ÜefiAacbó CïeamOiacAM DE VERDWENEN DELORA 71sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 Mei 1930 Vierde Blad No. 21525 I BINNENLAND. I Z K. H. Prins Hendrik, die reeds eenige ■cjjen in Den Haag vertoefde, zal te Amster- liim op het perron, ter begroeting aanwezig gijn. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. de koninklijke familie. (1 j| de Koningin en H. K. H. Prinses Ijuliana vertrekken morgen te 10.38 per Jinronen trein van Apeldoorn naar Amster- lto aankomst aldaar 12.15. Prinses Juliana zal in het laatst van Juni redurende een tiental dagen weder met tsnige studiegenooten kampeeren bij het Linihuis te Hoog-Soeren. borstbeeld van h.m. de koningin. Zaterdagmiddag heeft ten stadhuize van llmslerdam de plechtige aanbieding plaats van een borstbeeld van H. M. de Éomngin, vervaardigd door den beeld houwer A. Falise. Tegenwoordig waren de !?len van bet comité, dat de gelden voor [•et beeld bijeenbracht, de burgemeester, de IV de Vlugt, en de wethouders Krop- Douwes en Abrahams. Het borstbeeld is geplaatst in de vestibule het Stadhuis. Het werd door den heer L. M. de Jong Schouwenburg met een asselijke toespraak aangeboden namens lis Amsterdamsche burgerij. Hierbij werd |r?n oorkonde overhandigd, vervaardigd door ibr. Grevensluk. DE VERDEELING VAN DEN ZENDTIJD. Vergadering van de A.VHXI. Vragen van den heer Vot. Het Algemeen Bestuur van de A.V.R.O. Ikwam Zaterdagmiddag te Amsterdam in I spoedvergadering bijeen ter bespreking van Iden toestand, geschapen door de verdeeling Iran den zendtijd door den Minister van I .Waterstaat. De vergadering sprak baar diepe veront waardiging uit over de door den Minister I [{nomen beslissing, die zij kenschetst als een overweldiging door politieke macht hebbers. De vergadering besloot van dit oogenblik af een ononderbroken strijd te zullen voe ren voor het ongedaan maken van het schandelijke zendtijdbesluit; dan wel om te jeraken tot zendtijdverruiming door inlij ving in den Omroepband van de 1071 M.- [olf, naast de 298 en 1875 M.-golf of door aanvaarding van het A.V.R.O.-Gleichwel- lenplan. Zij besloot voorts om onmiddellijke afdoe ning te eischen van de Regeering van de hangende verzoeken tot den bouw van een eigen zender of een eigen zendersysteem. Zij aóhlte de hoop op toekomstige samen werking, die nog in het zendtijdbesluit der Regeering doorklinkt een hoon en een be spotting van de gevoelens van verontwaar diging, die bij de A.V.R.O.-Iuistervinken, na den roof van haar bezit aan zendtijd, ge koesterd worden. Een samenwerking tusscben roovers cn beroofden achtte de vergadering een zede lijke onmogelijkheid. De vergadering nam onder luiden bijval kennis van massa's protesttelegrammen cn brieven uit het Nederlandsche luisteraars- coips, waarvan de inhoud gekenschetst kon worden door de woorden: „Zendtijd gehal veerd, bijdrage verdubbeld". De vergadering besloot een buitengewone algemeene ledenvergadering te houden op as. Zaterdag 24 Mei in het Concertgebouw te Amsterdam, des namiddags te 3 uur. Luistervinken hebben toegang op vertoon van hun diploma 1930 1ste halfjaar. Tevens besloot zij in te stellen een cen traal comité van A.V.R.O.-actie, dat zich ral bezighouden met het geven van raad aa bijstand aan de talrijke locale actie-co- mité's, die reeds zijn opgericht en die plaat selijke vergaderingen beramen. Zetel van dat comité: A.V.R.O -Gebouw, Keizersgracht 107, Amsterdam. Voorts werd besloten de diverse locale acties op een nader te bepalen dag te doen volgen door een grootschen nationalen actiedag in Den Haag De vergadering besloot voorts twee be stuursleden af te vaardigen naar diverse buitenlandsche omroeporganisaties, ten einde reeds ingeleide besprekingen te vol tooien, die zouden kunnen leiden tot de mogelijkheid voor den A.V.R.O., om op de dagen, die straks verloren zullen gaan, toch haar slem voor de Nederlandsche luiste raars te laten klinken. Ten slotte protesteerde de vergadering te gen de voorstelling van zaken in het zend tijdbesluit, waarbij de partij-omroepen ten onrechte tot algemeene omroepen worden geteekend, die op gelijken grondslag zouden arbeiden als de A VR.O. Zulk een voorstelling van zaken noemde de vergadering misleidend, want zij is in strijd met de Statuten der Groepsomroepen. Het instituut van het zg. algemeene pro gramma te verzorgen, behalve door den A.V.R.O ook door de Groepsomroepen, achtte zij een schromelijke miskenning van het karakter der A.V.R.O -programma's, die algemeen waren en zijn en niet door nog algemeener programma's kunnen worden vervangen. Het Tweede Kamerlid Floris Vos heeft de volgende vragen gericht tot den Minister van Waterstaat: 1. Is het juist, dat de A.V.R.O. op 18 Mei 1929 bij den loenmaligen minister van Wa terstaat een request heelt ingediend, strek kende tot het verkrijgen van een z.g. Gleichwellensysteem, teneinde daarmede het gebrek aan zendtijd hier te lande op te heffen en het vraagstuk der zendtijdverdee- ling tot definitieve en bevredigende oplos sing te brengen? Is het juist, dat het request op 1 October 1929 door requestrante gerap pelleerd is en aangevuld met het verzoek j om, zoo het Gleichwellensysteem onbruik baar geacht werd, ieder ander bruikbaar systeem te mogen exploiteeren, alsmede, 'dat de Radioraad over het eerste request een advies heeft uitgebracht? 2. Indien de vragen sub. 1 bevestigend worden beantwoord, is het dan juist, dat het daarin bedoelde request, alsmede het aan vullend verzoek tot dusverre van regeerings- wege geen beantwoording hebben gevonden? 3. Indien de voorgaande vraag bevesti gend wordt beantwoord, is de minister dan bereid de redenen voor deze houding der regeering mede te deelen? 4. Is de minister bereid de spoedige af doening van het in vraag 1 bedoelde .request alsmede het aanvullend verzoek zooveel mogelijk te bevorderen en kan reeds thans voor deze afdoening een uiterste termijn worden gesteld, nu door de in werking tre ding der nieuwe zendtijdverdeeling op uiter lijk 1 Juli a.s. beantwoording van het meer genoemde request alsmede het aanvullende verzoek in hooge mate urgent is geworden? Hel blijft prolesten slroomen van alle zijden. De heeren L C W. Ekering, H. Bakker, R. Dijkstra, H. E. Gravemeyer, G. A. den Hertog, W. A. Hoek, A. G. H. van Hoogen- huyze, P. J. de Jong, J. C. Koningsberger, J. Kooy, P. J. Kromsigt, C. A. ter Linden en T. G. van Reeuwijk, predikanten te Amster dam en medewerkers aan de A.V.R.O. Mor genwijding, hebben aan de regeering bericht met groote verontwaardiging kennis te heb ben genomen van de minislerieele beslissing inzake de verdeeling van de radiozendtijd. „Deze beslissing, gevallen onder den druk van in dezen samengaande politieke groe pen, is een droevig symptoom van de ver wording van ons nationale leven." Zij spre ken de hoop uit, „dat het gepleegde onrecht, waarbij de regeering ten koste van het eer lijk bezit van een nationaal-gezinden om roep aan de revolutionaire propaganda zoo vele dagen zendtijd schonk, zoo spoedig mogelijk hersteld worde en een nieuwe re geling worde getroffen, waarbij de door de wet geëischte billijke verdeeling van den zendtijd tot stand kome zonder schennis van het recht, dat een der grondpeilers van ons volksleven heet te zijn." 383. Maar toen nam ook de cipier de beenen Hij volgde hen in wilde vlucht. De gevangenen, kijkend door 't gaatje, vermaakten zich daardoor geducht. „Hallo Jokko", schreeuwde een hunner. „Vooruit Lange", riep 'n ander weer. „Loop cipier, jij moet harder loopen, of doen jou je voetjes zeer?" 384. Doch een scherp gefluit deed zich hooien lie alarmfluit klonk schel in 't rond. Het was de cipier, die hen volgde en het nu al weiletjes vond. En terwijl hij zoo voort bleef rennen, klonk overal het alarm. „Ik wou", dacht hij, „dat de anderen kwamen, want het wordt me wat te warm." Het Landelijk Comité Belangen Luiste raars zond den Minister volgend protest: Met verbazing en verontwaardiging heb- L«n ivij kennis genomen van Uwe beslis sing inzake zendtijdverdeeling. Met verbazing, daar U de A.V.R.O. als een linksch politieke groep beschouwt en als zoodanig indeelt; met verontwaardiging voor Uw geimis aan Nationalen trots, daar thans de Nederlandsche naam, die op om- roefigebied in het Buitenland met hooge waardeering wordt uitgesproken, dank ai) het werk van de A.V.R.O. en niet der po litieke of godsdienstige omroepen, belache- lijk gemaakt zal worden door Uwe beslis sing den Nederlandschen Omroep tot een poütieken strijdomroep te maken. Wij zullen nu in het buitenland weer eens als de chiueezen van Europa gebrandmerkt worden, temeer daar de Nederlandsche luis teraar nn misschien eenige avonden per week hun volkslied ter beëindiging van het programma der A.V.R.O. vanuit het buiten land te hooren zullen krijgen bij gebrek aan een algemeen programma in eigen land. Op de Nederlandsche golflengten kan het buitenland dan kennis maken met het klein, ziolig gedoe van een door politiek en door goddienst verscheurd volk, dat dank ztjj de Radio en met Uw hulp zijn strijd nu pas flink kan uitbreiden. Do omroepbladen der organisaties geven een beeld van de 6ympathiseerende luiste, raars. De oplaag van de Radiobode van de A.V.R.O. overtreft met minstens honderd duizend lezers het aantal der lezers van de verschillende andere omroepbladen. Dit overtuigend bewijs schijnt bij Uwe Excellentie geen gewicht in de schaal te leggen. Geen einde aan den Kadiostrijd voordat de A.V.R.O. is recht gedaan. intern. bepalingen inzake uitwatering v. schepen. Nederland op de Londensche conferentie. Naar wij vernemen, is de delegatie welke Nederland zal vertegenwoordigen op de a.s. Dinsdag te Londen aanvangende confe rentie voor de vaststelling van internatio nale bepalingen inzake de uitwatering van schepen als volgt samengesteld: vice-admi- raal C. Fock, hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, leider van de delegatie en de heeren A. van Driel, scheepsbouwkundig ad viseur van de Scheepvaart inspectie J. Brau- tigam, voorzitter van den Centralen Bond van Transportarbeiders en lid van de Tweede Kamer, J. W. Langeler, inspecteur van de scheepvaart in Ned.-fndië met verlof hier te lande, J. Ripperda Wierdsma, pre sident-directeur van de HollandAmerika Lijn en G. L. Heeres secretaris van de Ned. Reedersvereeniging. Als adviseurs zijn aan de delegaties toe gevoegd de heeren H. Keijser, adjunct- directeur van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt prof. N. Kal. hoogl. in de scheepsbouwk aan de Technische Hooge- school van Delft, G. de Ronde en F. Reede- ker, beiden oud-gezagvoerders, en J. C. Car- pentier Alting, scheepsbouwkundig inge nieur bij de scheepvaartinspectie in Ned.- Indié. het tientarig bestaan van schiphol. De luchthaven Schiphol was Zaterdag in feesttooi ter gelegenheid van de herdenking van het feit, dat het tien jaar geleden is, dat het luchtverkeer te Amsterdam is aange vangen. Het gemeentebestuur had verscheidene autoriteiten op luchtvaartgebied uilgenoo- digd om dit jubileum op Schiphol te komen bijwonen. Zoo verwelkomde de heer E. J. Abrahams, wethouder van publieke werken en handelsinrichtingen, die vergezeld was van den directeur van publieke werken, ir. de Graaf, den waamemenden directeur van handel9inriehtingen, den heer Boogaerd, den secretaris van de commissie van de handelsinrichtingen, dr. van Santen, eenige raadsleden dier commissie en havenmeester van Schiphol, den heer Dellaert, de genoo- digde gasten, o.a. mr. de Veen, vertegen woordiger van den minister van waterstaat, generaal C. J. Snijders, voorzitler van den raad van bestuur van de Koninklijke Lucht vaartmaatschappij, mr. Enthoven, lid van den raad van bestuur van de Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Mij. Plesman, directeur van beide maatschap pijen, dr. Wolf, directeur van den Rijks studiedienst voor de luchtvaart en jhr. v. d. Berch van Heemstede, secretaris van de Kon. vereeniging voor luchtvaart. Na de ontvangst heeft het gezelschap een rondgang gemaakt langs de inrichtingen van de Amsterdamsche luchthaven om zich een denkbeeld te vormen van den grooten vooruitgang in zoo korten tijd van het Nederlandsche vliegwezen en van de ont wikkeling van Schiphol als internationaal knooppunt van het burgerluohtverkeer. Op het platform van het luchtstationsge bouw waren eenige groote verkeersvlieg tuigen ter bezichtiging opgesteld. Na den rondgang heelt het gemeentebe stuur een noenmaal aangeboden, waaraan ook toespraken werden gehouden. onthulling Mr. dressselhuys-bank. In zijn geboorteplaats Cnlemborg. Te Culemborg heeft Zaterdagmiddag de olficieele onthulling plaats gehad van ean monumentale bank, opgericht door hetLan- deljjk Comité tot huidiging der nagedachte nis van wjjlen mr. H. C. Dressediuys, in samenwerking met bet Culeinborgsch ge meentebestuur. Behalve dit college en vele leden van den Raad werd de plechtigheid bijgewoond d-or de naaste familieleden van den overleden staatsman, o.a. zjjne weduwe mevT. J. W. E. Dresselhuy6de Meijere en dochters, mevr. Stam en mevr. Wenckebach met hare echtgenooten. Voorts waren aanwezig, Z. Exc. mr. D. Fook, de leden van het huldi gingscomité. In de plaats van oud-minister mr. P. Rink, die wegens ongesteldheid verhinderd was, werd de officieele rede gehouden door mr. G. A. Boon, lid der 2e Kamer. Na het slot van zjjn betoog onthulde spr. de bank en bood haar de gemeente aan. Burgemeester Keestra beantwoordde de rede van mr. Boon, en aanvaardde de mo numentale bank. Ten slotte voerde nog het woord, weith. O. Laan, voorzitter van de afd. Culemborg van den Vrijheidsbond. Na afloop der plechtigheid werden in den speciaal daartoe ingerichten Gothischen raaoskelder ververschingen aangeboden. reclame. 4740 Door E PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLEll (Nadruk verboden.) S3) HOOFDSTUK XIX. In mijn kamer gekomen verwisselde ik mijn rok voor een huisjasje en mijn verlakte schoenen voor een paar pantoffels. Ik ont dekte toen eensklaps, dat ik geen sigaretten •neer had. Ik keek naar de pendule. Het ^as pas half elf. Ik had dus nog altijd een hall uur voor mij. 'k deed mijn kamer op slot en begaf mij ■net den lift naar de vestibule. ..Mijn vriend de holelportier stond achter f'in lessenaar te soezen. ..Kun je niet een jongen naar het café zenden, om Louis (e vragen mij een doosje "«aretten als ik altijd rook te verschaften?" „Met alle genoegen, mijnheer", ant woordde de man, „maar Louis is er op het "ogenblik niet. Denkelijk zal wel een der ""deren weten, welke sigaretten u ge woon is." „Ia hij er niet?" vroeg ik, naar de klok kijkende „Dan is hij toch wel vroeger dan Cewoonlijk uitgegaan." ...Neen, hij is den geheelen avond afwe- 2'c antwoordde de portier. „De tweede ■Mitre d'hotel heeft het mij zelf gezegd." „Den heelen avond niet? Wil dat zeggen, "at Louis een vrijen avond heeft?" „Zeker, mijnheer, Louis is daareven in zijn jacket uitgegaan." Een oogenblik slond ik zoo verbaasd, dat ik geen woorden kon vinden. Immers niet meer dan enkele minuten geleden had Louis mij verzekerd, dat hij dezen nacht dienst had in het café. Jn ieder geval had hij mij dus toen voorgelogen. En hij zou dat niet zonder bepaalde bedoeling hebben ge daan .Wat zat daar achter? Ik liep een paar maal heen en weer. terwijl de portier mij nieuwsgierig nakeek. „Heeft u Louis bepaald zelf noodig, of zal ik aan Anloine de sigaretten laten vragen?" Ik vermande mij en antwoordde: „Laat het maar aan Antoine vragen, hij weet ook wel, wat ik wensch." Ik nam een avondblad en keek het nieuws eens door. Hoewel ik mij in den loop van den dag volstrekt niet vermoeid had, ge voelde ik mij niettemin ongewoon slaperig. Toen de jongen met het doosje sigaretleu kwam, stak ik het ongeopend in een zak. Vervolgens trad ik, alvorens naar mijn ka mer te gaan, de rookkamer binnen en dronk er een steTke whisky soda. Aan een der jon gere kellners, die daar bediende, vroeg ik nog eens: „Weet je ook. of Louis vanavond nog hier komt?" „Neen, mijnheer, hij is daarnet uitge gaan." ,,Dank je, laat de anderen maar niet we ten. dat ik je dat heb gevraagd." Ik gaf den jonge man een halve kroon en keerde naar mijn kamer terug. Ik was we»r een beetje opgekwikt, maar. hoe onbegrij- pelijï het ook moge lijken, begon ik de kof- fie, welke Louis mij had voorgezet, te ver denken. Ik herinnerde mij nu, of meende mij ten minste te herinneren, dat deze een eigenaardig smaakje had gehad. Maar welk doel zou Louis kunnen hebben mij te be dwelmen juist op het oogenblik, dal ik te zijnen gunste moest optreden? Ik had een spiritusloestel op mijn kamer en ik zette onmiddellijk een kop sterke thee. Maar zelfs toen ik dezen had gedronken, gevoelde ik mij nog altijd doezelig. Het was intusschen tien minuten voor elf geworden en ik deed mijn kleerkast open om er het eenige wapen uit te nemen, dat ik in den nacht binnen mijn bereik wilde hebben. Het waa een rotting met looden knop, die mij reeds meer dan eens goeden dienst had be wezen. Tot mijn verwondering stond de stok niet in den gewonen hoek. Ik wist absoluut zeker, 'dat ik den stok ra mijn terugkeer uit Parijs in de kast had zien staan en ik stelde dadelijk een nauwkeurig onderzoek naar het wapen in .Ik liet geen hoekje ondoorzocht, maar ten slotte moest ik wel lot de overtui ging komen, dat de stok was verdwenen. Ot de huisknecht of iemand anders moest hem hebben weggenomen. Het was intusschen elf uur geworden, ioen ik het zoeken opgaf, en ik had geen lijd meer om nog verder te zoeken. Ik sloot mijn kamer af en begaf mij naar de vijfde verdieping. Er was niemand in de gang en met den sleutel, dien Louis mij had gegeven, opende ik zonder moeite de deur van Delora'9 slaapkamer. De kamer was in duis ternis gehuld, maar vlak naast de deur was een knopje van het electrisch licht. Ik knipte dadelijk het licht aan. Er was niemand in de kamer en er ontbrak elke aanwijzing, dat de kamer kort Ie voren bezet was geweest. Geen genoegen nemende met een inspectie, wierp ik een blik in de kleerkast en tilde de gordijnen van het bed op Zeer spoedig kwam ik tol de conclusie, dat zich niemand in de I kamer had verstopt. Ik zette mij op den rand van het bed en dacht er eens over na, hoe ik de volgende uren zou doorbrengen. De whisky en soda, welke op de tafel waren geplaatst, trokken daarbij mijn aandacht. Een plotseling bij mij opkomende gedachte volgend ging ik er op af Ik begon met een scheutje uit de whiskyfleseh te schenken. Het rook volkomen onschuldig Ik proefde er even van, doch er was geen bijzonder» smaak aan te bespeuren Daarop bekeek 'k den syphon met sodawater. De stop was er schijnbaar stevig op vastgeschroefd, maar werd er met gemak afgenomen, zonder dat ik mij erg behoefde in te spannen. Ik be keek de schroef wat nauwkeuriger en ik kreeg de overtuiging, dat er kort geleden aan gemorreld was. Ik goot een lepelvol van het water in het glas. Het water bruiste haast niet en ik proefde er een eigenaardig smaakje aan. Er was blijkbaar iets in ge- daan, dat aan het water nagenoeg alle kracht had ontnomen. Ik schroefde den stop er weer op, terwijl ik een zacht gefluit deed hooren. Louis had gezorgd, dat de whisky en soda daar stonden. Hij had zelfs speciaal mijn aandacht er op gevestigd. De koffie, welke ik even te voren had gedronken, was mede op Louis' aanwijzingen gezet Hij had blijkbaar alle voorzorgen willen nemen Zijn bedoeling was. dat ik zou slapen wan neer de indringer, wie het ook mocht wezen, in de kamer kwam. Goed beschouwd was deze geschiedenis voor mij ernstiger, mocht ik mij voorbereiden op meer verwikkelingen dan ik aanvankelijk had gedacht. Ik onder zocht hel slot van de deur, waardoor ik bin nen was gekomen. Het werkte vlot en er was bovendien een grendel aan den binnen kant. Er was ook een deur, die naar de zit kamer voerde. Ook deze onderzocht ik en met voldoening constateerde ik, dat er aan de bovenzijde een bovenraampje was, dat ik voorzichtig openzette. De zitkamer was vol komen duister. Felicia had zich dus blijk baar te ruste hegeven. Ik ging kalm zitten wachten op de dingen welke konden ge beuren. Onder de gegeven omstandigheden is hot begrijpelijk, dat de tijd mij lang viel. Ik zat op iets te wachten en had niet het mins!» idee wat er kon gebeuren. Ik hoorde elk kwartier en half uur slaan tot het één uur was. Toen hoorde ik een 9leutel omdraaien in de buitendeur van de suite Ik had tevo ren de helft van den inhoud van den syphon met sodawater en een flinke hoe veelheid whisky naar buiten gegooid. Ik wierp mij op het bed, 9loot de oogen en deed mijn best den indruk te geven, dat ik in een diepen slaap verzonken lag. De per soon, die de apartemenlen betrad, ging over de buitenging tot hij de deur bereikte, die toegang gaf tot mijn kamer. Ik hoorde deze zachtjes opengaan. Daarna heerschte er weer stilte, waarin alleen mijn zware adem haling was te hooren. Er was iemand in de kamer en die iemand kende de kunst om zich geruischloos te bewegen. Ik hoorde geen voetstap, zelfs geen men- schelijke ademhaling. Plotseling werd ik getroffen door het aanknippen van het electrisch licht, en hoewel ik verder niets hoorde gevoelde ik, dat iemand een eindje dichter bij mijn bed was gekomen. Ik dorst de oogen niet te openen, maar bij een oogen blik van woelen, gelijk een slapende allicht doet, hief ik mijn hand op om mijn oogen te bedekken en had gelegenheid even te zien wie er tusschen mij en de deur stond. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13