TJe/iAadaó Bij Haaruitval DE VERDWENEN DELORA 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 Mei 1930 Vierde Blad No. 21527 UIT HET PARLEMENT. metBonS DE VLUCHT HIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. FEUILLETON. I (Tan' onzen parlementairen medewerker). Den Haag, 20 Mei 1930. I jjjjerpellatie-Boon over de verdeeling van den zendtijd toegestaan. - Voortgezette behandeling van de Gemeentewet. De Tweede Kamer is heden begonnen I met den heer Boon (Lib. vergunning te verleenen tot het houden van een interpel latie tot den Minister van Waterstaat ovei 3 Radio-distributie. Zij zal worden gehou- I den na de afhandeling van de thans aan de orde zijnde agenda en zoo dit niet reeds I Dinsdag van de volgende week zal zijn, I dan kan men toch waarschijnlijk op Woens dag rekenen. Daarop is de behandeling van de wijzi- van de Gemeentewet voortgezet. De i Kamer heeft de uitvoerige gedachtenwisse- liflg over de wijziging van art. 135 der i qret besloten met de verwerping van de voorgedragen wijziging met 42 tegen 39 I stemmen, zoodat de oude redactie gehanct- I haafd blijft. De beteekenis hiervan is, dat Kamer heeft geweigerd mede te gaan I met het voorstel der regeering om te laten I vervallen de beperking van de gemeente- I hjke verordeningen tot zaken welke het belang der openbare orde, de zedelijkheid, de gezondheid en de huishouding der ge meente betreffen. Bovendien blijft nu de I bevoegdheid van den gewonen rechter om I te beslissen of een gemeenteverordening al of niet in strijd met de wet is, ge- i handhaafd. Het voorstel van dr. Vos (Lib.) öm bij I annexatievoorstellen de commissie van ad vies uit de ingezetenen te handhaven, werd Tervolgens goedgekeurd met 52 tegen 31 stemmen. Hierop heeft de heer Van den Bergh I (S.D.A.P.) uitvoerig toegelicht een amen dement om de delegeerende bevoegdheid van den Raad buiten twijfel te stellen. Mi nister Ruys heeft na kort debat geen be zwaar gemaakt om de wijziging, die een verduidelijking bedoelde te zijn, over te I nemen. Een amendement vervolgens door mej. Westerraan (Lib.) toegelicht om de vrouw benoembaar te verklaren tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand werd vervol gens zonder stemming goedgekeurd, nadat de heer Beumer (A.-R.) plichtmatig en consequent een woord van protest had laten boor en. De heer Van den Bergh kwam toen met I 'een amendement aan, dat feitelijk buiten het kader van deze herziening viel. Art. 150 der Gemeentewet bepaalt, dat de plaat selijke verordeningen niet mogen treden in de rijks- of provinciale belangen. De Re- gecring had bij haar herzieningsvoor stel I niet over het artikel gerept, doch de heer Van den Bergh stelde voor het kortweg te schrappen als blijkens de practijk over bodig. Dit laatste werd door verscheidene sprekers betwist, maar bovendien aohtten anderen de zaak volkomen onvoorbereid Terecht is het dan ook verworpen met 50 I tegen 22 stemmen. Bij een volgend artikel stelde dezelfde afgevaardigde voor naast de besluiten van 'den Raad en van B. en W. ook die van dei RECLAME. fABSlKAtfr VAN SUCOTE* WARLINCEN 1019 burgemeester voor vernietiging vatbaar te verklaren. De Minister meende dat zulks niet ging in verband met de verhouding van den burgemeester tegenover de Regeering, doch met de kleinst mogelijke meerderheid, met 39 tegen 38 stemmen, werd het voor stel van den sociaal-democratische afge vaardigde aangenomen. Mede werd aan vaard een voorstel tot verduidelijking van art. 166 der wet. Daarin wordt bepaald, dat er zooveel mogelijk een commissie voor de strafverordening zal zijn, waarvan de burgemeester voorzitter is. Nu was het de vraag, of een burgemeester, die geen lid van den raad is, toch stem heeft in do commissie. Daarover zwijgt de wet en cle heer Van den Bergh achtte het ter wille van de rechtszekerheid toch wel gewenscht dat zij sprak. Eerst stelde hij daarom voor den burgemeester niet stemhebbend te maken, maar hij had er ook geen be zwaar tegen hem wel stemrecht te geven, als maar duidelijk bleek hoeverre zijn be voegdheid ging. In den laatsten geest heeft de Kamer zonder stemming beslist. Onder de wijzigingen welke de regeering wensebte gebracht te zien in art. 179 der Gemeentewet regelende de bevoegdheden van B. en W. was er ook een strekkende om aan hun het toezicht op de brandblusch middelen en de organisatie van de brand weer te onttrekken ten einde deze bij den burgemeester over te brengen. Hiertegen kwam de heer K. ter Laan (S.D.A.P.) op en hij stelde voor den be- staanden toestand te handhaven. Met de gedachtenwisseling over dit punt is de rest van den middag heengegaan en ten slotte is het voorstel om het toezicht te blijven opdragen aan het college van het Dage- liiksch Bestuur aangenomen met 41 tegen 19 stemmen Morgen voortzetting. RECLAME. 387. Ze werden aan elkaai gebonden. Zoo wec-r naar de cel gebracht. Ze gingen toen stap voor stapje, tusschen vier mannen van de wacht. De wachters liepen met revol vers, want men vertrouwde het nog niet. Met zulke brutale snuiters, weet een mensch nooit wat nog geschiedt 388. De Lange was geheel wanhopig, treurig zat hij op zijn bank. „Ik heb gezocht naar autodieven, dat is nu" zei hij, „mijn dank". Jokko daarentegen was niet treurig, hij onderzocht nu weer zijn cel. „Ik wil zien hoe hier weer uit te komen, 1 blijf niet graag in zulk een knel." cn op plekken waar het haar erg dun wordt, de hoofdhuid een weinig inwrijven met Purol Doe dit 1 of 2 maal per week; dit maakt haar en haarwortels weer sterk en groeikrachtig. 1045 NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Apeldoorn-<Het Loo, ds. G. j P. van. Itterzon, te Aiblasserdam. Bedankt: Voor Vinkeveen door ds. C. J. v. d. Graai te Nijkeik; voor Sc'herpenisse, E. van Asch te Arnemuiden; voor Lutten a. d. Dedemsvaart (toez.)), O. S. Cazeimer te Stavoren. Aangenomen: Naar Sint-Pancras door cand. R. Bakker te Enschedé; naar Ilau- lenvijk, G. Jansen, cand. te Appelscha; naar Rotterdam, W. P. van Leeuwen te VeLzen. CHR. GEREP. KERKEN. Bedankt: Voor Delft, de. C. v. d. Zaal, te Deventer. GEREF. KERK. Beroepen: Te Haarlem (3de pred. plaats), 'D. van Dijk te Groningen. Bedankt: Voor Genemuiden, Dwingeloo en Zwartobroek, R. Bakker, cand. te En schedé. GEREP. GEMEENTE. Bedankt: Voor Aagtekerke, A. de Blois, te Dirksland. CHR. NATIONAAL ZENDINGSFEEST Op het Chr. Nationaal Zendingsfeest, dat Woensdag 2 Juli op Raaphorst onder Was senaar gehouden wordt, zal dr. P. Stegenga, Luth. pred. te Amsterdam dé openingsrede en prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine de slotrede uitspreken. ALG. SYNODALE COMMISSIE DER NED.-HERVORMDE KERK VII. In deze zitting worden de voordrachten voor toelagen uit het Fonds voor Noodlij dende kerken en personen en uit de generale kas in overeenstemming gebracht met de beschikbare bedragen. Voor kleine toelagen uit eerstgenoemd fonds aan personen wordt f. 7755 uitgetrokken; voor de kleine toelagen aan gemeenten f. 2815, en voor groote toe lagen f. 34.310. Uit de generale kas wordt gesuppleerd voor het Fonds „Schraalste pre dikantstraktementen" f. 16.703 en voor het Fonds „Geestelijke behoeften" f.1785; zoo dat voor toelagen aan gemeenten f. 34.975 en aan personen f. 15.870 zal worden voor gesteld. Behandeld wordt een cassatie-veTzoek naar aanleiding van een besluit in hooger beroep genomen door het provinciaal kerkbestuur van Gelderland. Dit verzoek wordt afgewe zen. Hetzelfde geschiedt met een verzoek om vernietiging van een beslissing in hooger be roep genomen door het provinciaal kerkbe stuur van Noord-Holland. Een dergelijk lot valt ten deel aan een verzoek om vernieti ging van een beslissing in hooger beroep ge nomen door het provinciaal kerkbestuur van Groningen. Van verschillende kringen is ingekomen een antwoord op de vraag betreffende de ver vulling van vacature-beurten in gemeenten welke stelselmatig vacant blijven. De hoeren Tammens en van Dijk zullen daarover rap porteeren. De heer Bloem bespreekt eenige aangele genheden, welke in veTband staan met de aanslagen van den raad van beheer. Hetzelfde lid der Synodale Commissie rap porteert over de opdracht van de alg. synode om een nieuw voorstel in te dienen tot wijzi ging van art. 11 regl. kerkeTaden. Het rap port leidt tot het advies om in dat artikel geen verandering aan te brengen, tenzij dan die welke vroegeT in de synode is voorge steld en door haar is verworpen t.w. de schrapping van de laatste zinsnede van alinea 1. De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Utrecht heeft een beslissing gevraagd betref fende de uitlegging van art. 4 reglement op de predikantsh-aklementen in verband met art. 4 van het reglement op de vacaturen. Aan dit verzoek van den kerkeTaad wordt voldaan. Aan de „Gesellschaft für die Geschichte des Protestantismus in Osterreich" zal een bijdrage van f. 100 worden gezonden voor de uitgave van haar Jaarboek. Het verzoek van den ring Bommel om dispensatie te erlangen van art. 23 al. 1 Regl. vacaturen kan niet worden ingewilligd. Het verslag van de legerpredikanten over 1929 zal bij de alg. synode worden overge bracht. Hetzelfde zal geschieden met brieven van de VeTeeniging van kerkvoogdijen en van het algemeen college van toezicht betref fende de voorloopig aangenomen wijziging van art. 11 van het reglement op de erken ning van nieuwe gemeenten. De quaestor-generaal heeft voorlichting gevraagd over de toepassing van art. 16 regl. hooger onderwijs betreffende het betalen van f.25 voor de inschrijving in het album in een bepaald geval. Hierbij worden ook de bewoordingen van art. 12 van dat reglement overwogen, en besloten wordt te berichten, dat de betrokken student voor de bedoelde inschrijving het vereischte bedrag van f. 25 behoort te storten. TWAALFDE MARANATHA- CONFERENTIE - ZEIST. Onder leiding van Johannes de Heer, redacteur van „Het Zoeklicht", zal de 12e Maranatha-Conferentie van Zaterdag 31 Mei tot en met Dinsdag 3 Juni a.s. te Zeist (hotel „Boschlust") worden gehouden. Als medesprekers worden verwacht: ds. C. J. Hoekendijk, pred. der Vrij Evang. Gem., Bussum; J. A. Monsma, Evang. der Belg. Evang. Zending, Antwerpen; Pfarrer Roos, Kronenberg (Duitschl.); Ph. Trostianetzky, Zendel. onder Israël, Rotterdam. Het onderwerp voor deze Conferentie is: „Van Pinksterfeest tot Loofhuttenfeest". De geboorte, groei en ontwikkeling der Gemeente van Christus, tot op den dag van de vereeni- ging met haar Hoofd, bezien in het licht van de Zendbrieven van den Heere Jezus aan de RECLAME. 1046 zeven Gemeenten in Azië, beschreven in Openb. 2 en 3. De openingssamenkomst wordt gehouden op Zaterdag 21 Mei te 12 uur; elke dag heeft voorts 3 samenkomsten: 10 uur, 3 uur en 7.30 uur, terwijl de slotsamenkomst plaats vindt op Woensdag 4 Juni des morgens na het ontbijt. De geheele Conferentie duurt dus vier dagen. Een gedeelte dezer Conferentie, n.1. de middag- en avondsamenkomst van Maandag 2 Juni, resp. van 3—5 en 89.30 uur, zal door de Nederl. Chr. Radio-Vereen, draad loos uitgezonden worden. De toespraken van de beide uitzendingen zullen worden afgewisseld door solo-zang van Johannes de Heer en het gemeenschap pelijk zingen van Conferentie-liederen door de deelnemers. RECLAME. 5601 Door E. PHILIPS OPPENHEJM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER (Nadruk verboden.) 30) Doe geen moeite, als hij slaapt zal ik hem ^el wakker maken. En is hij wakker, dan zal hij we} bomerken, dat hij mij niet lan- Zer kan ontsnappen." Hij draaide Louis den rug toe eri reeds strekte hij de hand uit naar de kruk van de oeur van mijn kamer, toen ik plotseling Louis de rotting zag opnemen en hem bo- ^en het hoofd van den ander zag opheffen. Hij stond reeds gereed voor den slag, een Sia?, die elk levend wezen als een os zou geveld hebben, toen ik van den stoel sprong en de deur openrukte. ..Pas opl" was het eenige wat ik kon uit- r°*pen. De onbekende sprong op zijde. Verschrikt JW mijn uitroep, verloor Louis zijn tegen ^oordigheid van geest en de slag trof een afeltje en verbrijzelde dit, zoodat de splin es naar alle kanten vlogen. De beide man- en Leken mij met grenzelooze verbazing Ik ging de zitkamer binnen, roepende: •.Luns. je bent een lafaard." h li ikpeinsde to* ^en muur terug. Nog steeds Jj mijn stok in handen, maar hij toon- e niet de minste neiging om er gebruik an te maken. De ander stond met gebalde isjen alsof hij hem naar den keel wilde maar ik ging tusschen hen in slaan. 0 V He eerste plaats", zeide ik tot den frkende, „raad ik u in die kamer te gaan kijken. Dan zult u zien. dat de heer Delora er niet is. Voor zoover mijn wetenschap strekt, durf ik u verzekeren, dat hij ook nooit in de kamer is geweest. Als u dat heeft ge daan, kom me dan bededeelen wat u van hem hebben moet." Louis keek mij nog steeds met stomme verbazing aan. De gedachte, dat ik er achter was gekomen, dat hij mij als werktuig had willen gebruiken, begon langzamerhand bij hem op te komen, maar daar hij niets af wist van het bovenraampje boven de deur, kon hij niet begrijpen, hoe ik juist bijtijds had ingegrepen. In ieder geval was hij ech ter alle tegenwoordigheid van geest totaal kwijt. Ik kon zien, dat hij zelfs van angst op zijn beenen stond te trillen. „Kom, Louis", beval ik. „leg dien stok neer en spreek als een man, als je dat ten minste mogelijk is." De stok ontviel aan zijn vingers. Hij had nauwelijks de kracht gehad om hem vast te houden. Daarna kwam de man, die Delora's kamer had ge'specteerd, terug en wendde zich tot mij: „Ik weet niet wie u is, mijnheer", begon hij, „u kunt al of niet in deze zaken ge mengd zijn. Is dit wel het geval, laat ik u dan waarschuwen, dat u de verkeerde partij heeft gekozen. U zag wat hij van plan was?'* vervolgde hij, terwijl hij Louis wees. „ik wil hem daarvoor den nek omdraaien. Hij ver dient het ten volle." „Neen," antwoordde ik ,hem terughou dend. „Er worden hier geen handtastelijk heden begaan. Louis heeft een kleine reke ning met mij te vereffenen." „Mijn rekening is van meer gewicht", pro testeerde de ander. „Verreken die waar en wanneer u wilt, maar niet hier. Wat mij betreft, ik wil niets meer met uliedente maken hebben. Ik ben bij toeval in deze zaak gemengr en wil er van dit oogenblik niet langer in gemoeid worden. U, mijnheer, moet onmiddellijk het hotel verlaten. Ik ken uw naam niet, weet ook niets van u af. Het kan mij ook niet schelen. Als u aan Louis nog wat wilt mededeelen, dan moet u daarvoor een andere gelegenheid zoeken. Hij keek mij met verbazing aan. Ik kon zien, dat hij er naar snakte om Louis te lijf te gaan. „U schijnt een despotisch heer te zijn", merkte hij op, „maar waarom zou ik u ge hoorzamen?" „In de eerste plaats reeds omdat ik u het leven heb gered en omdat ik niet wil, dat er eenige daad van geweld wordt gepleegd in deze kamer. En wilt u nog een reden weten", liet ik er op volgen, „waarom u mij moet gehoorzamen, dan is het omdat ik ster ker ben dan u. U behoeft niet bevreesd te zijn, dat ik mij verder met zaak zal be moeien. Ik vertrek morgen uit Londen en ik hoop, dat ik u geen van beiden ooit weer zal zien. Is u nu bereid heen te gaan?" „Inderdaad!" antwoordde hij. „Maar ik wil u nog één ding zeggen mijnheer", ging hij voort, terwijl hij naar de deur ging, „U heeft een verstandig besluit genomen. Als u wist wiens zaak u heeft gesteund, wiens werktuig u bijna was gewor- aen, dan ben ik overtuigd, dat uw optreden beleefder zou geweest zijn". „Ik mag dus op uw woord vertrouwen mijnheer, dat u het hotel zult verlaten?" „Dadelijk", verklaarde de ander. Wij hoorden hoe hjj de buitendeur sloot j en heenging. Daarop wendde ik mij tot i Louis: 1 „En dit is dus het avontuur, dat je mij had voorgespiegeld, Louis, op die wijze wilde je dus van mij gebruik makenl Je lokte mij in die kamer en diende mij een slaapmiddel toel Ik had hier moeten liggen, terwijl jü den man met mijn wapen de hersens insloeg. Daarna zou je zijn weg- geloopen en in den ochtend zou men mij en den vermoorde hebben gevonden! Ik was voor jou een werktuig, het meisje daarginds het lokaas. Het wa9 snugger bedacht, Louis, maar het was een lafaard, die het plan ge smeed had". Ik strekte mijn hand uit en greep hem bij zijn kraag. Ik had daarbij het gevoel, alsof ik een of ander guur insect beet pakte, waar van de angel mij dreigde te steken. „Heb je iets tot je verdediging in te bren gen?" vroeg ik. „U begrijpt mij niet", stamelde hij met gesmoorde stem. „Het was volstrekt niet mijn bedoeling u voor de gebeurtenissen verantwoordelijk te 9tellen. ik was enkel van plan dien man onschadelijk te maken. Als u wist wat er tusschen on9 is voorge vallen, zou u zich daarover niet verbazen. Maar ik wilde hem alleen op de gemakke lijkste manier uit den weg ruimen". „Maar waarom liet je mij dan in de kamer gaan en gebruikte daarbij een valsch voorwendsel? Waarom maakte je van mijn stok gebruik voor je moordaanslag? Waarom stond je er op, dat ik zou gezien worden dineerende met het meisje da hemel mag weten wie zij isl die thans in gindsc'he kamer is". „Ik kan alles verklaren", zeide Loui9. „Ik ben totaal de kluts kwijt! Ik ben onschul dig kwam ook zoo onverwacht te voorschijn!" >,Ja, onverwacht was het voorwaar!" ant woordde ik, „omdat ik je whisky en soda uit het raam goot en omdat ik tegengif nam legen je slaapverwekkende koffie 1" „U spreekt over dingen, waarvan ik niets af weet", verklaarde Louis. „Sta mij niet langer voor te liegen!" barstte ik uit. „Luister goed. Ik heb je bij je kraag en ik heb in mijn andere hand mijn rotting. Ik ga je nu een pak ransel geven tot je niet meer staan of liggen kunt en dat alles zoolang tot je me precies uiteengezet hebt, hoe alles in elkaar zit. Voor eiken leugen, waarop ik je betrap, zal ik je een slag geven. Zeg mij wie die Delora is, wie dat meisje is dat zich voor zijn nicht uitgeeft en hier na middernacht samenkomsten met je houdt en deel mij ook mede, hoe de man heet, die daareven weggegaan is. Onthul mij hoe alles in elkaar zit en wat de reden is van jullie vijandschap. Maar in de eer ste plaats moet ik weten, wie Delora is". „Ik kan niet meer", stamelde hij. „U is te ruw in uw optreden. Laat ik er kalm bij gaan zitten. Ik moet mijn gedachten ver zamelen." „Neen", antwoordde ik, „je zult nu spre ken". Ik hief mijn stok op, alsof ik hem wilde slaan. Toen zaj? ik zijn gelaat plotseling veranderen. Ik keek naar de deur. en haast tegelijkertijd hoorde ik het geritsel van weg schuivende gordijnen. Felicia stond daar, het gelaat van angst verwrongen, de handen in wanhoop omhoog geheven. „Is u daar, kapitein Rotherbyy!" riep zij. „O, zeg mij toch wat er is gebeurd! Kapitein Rotherbyl" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13