be/JtadeA CïmmOuwkeAA DE A.V.R.O. PROTESTEERT TEGEN DE ZENDTIJDVERDEELING. DE VERDWENEN DELORA 71rfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 26 Mei 1930 Derde Blad No. 21531 DE GRAF ZEPPELIN TE RIO DE JANEIRO. KUNST EH LETTEREN. FEUILLETON. Vierduizend luistervinken te Amsterdam in vergadering bijeen. Voor eenige duizenden was zelfs geen staanplaats meer. Zaterdagmiddag hield de Avro Ie Am- sterdam haar buitengewone algemeene ver gadering in het Concertgebouw en in Carré om te prote9teeren tegen de zendverdeeling. Beide zalen waren tot de laatste plaats be zet, terwijl eenige duizenden luistervinken moesten worden teruggewezen 1 Reeds uren tevoren stonden de honderden te wachten Toor beide gebouwen. In het Concertgebouw presideerde dr. Mol- huyzen, vice-voorzitler van de Avro. Deze vergadering zegt spr., is bijeenge roepen om teleurstelling en verontwaardi ging uit te spreken over de onbillijke ver deeling van den zendtijd, die een geest van verbittering heeft gewekt. Hoe zijn wij ont goocheld, door dat besluit, zegt spr. en hij herinnert voorts aan alle tegenwerking die de A.V.R.O. heeft ondervonden. Ondanks al die tegenwerking is de A.V.R.O. gegroeid. I Deze vergadering is er een bewijs van dat men verontwaardigd is, maar het toont te- j yens de vastberadenheid om -het onrecht weer te herstellen (daverend en langdurig applaus). G-ij wenscht zegt spr. de klanken in uw huiskamer, die u lief zijn geworden fe I behouden. De A.V.R.O. is u lief geworden in uw gezin en zult gij u dat zoo maar laten afnemen vraagt spr. (geroep, neen nooit). Kunt gij goedvinden, dat dit ontstellend on- I recht niet worde hersteld? (geroep: Neen!) Spr. is overtuigd, dat de luistervinken het A.V.RO. bestuur zullen terzijde staan. Er is op alle mogelijke manieren door het bestuur gerequestreerd, maar het heeft niet gebaat. De campagne van tegenstanders, die ons verdacht maakten en ons besmeurden, heeft gezegevierd. Het is echter nog nooit voorge komen dat onrecht en leugen duurzaam overwonnen. We mogen dan ook niet rusten j voor het onrecht de A.V.R.O aangedaan is hersteld. Dit onrecht moeten wij ons op het oogenblik laten welgevallen. Wij reke nen in dezen tijd op uw steun en op uw trouw. Hierna is het woord aan ds. Ekering, den leider van de Morgenwijding. Hij uit zijn vreugde, dat het Concertgebouw vol is, dat Garré is uitverkocht, en er nog een paar j duizend op straat staan. Toch mist spr. er j een, n.l. minister Reymer (een gebrul ging op). We zijn hier bijeen om onze groote en diepe verontwaardiging uit te spreken. In Den Haag is men lang niet gerust, maar men moet zich in Den Haag niet zoo spoedig op zijn teenen getrapt voelen, wanneer men daar het Nederlandsche Volk op de ziel'heeft getrapt. In de Christelijke Radiobode staat le lezen, zegt spr., onder het portret van Minister Reymer: De man die ons recht deed. Spr. had gedacht, dat de minister niet een deel, van het volk behoorde recht te doen, maar het volk had recht te doen. (applaus). Voorts betoogde spr. dat wanneer van een winkelier, die een groote zaak heeft d*3 helft zou worden onteigend ten eigen nutte, men zoo iemand zou rijp verklaren voor een gekkenhuis. Zoo iets zegt spr. is ons over komen. Tenslotte betoogt spr. dat het tijd wordt dat het staatsrechtelijk faillissement wordt aangevraagd van dezen minister, en dat mi nister Reymer, ex-excellentie wordt. Krachr tig dient te worden aangedrongen bij de re dering op herstel van het onrecht. We zijn het nu moei! (daverend applaus). Door dr. P. H Ritter, de volgende spr., fordi uiteengezet d3t bet boeken-halfuurtje en van de aanleidingen is geweest van' het onrecht. Door tal van Soc. Democraten, zegt !pr., is echter gesproken voor de A.V.R.O. De A.V.R.O. heeft ook aan den Soc. Dem. volksgroep recht willen doen in den aethc-r. M van brieven heeft spr. ontvangen niet alleen van intellectueele Soc. Democraten, ®aar ook van zeer eenvoudige Soc. Dem. Zoo was het ook met de Katholieken. Er is «hter steeds voor gezorgd dat altijd woor den werden gebruikt, die in elke huiska- mcr gehoord mochten worden. Ook het prot. Christelijk Nederland wordt in het boeken- halfuurtje niet vergeten. Wij zijn bitter ge stemd, om de wijze waarop men ons be strijdt, Wij hebben een kwart van den zend tijd, maar 4/4 van het Nederlandsche hart. Wanneer men deze strjjd wil vergeleken met den schoolstrijd, dan moet spr. opmerken, dat de rechterzijde den schoolstrijd is in gegaan voor baar rechten, diezelfde rech ten verdedigen wij thans. Als ten laatste de heer W. Vogt op het podium verschijnt, komt er aan hei applaus j schier geen einde. Door dezen spr. wordt er aan herinnerd, dat er zeven jaar hechte vriendschap heeft lesiaan tusschen ons en alle luistervinken. Thans is er leed, maar we zijn niet in ten sterfhuis. Er is echter geen stille berus ting, er is verzet in het geheele land. Man zegt dat dit verzet niet geven zal, maar zegt spr., ondanks verzet is de A.V.R.O. groot geworden. Uitvoerig zet spr. verder do houding van de A.V.R.O. uiteen bjj de onderhandelingen en stelt vast, dat de A.V. R.O. nooit een politiek standpunt heeft in genomen. Had het nu niet anders gekund? Was hiervoor nu een Radio-Raad noodig? We mochten het venvachten, zegt spr., dat er met onze meening geen rekening is ge houden. We voelen den uitslag als een be- leediging. En men moet nu in Den Haag begrijpen, dat we verontwaardigd zijn. Tot nu toe hebben we niet in openbare verga deringen met vuisten op de tafel geslagen. Dat was niet noodig, want er waren argu menten genoeg voor de conferentiekamer. Spr. brengt hulde aan de leden van den Radio Raad, die aan de zijde van de A.V.R.O. heiten gestaan en zich verzet hehben tegen partij-tirannie, in het bijzonder aan mevr. Boon. De Radio Raad heeft overigens wei nig genoegen van zijn werk gehad. De min. heelt den raad opgevolgd van de meest verblinde politieke leden. Echter moet ge constateerd worden, dat men het in dien Ra dio Raad nooit eens is geweest. Daar is aan de conferentietafel ook wel gesproken vanroof en onrecht. Nadat spr. médedee- lingen bad gedaan uit den Radio Raad, VQornameljjk wat betreft een verplicht al gemeen programma, constateert spr. dat de A.V.R.O. haar onrecht heeft te danken aan twee Katholieken en een Anti-revolutionair (geroep: namen noemenl. Het zijn zegt spr., prof. Gerbrandi van de Vrjje Universiteit, de R.K. prof. Nol et uit Warmond en de burgemeester van Venlo, de heer Bergamin. Het advies van deze hoeren is door den minister opgevolgd. Het kan niet genoeg her haald worden, dat er onrecht is gedaan en dat dit moet worden hersteld. De strijd j nrnet worden voortgezet, al zal liji jaren I duren. Het breukpunt van de Nederland- I scha lijdzaamheid is nu. naar spr. meent, bereikt. Men heeft thans ingegrepen in de rust van de huiskamer. Spr. eindigt met een „leve de Avro" .(daverend applaus). W Aan het slot der bijeenkomst werd een motie aangenomen, die ongeveer gelyk is aan die, welke in vorige vergaderingen is aangenomen. Verder sprak nog de voorz. van de Haagsche Afdeeling. zijn veront waardiging uit over het besluit van den minister en bracht hulde aan liet Algemeen Eestuur in het algemeen en aan dr. Mol- huysen, den waarnemend voorzitter, in het byzonder. Spr. hoopte en kreeg daarvan in stemming van de vergadering, dat dr. Mol- huysen de voorzitter zal worden. Met een slotwoord van den voorzitter werd de ver gadering tegen half zes gesloten. In Carré is het woord gevoerd door de heeren Corver, Manassen, Ekering en Vogt Geen repliek van de „Vara" Voor de V.A.R.A.-microfoon heeft de voorzitter dier omroepvereeniging, de heer A. de Vries Zaterdagavond een rede gehou den naar aanleiding van de A.V.R.O -pro- lest vergaderingen te Amsterdam. Spr. deelde medej verschillende verzoeken te hebben gekregen om hierop te ant woorden; men zal dit echter niet doen, aangezien men dit beneden zijn waardigheid acht. Op deze betooging, aldus spr., kwarr» duidelijk naar voren, de innerlijke bescha ving van menschen, die achter de A.V.R.O staan Men beweerl, dat heel Nederland achter i de A.V.R.O staat. Maar vergeten de heeren niet. dat de K.R.O. 120.000 leden heeft, ds I NC R.V 80.000 en de Y.A.R.A. 90.000? De A.V.R.O. heeft precies het deel ge- j kregen, wat haar toekomt; deze omroep vereeniging heeft steeds boven haar stand i geleefd. Nimmer hebben wij, aldus s>r., op deze wijze gedemonstreerd; zelfs niet op ons demonstratief congres, j Een Gleichwellensysteem. dal de A.V.R.O wenscht, kan in Nederland niet worden I toegepast. Wij laten ons nimmer verdringen van de plaats, welke wij thans innemen. Wij gaan in rustige kracht verder en wij zullen nim mer een strijd volgen, welke de A.V.R.O. thans laat zien. De V.A.R.A. is niet afhan kelijk van anderen; zij i9 opgebouwd met het geld der smalle beurzen. De arbeidersbeweging, zoo merkte de V.A.R.A.-voorzitter nog op, laat zich niet lokken op den weg, welke de A V.R.O. thans bewandelt. De Vrije Luistervink. In antwoord op het Vrijdagavond aan den minister van Waterstaat gezonden telegram ontving het bestuur van de „Vrije Luister vink" hel volgende antwoord: Uw nader ontvangen telegram brengt geen wijziging in mijn standpunt. Minister van Waterstaat Reymof*. Het bestuur zal zich hierbij niet neer leggen en verder te nemen stappen in deze aangelegenheid nader overwegen. Het Gleichwellen-systeem. Naar aanleiding van een bericht van ..Het Volk" als zou de heer J. Corver, de bekende radio-expert, gezegd hebben dat hij het A.V.R.O.-Gieichwellenplan onuitvoerbaar achtte, schrijft deze o.m. in zijn tijdschrift „Radio-Expres9" ,.Een dergelijke verklaring is nooit van mij uitgegaan en kon onmogelijk van mij uitgaan, want al zijn mij deskundigen be kend. die tegenover de mogelijke resultaten minder optimistisch staan dan anderen, ik ken niemand die na behoorlijke kennisne ming van het ontwikkelde 2-golvenplan a'ls deskundige de voorspelling eener mislukking voor zijn rekening nam. Maar ik wil bij deze tegenspraak nog wel een stap verder gaan. Wanneer men mij vraagt of mijzelf feiten bekend gewor den zijn, die mijn eigen inzicht hebben ge wijzigd, dan zeg ik nogmaals: neen." Philips' orkesten ontslagen Naar de „Tel." verneemt heeft de beschik king van den minister van Waterstaat in zake de verdeeling van den zendtijd op de Nederlandsche zenders, ook voor het alge meene programma op den Phohi-korlegolf- zender naar Indië zulke onzekere vooruit zichten geopend, dat de directie van Philips daardoor genoodzaakt is geworden om haar beide vaste orkesten: één van 34- musici onder leiding van den heer Jaap Spaander man en één van 14 man onder leiding van den heer Lou Coron, met ingang van 1 Juli a.s collectief le ontslaan. Hel luchtschip boven Brazilië's hoofdstad. Het luchtschip .Graf Zeppelin" is Zater dag te 19.10 uur M.E.T. de Braziliaansche havenstad Porto Seguro gepasseerd. Te 21.05 M.E.T. bevond het luchtschip zich boven de havenstad Caravallas. Langs de Braziliaansche kust had de Zeppelin een opvallend geringe snelheid en in dc middaguren werd geen grooter vaart dan gemiddeld 50 K.M. per uur bereikt. Een en ander hield verband met de wind sterkte. Gisteren om 2.55 A. T. bereikte dc Zep pelin de Braziliaansche hoofdstad. Als ge volg van de hevige regens besloot de com mandant van het luchtschip eerst een tocht naar Santos en Sao Paulo te ondernemen om daarna te trachten te Rio te landen. Op dozen tocht, welke tot Santa Cruz ging, word het luchtschip door stormachtig geju bel van de zijde der bevolking begroet. De sirenes weerklonken toen de „Zepp" door eenige dozijnen vliegtuigen geëscor teerd om acht minuten voor 10 uur (in Brazilië halfzeven 's morgens) ten tweeden male in de ochtendschemering boven Rio zichtbaar werd en boven d.e stad en de haven vloog om ten slotte koers te zetten naar het vliegveld Campos dos Affonsos. Hier hadden zich intusschen duizenden personen verzameld, wier enthousiasme* zeer uitbundig was. Om tien minuten over halfelf (A. T.) gaf commandant Eckener bevel tot dalen. Wei nige minuten later was het luchtschip reeds aan den landingsmast. Ter verwelkoming waren aanwezig o.a. de president van Bra zilië en enkele leden van het corps diplo matique en vele burgerlijke autoriteiten. Na een oponthoud van ongeveer een uur, steeg het luchtschip weer onder luid ge jubel van de aanwezigen op. De daken der huizen waren dicht bezet. Onder het ge fluit der schepen in de haven zette het luchtschip koers in de richting van Per- nambuco. Het traject van Rio naar Pernambuco bedraagt hemelsbreed ongeveer 2000 K.M. MESSCHAERT-HERDENKING TE HOORN. Zaterdag heeft te Hoorn de plechtige onthulling plaats gehad van het monument, opgericht voor wijlen Johannes Messchaert. Het is ontworpen en vervaardigd doo* den beeldhouwer Josef Cantré te Oister- wijk, aan wien na een daartoe uitgeschre ven prijsvraag de eerste prijs werd toe gekend. Tal van bekende figuren uit de kunst wereld waren bij de onthulling tegen woordig. WEEKBLADEN. In ,,Het Leven" worden de zwerftoch ten door de onbekende buurten van Londen voortgezet. Wij maken kennis met be roemde Engelsche, Duitsche en Fransche badplaatsenleven per foto met de begra fenis van Troelstra mee en vertoeven ten slotte in Oberammergau tijdens de Pas siespelen. Joh. Braakensiek wij'dt zijn teekening in ,,de Groene Amsterdammer" ditmaal Eor tuurlijk aan de verdeeling van den zend tijd, de groote omroepgong valt in stukken uit elkaar. Ds. W. Mackenzie schrijft over dit onderwerp een hoofdartikel. S. Simons wijdt een beschouwing aan het negertoo- neel in New-York Ds. Th. H. v. d. Veldeu behandelt „Yoga en Psychotherapie". Ir. Van Lochcm schrijft over het nieuwe Haag sche Raadhuis. Ds. v. Olst over Pluto, de nieuwe planeet. De „Wereldkroniek" brengt ons met de camera naar de Noord-Afrikaansche wil dernis: beelden van de nieuwe Engelsche film „Stampede" (stampei of paniek) waar. aan gedurende een jaar in Zuid-Westelijk Soedan gewerkt werd. Tevens foto's van de dansschool der Berlijnsche Opera. Een zeer geslaagde teekening biedt P.- v. d. Hem in de „Haagsche Post" over de zendtijdverdeeling onder titel „De verpo litiekte Salomo", alsmede een bespotting van het nieuwe spoorboekje, geteekend door Ton v. Tast. Voorts artikeleD over „de Zondvloed bewezen", ,over het verbeterd AmsterdamRijnkanaal en notitie's over Troelstra's begrafenis en Radio en Partij- gedoe. RECLAME. 4740 Door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER (Nadruk verboden 34) Elk spoor Van opgewektheid verdween JJ'fcer van haar gelaat en zij zag er weer even bleek en somber uit al9 te voren. ..Ik kan het u niet zeggen", antwoordde zij ten slotte. „Ik kan dat niet, omdat ik het n'et durf 1 Ik heb het beloofd! U moet niet Jer?eten, dat oom zoovele jaren te Parijs toeft vertoefd vEn ik meende, dat hij linea recta uit ^uid-Amerika naar Europa was gekomen!" 'el. maar daarvóór moet u niet verge en. riep zij haastig uit. „Hij houdt nu een maal van geheimzinnigheid. Hij vindt het aardig om met wonderlijke menschen in aan ging te komen. En ik geloof ook", voegde zij er aan toe, „dat hij op het oogenblik za- - en onderhanden heeft, welke ter wille van jnaere menschen geheim moeten worden ge iden. Ja, ik begrijp best, dat u dit alles fj vreemd moet toeschijnen. Maar ik hoop. a| u zult aannemen, dat ik vol dankbaar- 'f, vo°r uw vriendelijkheid ben en u graag J zou roededeelen als ik het mocht?" dpi,.. moe! gelooven. wat u mij mede- 1 zeide ik met een zucht. „Maar in er geval zal ik geduld oefenen tot u iets u uw oom heeft gehoord." -heeft u uw kamer weer genomen?" 2 21i een weinig schuchter. „Neen, maar ik za! daarvoor zorgen. Ik hoop evenwel, dat het maar voor één nacht zal wezen. Morgen zijn we om dezen lijd op weg naar Norfolk, als alles loopt als ik wensch." Er werd op de deur getikt. -Zij schrok op en keek mij met ongerust gelaat aan. Haast onmiddellijk daarna ging de deur open. Hel was Louis, die met een menukaart in de hand binnentrad. Hij keek mij met een beetje verbazing aan, maar ik was overtuigd dat hij van mijn bezoek af wist en dat hij nu eens kwam kijken, wat dit beteekende. Met een vriendelijke buiging zeide hij enkel: U is al weer vroeg teruggekeerd, mijnheer." „Het was maar een kort uilstapje, Louis", antwoordde ik. „Maar waarom heb je dat car tonnetje meegebracht?" ging ik voort, naar het menu wijzend. „Hoop je, dat er een diner zal worden besteld? Juffrouw Delora gaat met mij ergens anders dineeren." Mijn toon was opzettelijk een weinig agressief, maar Louis bleef onverstoorbaar, terwijl hij opmerkte: „Juffrouw Delora heeft een tafel in het café besproken. Ik ben zelf hierheen gegaan om een behoorlijk menu aan de hand te doen. Ik hoop toch. dat zij ons niet zal te leurstellen." Zij keek mij bedroefd aan. Er was iets, dat ik niet begreep op haar gelaat te lezen. Ik wist op dat oogenblik alleen, dat ik ja zou zeggen op al wat zij zou voorstellen „Willen wij dan maar hier beneden eten?" vroeg zij ..Louis zal wel voor een diner in de puütjes zorgen. Daarna word ik per telefoon opgeroepen en weet ik of ik gaan kan of niet." De humor van het geval trok mij aan en ik antwoordde: „met genoegen." Louis maakte een buiging en scheen in de eerste oogenblikken totaal op te gaan in de j aanteekeningen, welke hij schreef op het menu, dat hij medegebracht had. Daarna bood hij het mij met een buiging aan. „Hier, mijnheer", zeide hij, „ik vermoed dat u het uitstekend zult vinden." „Ik twijfel er niet aan, Louis", antwoord de ik, „maar ik zou je aan één ding willen herinneren." ..En dat i9. mijnheer?" „Dat ik met deze jonge dame dineer en dat wij allebei even groolen eetlust heb ben!" Louis glimlachte. Er waren oogenblikken, dat ik hem humoristische neigingen toe schreef! „Mijnheer heeft niet zoo'n dikken hals als de heer Barlotl" zeide hij zacht onder het weggaan. HOOFDSTUK XX1H. Felicia had mij nog nooit zoo bekoorlijk toegeschenen als op dien avond en boven dien scheen het mij toe, alsof zij zich min der beklemd dan anders gevoelde, minder teruggetrokken. Zij was natuurlijker, ja bijna zou ik zeggen wat kinderlijker. Ik merkte op, dat zij plaats nam met den rug naar de zaal en ik begreep de reden nog vóór zij die had medegedeeld. „Ik zou het vanavond zoo prettig vinden te vergeten, dat hier iemand zou kunnen zijn, die mijn gemoedsrust in de war brach'. Ik zou het werkelijk aangenaam vinden al leen daaraan te mogen denken dat de groote vacantie waarnaar ik zoo vurig verlangd, nu werkelijk is begonnen." „Heeft u zoozeer verlangd naar Londen te gaan?" „Ja, kapitein, u moet niet vergeten, dat ik tot nog toe een zeer stil leven heb geleid» Nadat de Zusters mij voor volleerd hadden verklaard ik was langer op de school ge bleven dan een der andere leerlingen ging ik linea recta naar het huis van een vriend van mijn oom, waar ik alleen een dame de compagnie had. En het duurde zoo lang voor mijn oom kwam opdagen en het dagelijksche leven was zoo saai. Maar tel kens schreef hij: Op den een of anderen dag neem ik je mee naar Londen! Zelfs toen wij samen le Parijs waren, verklaarde hij mij dat meer dan eens." „Zeg. ik zou graag weten, hoe uw oom van zijn voornaam heet." „Ik heb drie ooms", antwoordde zij. na een oogenblik te hebben geaarzeld. „Mau rice, Ferdinand en Nicolas. De laatstgenoem de vertoeft altijd in Zuid-Amcrika, maar Maurice en Ferdinand zijn dikwijls te Parijs „En wie is de oom r.u, waarmee u le Lon den i9 gekomen?" vroeg ik. Ik scheen het ongelukkig te treffen met de onderwerpen van gesprek, die ik aanroerde. Zij keek mij met een paar groote oogen aan en hel was jammerlijk te zien. hoe haar lippen begonnen te trillen. „Ik ben een lompe ezel!" liet ik er on middellijk op volgen. „Ik doe u vragen, waarop u liever niet antwoordt. Wanneer we wat verder zijn, zult u mij misschien wel alles uit eigen beweging mededeelen Maar vanavond vraag ik niets meer. Wij zullen alleen denken dat de groote vacantie is be- j gonnen." „U is toch wel bijzonder vriendelijk voor mij" zeide zij met een zucht van ver ademing .Inderdaad is het beter, dat ik mij niet bekommer om al die dingen, welke ik niet begrijp en die mij voortdurend pia- gen. Wij zullen ze dus links laten liggen en over allerlei anders praten. Vertel mij eens wat van Londen en van de provincie wat gaan wij daar doen? Ja, ik vind het een heerlijk vooruitzicht eenigen lijd in uw huis door le brengen." „Ik vermoed, dat u het er wel aardig zult vinden", antwoordde ik. „Het is in dezen tijd zoo stoffig te Londen. Het huis van mijn broeder 9taat vrij dicht bij zee. Het ligt in een groot park, dat zich tot een moeras uit strekt en daar achter liggen de duinen." „Kan men er zwemmen?" vroeg zij haastig. „Natuurlijk", antwoordde ik. „Wij hebben daar een afgezet deel van het strand en a'.3 wij in dezen tijd van het jaar logé's hebben, dan slaat er altijd een motorcar gereed om ze te brengen en te halen. Dat is in het bij zonder voor hen. die in den vroegen ochtend een bad willen nemen. Maar wat later op den dag is het een aardige wandeling. Dan kunt u er allerlei spelletjes leeren. golf. ten nis. cricket en croquet „Ik zal daarbij een tamelijk jammerlijk figuur slapn", zeide zij met een zuchtje. ,In Frankrijk heb ik niets van dat alles geleerd. Ik kan een beetje tennissen, maar mooi is het nog niet, en in Engeland doet men zoo veel aan sport! Zeg eens kapitein, zal inen mij erg dom vinden als ik niets anders kan als zwemmen en een beetje tennissen?" „Och wel neen!" antwoordde ik „En dan moet u niet vergeten, dat we nog altijd onze toevlucht kunnen nemen tot het motor rijwiel Wij zullen daarmee aardige ritjes kunnen maken, en ik beloof u. dat als u slechts even innemend wil zijn al? hier. ik mij niet in het minste over u zal beklagen." (Wordt vervolgd). I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9