bij ziekte is getroffen. De verzekerde heeft bij ziekte in het al gemeen recht op een uitkeering van 80 pet. van het dagloon, gedurende ten hoogste zes maanden. Als dagloon komt niet in aanmer king hetgeen boven f. S wordt genoten, ter wijl de uitkeering ingaat op den derden dag van de ziekte. Het Koninklijk Besluit van 11 Oclober 1929, S. 456 onttrekt aan de werking van de Ziektewet alle personen in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, die onder de Pensioenwet 1922 vallen, in verband waarmede de Ziektewet, wat onze ge meente betreft, slechts geldt voor de vol gende personeelsgroepen: a. personen, die korter, dan 2 jaren in lijdelijken dienst werkzaam zijn; b. personen, met wie een arbeids-over- eenkomst naar burgerlijk recht is gesloten; Met uitzondering van de tijdelijke werk lieden, bestaat voor deze personen niet een bij gemeenteverordening vastgestelde zie kengeldregeling. Niettemin ontvangen zij in de practijk, evenals bet vaste personeel, ingeval van ziekte uitkeering, die veelal zelfs gunstiger is, dan dc uitkeering ;waarop ingevolge de ziektewet aanspraak kan worden gemaakt. Teneinde le voorkomen dat het desbetref fend personeel door het in werking treden van de Ziektewet in dit opzicht in ongun stiger positie zou worden geplaatst, wen- schen B. en W. te dezen aanzien dein be- staanden toestand te handhaven. In ver band met de bepalingen van de Ziektewet zal dit in dien vorm moeten geschieden, dat gedurende de eerste twee dagen het volle loon wordt uitbetaald en daarna voor een bepaalden tijd een toeslag op het zie kengeld, bedoeld in de Ziektewet, wordt toegekend ten bedrage van het loon, ver mindert met dat ziekengeld. De gemeente kan haar personeel op tweeërlei wijze verzekeren. Zij kan zich aansluiten bij een bedrijfsvereeniging Gaat zij daartoe niet over, dan zijn haar verze- keringsplicihtige arbeiders automatisch verzekerd bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid. Aangezien een besluit tot toe treding tot een 'bedrijfsvereeniging niet werd genomen, loopt de verzekering se dert 1 Maart jl. mitsdien bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid alhier. Daarin kan echter te allen tijde wijziging worden gebracht. De Vereeniging van Nederiand9che Ge- meenlen koesterde aanvankelijk het voor nemen een zelfstandige bedrijfsvereeniging van Nederlandsche gemeenten op te rich ten. Na raadpleging van verschillende ter zake deskundigen meende zij echter van dat voornemen vooralsnog te moeten af zien en adviseerde zij den gemeenten o:n lid te worden van de reeds bestaande be drijfsvereeniging „Algemeene Bedrijfsver eeniging voor Ziekengeldverzekering" te Amsterdam welke vereeniging bare admi nistratie heeft ondergebracht bij „Centraal iBeheer". De leden van een bedrijfsvereeniging brengen de werkelijke kosten der ziektege vallen, vermeerderd met de noodzakelijke administratie- en controle-kosten in zuiver RECLAME. morgen misschien koel en nat! Daarom ook in den zomer nooit zonder Aspirin-lab ie Hen. Let op oranje bend en Beyerkruis. Prijs 75 cts.> 26öl onderlingen omslag op, zoodat eerst aan het einde van een boekjaar blijken zal, welke onkosten definitief verschuldigd, zijn In het desbetreffend schrijven van de Ver eeniging van Nederlandsche Gemeenten worden deze, volgens het omslagstelsel te vergoeden kosten geraamd op 2 pCt. van het loon. De indruk van B. en W. is, dat deze raming optimistisch is, in aanmer king moet worden genomen, dat de ge- meenien de slechtste risico's leveren, aan gezien hare verzekeringspliehtigen over liet algemeen tot het losse personeel be- hooren, hetgeen van le meer beteekeni- is, nu de bij de genoemde bedrijfsvereeniging aangesloten gemeenten blijkbaar ook voor de toepassing van het omslagstelsel tot een afzonderlijke groep vereenigd zullen worden. Ingeval de verzekering geschiedt bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid, is daarentegen een vaste jaarpremie verschul digd, die in het algemeen 2.3 pCt. van het loon bedraagt. Op het oogenblik bestaat omtrent de toe passing en de gevolgen van de Ziektewet uiteraard nog zoo goed als geen ervaring en ontbreken derhalve aan de practijk ont leende gegevens inzake het gemiddeld be drag over eenige jaren van een volgens het omslagstelsel geheven premie. Waar nu aan de ziekenkas van den Raad van Arbeid een vaste premie is verschul digd en verrassingen omtrent de kosten der verzekering mitsdien zijn uitgesloten, moet, afgezien nog van het betrekkelijk geringe verschil tusschen de vaste premie en de ge raamde omslagpremie en van bezwaren tegen toetreding tot een niet te Leiden ge vestigde instelling, aan aansluiting bij dé ziekenkas van den Raad van Arbeid alhier voorshands de voorkeur worden gegeven. Ook bestaat er naar meening van B. en' W. vooralsnog geen aanleiding gebruik te maken van de in het 3e lid van art. 21 der Ziektewet open gelaten mogelijkheid om het verzekeringsplichtige personeel aan dë werking van de Ziektewet te onttrekken door vaststelling van een aan de goedkeu ring van de Kroon te onderwerpen zieken- geldregcling. Do gemeente zou alsdan zelf het risico van uitkeering van ziekengeld dragen (in zooverre heeft mén hier dus feitelijk te doen met een derden vorm vart verzekering). Ook te dezen aanzien bé^ schikt men thans over te weinig statistiscfi materiaal om een eenigszins gefundeerd oordeel te kunnen uitspreken over het at öf niet wenschelijke van het dragen vart eigen risico. Van de verschuldigde premie mag de werkgever de helft op den verzekerde ver halen. Van de aan den Raad van Arbeid te' betalen premie van 2.3 pCt. mag de ge meente dus 1.15 pCt. op het loon van dé verzekerden inhouden. B. en W. geven !n óverweging van deze bevoegdheid geen ge bruik te maken; het vaste personeel draagt' ook niet bij voor het genot van ziekengeld. Bovendien zouden de verzekerden, die van de gemeente tot nog toe zonder eenige bij drage hunnerzijds een hooger ziekengeld ontvingen, dan de wet in uitzicht stelt# door verhaal financieel in een ongunstiger positie worden gebracht. Door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XXXI. Den volgenden morgen om zeven uur wenkten wij de binnenplaats op van het County Hotel te Newcastle. Vlak voor ons itond de auto, waarin Delora den vorigen i.amiddag had gezeten. De chauffeur was bezig met den wagen en wel keek hij even °P, loen wij binnenreden, maar overigens latte hij niet bijzonder op ons. Door de spreekbuis gelastte ik onmiddel- 'ik aan Ferris, onzen chauffeur: „Rijd da- Geüjfc weer weg en breng ons naar een ander hotel Dalton keek mij met verbazing aan en 'Wijl wij achteruit manoeuvreerden lot rij weer op de straat stonden, verklaarde :k hem: ..Neem me niet kwalijk, dat ik je chauf- W orders gaf, maar dat is de auto, waar- tthter wij hebben gereden en ik heb liever "iet dat de heeren, die er in hebben gezeten, *®len dat wij ze op de hielen zitten." Dalton liet een zacht gefluit hooren en zeide: „Ei zoo. zijn we op de menschenjachl? ou, daar moet je me toch wat meer van ver dien, Austen." .Dat zal niet gaan", antwoordde ik. „Het s er te vaag voor. Als ik je het vertelde. zou er toch geen touw aan vast te maken zijn. Laat ik je alleen zeggen, dat ik om meer dan één reden nieuwsgierig ben naar wat die twee heeren, die in gindsche auto hebben gezeten, te Newcastle hebben te maken." „Wie zijn hel?" „De eene is een rijke Braziliaan. Delora geheeten, de andere de Chineesche gezant." De namen schenen mijn metgezel niets te zeggen en hij volstond met zwijgend te knik ken. Wij waren intusschen aan een ander hotel gekomen en verlangden naar een har tig ontbijt. Wij betraden de resfauratiezaal en weldra verorberden wij met smaak onze ham met eieren. „Hoe lang denk je hier 1e moeten blij ven?" vroeg Dalton mij. „Dat weet ik nog niet zeker", antwoord de ik .„Luister eens. Jack, als het eens noo dig mocht wezen, dat ik hier den geheeten dag blijf en we eerst van avond kunnen te- rugkeeren, zoodal wij pas morgenochtend bij het ontbijt terug kunnen zijn, zou je dat te lang zijn?" „Maar dat zou prachtig wezen!" verklaar de Dalton. „Ik ben nog nooit in dit deel van het land geweest en wou hier graag eens poolshoogte nemen. Maar we moeten in ieder geval terug zijn vóór morgenochtend, omdat de lui van Horington dan kunnen jagen „Ja. later mag het niet woTden ver klaarde ik. Jack verliet mij kort daarop voor een be zoek aan de gemeentelijke molor- en auto- garage. Zonder mij een helder beeld te heb ben gevormd van wat mij le doen stond, had ik toch wel het gevoel, dat het ten volle gerechtvaardigd was een nader onderzoek in te stellen naar de reden van Delor&'s reds naar Newcastle in zulk ongewoon gezel schap. Ik begaf mij daarom naar de telefoon en belde het County Hotel op. Ik vroeg den directeur te spreken en dezen had ik spoe dig aan het toestel. „Ik verneem daar zooeven", zeide ik, „dat de Chineesche gezant aan uw hotel is afge stapt. Zou u zoo vriendelijk willen wezen hem le vragen, of hij bereid zou zijn zich te laten interviewen omtrent de aanleiding tot zijn bezoek en wanneer het hem gelegen zou zijn mij te ontvangen?" Ik wachtte enkele minuten op antwoord. Dit liet aan duidelijkheid niets te wenschen over. Het bezoek van den gezant, verklaarde mij de directeur, had een uitsluitend parti culier karakter. Hij maakte eenvoudig een autoreisje met een vriend en zij hadden daybij Newcastle als pleisterplaats geko zen. omdat het een interessante stad was, die de gezant nog nooit had gezien. Maar hij weigerde ten eenenmale in aanraking te ko men met iemand, die hem wilde intervie wen. Dat antwoord was gelijk ik had ver wacht, zoodat ik er niel in het minst door teleurgesteld was. Ik vroeg nu den direc teur alleen nog. hoe lang dc heeren dachten te blijven „!k heb daarvan niet het minste idee", antwoordde de directeur, „zij hebben zoo even een rijtuig besteld, om een bezoek in de stad af te leggen." Ik bedankte hem voor de moeite en ver liet onmiddellijk te voet mijn hotel. Toen ik in de buurt van het County Hotel was ge komen. reed een vierwielig rijtuig juist voor. Op een veiligen afstand stelde ik mij op en na een paar minuten zag ik den gezant en Delora met haastige schTeden naar buiten komen en in het rijtuig stappen. Ik wachtte tot ijj weg waren, stat daarop de straat over en ging naar den hotelportier, die nog steeds op het trottoir stond. Ik stepte hem vijf shilling in de hand, terwiftik zeide: „Ik ben een reporter, zou u mij ook kun nen zeggen, waar de gezant heenrijdt?" Mot een glimlachje op zijn gelaat tikte hij aan zijn pot en antwoordde: „Zij gaan naar het kantoor van de heeren Halliday en Co., de groote scheepswerven in Corporation Street." Ik bedankte hem en kuierde langzaam verder. Ik had genoeg slof om te overdenken, maar het scheen mij toe, dat er voor mij niets meer te doen viel. Intusschen begaf ik mij naar het adres, dat de portier mij had gegeven en onldekte. gelijk ik mocht ver wachten, dat het rijtuig zonder inzittenden voor de deur stond. Aan de overzijde ont dekte ik een klein café. Ik ging naar binnen bestelde een Whisky soda en stak een sigaret op. Daarop zette ik mij zoo, dat ik den overkant in het oog kon houden. Een half uur ging voorbij, vervolgens nog een uur, doch eerst om één uur kwamen de beide heeren weer naar buiten. Zij waren verge zeld van een derde, die vermoedelijk een lid van de firma was en die met hem in het rijtuig stapte. Op het trottoir werden zij aan. gesproken door een jongmensch met een bril op, die zijn hoed afnam en een paar woorden richtte tot den gezant. Deze schud, de evenwel ontkennend het hoofd, terwijl hij in het rijtuig stapte. De jonge man hield nog aan maar het rijtuig zette zich in beweging en reed weg. Zoodra het den hoek om was snelde ik naar buiten en sprak hem aan. „Zijn Excellentie houdt er niet van aange sproken le worden", merkte ik op. De reporter men zag het hem dadelijk aan, dat hij dit waj schudde ontkennend 't hoofd en zij op knorrigen toon: „Met een paar woorden was ik tevreden geweest, maar hij wilde niets loslaten." „Ik zou wel een willen weten, of hij een der schepen in aanbouw gaat bezichtigen", merkle ik op. „Er ligt niets veel anders op de werf antwoordde de jongeman, „behalve de twee oorlogschepen voor Brazilië. Ik geloof niet dat de Hallidays het recht hebben iets daar van aan een ander te laten zien, tenzij met speciale vergunning van de Braziliaansche regeering. .Mooie schepen, niet waar?" „De mooiste, die ooit op de Tyne te water zijn gelaten", anlwoorde de jonge man geest driftig. i „Wat een land van zoo weinig politieke beteekenis als Brazilië kan hebben aan een paar van de grootste oorlogsschepen ter wereld kan niemand raden. Is u van een Londensch blad?" vroeg hij. Ik knikte en zeide: „Ik ben ze onafgebro ken gevolgd, maar zij laten niets los. Inlus- schen weet u wel dat de heer. die den Chi neesehen gezant vergezeld ,een aanzienlijk Braziliaan is?" „Oho! Ik zou wel eens willen weten wat dat te beteekenen heeft", prevelde de jour nalist. „In ieder geval klinkt dat wel interes sant." „Mag ik u misschien wat aanbieden?" vroeg ik. Hij zei onmiddellijk ja en terwijl wij de straat overgingen, informeerde hij: „Van welke courant is u?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9