be/JtadeA CïmmOuwkeAA
DE A.V.R.O. PROTESTEERT TEGEN
DE ZENDTIJDVERDEELING.
DE VERDWENEN DELORA
71rfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 26 Mei 1930
Derde Blad No. 21531
DE GRAF ZEPPELIN TE RIO DE JANEIRO.
KUNST EH LETTEREN.
FEUILLETON.
Vierduizend luistervinken te Amsterdam in vergadering bijeen.
Voor eenige duizenden was zelfs geen staanplaats meer.
Zaterdagmiddag hield de Avro Ie Am-
sterdam haar buitengewone algemeene ver
gadering in het Concertgebouw en in Carré
om te prote9teeren tegen de zendverdeeling.
Beide zalen waren tot de laatste plaats be
zet, terwijl eenige duizenden luistervinken
moesten worden teruggewezen 1 Reeds uren
tevoren stonden de honderden te wachten
Toor beide gebouwen.
In het Concertgebouw presideerde dr. Mol-
huyzen, vice-voorzitler van de Avro.
Deze vergadering zegt spr., is bijeenge
roepen om teleurstelling en verontwaardi
ging uit te spreken over de onbillijke ver
deeling van den zendtijd, die een geest van
verbittering heeft gewekt. Hoe zijn wij ont
goocheld, door dat besluit, zegt spr. en hij
herinnert voorts aan alle tegenwerking die
de A.V.R.O. heeft ondervonden. Ondanks al
die tegenwerking is de A.V.R.O. gegroeid.
I Deze vergadering is er een bewijs van dat
men verontwaardigd is, maar het toont te-
j yens de vastberadenheid om -het onrecht
weer te herstellen (daverend en langdurig
applaus). G-ij wenscht zegt spr. de klanken
in uw huiskamer, die u lief zijn geworden fe
I behouden. De A.V.R.O. is u lief geworden
in uw gezin en zult gij u dat zoo maar laten
afnemen vraagt spr. (geroep, neen nooit).
Kunt gij goedvinden, dat dit ontstellend on-
I recht niet worde hersteld? (geroep: Neen!)
Spr. is overtuigd, dat de luistervinken het
A.V.RO. bestuur zullen terzijde staan. Er is
op alle mogelijke manieren door het bestuur
gerequestreerd, maar het heeft niet gebaat.
De campagne van tegenstanders, die ons
verdacht maakten en ons besmeurden, heeft
gezegevierd. Het is echter nog nooit voorge
komen dat onrecht en leugen duurzaam
overwonnen. We mogen dan ook niet rusten
j voor het onrecht de A.V.R.O aangedaan is
hersteld. Dit onrecht moeten wij ons op
het oogenblik laten welgevallen. Wij reke
nen in dezen tijd op uw steun en op uw
trouw.
Hierna is het woord aan ds. Ekering, den
leider van de Morgenwijding. Hij uit zijn
vreugde, dat het Concertgebouw vol is, dat
Garré is uitverkocht, en er nog een paar
j duizend op straat staan. Toch mist spr. er
j een, n.l. minister Reymer (een gebrul ging
op). We zijn hier bijeen om onze groote en
diepe verontwaardiging uit te spreken. In
Den Haag is men lang niet gerust, maar
men moet zich in Den Haag niet zoo spoedig
op zijn teenen getrapt voelen, wanneer men
daar het Nederlandsche Volk op de ziel'heeft
getrapt. In de Christelijke Radiobode staat
le lezen, zegt spr., onder het portret van
Minister Reymer: De man die ons recht
deed. Spr. had gedacht, dat de minister niet
een deel, van het volk behoorde recht te
doen, maar het volk had recht te doen.
(applaus).
Voorts betoogde spr. dat wanneer van een
winkelier, die een groote zaak heeft d*3
helft zou worden onteigend ten eigen nutte,
men zoo iemand zou rijp verklaren voor een
gekkenhuis. Zoo iets zegt spr. is ons over
komen.
Tenslotte betoogt spr. dat het tijd wordt
dat het staatsrechtelijk faillissement wordt
aangevraagd van dezen minister, en dat mi
nister Reymer, ex-excellentie wordt. Krachr
tig dient te worden aangedrongen bij de re
dering op herstel van het onrecht. We zijn
het nu moei! (daverend applaus).
Door dr. P. H Ritter, de volgende spr.,
fordi uiteengezet d3t bet boeken-halfuurtje
en van de aanleidingen is geweest van' het
onrecht. Door tal van Soc. Democraten, zegt
!pr., is echter gesproken voor de A.V.R.O.
De A.V.R.O. heeft ook aan den Soc. Dem.
volksgroep recht willen doen in den aethc-r.
M van brieven heeft spr. ontvangen niet
alleen van intellectueele Soc. Democraten,
®aar ook van zeer eenvoudige Soc. Dem.
Zoo was het ook met de Katholieken. Er is
«hter steeds voor gezorgd dat altijd woor
den werden gebruikt, die in elke huiska-
mcr gehoord mochten worden. Ook het prot.
Christelijk Nederland wordt in het boeken-
halfuurtje niet vergeten. Wij zijn bitter ge
stemd, om de wijze waarop men ons be
strijdt, Wij hebben een kwart van den zend
tijd, maar 4/4 van het Nederlandsche hart.
Wanneer men deze strjjd wil vergeleken met
den schoolstrijd, dan moet spr. opmerken,
dat de rechterzijde den schoolstrijd is in
gegaan voor baar rechten, diezelfde rech
ten verdedigen wij thans.
Als ten laatste de heer W. Vogt op het
podium verschijnt, komt er aan hei applaus
j schier geen einde.
Door dezen spr. wordt er aan herinnerd,
dat er zeven jaar hechte vriendschap heeft
lesiaan tusschen ons en alle luistervinken.
Thans is er leed, maar we zijn niet in ten
sterfhuis. Er is echter geen stille berus
ting, er is verzet in het geheele land. Man
zegt dat dit verzet niet geven zal, maar
zegt spr., ondanks verzet is de A.V.R.O.
groot geworden. Uitvoerig zet spr. verder
do houding van de A.V.R.O. uiteen bjj de
onderhandelingen en stelt vast, dat de A.V.
R.O. nooit een politiek standpunt heeft in
genomen. Had het nu niet anders gekund?
Was hiervoor nu een Radio-Raad noodig?
We mochten het venvachten, zegt spr., dat
er met onze meening geen rekening is ge
houden. We voelen den uitslag als een be-
leediging. En men moet nu in Den Haag
begrijpen, dat we verontwaardigd zijn. Tot
nu toe hebben we niet in openbare verga
deringen met vuisten op de tafel geslagen.
Dat was niet noodig, want er waren argu
menten genoeg voor de conferentiekamer.
Spr. brengt hulde aan de leden van den Radio
Raad, die aan de zijde van de A.V.R.O.
heiten gestaan en zich verzet hehben tegen
partij-tirannie, in het bijzonder aan mevr.
Boon. De Radio Raad heeft overigens wei
nig genoegen van zijn werk gehad. De min.
heelt den raad opgevolgd van de meest
verblinde politieke leden. Echter moet ge
constateerd worden, dat men het in dien Ra
dio Raad nooit eens is geweest. Daar is
aan de conferentietafel ook wel gesproken
vanroof en onrecht. Nadat spr. médedee-
lingen bad gedaan uit den Radio Raad,
VQornameljjk wat betreft een verplicht al
gemeen programma, constateert spr. dat de
A.V.R.O. haar onrecht heeft te danken aan
twee Katholieken en een Anti-revolutionair
(geroep: namen noemenl. Het zijn zegt spr.,
prof. Gerbrandi van de Vrjje Universiteit,
de R.K. prof. Nol et uit Warmond en de
burgemeester van Venlo, de heer Bergamin.
Het advies van deze hoeren is door den
minister opgevolgd. Het kan niet genoeg her
haald worden, dat er onrecht is gedaan en
dat dit moet worden hersteld. De strijd
j nrnet worden voortgezet, al zal liji jaren
I duren. Het breukpunt van de Nederland-
I scha lijdzaamheid is nu. naar spr. meent,
bereikt. Men heeft thans ingegrepen in de
rust van de huiskamer. Spr. eindigt met
een „leve de Avro" .(daverend applaus).
W
Aan het slot der bijeenkomst werd een
motie aangenomen, die ongeveer gelyk is
aan die, welke in vorige vergaderingen is
aangenomen. Verder sprak nog de voorz.
van de Haagsche Afdeeling. zijn veront
waardiging uit over het besluit van den
minister en bracht hulde aan liet Algemeen
Eestuur in het algemeen en aan dr. Mol-
huysen, den waarnemend voorzitter, in het
byzonder. Spr. hoopte en kreeg daarvan in
stemming van de vergadering, dat dr. Mol-
huysen de voorzitter zal worden. Met een
slotwoord van den voorzitter werd de ver
gadering tegen half zes gesloten.
In Carré is het woord gevoerd door de
heeren Corver, Manassen, Ekering en Vogt
Geen repliek van de „Vara"
Voor de V.A.R.A.-microfoon heeft de
voorzitter dier omroepvereeniging, de heer
A. de Vries Zaterdagavond een rede gehou
den naar aanleiding van de A.V.R.O -pro-
lest vergaderingen te Amsterdam.
Spr. deelde medej verschillende verzoeken
te hebben gekregen om hierop te ant
woorden; men zal dit echter niet doen,
aangezien men dit beneden zijn waardigheid
acht. Op deze betooging, aldus spr., kwarr»
duidelijk naar voren, de innerlijke bescha
ving van menschen, die achter de A.V.R.O
staan
Men beweerl, dat heel Nederland achter
i de A.V.R.O staat. Maar vergeten de heeren
niet. dat de K.R.O. 120.000 leden heeft, ds
I NC R.V 80.000 en de Y.A.R.A. 90.000?
De A.V.R.O. heeft precies het deel ge-
j kregen, wat haar toekomt; deze omroep
vereeniging heeft steeds boven haar stand
i geleefd. Nimmer hebben wij, aldus s>r.,
op deze wijze gedemonstreerd; zelfs niet op
ons demonstratief congres,
j Een Gleichwellensysteem. dal de A.V.R.O
wenscht, kan in Nederland niet worden
I toegepast.
Wij laten ons nimmer verdringen van de
plaats, welke wij thans innemen. Wij gaan
in rustige kracht verder en wij zullen nim
mer een strijd volgen, welke de A.V.R.O.
thans laat zien. De V.A.R.A. is niet afhan
kelijk van anderen; zij i9 opgebouwd met
het geld der smalle beurzen.
De arbeidersbeweging, zoo merkte de
V.A.R.A.-voorzitter nog op, laat zich niet
lokken op den weg, welke de A V.R.O.
thans bewandelt.
De Vrije Luistervink.
In antwoord op het Vrijdagavond aan den
minister van Waterstaat gezonden telegram
ontving het bestuur van de „Vrije Luister
vink" hel volgende antwoord:
Uw nader ontvangen telegram brengt
geen wijziging in mijn standpunt.
Minister van Waterstaat
Reymof*.
Het bestuur zal zich hierbij niet neer
leggen en verder te nemen stappen in deze
aangelegenheid nader overwegen.
Het Gleichwellen-systeem.
Naar aanleiding van een bericht van ..Het
Volk" als zou de heer J. Corver, de bekende
radio-expert, gezegd hebben dat hij het
A.V.R.O.-Gieichwellenplan onuitvoerbaar
achtte, schrijft deze o.m. in zijn tijdschrift
„Radio-Expres9"
,.Een dergelijke verklaring is nooit van
mij uitgegaan en kon onmogelijk van mij
uitgaan, want al zijn mij deskundigen be
kend. die tegenover de mogelijke resultaten
minder optimistisch staan dan anderen, ik
ken niemand die na behoorlijke kennisne
ming van het ontwikkelde 2-golvenplan a'ls
deskundige de voorspelling eener mislukking
voor zijn rekening nam.
Maar ik wil bij deze tegenspraak nog
wel een stap verder gaan. Wanneer men
mij vraagt of mijzelf feiten bekend gewor
den zijn, die mijn eigen inzicht hebben ge
wijzigd, dan zeg ik nogmaals: neen."
Philips' orkesten ontslagen
Naar de „Tel." verneemt heeft de beschik
king van den minister van Waterstaat in
zake de verdeeling van den zendtijd op de
Nederlandsche zenders, ook voor het alge
meene programma op den Phohi-korlegolf-
zender naar Indië zulke onzekere vooruit
zichten geopend, dat de directie van Philips
daardoor genoodzaakt is geworden om haar
beide vaste orkesten: één van 34- musici
onder leiding van den heer Jaap Spaander
man en één van 14 man onder leiding van
den heer Lou Coron, met ingang van 1 Juli
a.s collectief le ontslaan.
Hel luchtschip boven Brazilië's hoofdstad.
Het luchtschip .Graf Zeppelin" is Zater
dag te 19.10 uur M.E.T. de Braziliaansche
havenstad Porto Seguro gepasseerd.
Te 21.05 M.E.T. bevond het luchtschip
zich boven de havenstad Caravallas.
Langs de Braziliaansche kust had de
Zeppelin een opvallend geringe snelheid en
in dc middaguren werd geen grooter vaart
dan gemiddeld 50 K.M. per uur bereikt.
Een en ander hield verband met de wind
sterkte.
Gisteren om 2.55 A. T. bereikte dc Zep
pelin de Braziliaansche hoofdstad. Als ge
volg van de hevige regens besloot de com
mandant van het luchtschip eerst een tocht
naar Santos en Sao Paulo te ondernemen
om daarna te trachten te Rio te landen. Op
dozen tocht, welke tot Santa Cruz ging,
word het luchtschip door stormachtig geju
bel van de zijde der bevolking begroet.
De sirenes weerklonken toen de „Zepp"
door eenige dozijnen vliegtuigen geëscor
teerd om acht minuten voor 10 uur (in
Brazilië halfzeven 's morgens) ten tweeden
male in de ochtendschemering boven Rio
zichtbaar werd en boven d.e stad en de
haven vloog om ten slotte koers te zetten
naar het vliegveld Campos dos Affonsos.
Hier hadden zich intusschen duizenden
personen verzameld, wier enthousiasme*
zeer uitbundig was.
Om tien minuten over halfelf (A. T.) gaf
commandant Eckener bevel tot dalen. Wei
nige minuten later was het luchtschip reeds
aan den landingsmast. Ter verwelkoming
waren aanwezig o.a. de president van Bra
zilië en enkele leden van het corps diplo
matique en vele burgerlijke autoriteiten.
Na een oponthoud van ongeveer een uur,
steeg het luchtschip weer onder luid ge
jubel van de aanwezigen op. De daken der
huizen waren dicht bezet. Onder het ge
fluit der schepen in de haven zette het
luchtschip koers in de richting van Per-
nambuco.
Het traject van Rio naar Pernambuco
bedraagt hemelsbreed ongeveer 2000 K.M.
MESSCHAERT-HERDENKING
TE HOORN.
Zaterdag heeft te Hoorn de plechtige
onthulling plaats gehad van het monument,
opgericht voor wijlen Johannes Messchaert.
Het is ontworpen en vervaardigd doo*
den beeldhouwer Josef Cantré te Oister-
wijk, aan wien na een daartoe uitgeschre
ven prijsvraag de eerste prijs werd toe
gekend.
Tal van bekende figuren uit de kunst
wereld waren bij de onthulling tegen
woordig.
WEEKBLADEN.
In ,,Het Leven" worden de zwerftoch
ten door de onbekende buurten van Londen
voortgezet. Wij maken kennis met be
roemde Engelsche, Duitsche en Fransche
badplaatsenleven per foto met de begra
fenis van Troelstra mee en vertoeven ten
slotte in Oberammergau tijdens de Pas
siespelen.
Joh. Braakensiek wij'dt zijn teekening in
,,de Groene Amsterdammer" ditmaal Eor
tuurlijk aan de verdeeling van den zend
tijd, de groote omroepgong valt in stukken
uit elkaar. Ds. W. Mackenzie schrijft over
dit onderwerp een hoofdartikel. S. Simons
wijdt een beschouwing aan het negertoo-
neel in New-York Ds. Th. H. v. d. Veldeu
behandelt „Yoga en Psychotherapie". Ir.
Van Lochcm schrijft over het nieuwe Haag
sche Raadhuis. Ds. v. Olst over Pluto, de
nieuwe planeet.
De „Wereldkroniek" brengt ons met de
camera naar de Noord-Afrikaansche wil
dernis: beelden van de nieuwe Engelsche
film „Stampede" (stampei of paniek) waar.
aan gedurende een jaar in Zuid-Westelijk
Soedan gewerkt werd. Tevens foto's van de
dansschool der Berlijnsche Opera.
Een zeer geslaagde teekening biedt P.-
v. d. Hem in de „Haagsche Post" over de
zendtijdverdeeling onder titel „De verpo
litiekte Salomo", alsmede een bespotting
van het nieuwe spoorboekje, geteekend door
Ton v. Tast. Voorts artikeleD over „de
Zondvloed bewezen", ,over het verbeterd
AmsterdamRijnkanaal en notitie's over
Troelstra's begrafenis en Radio en Partij-
gedoe.
RECLAME.
4740
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden
34)
Elk spoor Van opgewektheid verdween
JJ'fcer van haar gelaat en zij zag er weer even
bleek en somber uit al9 te voren.
..Ik kan het u niet zeggen", antwoordde zij
ten slotte. „Ik kan dat niet, omdat ik het
n'et durf 1 Ik heb het beloofd! U moet niet
Jer?eten, dat oom zoovele jaren te Parijs
toeft vertoefd
vEn ik meende, dat hij linea recta uit
^uid-Amerika naar Europa was gekomen!"
'el. maar daarvóór moet u niet verge
en. riep zij haastig uit. „Hij houdt nu een
maal van geheimzinnigheid. Hij vindt het
aardig om met wonderlijke menschen in aan
ging te komen. En ik geloof ook", voegde
zij er aan toe, „dat hij op het oogenblik za-
- en onderhanden heeft, welke ter wille van
jnaere menschen geheim moeten worden ge
iden. Ja, ik begrijp best, dat u dit alles
fj vreemd moet toeschijnen. Maar ik hoop.
a| u zult aannemen, dat ik vol dankbaar-
'f, vo°r uw vriendelijkheid ben en u graag
J zou roededeelen als ik het mocht?"
dpi,.. moe! gelooven. wat u mij mede-
1 zeide ik met een zucht. „Maar in
er geval zal ik geduld oefenen tot u iets
u uw oom heeft gehoord."
-heeft u uw kamer weer genomen?"
2 21i een weinig schuchter.
„Neen, maar ik za! daarvoor zorgen. Ik
hoop evenwel, dat het maar voor één nacht
zal wezen. Morgen zijn we om dezen lijd op
weg naar Norfolk, als alles loopt als ik
wensch."
Er werd op de deur getikt. -Zij schrok op
en keek mij met ongerust gelaat aan. Haast
onmiddellijk daarna ging de deur open. Hel
was Louis, die met een menukaart in de
hand binnentrad. Hij keek mij met een beetje
verbazing aan, maar ik was overtuigd dat
hij van mijn bezoek af wist en dat hij nu
eens kwam kijken, wat dit beteekende. Met
een vriendelijke buiging zeide hij enkel: U
is al weer vroeg teruggekeerd, mijnheer."
„Het was maar een kort uilstapje, Louis",
antwoordde ik. „Maar waarom heb je dat
car tonnetje meegebracht?" ging ik voort,
naar het menu wijzend. „Hoop je, dat er een
diner zal worden besteld? Juffrouw Delora
gaat met mij ergens anders dineeren."
Mijn toon was opzettelijk een weinig
agressief, maar Louis bleef onverstoorbaar,
terwijl hij opmerkte:
„Juffrouw Delora heeft een tafel in het
café besproken. Ik ben zelf hierheen gegaan
om een behoorlijk menu aan de hand te
doen. Ik hoop toch. dat zij ons niet zal te
leurstellen."
Zij keek mij bedroefd aan. Er was iets,
dat ik niet begreep op haar gelaat te lezen.
Ik wist op dat oogenblik alleen, dat ik ja
zou zeggen op al wat zij zou voorstellen
„Willen wij dan maar hier beneden
eten?" vroeg zij ..Louis zal wel voor een
diner in de puütjes zorgen. Daarna word ik
per telefoon opgeroepen en weet ik of ik
gaan kan of niet."
De humor van het geval trok mij aan en
ik antwoordde: „met genoegen."
Louis maakte een buiging en scheen in de
eerste oogenblikken totaal op te gaan in de
j aanteekeningen, welke hij schreef op het
menu, dat hij medegebracht had. Daarna
bood hij het mij met een buiging aan.
„Hier, mijnheer", zeide hij, „ik vermoed
dat u het uitstekend zult vinden."
„Ik twijfel er niet aan, Louis", antwoord
de ik, „maar ik zou je aan één ding willen
herinneren."
..En dat i9. mijnheer?"
„Dat ik met deze jonge dame dineer en
dat wij allebei even groolen eetlust heb
ben!"
Louis glimlachte. Er waren oogenblikken,
dat ik hem humoristische neigingen toe
schreef!
„Mijnheer heeft niet zoo'n dikken hals als
de heer Barlotl" zeide hij zacht onder het
weggaan.
HOOFDSTUK XX1H.
Felicia had mij nog nooit zoo bekoorlijk
toegeschenen als op dien avond en boven
dien scheen het mij toe, alsof zij zich min
der beklemd dan anders gevoelde, minder
teruggetrokken. Zij was natuurlijker, ja bijna
zou ik zeggen wat kinderlijker. Ik merkte
op, dat zij plaats nam met den rug naar de
zaal en ik begreep de reden nog vóór zij die
had medegedeeld.
„Ik zou het vanavond zoo prettig vinden
te vergeten, dat hier iemand zou kunnen
zijn, die mijn gemoedsrust in de war brach'.
Ik zou het werkelijk aangenaam vinden al
leen daaraan te mogen denken dat de groote
vacantie waarnaar ik zoo vurig verlangd,
nu werkelijk is begonnen."
„Heeft u zoozeer verlangd naar Londen te
gaan?"
„Ja, kapitein, u moet niet vergeten, dat ik
tot nog toe een zeer stil leven heb geleid»
Nadat de Zusters mij voor volleerd hadden
verklaard ik was langer op de school ge
bleven dan een der andere leerlingen
ging ik linea recta naar het huis van een
vriend van mijn oom, waar ik alleen een
dame de compagnie had. En het duurde zoo
lang voor mijn oom kwam opdagen en het
dagelijksche leven was zoo saai. Maar tel
kens schreef hij: Op den een of anderen dag
neem ik je mee naar Londen! Zelfs toen wij
samen le Parijs waren, verklaarde hij mij
dat meer dan eens."
„Zeg. ik zou graag weten, hoe uw oom
van zijn voornaam heet."
„Ik heb drie ooms", antwoordde zij. na
een oogenblik te hebben geaarzeld. „Mau
rice, Ferdinand en Nicolas. De laatstgenoem
de vertoeft altijd in Zuid-Amcrika, maar
Maurice en Ferdinand zijn dikwijls te
Parijs
„En wie is de oom r.u, waarmee u le Lon
den i9 gekomen?" vroeg ik.
Ik scheen het ongelukkig te treffen met de
onderwerpen van gesprek, die ik aanroerde.
Zij keek mij met een paar groote oogen aan
en hel was jammerlijk te zien. hoe haar
lippen begonnen te trillen.
„Ik ben een lompe ezel!" liet ik er on
middellijk op volgen. „Ik doe u vragen,
waarop u liever niet antwoordt. Wanneer
we wat verder zijn, zult u mij misschien wel
alles uit eigen beweging mededeelen Maar
vanavond vraag ik niets meer. Wij zullen
alleen denken dat de groote vacantie is be- j
gonnen."
„U is toch wel bijzonder vriendelijk
voor mij" zeide zij met een zucht van ver
ademing .Inderdaad is het beter, dat ik
mij niet bekommer om al die dingen, welke
ik niet begrijp en die mij voortdurend pia-
gen. Wij zullen ze dus links laten liggen en
over allerlei anders praten. Vertel mij eens
wat van Londen en van de provincie
wat gaan wij daar doen? Ja, ik vind het een
heerlijk vooruitzicht eenigen lijd in uw huis
door le brengen."
„Ik vermoed, dat u het er wel aardig zult
vinden", antwoordde ik. „Het is in dezen
tijd zoo stoffig te Londen. Het huis van mijn
broeder 9taat vrij dicht bij zee. Het ligt in
een groot park, dat zich tot een moeras uit
strekt en daar achter liggen de duinen."
„Kan men er zwemmen?" vroeg zij
haastig.
„Natuurlijk", antwoordde ik. „Wij hebben
daar een afgezet deel van het strand en a'.3
wij in dezen tijd van het jaar logé's hebben,
dan slaat er altijd een motorcar gereed om
ze te brengen en te halen. Dat is in het bij
zonder voor hen. die in den vroegen ochtend
een bad willen nemen. Maar wat later op
den dag is het een aardige wandeling. Dan
kunt u er allerlei spelletjes leeren. golf. ten
nis. cricket en croquet
„Ik zal daarbij een tamelijk jammerlijk
figuur slapn", zeide zij met een zuchtje. ,In
Frankrijk heb ik niets van dat alles geleerd.
Ik kan een beetje tennissen, maar mooi is
het nog niet, en in Engeland doet men zoo
veel aan sport! Zeg eens kapitein, zal inen
mij erg dom vinden als ik niets anders kan
als zwemmen en een beetje tennissen?"
„Och wel neen!" antwoordde ik „En dan
moet u niet vergeten, dat we nog altijd onze
toevlucht kunnen nemen tot het motor
rijwiel Wij zullen daarmee aardige ritjes
kunnen maken, en ik beloof u. dat als u
slechts even innemend wil zijn al? hier. ik
mij niet in het minste over u zal beklagen."
(Wordt vervolgd). I