V&diac&ó OimmOiacrteAji
Nederland op de Luiksche
Wereldtentoonstelling
DE VERDWENEN DELORA
1\fc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 12 Mei 1930
Derde Blad No. 21519
FEUILLETON.
BINNENLAND.
NI.VA TA ND PASJA
SPREEKCEL
BUSLICHTINGEN.
(Eigen cor respondentieL
De Belgische vlag heeft de overhand. - Een lunch voor de Neder-
landsche pers - Gevolgd door een bezoek aan de tentoonstelling
die nog verre van gereed is. - Nederland's paviljoen:
Industrie, Kunst en Wetenschap.
LUIK, 9 Mei 1930.
Zoodra men het mooie en wegens de
tentoonstelling nog verfraaide en ver-
groote, station Guillemins te Luik verl&av,
valt dit op: dat de stad zich, evenals
Antwerpen, volop in de vlaggen heeft ge
zet, maar dat hier de zwart-geel-roode
Belgische vlag sterk de overhand heeft,
terwijl in Antwerpen (havenstadde pa-
voiseering veel meer internationaal is. En
wat men tevens vaststelt is, dat alles hier
minder grandioos is, dan te Antwerpen
op de eerste plaats wel de tentoonstelling
zelf, die de eenheid van opzet en schoone
planverdeeling van Antwerpen helaas vol
komen ontbeert, en vervolgens ook wat de
versiering, het Lunapark en zoo meer, be
treft. Maardaar staat toch weer een mooi
ding tegenover: bij dit Belgische Eeuw
feest heeft Luik maar eventjes zes
nieuwe rivierbruggen geslagen en géén
semi-permanentedrie over de Maas en
drie over de Ourthe, welke in deze stad
daarmede evenwijdig loopt, Zie, dat is toch
weer kranig en kwiek.
Op uitnoodiging van het Ned. Uitvoerend
Comité vereenigden een aantal Nederland
sche journalisten zich in het Hotel dos
Boulevards aan een lunch, waar onze com
missaris-generaal, mr. dr. W. F. J. Fro-
wein, directeur-voorzitter der Staatsmijnen
in Limburg, een toespraak hield. Spr. was
er dankbaar voor, dat, ondanks aanvanke
lijke aarzeling, tenslotte ons heele va-der-
land, en vooral het Zuidelijk deel daarvan,
zoo goed was uitgekomen.
Antwerpen en Luik, zoo besloot spr., wil
len als één geheel den Belgen toonen, dat
wij hartelijk met hen willen feestvieren,
maar óók: dat Nederland in den vreed-
zamen strijd tusschen de volkeren goed
voor den dag kan komen.
De heeren Holsboer en Van den Broecke
hebben, namens den Ned. Journalistenkring
en de R.-K. Journalistenver., nog heo
woord .gevoerd.
Daarna bracht een aantal taxi's ons naar
het terrein van de tentoonstelling, die nog
verre van gereed isl Als merkwaardigheid
zij hier dadelijk vermeld, dat, in dit Waal-
sche centrum, het eenige promi
nente opschrift op ons paviljoen ie...
„NEDERLAND", al staat ergens ook,nog
wel eens „Pays Bas" te lezen...
Ong paviljoen is door de Belgen gebouwd,
maar de wèlgeslaagde buiten- en binnen-
aankleeding is van den heer Denijs.
8choon veel kleiner dan in Antwerpen
(daar 13.000 M2., hier 3000 M2.), maakt het
toch nog een flinken indruk, en eT is heel
wat te zien, dat de belangstelling waard
ia Het voorste deel des paviljoens wordt
door onze groote industrie ingenomen;
daarbij sluiten zich op zeer gelukkige
wijze aan lichtkaarten en maketten om
trent de Maaskanalisatie-plannen en de
havens van Amsterdam en Rotterdam.
De Iimburgsche aardewerk-industrie komt
heel goed voor den dag met fraaie moderne
vaste waschtafels, enorme geglazuurde bad
kuipen, tegels enz. Dan noteerden we een
gxooten stand van de Nederlandsche coöpe
ratieve zuivelindustrie: Linoleum Krom
menie; angstwekkend uitziende doch inder
daad maxhnaal-veilige schakel-apparaten
voor hoog- en laagspanning, volgens een
beschermd systeem. Dan, aan den anderen
kant, een groote kaart, die de snel voort
schrijdende electrificatie van Nederland in
beeld brengt; de E.N.C.I. die onzen mooier
St. Pietersberg bij Maastricht stukje na
beetje in cement vaten kuipt en zoo dat
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
2a)
„Maar al® ik u vragen mag, waarom
^odt u het dan niot goed, dat ik mij tot de
Politie wend en verzoek een onderzoek in te
stellen? Als u dat liever heeft, zouden wij
ook een particulieren detective in den arm
kunnen nemen. Ik meen het ernstig, dat
nier handelend moet worden opgetreden."
Hoofdschuddend verklaarde zij eenvoudig
,Jk durf niet."
»U durft niet?"
want als hij dan terugkomt", liet zij
er als toelichting op volgen, „zou hij ver
schrikkelijk boos op mij zijn. Die oom van
m'i 's een zeer excentriek persoon. Hij doet
r°ms allervreemdst en duldt niet, dat men
hein naar aanleiding daarvan iets vraagt."
..Maar hij mist toch het recht", opperde
jk verstoord, „u zoo maar in een vreemd
hotel achter te laten, zonder eenig dienst
personeel, zonder een wooTd tot afscheid of
toelichting. Ik vind dat eenvoudig onge
remd."
Eindelijk had zij haar handschoenen
ch'?eknoopt en nu keek zij mij aan met
*en wonderlijk glimlachje om de hoeken
an haar mond. terwijl zij de handen op
haar rug legde.
«kapitein Rotherby", zeide zij, „er zijn in
natuurschoon per spoor verzendt met een
prachtige plaat, hoe mooi die St. Pieter
was en ten deele nog is; dan: een in het
Luiksche industriegebied zeer ter plaatse
zijnde inzending der Ned. Hoogovens;
Müller-ertsenGoude-kaarsen en Swalmer-
dakpannen...
Het middenstuk vormt oenze mijnin
dustrie. Wist ge, dat de Staatsmijnen de
eenige Nederlandsche zijn 1 De „Laura"
en „Vereniging" zoowel als de „Julia",
de „Willem" en „Sophie" zijn Bel
gisch, de „Oranje-Nassau" is een Fran-
sche mijn De Domaniale mijn te Kerkrade.
Rolduc gaat voor de oudste mijn ter wereld
door: reeds in de Xle eeuw werd zij door
monniken geëxploiteerd.
Deze imposante collectieve inzending on
zer mijnindustrie is stellig zeer belang
rijk, ook al omdat onze productie, van
meer dan 10.000.000 ton kolen, in het bek
ken van Luik een welkom gebied voor toe-
nemenden afzet zal kunnen vinden. Wat
zeer noodig is.
Resten de afdeeling Kunsten en Weten
schappen. Van eerstgenoemde ie ons het
meest bijgebleven de inzending muziekin
strumenten: handwerk violen, van Jan
Bouwmeester, 1683, tot de nu bekende Ne
derlandsche vioolbouwers Joseph Vedral,
1930 en Paul W. Kunze, 1930. Ook de viool
van Prinses Juliana moest er wezen, maar
wij hebben haar niet gezien...
De wetenschappelijke afdee
ling is echter zeker de belangrijkste van
deze twee. Door de goede zorg van een
aantal Nederlandsche hoogleeraren, die
daar zelf in hemdsmouwen enkele weken
hard gewerkt hebben, is in een betrekkelijk
bescheiden ruimte gecondenseerd en ge
comprimeerd de essence der Nederlandsche
technische- en natuurwetenschappen. Ook'
hier hebben, als op de reeds genoemde ge
bieden, de deelnemers samengewerkt; zoo
bijv. onze universiteiten en hoogescholen.
Natuurlijk is er een flinke inzending van
Philips laboratorium.
Verschillende melkwegkaarten ziet men
hier verder, dan een groote inzending van
het Stearekundig laboratorium Kapteyn te
Groningen: men vindt er Snellius' be
roemde triangulatie-systeem, grafieken om
trent onze kennis van Jupiters satellieten
het levenswerk van De SitteT en
Vening Meynesz' prachtige zwaartekracht-
bepalingen verder een flinke inzending
van het K.N.M.I. te De Bilt, dat op me
teorologisch, oceanografisch en klimatolo
gisch gebied soms baanbrekend werk ver
richtte en tenslotte een groote stand van
de landbouwhoogeschool te Wageningen.
Rest ons nog te melden, dat ook V.V.V.
met haar alom tegen woordigen leider, den.
heer Van Deventer, hier aanwezig is; be
halve boekjes op toeristisch gebied is hier
ook verkrijgbaar een officieele uitgave van
het ministerie van Arbeid, Handel en Nij
verheid, van de hand des heeren Heringa:
„La Hollande industrielle". Het bevat
wederom een fraaie en overzichtelijke
kaart, nu van onze nationale industrie-2je-
bieden.
Laat ons mogen besluiten met uit dit
boekje, met instemming, deze regels aan te
halen
„Ce n'est pas par sön étendue qu'é la
Hollande en impose aux autres pays du
monde... Cependant son petit terxitoire
...est, au point de vue économique, trM*
important, tant par sa situation que par
le caTactère industrieux de sa population,
ensuite par ses domaines d'outremer les-
de wereld heel wat dingen die boven ons
verstand gaan. Ik gevoel mij diep ongeluk
kig en hoogst verlegen met den toestand,
maar ik weet dat mijn oom van mij ver
wacht wat ik doen zal. Het is zijn waarach
tige wensch dat ik mij kalm houd en geduld
oefen
Ik zweeg een paar oogenblikken. Het werd
lastig om met haar te praten.
„U was vanochtend uit geweest, niet
waar?" zei ik een beetje kortaf.
„Zeker, maar ik geloof niet, dat van mij
kan worden verwacht, dat ik u zal mede-
deelen waar ik geweest ben. Ik ben alleen
naar een adres geweest, waar ik meende iets
nieuws omtrent hem te vernemen."
„U is met een mijnheer teruggekomen."
„Neen, geen mijnheer", viel zij mij vrien
delijk in de rede. „Dat moet u niet denken,
kapitein Rotherby. Het was een peTsoon,
dien ik verwachtte. „Wees niet boos op me",
vervolgde zij, haar blikken schuchter op mij
richtend, „dat er wel wat is, dat ik u niet
vertel."
„Neen, boos ben ik niet", antwoordde ik
kalm. „Ik zou alleen willen zeggen, dat. in
dien het u mogelijk was mij uw volle ver
trouwen te schenken het naar mijn inzien
wel zoo goed zou zijn. Maar ik moet er bij
voegen dat ik niet door nieuwsgierigheid
wordt gedreven. Ik nu, ik gevoel iets
meer dan zuivere belangstelling
Zij reikte mij beide handen en sloeg haar
oogen naar mij op. Zij glansden alsof er tra
nen in waren gekomen.
„0. ik geloof u'ten volle, kapitein Rp-
therby". zeide zij. „en ik zou mij overgeluk
kig achten zoo ik u alles mocht mededeelen
wat mij verontrust, alles wat ik op hel
oogenblik niet begrijp. Maar ik mag dat niet,
ik mag dat juist niet,"
quels, ensemble avec elle, torment le
Royaume des Pays-Bas". (Door zijn uit
gestrektheid maakt Nederland geen indruk
op de andere landen der wereld. Toch is
zijn kleine grondgebied, van economisch
standpunt, zeer belangrijk, zoowel door
zijn aardrijkskundige ligging als door het
werkzame karakter zijner bevolking en ver
volgens dooT zijn overzeesche gebieden,
welke, samen met het grondgebied in
Europa, vormen het Koninkrijk der Neder
landen).
Wij komen, èn in Antwerpen, èn in Luik,
goed voor den dag.
En dat is verheugend.
S. S. S.
KON. NED. VEREENIGING
VOOR LUCHTVAART.
Belangstelling voor de zweefsport.
De Koninklijke Nederlandsche Vereeni
ging voor Luchtvaart hield haar 23ste jaar
vergadering onder voorzitterschap van ir.
J. F. de Vogel.
In het door den algemeen secretaris, den
heer Walaardt Sacré, uitgebrachte jaarver
slag wordt een overzicht gegeven van de
voornaamste gebeurtenissen op luchtvaart
gebied in binnen- en buitenland. Voorts
wordt herinnerd aan de in het begin van
1930 gemaakte proefnemingen inzako
zweefvliegen. Waarmee zal worden voort
gegaan.
Bij acclamatie vereenigde de vergadering
zich met de benoeming, voorloopig gedaan
ingevolge de statuten door het hoofdbestuur,
d.d. October jl., van mr. J. A. N. Patijn.
burgemeester van 's-Gravenhage, lot lid
van het hoofdbestuur, in de vacatur? A A.
baron Sweerts de Landas Wyborgh, die niet
herkiesbaar was. De voorzitter wenschte
de vergadering geluk met deze keuze.
Herkozen werd jhr. I. C. van den Berch
van Heemstede, als lid van het hoofdbestuur
Medegedeeld werd dat een 50-tal perso
nen belangstelling hebben betoond voor de
oprichting in beginsel van een club voor
zweefvliegsport in Nederland, welke op
richting thans in voorbereiding is.
In antwoord op een opmerking van mr.
Patijn, die meende dat zulk een club reeds
bestond, zeide de voorzitter, dat de bestaan
de club een besloten karakter draagt, terwijl
zij niet meer dan 20 leden telt. De belang
stelling der genoemde 50 personen geldt
een eenigszins ander doel-, dit zijn meest
jongelui van middelbaar-technische scholen
e d.
Op voorstel van jhr. Van den Berch van
Heemstede werd besloten aan H. K. H.
Prinses luliana het eerelidmaalschap dor
vereeniging aan te bieden.
Aandacht zal worden gewijd aan een
voorstel om de toetreding van jongelui tot
de Vereeniging voor Luchtvaart te verge
makkelijken en aan een advies om de vol
gende vergadering op Schiphol of Waal
haven te houden en daaraan eventueel
eenige opstijgingen te verbinden in het be
lang van de propaganda voor de luchtvaart.
o
HET LORENTZ-MONUMENT
TE ARNHEM.
Eind Mei 1931 gereed.
Zooals reeds vroeger werd gemeld heeft
het Nationaal Lorentz-comité aan den beeld
houwer L. O. Wenckebach te Noordwijker-
hout opdracht gegeven tot het vervaardiging
van een Lorentz-monument, dat te Arnhem
zal worden geplaatst.
De maquette van dit monument wordt
„Wanneer u het oogenblik dan wel geko
men acht, ben ik bereid naar u te luisteren.
En als u mijn diensten noodig heeft, dan sta
ik tot uw beschikking
„U vertrouwt mij dus nog een klein
beetje?" vroeg zij haastig.
„Onvoorwaardelijk!"
„U gevoelt zich niet geërgerd, dat ik u nog
eens moet zeggen, dat ik uitga en dat ik on-
vergezeld wil blijven?"
„Wel neenl" verklaarde ik. „A's u mijn
hulp noodig heeft, dan ben ik steeds bereid."
„U is wel heel vriendelijk voor me. Zou
het u mogelijk zijn een paar minuten voor
mij over te hebben, dat we nog eens praten
kunnen?"
„Op elk uur van den dagl" antwoordde ik.
„Zeggen wij dan vijf uur. Komt u dan hier
en houd me een beetje gezelschap. Als u
misschien vanavond niets beters te doen
heeft
„Ik heb niels te doen", haastte ik mij haar
te verzekeren.
„Ik weet nog niet, of ik lust zal hebben
om uit te gaan, maar ik zou u in ieder geval
nog eens gesproken willen hebben."
„U kunt op mij rekenen", beloofde ik. ,.Ik
moet alleen binnenkort voor korten lijd naar
Norfolk..."
„Naar Norfolk?" viel zij mij in de rede.
..Is dat ver hier vandaan?"
„Maar een paar uur sporens."
„En blijft u daar?"
Ik schudde het hoofd en zeide: „Denkelijk
niet. fk ben van plan terug te keeren nadat
ik mijn broeder de hand heb gedrukt
„Waarom komt u zoo gauw terug?" vroeg
zij mij aanziende.
„Omdat ik u misschien van dienst zou
kunnen zijn."
„U is toch wel zoo vriendelijk voor mij",
thans in de koepelzaal van het Arnhemsch
Gemeentemuseum tentoongesteld.
Het monument zal ongeveer zestien meter
lang worden bij een hoogte van vier meter.
De achtergrond zal een gesloten geheel vor
men: een muur met sober versierde kroon
lijst, daarvóór een terras met breede trap
pen over de geheele lengte van het monu
ment. Voor het verdiepte middenvak van
den muur staat de figuur van Lorentz, in de
houding, welke hij steeds in de collegezaal
placht aan te nemen, de linkerhand bij de
revers van de gekleede jas, de rechter ge
strekt langs het lidhaam.
Ter weerszijden springen muurvlakken
uit, die aan de voorzijde elk verdeeld zijn
in drie pilasters. In dien ter rechterzijde van
Lorentz zijn gebeiteld de beeltenissen van
Ohristiaan Huygens, Augustin Fresnel en
James Clarck Maxwell, terwijl aan zijn
linkerzijde die van Max Planck, Albert Ein
stein en Niels Bohr prijken.
In den muur achter het standbeeld (dat
iets meer dan tevensgroot in brons wordt
uitgevoerd) is gegrift:
HENDRIK ANTOON LORENTZ.
MLCCCLIIIiMCMXXVIH.
Het monument zal in ongeveer een jaar
voltooid zijn en einde Mei 1931 worden
onthuld.
CONFERENTIE TOT
UNIFICATIE VAN HET
WISSELRECHT.
De Nederlandsche afvaardiging.
Naar gemeld wordt zijn benoemd in de
afvaardiging ter morgen te Genève te hou
den conferentie tot unificatie van het
wisselrecht: tot leider der afvaardiging
prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, oud-
hoogleeraar, tot algevaardigden: mr. C. D.
Asser, advocaat en procureur te Amsterdam;
prof. mr. F. G. Schel tema, hoogleeraar aan
de gem. universiteit te Amsterdam, mr H.
A. van Nierop, dir. van de Amsterdamsche
Bank te Amsterdam en de lieer G. A. Dun-
lop, dir. van de Ned. Ind. Handelsbank, tot
secretaris der afvaardiging mr. Max Fransen
te Roermond.
VERGADERING
GEWESTELIJKE BESTUREN
VAN DE A.V.R.O.
In de groote zaal van het A.V.R.O. ge
bouw te Amsterdam heeft een vergadering
plaats gehad van alle gewestelijke be
sturen.
Na behandeling van enkele huishoude
lijke zaken werd aan het dagelijksch bestuur
opgedragen stappen te doen om te komen
tot het bouwen op korten termijn van een
eigen zender voor de beschikbare golf
lengten.
Op een vraag uit de vergadering betref
fende de door de dagbladen gedane mede-
deelingen over een nabije zendtijd verdee
ling antwoordde de waarnemend voorzitter
dr. Molhuysen, dat hem bekend is, dal hier
over van regeeringswege nog geen nadere
mededeetingen worden gedaan en dat de be.
richten in de Pers voor verantwoording der
bladen blijven.
Een der gewesten drong er op aan om
thans reeds uitvoering te geven aan de
reed9 eerder voorbereide plannen van actie
met betrekking tot handhaving van de
A.VR.O.
De voorzitter achtte hiervoor den tijd niet
rijp omdat daarvoor op dit oogenblik zeker
geen aanleiding bestaat. De vergadering
ging hiermede accoord omdat zij na de uit
voerige uiteenzetting van den voorzitter
met vertrouwen de beslissing van den mi
nister van Waterstaat kon afwachten, aan
gezien deze bewindsman de A.V.R.O. zijn
bescherming niet zal onthouden.
RECLAME.
zeide zij op ernstigen toon. „En dan te be
denken, dat ik, toen ik u voor het eerst zag,
u voor een man hield, die.Maar dat doel
niets ter zake", besloot zij haastig. „Doe mij
het genoegen met mij naar de lift te gaan en
voor mij te bellen. Ik weet geen weg in al
die gangen."
Zij stapte in de lift en nadat zij mij ten
afscheid had toegewuifd, keerde ik naar
mijn kamer terug. Om klokke half een ging
ik naar het café om te lunchen. De zaal was
goed bezet, maar haast de eerste dien ik zag,
wa3 Louis, die minzaam en beleefd een ge
zelschap bezoekers naar hun plaats geleid
de. Ik nam plaats aan mijn vaste tafel en
keek toe hoe hij zijn werk deed. Wat moet
hij een pracht van een kellner geweest zijn,
dacht ik. Vlug en geruischloos herwoog hij
zich, zijn oogen schenen overal heen te kij
ken, zoodat hij de geriDgste fout van zijn on
dergeschikten opmerkte, evenals hel haast
onmerkbare voorhoofd fronsen van zijn
klanten. Ieder, die daar zijn lunch gebruikte,
kreeg het gevoel alsof hij een deel van
Louis' persoonlijke belangstelling deelach
tig werd. In de verte zag men, hoe hij met
zijn innemend lachje een behoorlijk menu
opstelde voor een bedeesd jongmensch. ter
wij! hij een paar oogenblikken later met een
smulpaap of een trouwen klant de herinne
ring ophaalde aan een of andere kostelijke
saus Zoo'n man had als maftre d'hotel zijn
carrière gemist Hij bezat de gaven van een
diplomaat, de vlotheid en inspiratie van een
genie.
Ik had gemeend, dal hij niet gemerkt had,
dat ik de zaal was binnengekomen, doch
plotseling slond hij met een vriendelijke
buiging voor mijn tafel.
„De plat du jour", merkte hij op, „is van
daag voortreffelijk. Mijnheer moet hem be
HULDE AAN DE REDDERS
VAN DE „HAGFORT".
Te Oostmahorn, het reddingsstation aan
Frieslands Noordoostkust, heeft de huldiging
plaats gehad van de bemanning van de
motorboot „Insulinde", welke in den nacht
van 28 op 24 November 1928, op telefonisch
verzoek van de reddingscommissie te Bor-
kum zich bij vliegenden storm derwaarts
heeft begeven om vijf Duitsche loodsen van
het aldaar gestrande en in nood verkeerende
stoomschip „Hagfort" te redden.
De Duitsche consul te Amsterdam, de heer
Von Billow, vergezeld van den kanselier van
het consulaat, was voor deze gelegenheid
naar Oostmahorn gekomen, ten einde per
soonlijk de huldeblijken uit te rijken. In ge
voelvolle woorden schetste hij wat tijdens
deze redding, die onder uiterst moeilijke om
standigheden heeft plaats gehad, door de
bemanning van de „Insulinde" is gepres
teerd en sprak zijn dank en waardeering
uit voor deze helfhaftige daad.
Aan den schipper Toxopaeus reikte hij een
gouden horloge uit, aan den eersten stuur
man J. v. d. Meulen en den motordrijver
Reiniger! ieder een fraaien prismakijker en
aan de drie matrozen ieder een zilveren
horloge.
De heer De Booy, secretaris van de
Noord-Zutd-Hollandsche Reddingmij., dankte
namens de bemanning.
Na afloop vertrokken beide heeren per
motorreddingboot „Hilda" naar Schiermon
nikoog en Ameland, ten einde een betzoek te
brengen aan de graven van de aldaar tijdens
den oorlog overleden Duitsche zeelieden.
RECLAME.
VOORKOMT TANDBEDERF
eri poetst 's morgens en 's-avonds met
75 cts.per'/itube. 25ds.p.'A- tube.
3849 I
RADIO-KLACHT.
Abonné verzoekt vriendelijk doch drin
gend dengene, die het geloei en gefluit ver
oorzaakt mei zijn radiotoestel Tuinstadwijk'
in het bijzonder Leliestraat, met zijn snood
bedrijf op te houden. Er is al haat. geplaag
en getreiter genoeg in de wereld; laat men
dit in de radio zooveel mogelijk vermijden.
Perron H. S. M.
Op werkdagen:
Richting:
Amsterdam.
Rotterdam.
Utrecht,
•3.10
•3.10
6.13
7.20
7—
1310
10.30
1040
15 55
13.35
13.—
20.10
15.15
1325
15.55
14.30
16 20
16.45
.16 60
18.45
19.20
22.10
23 05
Des Maandags en daags na den feest,
dag niet
Op Zon- en feestdagen:
3.16 310
23.20 22—
Station Heerenringel.
Bus aan den trein, niel op perron.
Vertrek der posttreinen op werkdaem la
1228 1624 18.46
4740
paald bestellen. Als men een paar dagen
genoten heeft van de Fransche keuken",
ging hij voort, „dan is een eenvoudige
Engelsche schotel soms een ware lekkernij."
„Wel verplicht, Louis", antwoordde ik.
„Maar deel mij eens mede wat er van den
heer Delora is geworden."
Mijn plotselinge aanval werd gepareerd
met het gemak van een volleerd meester,
tenzij hij waarheid sprak.
„De heer Delora I" herhaalde hij. .Logeert
die dan niet hier met zijn nichtje? Ik heb
al naar ze uitgekeken tegen dat de lunchtijd
aanbrak."
„Zijn nichtje is hier, maar de heer Delora
is weggebleven."
Louis deed toen iets wat ik hem vroeger
noch daarna heb zien doen, hij liet iets val
len dat hij in de hand hield Het was niet
meer dan een wijnkaart en hij boog zich om
hel papder op te rapen met een woord van
verontschuldiging. Maar ik zag duidelijk, dat
toen hij weer rechtop stond de inspanning
van het bukken geen kleur naar zijn gelaat
had gejaagd, maar juist alle kleur van zijn
wangen had doen verdwijnen.
„Wou u zeggen, dat de heer Delora ergens
elders zijn intrek genomen heeft?"
Ik schudde ontkennend het hoofd, zeg
gende
„Van Folkestone af hebben zij met mij in
dezelfde coupé gereisd Op het Charing
Cross Station is de heer Delora. die deerlijk
van zeeziekte le lijden had gehad en blijk
baar zeer zenuwachtig en weinig op zijn
gemak was. uit den frein gesprongen eigen
lijk nog voor deze goed stil stond en is in
een laxi gekropen om zich naar dit hotel te
begeven.
Wordt vervolgd).