DE VERDWENEN DELORA
71»* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 13 Mei 1930
Derde Blad
No. 21520
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
i GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
373. Toen de celdeur stevig was gesloten hleef Jokko in
gedachten staan. Hij dacht: nu de cipier is gevangen, wat
vangen wij met Duimstok aan. Wij moeten hem urit de cel
bevrijden, hem daar te laiten heeft geen zin; Duimpje mag
(Daar niet langer blijven, maar de cipier, die blijft erin.
374. „Vooruit, Lanp/e, ilk zal je helpen", riep Jokko,
„vooruit niet gedraald, iteek hoofd en armen door het luikje,
je wordt door mij eruit gehaald. De Lamge, die graag uit de
cel wou, lieveT niet gevangen zat, stak, toen Jokko hem had
gewaarschuwd, hoofd en armen uit heft gat.
BENOEMING EN ONTSLAG.
Het Bestuur der Stedelijke Werkinrich
ting draa«t iQ de vacature A. Bisschop voor:
j. de heer S. E. van Nooten, 2. dr. J. C. M.
Timmermans.
B. en W. stellen voor de benoeming van
me), dr. W. L. Wrede en van prof. dr. G.
J Thierry ter vervanging van mej. dr. C. R.
Bakker en H. Cohen, reap, als leerares in
natuurlijk Historie en leeraar in het
Hebreeuwsch aan 't Gymnasium te verlen
gen tot uiterlijk 1& Juli.
Eervol ontslag op verzoek zal worden
verleend aan den heer L. v. d. Laan als lid
van de gem. commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon en aan den heer P. J. Hoogen-
dam als onderwijzer aan de O. L. School,
Schuttersveld B.
VOOR MATHESIS
B. en W. stellen voor aan het Genoot
schap Mathesis Scientiarum Genitrix ten
behoeve van de alg. vergadering en de ten
toonstelling van werkstukken der leerlin
gen van 27 Mei tot en met 2 Juni kosteloos
de noodige localiteiten den stadszaal
wederom kosteloos a{ te staan.
WONINGHUUR.
B. en W. stellen voor het huurcontract
van den heer A. van Laarhoven voor per
ceel Nieuwsteeg ia te ontbinden en de
woning te verhuren onder dezelfde voor
waarden van den Iheer J. A. Jansen.
EEN LEGAAT TAN
Br. Dr. J. C. OVERVOORDE.
■Notaris J. A. van Hamel deelde mede, dal
wijlen Mr. Dr. J. C. Overvoorde aan de ge
meente ten behoeve van het Stedelijk
Museum „de Lakenhal" heelt gelegateerd:
lo. eene som van f. 10.000.voor aan
koop van voorwerpen ten behoeve van ge-
Doemd museum:
2o. een keuze uit des erflaters antiqui
teiten, oud porcelein of schilderijen-,
3o. ten behoeve van de Museum-biblio
theek de9 erflaters verzameling catalogi van
verzamelingen en veilingen en een keuze
uit zijn boek- en plaatwerken over museum
wezen en kunstgeschiedenis;
B. en W. stellen voor dit legaat onder
betuiging van groote waardeering te aan
vaarden.
SCHOOL VERGOEDING.
Op aanvrage stellen B. en W. voor aan
bijzondere soholen voor L. O. volgens art.
100 der L.O.-wet van 1920 een vergoeding te
geven voor het jaar 1928 voor onderwijzers,
wier jaarwedde niet in aanmerking kwa
men voor Rijksvergoeding f. 72.062.501/2
en voor de L. O. f. 13.527.81.
Aan het bestuur van de R.K. Parochiale
Jongensscholen alhier stellen B. en W. voor
toe te kennen een som van f.2115 voor het
aanbrengen van eenige verbeteringen in de
school voor g. 1. o. in de Pelikaanstraat 20.
HET VERMENIGVULDIGINGSCIJPER 0.7.
B. en W. stallen voor het vermenigvuldi-
gingacijfer te bepalen op 0.7.
Op de begrooting voor het jaar 1930 is
wegens plaatselijke inkomstenbelasting uit
getrokken
a. betreffende het in het dienstjaar aan
vangende belaft ngjaar 1930/'31, 2/3 ge-
deelt© van de bij de vaststelling van het
vermenigvuldigingscjjfer te ramen op
brengst L 1.013.395,
b. betreffende het in het dienstjaar ein
digende belat ngjaar 1929/30 (de opbrengst
van dat belastingjaar min 2/3 van de btj
de vaststelling van het vermenigvuldigings-
qjfer geraamde opbrengst, welk 2/3 ge
deelte in de rekening 1929 moet worden
verantwoord) f. 688.167,—. Totaal wordt dit
dos 11.701.562,—.
De raming van het onderdeel b is als
volgt geschied:
De opbreng: t van het belastingjaar 1928/
toen de belastingverlaging ten bate
van do kinderrijke gezinnen, waartoe werd
besloten in de raadsvergadering van 4 Mrt.
1929, derhalve nog niet was ingevoerd
heelt bedragen f. 1.982.479,95. Bjj raads
besluit van 6 Mei 1929 werd de opbrengst
van het belastingjaar 1929/'30 geraamd op
f.1.892.000,Hierbij wa3 rekening ge
houden met gedoelde belastingverlaging,
waarvan het verlies aan inkomsten werd ge
schat op f. 33.000,Aangezien ten bate
van bet begrootingsjaar 1929 2/3 van
f. 1.892.000,— kwam, d.i. f. 1.261.333,—
en in verband met de uitkomsten van het
bela-t.ngjaar 1928/29, voor het belasting
jaar 1929/,30 nader een opbrengst van
f. 1.982.500 f. 33.000 f. 1.949.500,—
mocht worden verwacht, kon het onderdeel
b. worden uitgetrokken op f. 1.949.500
f. 1.261.333,- f. 688.167,—.
Bij de samenstelling van de begrooting
1930 kon ook voor het onderdeel a. van een
opbrengst van f. 1.949.500,— worden uit
gegaan. Deze opbrengst is gebaseerd op een
vermenigYuldigingscjjfer van 0.9. Bij de be
handeling van de begrooting werd intussohen
aangenomen een voor t l-Euurman <xs. om
den post „Inkomstenbelasting" tot een zoo
danig bedrag uit te trekken, dat de factor
van 0.9 tot 0.7 kon worden teruggebracht.
De opbrengst van het belastingjaar 1930/'31
zou derhalve, gerekend naar die van het
belastingjaar 1928/1929, kunnen worden ge
raamd op 7/9 van f. 1.949.500,—
f. 1.516.278, terwjjl daarvan ten bate van
den a. post zou komen 2/3 of f. 1.010.852.
In verband echter met aangebrachte wijzi
gingen in de begrooting tijdens hare behan
deling moest dit onderdeel a. f. 2.543,
hooger of in totaal op f. 1.013.395,wor
den uitgetrokken. Als gevolg hiervan moet
de opbreng t van het belastingjaar lOSO/^l
worden geraamd op 3/2 X f. 1.013.395,
rond f. 1.520.100,
Deze opbrengst kan thans, bij de vaststel
ling van het vermenigvnldigingscijfer, wor
den aangehouden. De Inspecteur der direc
te belastingen stelt de te verwachten op
brengst over het belastingjaar 1929/'30,
gebaseerd op een factor van 0.9, op
11.960.000,dit is dus nog ruim f. 10.000
hooger dan het bedrag van f. 1.949.500,
dat bij het opmaken van de begrooting '30
voor beide belait'ngjaren tot uitgangspunt
diende.
Het vermoedelijk belastbaar (zuiver) in
komen begrootte de Inspecteur voor het be
lastingjaar 1930/'31 op f. 38.000 000,te
gen f. 37.500.000,ten vorigen jare.
In verband met de inwerkingtreding in
het volgende jaar van de nieuwe wet inzake
de financieele verhouding tussohen rjjk en
gemeenten geschiedt de vaststelling ran
den factor thans voor de laatste maal.
VERGROOTING VARKENSSTAL.
In aansluiting op het voorstel der betrok
ken commissie geven B. en W. in overwe
ging f. 4600 beschikbaar te stellen voor het
vergrooten van den varkensstal op het ter
rein van „Rhijn-geest", te putten uit 't fonds
der gestichten.
VACANTE AAN DE GESTICHTEN.
B. en W. stellen voor het aantal jaarlijk-
sdhe vacantiedagen voor hoofdverplegers en
waarnemers der gestichten te brengen op
24, van de verplegers op 18 weikdagen
(thans resp. 18 en 12). De kosten bedragen
f.3000. Het personeel zal met 3 personen
worden uitgebreid.
SUBSIDE VOOR BLINDEN.
Bij raadsbesluit van 1929 werd de aan de
afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Ver
betering van het Lot der Blinden in Neder
land tot wederapzeggens toegekende subsidie
van f. 1500 voor 1929 nader bepaald op ten
hoogste f. 3000, aangezien was gebleken, dat
de afdeeling met een bijdrage van f. 1500
niet kon volstaan.
Blijkens de thans ingediende rekening
1929 en begrooting 1930 is ook een subsidie
van f. 3000 niet voldoende om de kosten
van de werkverschaffing te dekken.
De rekening 1929, waarin is verantwoord
de gemeentelijke subsidie ad f. 3000. wijst
een tekort aan van f. 321,9IV», terwijl de
begrooting 1930, ditmaal evenwel zonder dat
geraamd is de gemeentelijke subsidie, met
een nadeelig saldo van ruim f. 6000 sluit.
Het aantal blinden, waarover de werkver-
sdhaffing zich thans uitstrekt bedraagt 11,
tegen 10 in 1929.
Het tekort, dat over 1930 wordt verwacht,
is derhalve ongeveer f. 3000 hooger dan dat
over 1929, hetgeen voornamelijk wordt ver
oorzaakt door de aanstelling van een be
drijfsleider en voorts doordat geen particu
liere bijdragen en geen tegemoetkoming van
de Centrale Vereeniging werden geraamd.
In verband hiermede verzocht het bestuur
der afdeeling de gemeentelijke subsidie te
verhoogen tot f. 6000.
Hoewel B en W. zich niet ontveinzen,
dat de geldelijke steun, dien de afdeeling
behoeft, aanzienlijk grooter is, dan aanvan
kelijk werd verwacht, acht het College met
het oog op het groote nut van de werkver
schaffing als middel tot verzorging van de
blinden alleszins termen tot verdere verhoo
ging van de subsidie aanwezig. Werkver
schaffing heeft het dubbele voordeel, dat de
menschen nuttig worden bezig gehouden en
dat zij voor hun levensonderhoud niet een
beroep behoeven te doen op de burgerlijke
armenzorg.
De verhooging van de subsidie ware echter
te beperken tot f. 5000; h. i. moet ook in het
vervolg getracht worden buiten de contri
butie der leden, bijdragen van particulieren
en van de Centrale Vereeniging te verkrij
gen; voorts zou het resultaat van den ver
koop der vervaardigde artikelen, die thans
niet veel meer dan^den kostprijs der grond
stoffen opbrengen, wellicht wat kunnen
worden verbeterd.
VERBETERING MARESINGEL.
In 1928 stelde de raad een bedrag van
f. 12.000 beschikbaar voor de verbreeding en
verbetering van het gedeelte van den Mare-
singel vanaf de eerste bocht ten Westen
van de uitmonding van de Pa9teurstraat on
geveer tot het rioolgemaal voorbij den spoor
wegovergang, terwijl in 1929 een bedrag
van f. 19.500 beschikbaar werd gesteld ten
behoeve van de normalisatie van het ge
deelte van den Maresingel van nabij de
spoorbrug tot nabij het Prins Hendrikplein.
Het eerstgenoemde gedeelte is reeds voltooid,
terwijl het tweede gedeelte binnenkort te
gelijk met de verbreeding van de Mare-
singelgracht tot uitvoering komt. Er zijn
aldus van den Maresingel twee gedeelten
overgebleven, in welker normalisatie nog
niet is voorzien, te weten het gedeelte van
den Haarlemmerweg tot nabij de Pasteur
straat en het gedeelte van nabij het Prins
Hendrikplein tot nabij de Julianastraat.
Aangezien de rioleeringswerkzaamheden in
beide gedeelten zijn afgeloopen, achten B.
en W. nu den tijd aangebroken, om ook de
verbetering van deze beide stukken ter
hand te nemen, tengevolge waarvan alsdan
de geheele Maresingel zal zijn genorma'i-
seerd. Die verbetering zal op dezelfde wijze
plaats hebben als elders op dien singel en
bestaan in het aanbrengen van een bitumi
neuze verharding op gewalste onderlaag tot
de als normaal voor den rijweg aangeno
men breedte van 8.30 M. met den aanleg
van een tegel trottoir van wisselende breedte.
Voor de verbreeding van de hierbedoeldi»
gedeelten behoeft de gemeente de beschik
king over eenige openbare stoepen en over
eenige voortuinen.
De totale kosten van de verbetering van
deze twee gedeelten van den Maresingel,
daaronder begrepen de kosten van overne
ming resp. aankoop van de benoodigde
openbare stoepen en voortuintjes, alsmede
die van voorzieningen aan de waterleiding,
worden door den Directeur der Gemeente
werken op f. 27.000 begroot, welk bedrag
ware te putten uit het „Fonds voor Stads
verbetering, werkverschaffing en andere
sociale doeleinden"; de kosten wegens het
verleggen van kabels (de gasbuizen behoe
ven niet-verlegd te worden) zullen voor de
Lichtfabrieken f. 3.340 bedragen, welk be
drag voorshands uit de aanwezige midde
len van de fabrieken kan worden gevonden.
In verband met een en ander kan het
voorstel van den heer Schüller hiermede al9
afgedaan worden beschouwd.
HIUZEN-AMO VEERING.
B. en W. stellen voor de aan de gemeente
behoorende huisjes GeeTegracht 52, 6-4 en
56 te amoveeren voor een betere verbin
ding van de Geeregracht met het Plantsoen
en de Jan van Houtkade, terwijl de Plant-
soenaanleg daar ter plaatse tevens eenig*-
zins kan worden verfraaid.
HET OUDE MUSE SACRUM-TERREIN.
B. en W. komen thans met plannen be
treffende het vroegere Musis Sacrum-ter-
rein. Volgens dit plan zal het geheele voor.
matige Musis-terrein één geheel uitmaken
met het Plantsoen; het bestaande wandel
pad langs de singelgracht is behouden en
ter plaatse van de bocht ©enigszins ver
breed, teneinde ruimte te hebben voor het
plaatsen van eenige zitbanken. Voort© voor
ziet het plan in den aanleg van eenige
flinke met bloeiende sierheesters en vaste-
en zomerbloemplan ten beplante gazons, ter
wijl daaromheen wandelpaden zullen wor
den aangelegd. De niet fraaie en wat som
bere beplanting van het eigenlijke Musis-
terrein zal grootendeels worden opgeruimd.
Voorts is in het plan, teneinde in het
Plansoen volksconcerten te kunnen doen
blijven geven, begrepen het herstel van de
muziektent.
De kosten van den eigenlijken plantsoen-
aanleg worden op f. 4500 geraamd, waaron
der f. 2000 voor arbeidsloonen van het vaste
personeel van den plantsoendienst; die van
het herstel van de muziektent op f. 1000.
Van de totale kosten ad f. 5500 behoeft dus
nog slechts een bedrag van f. 3500 te wor
den beschikbaar gesteld, hetwelk zou kun
nen geschieden door afschrijving van den
post „Onvoorzien© Uitgaven".
Aanvankelijk is ook gedacht aan den
bouw van een theehuisje met daarvóór ge
legen terras; toen evenwel bij e«n bij ter
zake kundigen ingesteld onderzoek bleek,
dat de exploitatie van zoodanig theehuisje
niet loonend beloofde te zijn, is van den
bouw daarvan en van het terras, mede met
het oog op de vrij aanzienlijke stiohtings-
ko8ten, afgezien.
HET GANGETJE.
Met de eigenaressen van de perceelen aan
het Gangetje, hoek Breestraat en hoek Bo
termarkt, is thans overeenstemming bereikt
met betrekking tot de verbetering van den
gevelwand aan het Gangejte, die nu, als ge
volg van de afbraak van eenige huizen, zulk
een onooglijk aanzien heeft.
Aangezien de beste en meest logische op
lossing van het vraagstuk van verbetering
van den straatwand wordt verkregen, indien
de bestemming van de huizen in de nieuwe
gevels tot uiting komt, dient de gevelbekle
ding gepaard te gaan met het aanbrengen
van winkelpuien met 9chuine hoekoplos
singen; de winkels zullen dus van hoek-
ingangen en winkelramen aan het Gangetje
moeten worden voorzien. Een voorzieping
van dezen aard te prefereeren vooraJ ook
uit een oogpunt van verruiming van het
doorzicht ten behoeve van het rijverkeer
zal een beter aanzicht aan de gevels geven
en het overheerschend afsluitend karakter
ervan gedeeltelijk opheffen.
Teneinde voorts te geraken tot een behoor
lijke en levendige architectonische oplossing
van moeilijkheden, aanwezig in verband mei
den bestaanden toestand, zijn in het plan
mede opgenomen een tweetal verticale licht
reclamezuilen op de hoeken, een horizontaio
lichtbak en een tweetal vitrines voor uitstal
lingen. eHt aanbrengen van deze objecten
biedt tevens het voordeel, dat tegenover de te
maken kosten, voor de gemeente een, zij het
ook thans niet te becijferen bron van inkom
sten, komt te staan.
De eigenaresse van het pand Breestraat-
Gangetje, Mevr. J. H, E, Driessen geb. Hoo-
genstraaten, wenscht bovendien een inwen
dige verbouwing van haar perceel ook
van de winkelpui aan de Breestraat tot
stand te brengen in aansluiting aan de ver
andering van den gevel aan het Gangetje en
verzoekt deze verbouwing door de gemeente
te doen plaats hebben tegelijk met de van
gemeentewege uit te voeren werken voor de
gevel bekleeding.
De kosten van het geheele werk, met in
begrip van die van bedoelde verbouwing
van het perceel Breestraat-Gangetje, worden
geraamd op f. 15.460.Hierin draagt de
eigenaresse van dat pand een som van
f. 4500.bij, en de eigenaresse van het per
ceel Botermarkt-Gangetje, mej. W. Th. M.
Geyer, een bedrag van f. 1000.Het ver
schil in grootte van de bijdragen houdt uiter
aard verband met de verbouwing van eerst-
Door E PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
23)
Wij hadden afgesproken, dat ik de
zorg voor zijn nichtje op mij zou nemen en
hem zou volgen. Toen wij hier aankwamen,
"was hij er nog niet en hij is daarna ook niet
verschenen. Ek heb daareven zijn nichtje
gesproken en zij heeft mij verzekerd, dat zij
er zelfs geen idee van had, waar hij
kon zijn."
Louis stond roerloos naast mij en ver
klaarde: „Dat is een allerwonderlijkste ge
beurtenis, mijnheer."
»Zoo iets vreemds is mij in mijn leven
nog niet overkomen", voegde ik er aan toe
..Mijnheer stelt natuurlijk het hoogste be
lang in de zaak. U heeft met hen gereisd, u
heelt laten merken, dat u de schoonheid
het jonge meisje bewonderde en dus
kan ik begrijpen, dat u de zaak bijzonder in
teresseert
..Zoo sterk, Louis", verklaarde ik, „dat ik
Tan plan ben alle© te doen om het raadsel
^an Delora's verdwijning op te lossen. Ik
oeb niets omhanden en het zal mij afleiding
oezorgen."
Hoofdschuddend merkte Louis op: „Het is
Biet altijd geraden zich in andermans za-
*en te mengen! De verdwijning van den
Delora is misschien niet zoo toevallig
a,s ze lijkt."
..Wat wil je daarmee zeggen?" vroeg ik
„Och niets, mijnheer", antwoordde Louis
met een schouderophalen „.het was maar
zoo'n opmerking in het algemeen. Wanneer
iemand verdwijnt, dan is iedereen er als een
haas bij om te spreken van bedrog, van
moord en meer van dat moois. Maar is dat
nu werkelijk redelijk? Veelal is de man
die zoek is geraakt, verdwenen met zijn
eigen goedvinden. Hij verdwijnt uit vrees
voor dingen die hem zouden kunnen over
komen, dan wel, omdat hij zelf er een be
doeling mee heeft."
„Je zoudt dus willen zeggen, dat de ver
dwijning van Delora van vrijwilligen aard
is?"
Nogmaals zijn schouders ophalend ant
woordde Louis:
,Wie kan dat zeggen, mijnheer. Ik be
weer niets. Ik heb niets anders gezegd dan
wat men doorgaans in een dergelijk geval
opmerkt. Eén oogenblik mijnheer".
Hij vloog weg om een paar nieuwe gasten
te verwelkomen, bracht hen naar hun ta
fel, stelde hun lunch samen, liep een paar
maal door de zaal ,hier en daar even stil
staande om een buiging voor een klant te
maken, om te zien of de schotels tijdig wer
den aangebracht, om een of andere fout in
de bediening te herstellen. Terwijl mijn i
oogen hem volgden, leek het mij wel alsof
hij honderderlei dingen had in orde ge
bracht alvorens hij weer bij mij terugkeer
de. Maar het duurde inderdaad slechts en
kele oogenblikken of hij stond weer voor
mijn tafel met een kalm gelaat toeziende
hoe ik werd bediend.
Toen wij weer een oogenblik alleen wa
ren, boog Louis zich een weinig over mijn
tafel en zeide glimlachend: „Mijnheer stelt
heel veel belang in de verdwijning van een
kennis, een mijnheer, dien hij in den trein
heeft ontmoet, maar hij vraagt niet naar
dingen, waarbij hij nauwer is betrokken."
„Je doelt zeker op Tapilow", merkte ik
haastig op.
Louis knikte bevestigend en vervolgde:
„Tapilow ligt in een ziekenhuis en wordt
beter. Maar hij zal zijn leven lang mank
blijven en zijn leven lang zal een lidteeken
van zijn voorhoofd naar zijn mond loopend,
zijn gelaat ontsieren."
Ik knikte peinzend en merkte op: „Dat
is misschien nog wel de beste tuchtiging."
Ik meende, dat er iets van bewondering
sprak uit Louis' grijsgroene oogen.
„Mijnheer is een moedig mensch", pre
velde hij.
„Waarom ook niet", antwoordde ik. „Wij
bezitten allemaal een zekere dosis philoso-
phie, nietwaar? Het was onvermijdelijk, dat
als die man en ik elkaar zouden ontmoeten,
ik zou trachten hem te vermoorden. Ik be
schikte dien avond niet over een wapen en
ik pakte hem eenvoudig met mijn handen
beet. Maar je weet wat er verder is gebeurd
Was hij vermoord, dan zou ik ervoor heb
ben moeten boeten. Het was een waag,
maar je zult mij toegeven, dat ik dien moest
aanvaarden. Het gebeurde was onvermijde-
i lijk. Het kwaad, dat hij aan iemand, die
mij zeer na aan het hart ging. had berok
kend was te ernstig, te afschuwelijk, dat het
ongestraft mochl blijven.
„Maar als hij beter wordt", merkte Louis
met nadruk op. „dan heeft u een vijand
meer in de wereld."
„Een groot man. Louis, heeft eens ver
klaard, dat iemands vijanden het zout zijns
levens zijn. Iemands vrienden kunnen hem
vervelen, maar zijn vijanden geven geur
en hleur aan zijn leven.'
.Weer werd Louis weggeroepen. Ik at m(jn
lunch en genoot van mijn wijn, die de
deugd had niet duur en toch lekker te zijn.
Tapilow was dus niet van plan op te
stappen! Des te beter misschien 1 Er kon
wel eens een tijd komen, dat de herinne
ring aan die tragedie niet zoo sterk meer in
mij leefde en dat dan de gedachte, dat ik
eenmaal een man om het leven had ge
bracht, ai had hij het dan ook dubbel en
dwars verdiend, mij met wroeging zou ver
vullen. Uit het zwijgen van Louis meende
ik te kunnen opmaken, dat ik van de jus
titie niets te vreezen had. Wat Tapilow zelf
betreft, behoefde ik geen enkele vrees te
koesteren. Het was hoogst onwaarschijnlijk,
dat hij het ooit zou wagen een hand tegen
mij op te heffen.
Ik zette die zaak dus nu uit mijn gedach
ten. Ik herinnerde mij echter in eens. dat
inlichtingen had verkregen omtrent de zaak
zaak waarin ik het meeste belang stelde.
Ik moest er eigenlijk om lachen hoe wonder
lijk handig hij er in geslaagd was aan mijn
nieuwsgierigheid te ontsnappen. Het eenige
wat ik te weten was gekomen uit zijn ma
nier van doen. was, dat de verdwijning van
Delora \"or hem een verrassing was Nu.
wij waren nog niet klaar met elkaar! Ik be
stelde koffie en cognac en legde mijn siga-
reltenkoker voor mij op tafel Ik wilde ge
duldig afwachten tot Louis geliefde nog eens
bij mij te komen. Er waren een paar dingen,
die ik hem op den man af wilde vragen.
HOOFDSTUK XIV.
Het duurde niet lang, of Louis was uit
eigen beweging weer bij mijn tafel gekomen.
„Heeft men goed voor mijnheer gezorgd?
vroeg hij beleefd.
„Uitstekend, Louis, voorzoover het eten
en drinken betreft. Maar je hebt vergeten
mijn nieuwsgierigheid te bevredigen."
„In welk opzicht, mijnheer?"
„Betreffende de Delora's".
Louis haalde de schouders op en vroeg:
„Maar wat zou ik daarover kunnen ver
tellen? De heer Delora is twee jaar achter
een hier geweest en is hier ongeveer een
maand blijven logeeren. Hij heeft verstand
van lekker eten. Dat is alles. Mademoiselle
logeert hier voor de eerste maal. Van haar
weet ik niets."
„En wat denk je van zijn verdwijning?"
hield Lk aan.
„Wat zou ik er van kunnen denken, mijn
heer? Ik weet van niets."
„De heer Delora", ging ik voort, „is een
koffieplanter uit Zuid-Amerika."
„Ja, dat heb ik ook gehoord", gaf Louis toe.
„Hoe had hij toegang gelbegen tot het
Café dee Deux Epingles?"
„Ik ben zelf maar sen zeldzaam bezoeker
van die inrichting", merkte Louis glim
lachend op, „hoe zou ik dat dan kunnen
weten?"
„J/)uis", zeide ik, „waarom geen open
kaart met mij gespeeld? Ik ben toch waar
lijk niet iemand om bang voor te zijn. Van
wege de Tapilow-zaak ben ik in menig
opzicht aan jou overgeleverd en, gelijk je
weet. heb ik te veel van de wereld gezien
om me over kleinigheden moeilijk te ma
ken Ik geloof er niets van. dat Delora naar
Londen is gegaan om zijn koffieoogst te vec-
koopen Ik geloof er niets van. dat zijn ver
dwijning voor jon een even groot -mysterie is
als voor ons. laat ik zeggen voor mij en zijn
nichtje."
Louis' gelaat was al9 dat van een Sphinx.
Hij viel mij niet in de rede, ontkende niets,