ÜefiAacbó CïeamOiacAM
DE VERDWENEN DELORA
71sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 Mei 1930
Vierde Blad
No. 21525
I
BINNENLAND.
I Z K. H. Prins Hendrik, die reeds eenige
■cjjen in Den Haag vertoefde, zal te Amster-
liim op het perron, ter begroeting aanwezig
gijn.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
FEUILLETON.
de koninklijke familie.
(1 j| de Koningin en H. K. H. Prinses
Ijuliana vertrekken morgen te 10.38 per
Jinronen trein van Apeldoorn naar Amster-
lto aankomst aldaar 12.15.
Prinses Juliana zal in het laatst van Juni
redurende een tiental dagen weder met
tsnige studiegenooten kampeeren bij het
Linihuis te Hoog-Soeren.
borstbeeld van h.m. de
koningin.
Zaterdagmiddag heeft ten stadhuize van
llmslerdam de plechtige aanbieding plaats
van een borstbeeld van H. M. de
Éomngin, vervaardigd door den beeld
houwer A. Falise. Tegenwoordig waren de
!?len van bet comité, dat de gelden voor
[•et beeld bijeenbracht, de burgemeester, de
IV de Vlugt, en de wethouders Krop-
Douwes en Abrahams.
Het borstbeeld is geplaatst in de vestibule
het Stadhuis. Het werd door den heer
L. M. de Jong Schouwenburg met een
asselijke toespraak aangeboden namens
lis Amsterdamsche burgerij. Hierbij werd
|r?n oorkonde overhandigd, vervaardigd door
ibr. Grevensluk.
DE VERDEELING VAN DEN
ZENDTIJD.
Vergadering van de A.VHXI.
Vragen van den heer Vot.
Het Algemeen Bestuur van de A.V.R.O.
Ikwam Zaterdagmiddag te Amsterdam in
I spoedvergadering bijeen ter bespreking van
Iden toestand, geschapen door de verdeeling
Iran den zendtijd door den Minister van
I .Waterstaat.
De vergadering sprak baar diepe veront
waardiging uit over de door den Minister
I [{nomen beslissing, die zij kenschetst als
een overweldiging door politieke macht
hebbers.
De vergadering besloot van dit oogenblik
af een ononderbroken strijd te zullen voe
ren voor het ongedaan maken van het
schandelijke zendtijdbesluit; dan wel om te
jeraken tot zendtijdverruiming door inlij
ving in den Omroepband van de 1071 M.-
[olf, naast de 298 en 1875 M.-golf of door
aanvaarding van het A.V.R.O.-Gleichwel-
lenplan.
Zij besloot voorts om onmiddellijke afdoe
ning te eischen van de Regeering van de
hangende verzoeken tot den bouw van een
eigen zender of een eigen zendersysteem.
Zij aóhlte de hoop op toekomstige samen
werking, die nog in het zendtijdbesluit der
Regeering doorklinkt een hoon en een be
spotting van de gevoelens van verontwaar
diging, die bij de A.V.R.O.-Iuistervinken, na
den roof van haar bezit aan zendtijd, ge
koesterd worden.
Een samenwerking tusscben roovers cn
beroofden achtte de vergadering een zede
lijke onmogelijkheid.
De vergadering nam onder luiden bijval
kennis van massa's protesttelegrammen cn
brieven uit het Nederlandsche luisteraars-
coips, waarvan de inhoud gekenschetst kon
worden door de woorden: „Zendtijd gehal
veerd, bijdrage verdubbeld".
De vergadering besloot een buitengewone
algemeene ledenvergadering te houden op
as. Zaterdag 24 Mei in het Concertgebouw
te Amsterdam, des namiddags te 3 uur.
Luistervinken hebben toegang op vertoon
van hun diploma 1930 1ste halfjaar.
Tevens besloot zij in te stellen een cen
traal comité van A.V.R.O.-actie, dat zich
ral bezighouden met het geven van raad
aa bijstand aan de talrijke locale actie-co-
mité's, die reeds zijn opgericht en die plaat
selijke vergaderingen beramen. Zetel van
dat comité: A.V.R.O -Gebouw, Keizersgracht
107, Amsterdam.
Voorts werd besloten de diverse locale
acties op een nader te bepalen dag te doen
volgen door een grootschen nationalen
actiedag in Den Haag
De vergadering besloot voorts twee be
stuursleden af te vaardigen naar diverse
buitenlandsche omroeporganisaties, ten
einde reeds ingeleide besprekingen te vol
tooien, die zouden kunnen leiden tot de
mogelijkheid voor den A.V.R.O., om op de
dagen, die straks verloren zullen gaan, toch
haar slem voor de Nederlandsche luiste
raars te laten klinken.
Ten slotte protesteerde de vergadering te
gen de voorstelling van zaken in het zend
tijdbesluit, waarbij de partij-omroepen ten
onrechte tot algemeene omroepen worden
geteekend, die op gelijken grondslag zouden
arbeiden als de A VR.O.
Zulk een voorstelling van zaken noemde
de vergadering misleidend, want zij is in
strijd met de Statuten der Groepsomroepen.
Het instituut van het zg. algemeene pro
gramma te verzorgen, behalve door den
A.V.R.O ook door de Groepsomroepen,
achtte zij een schromelijke miskenning van
het karakter der A.V.R.O -programma's, die
algemeen waren en zijn en niet door nog
algemeener programma's kunnen worden
vervangen.
Het Tweede Kamerlid Floris Vos heeft de
volgende vragen gericht tot den Minister
van Waterstaat:
1. Is het juist, dat de A.V.R.O. op 18 Mei
1929 bij den loenmaligen minister van Wa
terstaat een request heelt ingediend, strek
kende tot het verkrijgen van een z.g.
Gleichwellensysteem, teneinde daarmede
het gebrek aan zendtijd hier te lande op te
heffen en het vraagstuk der zendtijdverdee-
ling tot definitieve en bevredigende oplos
sing te brengen? Is het juist, dat het request
op 1 October 1929 door requestrante gerap
pelleerd is en aangevuld met het verzoek j
om, zoo het Gleichwellensysteem onbruik
baar geacht werd, ieder ander bruikbaar
systeem te mogen exploiteeren, alsmede, 'dat
de Radioraad over het eerste request een
advies heeft uitgebracht?
2. Indien de vragen sub. 1 bevestigend
worden beantwoord, is het dan juist, dat het
daarin bedoelde request, alsmede het aan
vullend verzoek tot dusverre van regeerings-
wege geen beantwoording hebben gevonden?
3. Indien de voorgaande vraag bevesti
gend wordt beantwoord, is de minister dan
bereid de redenen voor deze houding der
regeering mede te deelen?
4. Is de minister bereid de spoedige af
doening van het in vraag 1 bedoelde .request
alsmede het aanvullend verzoek zooveel
mogelijk te bevorderen en kan reeds thans
voor deze afdoening een uiterste termijn
worden gesteld, nu door de in werking tre
ding der nieuwe zendtijdverdeeling op uiter
lijk 1 Juli a.s. beantwoording van het meer
genoemde request alsmede het aanvullende
verzoek in hooge mate urgent is geworden?
Hel blijft prolesten slroomen van alle
zijden.
De heeren L C W. Ekering, H. Bakker,
R. Dijkstra, H. E. Gravemeyer, G. A. den
Hertog, W. A. Hoek, A. G. H. van Hoogen-
huyze, P. J. de Jong, J. C. Koningsberger,
J. Kooy, P. J. Kromsigt, C. A. ter Linden en
T. G. van Reeuwijk, predikanten te Amster
dam en medewerkers aan de A.V.R.O. Mor
genwijding, hebben aan de regeering bericht
met groote verontwaardiging kennis te heb
ben genomen van de minislerieele beslissing
inzake de verdeeling van de radiozendtijd.
„Deze beslissing, gevallen onder den druk
van in dezen samengaande politieke groe
pen, is een droevig symptoom van de ver
wording van ons nationale leven." Zij spre
ken de hoop uit, „dat het gepleegde onrecht,
waarbij de regeering ten koste van het eer
lijk bezit van een nationaal-gezinden om
roep aan de revolutionaire propaganda zoo
vele dagen zendtijd schonk, zoo spoedig
mogelijk hersteld worde en een nieuwe re
geling worde getroffen, waarbij de door de
wet geëischte billijke verdeeling van den
zendtijd tot stand kome zonder schennis
van het recht, dat een der grondpeilers van
ons volksleven heet te zijn."
383. Maar toen nam ook de cipier de beenen Hij volgde
hen in wilde vlucht. De gevangenen, kijkend door 't gaatje,
vermaakten zich daardoor geducht. „Hallo Jokko",
schreeuwde een hunner. „Vooruit Lange", riep 'n ander
weer. „Loop cipier, jij moet harder loopen, of doen jou je
voetjes zeer?"
384. Doch een scherp gefluit deed zich hooien lie
alarmfluit klonk schel in 't rond. Het was de cipier, die
hen volgde en het nu al weiletjes vond. En terwijl hij zoo
voort bleef rennen, klonk overal het alarm. „Ik wou",
dacht hij, „dat de anderen kwamen, want het wordt me
wat te warm."
Het Landelijk Comité Belangen Luiste
raars zond den Minister volgend protest:
Met verbazing en verontwaardiging heb-
L«n ivij kennis genomen van Uwe beslis
sing inzake zendtijdverdeeling.
Met verbazing, daar U de A.V.R.O. als
een linksch politieke groep beschouwt en
als zoodanig indeelt; met verontwaardiging
voor Uw geimis aan Nationalen trots, daar
thans de Nederlandsche naam, die op om-
roefigebied in het Buitenland met hooge
waardeering wordt uitgesproken, dank ai)
het werk van de A.V.R.O. en niet der po
litieke of godsdienstige omroepen, belache-
lijk gemaakt zal worden door Uwe beslis
sing den Nederlandschen Omroep tot een
poütieken strijdomroep te maken.
Wij zullen nu in het buitenland weer eens
als de chiueezen van Europa gebrandmerkt
worden, temeer daar de Nederlandsche luis
teraar nn misschien eenige avonden per
week hun volkslied ter beëindiging van het
programma der A.V.R.O. vanuit het buiten
land te hooren zullen krijgen bij gebrek
aan een algemeen programma in eigen land.
Op de Nederlandsche golflengten kan het
buitenland dan kennis maken met het klein,
ziolig gedoe van een door politiek en door
goddienst verscheurd volk, dat dank ztjj
de Radio en met Uw hulp zijn strijd nu pas
flink kan uitbreiden.
Do omroepbladen der organisaties geven
een beeld van de 6ympathiseerende luiste,
raars. De oplaag van de Radiobode van de
A.V.R.O. overtreft met minstens honderd
duizend lezers het aantal der lezers van de
verschillende andere omroepbladen.
Dit overtuigend bewijs schijnt bij Uwe
Excellentie geen gewicht in de schaal te
leggen.
Geen einde aan den Kadiostrijd voordat
de A.V.R.O. is recht gedaan.
intern. bepalingen inzake
uitwatering v. schepen.
Nederland op de Londensche conferentie.
Naar wij vernemen, is de delegatie welke
Nederland zal vertegenwoordigen op de a.s.
Dinsdag te Londen aanvangende confe
rentie voor de vaststelling van internatio
nale bepalingen inzake de uitwatering van
schepen als volgt samengesteld: vice-admi-
raal C. Fock, hoofdinspecteur voor de
Scheepvaart, leider van de delegatie en de
heeren A. van Driel, scheepsbouwkundig ad
viseur van de Scheepvaart inspectie J. Brau-
tigam, voorzitter van den Centralen Bond
van Transportarbeiders en lid van de
Tweede Kamer, J. W. Langeler, inspecteur
van de scheepvaart in Ned.-fndië met verlof
hier te lande, J. Ripperda Wierdsma, pre
sident-directeur van de HollandAmerika
Lijn en G. L. Heeres secretaris van de Ned.
Reedersvereeniging.
Als adviseurs zijn aan de delegaties toe
gevoegd de heeren H. Keijser, adjunct-
directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch
Instituut te De Bilt prof. N. Kal. hoogl. in de
scheepsbouwk aan de Technische Hooge-
school van Delft, G. de Ronde en F. Reede-
ker, beiden oud-gezagvoerders, en J. C. Car-
pentier Alting, scheepsbouwkundig inge
nieur bij de scheepvaartinspectie in Ned.-
Indié.
het tientarig bestaan
van schiphol.
De luchthaven Schiphol was Zaterdag in
feesttooi ter gelegenheid van de herdenking
van het feit, dat het tien jaar geleden is, dat
het luchtverkeer te Amsterdam is aange
vangen.
Het gemeentebestuur had verscheidene
autoriteiten op luchtvaartgebied uilgenoo-
digd om dit jubileum op Schiphol te komen
bijwonen. Zoo verwelkomde de heer E. J.
Abrahams, wethouder van publieke werken
en handelsinrichtingen, die vergezeld was
van den directeur van publieke werken, ir.
de Graaf, den waamemenden directeur van
handel9inriehtingen, den heer Boogaerd,
den secretaris van de commissie van de
handelsinrichtingen, dr. van Santen, eenige
raadsleden dier commissie en havenmeester
van Schiphol, den heer Dellaert, de genoo-
digde gasten, o.a. mr. de Veen, vertegen
woordiger van den minister van waterstaat,
generaal C. J. Snijders, voorzitler van den
raad van bestuur van de Koninklijke Lucht
vaartmaatschappij, mr. Enthoven, lid van
den raad van bestuur van de Koninklijke
Nederlandsch-Indische Luchtvaart Mij.
Plesman, directeur van beide maatschap
pijen, dr. Wolf, directeur van den Rijks
studiedienst voor de luchtvaart en jhr. v. d.
Berch van Heemstede, secretaris van de
Kon. vereeniging voor luchtvaart.
Na de ontvangst heeft het gezelschap een
rondgang gemaakt langs de inrichtingen
van de Amsterdamsche luchthaven om zich
een denkbeeld te vormen van den grooten
vooruitgang in zoo korten tijd van het
Nederlandsche vliegwezen en van de ont
wikkeling van Schiphol als internationaal
knooppunt van het burgerluohtverkeer.
Op het platform van het luchtstationsge
bouw waren eenige groote verkeersvlieg
tuigen ter bezichtiging opgesteld.
Na den rondgang heelt het gemeentebe
stuur een noenmaal aangeboden, waaraan
ook toespraken werden gehouden.
onthulling Mr.
dressselhuys-bank.
In zijn geboorteplaats Cnlemborg.
Te Culemborg heeft Zaterdagmiddag de
olficieele onthulling plaats gehad van ean
monumentale bank, opgericht door hetLan-
deljjk Comité tot huidiging der nagedachte
nis van wjjlen mr. H. C. Dressediuys, in
samenwerking met bet Culeinborgsch ge
meentebestuur.
Behalve dit college en vele leden van den
Raad werd de plechtigheid bijgewoond d-or
de naaste familieleden van den overleden
staatsman, o.a. zjjne weduwe mevT. J. W.
E. Dresselhuy6de Meijere en dochters,
mevr. Stam en mevr. Wenckebach met hare
echtgenooten. Voorts waren aanwezig, Z.
Exc. mr. D. Fook, de leden van het huldi
gingscomité.
In de plaats van oud-minister mr. P. Rink,
die wegens ongesteldheid verhinderd was,
werd de officieele rede gehouden door mr.
G. A. Boon, lid der 2e Kamer.
Na het slot van zjjn betoog onthulde spr.
de bank en bood haar de gemeente aan.
Burgemeester Keestra beantwoordde de
rede van mr. Boon, en aanvaardde de mo
numentale bank.
Ten slotte voerde nog het woord, weith.
O. Laan, voorzitter van de afd. Culemborg
van den Vrijheidsbond.
Na afloop der plechtigheid werden in
den speciaal daartoe ingerichten Gothischen
raaoskelder ververschingen aangeboden.
reclame.
4740
Door E PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLEll
(Nadruk verboden.)
S3)
HOOFDSTUK XIX.
In mijn kamer gekomen verwisselde ik
mijn rok voor een huisjasje en mijn verlakte
schoenen voor een paar pantoffels. Ik ont
dekte toen eensklaps, dat ik geen sigaretten
•neer had. Ik keek naar de pendule. Het
^as pas half elf. Ik had dus nog altijd een
hall uur voor mij.
'k deed mijn kamer op slot en begaf mij
■net den lift naar de vestibule.
..Mijn vriend de holelportier stond achter
f'in lessenaar te soezen.
..Kun je niet een jongen naar het café
zenden, om Louis (e vragen mij een doosje
"«aretten als ik altijd rook te verschaften?"
„Met alle genoegen, mijnheer", ant
woordde de man, „maar Louis is er op het
"ogenblik niet. Denkelijk zal wel een der
""deren weten, welke sigaretten u ge
woon is."
„Ia hij er niet?" vroeg ik, naar de klok
kijkende „Dan is hij toch wel vroeger dan
Cewoonlijk uitgegaan."
...Neen, hij is den geheelen avond afwe-
2'c antwoordde de portier. „De tweede
■Mitre d'hotel heeft het mij zelf gezegd."
„Den heelen avond niet? Wil dat zeggen,
"at Louis een vrijen avond heeft?"
„Zeker, mijnheer, Louis is daareven in
zijn jacket uitgegaan."
Een oogenblik slond ik zoo verbaasd, dat
ik geen woorden kon vinden. Immers niet
meer dan enkele minuten geleden had
Louis mij verzekerd, dat hij dezen nacht
dienst had in het café. Jn ieder geval had hij
mij dus toen voorgelogen. En hij zou dat
niet zonder bepaalde bedoeling hebben ge
daan .Wat zat daar achter? Ik liep een paar
maal heen en weer. terwijl de portier mij
nieuwsgierig nakeek.
„Heeft u Louis bepaald zelf noodig, of zal
ik aan Anloine de sigaretten laten vragen?"
Ik vermande mij en antwoordde:
„Laat het maar aan Antoine vragen, hij
weet ook wel, wat ik wensch."
Ik nam een avondblad en keek het nieuws
eens door. Hoewel ik mij in den loop van
den dag volstrekt niet vermoeid had, ge
voelde ik mij niettemin ongewoon slaperig.
Toen de jongen met het doosje sigaretleu
kwam, stak ik het ongeopend in een zak.
Vervolgens trad ik, alvorens naar mijn ka
mer te gaan, de rookkamer binnen en dronk
er een steTke whisky soda. Aan een der jon
gere kellners, die daar bediende, vroeg ik
nog eens:
„Weet je ook. of Louis vanavond nog hier
komt?"
„Neen, mijnheer, hij is daarnet uitge
gaan."
,,Dank je, laat de anderen maar niet we
ten. dat ik je dat heb gevraagd."
Ik gaf den jonge man een halve kroon en
keerde naar mijn kamer terug. Ik was we»r
een beetje opgekwikt, maar. hoe onbegrij-
pelijï het ook moge lijken, begon ik de kof-
fie, welke Louis mij had voorgezet, te ver
denken. Ik herinnerde mij nu, of meende mij
ten minste te herinneren, dat deze een
eigenaardig smaakje had gehad. Maar welk
doel zou Louis kunnen hebben mij te be
dwelmen juist op het oogenblik, dal ik te
zijnen gunste moest optreden?
Ik had een spiritusloestel op mijn kamer
en ik zette onmiddellijk een kop sterke thee.
Maar zelfs toen ik dezen had gedronken,
gevoelde ik mij nog altijd doezelig. Het was
intusschen tien minuten voor elf geworden
en ik deed mijn kleerkast open om er het
eenige wapen uit te nemen, dat ik in den
nacht binnen mijn bereik wilde hebben. Het
waa een rotting met looden knop, die mij
reeds meer dan eens goeden dienst had be
wezen. Tot mijn verwondering stond de stok
niet in den gewonen hoek. Ik wist absoluut
zeker, 'dat ik den stok ra mijn terugkeer uit
Parijs in de kast had zien staan en ik stelde
dadelijk een nauwkeurig onderzoek naar het
wapen in .Ik liet geen hoekje ondoorzocht,
maar ten slotte moest ik wel lot de overtui
ging komen, dat de stok was verdwenen. Ot
de huisknecht of iemand anders moest hem
hebben weggenomen.
Het was intusschen elf uur geworden,
ioen ik het zoeken opgaf, en ik had geen
lijd meer om nog verder te zoeken. Ik sloot
mijn kamer af en begaf mij naar de vijfde
verdieping. Er was niemand in de gang en
met den sleutel, dien Louis mij had gegeven,
opende ik zonder moeite de deur van
Delora'9 slaapkamer. De kamer was in duis
ternis gehuld, maar vlak naast de deur was
een knopje van het electrisch licht. Ik knipte
dadelijk het licht aan. Er was niemand in
de kamer en er ontbrak elke aanwijzing, dat
de kamer kort Ie voren bezet was geweest.
Geen genoegen nemende met een inspectie,
wierp ik een blik in de kleerkast en tilde de
gordijnen van het bed op Zeer spoedig kwam
ik tol de conclusie, dat zich niemand in de I
kamer had verstopt. Ik zette mij op den
rand van het bed en dacht er eens over na,
hoe ik de volgende uren zou doorbrengen.
De whisky en soda, welke op de tafel waren
geplaatst, trokken daarbij mijn aandacht.
Een plotseling bij mij opkomende gedachte
volgend ging ik er op af Ik begon met een
scheutje uit de whiskyfleseh te schenken.
Het rook volkomen onschuldig Ik proefde er
even van, doch er was geen bijzonder»
smaak aan te bespeuren Daarop bekeek 'k
den syphon met sodawater. De stop was er
schijnbaar stevig op vastgeschroefd, maar
werd er met gemak afgenomen, zonder dat
ik mij erg behoefde in te spannen. Ik be
keek de schroef wat nauwkeuriger en ik
kreeg de overtuiging, dat er kort geleden
aan gemorreld was. Ik goot een lepelvol van
het water in het glas. Het water bruiste
haast niet en ik proefde er een eigenaardig
smaakje aan. Er was blijkbaar iets in ge-
daan, dat aan het water nagenoeg alle
kracht had ontnomen. Ik schroefde den stop
er weer op, terwijl ik een zacht gefluit deed
hooren. Louis had gezorgd, dat de whisky
en soda daar stonden. Hij had zelfs speciaal
mijn aandacht er op gevestigd. De koffie,
welke ik even te voren had gedronken, was
mede op Louis' aanwijzingen gezet Hij had
blijkbaar alle voorzorgen willen nemen
Zijn bedoeling was. dat ik zou slapen wan
neer de indringer, wie het ook mocht wezen,
in de kamer kwam. Goed beschouwd was
deze geschiedenis voor mij ernstiger, mocht
ik mij voorbereiden op meer verwikkelingen
dan ik aanvankelijk had gedacht. Ik onder
zocht hel slot van de deur, waardoor ik bin
nen was gekomen. Het werkte vlot en er
was bovendien een grendel aan den binnen
kant. Er was ook een deur, die naar de zit
kamer voerde. Ook deze onderzocht ik en
met voldoening constateerde ik, dat er aan
de bovenzijde een bovenraampje was, dat ik
voorzichtig openzette. De zitkamer was vol
komen duister. Felicia had zich dus blijk
baar te ruste hegeven. Ik ging kalm zitten
wachten op de dingen welke konden ge
beuren.
Onder de gegeven omstandigheden is hot
begrijpelijk, dat de tijd mij lang viel. Ik zat
op iets te wachten en had niet het mins!»
idee wat er kon gebeuren. Ik hoorde elk
kwartier en half uur slaan tot het één uur
was. Toen hoorde ik een 9leutel omdraaien
in de buitendeur van de suite Ik had tevo
ren de helft van den inhoud van den
syphon met sodawater en een flinke hoe
veelheid whisky naar buiten gegooid. Ik
wierp mij op het bed, 9loot de oogen en
deed mijn best den indruk te geven, dat ik
in een diepen slaap verzonken lag. De per
soon, die de apartemenlen betrad, ging over
de buitenging tot hij de deur bereikte, die
toegang gaf tot mijn kamer. Ik hoorde deze
zachtjes opengaan. Daarna heerschte er
weer stilte, waarin alleen mijn zware adem
haling was te hooren. Er was iemand in de
kamer en die iemand kende de kunst om
zich geruischloos te bewegen.
Ik hoorde geen voetstap, zelfs geen men-
schelijke ademhaling. Plotseling werd ik
getroffen door het aanknippen van het
electrisch licht, en hoewel ik verder niets
hoorde gevoelde ik, dat iemand een eindje
dichter bij mijn bed was gekomen. Ik dorst
de oogen niet te openen, maar bij een oogen
blik van woelen, gelijk een slapende allicht
doet, hief ik mijn hand op om mijn oogen
te bedekken en had gelegenheid even te zien
wie er tusschen mij en de deur stond.
(Wordt vervolgd).