V&diac&ó OimmOiacrteAji Nederland op de Luiksche Wereldtentoonstelling DE VERDWENEN DELORA 1\fc Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 12 Mei 1930 Derde Blad No. 21519 FEUILLETON. BINNENLAND. NI.VA TA ND PASJA SPREEKCEL BUSLICHTINGEN. (Eigen cor respondentieL De Belgische vlag heeft de overhand. - Een lunch voor de Neder- landsche pers - Gevolgd door een bezoek aan de tentoonstelling die nog verre van gereed is. - Nederland's paviljoen: Industrie, Kunst en Wetenschap. LUIK, 9 Mei 1930. Zoodra men het mooie en wegens de tentoonstelling nog verfraaide en ver- groote, station Guillemins te Luik verl&av, valt dit op: dat de stad zich, evenals Antwerpen, volop in de vlaggen heeft ge zet, maar dat hier de zwart-geel-roode Belgische vlag sterk de overhand heeft, terwijl in Antwerpen (havenstadde pa- voiseering veel meer internationaal is. En wat men tevens vaststelt is, dat alles hier minder grandioos is, dan te Antwerpen op de eerste plaats wel de tentoonstelling zelf, die de eenheid van opzet en schoone planverdeeling van Antwerpen helaas vol komen ontbeert, en vervolgens ook wat de versiering, het Lunapark en zoo meer, be treft. Maardaar staat toch weer een mooi ding tegenover: bij dit Belgische Eeuw feest heeft Luik maar eventjes zes nieuwe rivierbruggen geslagen en géén semi-permanentedrie over de Maas en drie over de Ourthe, welke in deze stad daarmede evenwijdig loopt, Zie, dat is toch weer kranig en kwiek. Op uitnoodiging van het Ned. Uitvoerend Comité vereenigden een aantal Nederland sche journalisten zich in het Hotel dos Boulevards aan een lunch, waar onze com missaris-generaal, mr. dr. W. F. J. Fro- wein, directeur-voorzitter der Staatsmijnen in Limburg, een toespraak hield. Spr. was er dankbaar voor, dat, ondanks aanvanke lijke aarzeling, tenslotte ons heele va-der- land, en vooral het Zuidelijk deel daarvan, zoo goed was uitgekomen. Antwerpen en Luik, zoo besloot spr., wil len als één geheel den Belgen toonen, dat wij hartelijk met hen willen feestvieren, maar óók: dat Nederland in den vreed- zamen strijd tusschen de volkeren goed voor den dag kan komen. De heeren Holsboer en Van den Broecke hebben, namens den Ned. Journalistenkring en de R.-K. Journalistenver., nog heo woord .gevoerd. Daarna bracht een aantal taxi's ons naar het terrein van de tentoonstelling, die nog verre van gereed isl Als merkwaardigheid zij hier dadelijk vermeld, dat, in dit Waal- sche centrum, het eenige promi nente opschrift op ons paviljoen ie... „NEDERLAND", al staat ergens ook,nog wel eens „Pays Bas" te lezen... Ong paviljoen is door de Belgen gebouwd, maar de wèlgeslaagde buiten- en binnen- aankleeding is van den heer Denijs. 8choon veel kleiner dan in Antwerpen (daar 13.000 M2., hier 3000 M2.), maakt het toch nog een flinken indruk, en eT is heel wat te zien, dat de belangstelling waard ia Het voorste deel des paviljoens wordt door onze groote industrie ingenomen; daarbij sluiten zich op zeer gelukkige wijze aan lichtkaarten en maketten om trent de Maaskanalisatie-plannen en de havens van Amsterdam en Rotterdam. De Iimburgsche aardewerk-industrie komt heel goed voor den dag met fraaie moderne vaste waschtafels, enorme geglazuurde bad kuipen, tegels enz. Dan noteerden we een gxooten stand van de Nederlandsche coöpe ratieve zuivelindustrie: Linoleum Krom menie; angstwekkend uitziende doch inder daad maxhnaal-veilige schakel-apparaten voor hoog- en laagspanning, volgens een beschermd systeem. Dan, aan den anderen kant, een groote kaart, die de snel voort schrijdende electrificatie van Nederland in beeld brengt; de E.N.C.I. die onzen mooier St. Pietersberg bij Maastricht stukje na beetje in cement vaten kuipt en zoo dat Door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER (Nadruk verboden.) 2a) „Maar al® ik u vragen mag, waarom ^odt u het dan niot goed, dat ik mij tot de Politie wend en verzoek een onderzoek in te stellen? Als u dat liever heeft, zouden wij ook een particulieren detective in den arm kunnen nemen. Ik meen het ernstig, dat nier handelend moet worden opgetreden." Hoofdschuddend verklaarde zij eenvoudig ,Jk durf niet." »U durft niet?" want als hij dan terugkomt", liet zij er als toelichting op volgen, „zou hij ver schrikkelijk boos op mij zijn. Die oom van m'i 's een zeer excentriek persoon. Hij doet r°ms allervreemdst en duldt niet, dat men hein naar aanleiding daarvan iets vraagt." ..Maar hij mist toch het recht", opperde jk verstoord, „u zoo maar in een vreemd hotel achter te laten, zonder eenig dienst personeel, zonder een wooTd tot afscheid of toelichting. Ik vind dat eenvoudig onge remd." Eindelijk had zij haar handschoenen ch'?eknoopt en nu keek zij mij aan met *en wonderlijk glimlachje om de hoeken an haar mond. terwijl zij de handen op haar rug legde. «kapitein Rotherby", zeide zij, „er zijn in natuurschoon per spoor verzendt met een prachtige plaat, hoe mooi die St. Pieter was en ten deele nog is; dan: een in het Luiksche industriegebied zeer ter plaatse zijnde inzending der Ned. Hoogovens; Müller-ertsenGoude-kaarsen en Swalmer- dakpannen... Het middenstuk vormt oenze mijnin dustrie. Wist ge, dat de Staatsmijnen de eenige Nederlandsche zijn 1 De „Laura" en „Vereniging" zoowel als de „Julia", de „Willem" en „Sophie" zijn Bel gisch, de „Oranje-Nassau" is een Fran- sche mijn De Domaniale mijn te Kerkrade. Rolduc gaat voor de oudste mijn ter wereld door: reeds in de Xle eeuw werd zij door monniken geëxploiteerd. Deze imposante collectieve inzending on zer mijnindustrie is stellig zeer belang rijk, ook al omdat onze productie, van meer dan 10.000.000 ton kolen, in het bek ken van Luik een welkom gebied voor toe- nemenden afzet zal kunnen vinden. Wat zeer noodig is. Resten de afdeeling Kunsten en Weten schappen. Van eerstgenoemde ie ons het meest bijgebleven de inzending muziekin strumenten: handwerk violen, van Jan Bouwmeester, 1683, tot de nu bekende Ne derlandsche vioolbouwers Joseph Vedral, 1930 en Paul W. Kunze, 1930. Ook de viool van Prinses Juliana moest er wezen, maar wij hebben haar niet gezien... De wetenschappelijke afdee ling is echter zeker de belangrijkste van deze twee. Door de goede zorg van een aantal Nederlandsche hoogleeraren, die daar zelf in hemdsmouwen enkele weken hard gewerkt hebben, is in een betrekkelijk bescheiden ruimte gecondenseerd en ge comprimeerd de essence der Nederlandsche technische- en natuurwetenschappen. Ook' hier hebben, als op de reeds genoemde ge bieden, de deelnemers samengewerkt; zoo bijv. onze universiteiten en hoogescholen. Natuurlijk is er een flinke inzending van Philips laboratorium. Verschillende melkwegkaarten ziet men hier verder, dan een groote inzending van het Stearekundig laboratorium Kapteyn te Groningen: men vindt er Snellius' be roemde triangulatie-systeem, grafieken om trent onze kennis van Jupiters satellieten het levenswerk van De SitteT en Vening Meynesz' prachtige zwaartekracht- bepalingen verder een flinke inzending van het K.N.M.I. te De Bilt, dat op me teorologisch, oceanografisch en klimatolo gisch gebied soms baanbrekend werk ver richtte en tenslotte een groote stand van de landbouwhoogeschool te Wageningen. Rest ons nog te melden, dat ook V.V.V. met haar alom tegen woordigen leider, den. heer Van Deventer, hier aanwezig is; be halve boekjes op toeristisch gebied is hier ook verkrijgbaar een officieele uitgave van het ministerie van Arbeid, Handel en Nij verheid, van de hand des heeren Heringa: „La Hollande industrielle". Het bevat wederom een fraaie en overzichtelijke kaart, nu van onze nationale industrie-2je- bieden. Laat ons mogen besluiten met uit dit boekje, met instemming, deze regels aan te halen „Ce n'est pas par sön étendue qu'é la Hollande en impose aux autres pays du monde... Cependant son petit terxitoire ...est, au point de vue économique, trM* important, tant par sa situation que par le caTactère industrieux de sa population, ensuite par ses domaines d'outremer les- de wereld heel wat dingen die boven ons verstand gaan. Ik gevoel mij diep ongeluk kig en hoogst verlegen met den toestand, maar ik weet dat mijn oom van mij ver wacht wat ik doen zal. Het is zijn waarach tige wensch dat ik mij kalm houd en geduld oefen Ik zweeg een paar oogenblikken. Het werd lastig om met haar te praten. „U was vanochtend uit geweest, niet waar?" zei ik een beetje kortaf. „Zeker, maar ik geloof niet, dat van mij kan worden verwacht, dat ik u zal mede- deelen waar ik geweest ben. Ik ben alleen naar een adres geweest, waar ik meende iets nieuws omtrent hem te vernemen." „U is met een mijnheer teruggekomen." „Neen, geen mijnheer", viel zij mij vrien delijk in de rede. „Dat moet u niet denken, kapitein Rotherby. Het was een peTsoon, dien ik verwachtte. „Wees niet boos op me", vervolgde zij, haar blikken schuchter op mij richtend, „dat er wel wat is, dat ik u niet vertel." „Neen, boos ben ik niet", antwoordde ik kalm. „Ik zou alleen willen zeggen, dat. in dien het u mogelijk was mij uw volle ver trouwen te schenken het naar mijn inzien wel zoo goed zou zijn. Maar ik moet er bij voegen dat ik niet door nieuwsgierigheid wordt gedreven. Ik nu, ik gevoel iets meer dan zuivere belangstelling Zij reikte mij beide handen en sloeg haar oogen naar mij op. Zij glansden alsof er tra nen in waren gekomen. „0. ik geloof u'ten volle, kapitein Rp- therby". zeide zij. „en ik zou mij overgeluk kig achten zoo ik u alles mocht mededeelen wat mij verontrust, alles wat ik op hel oogenblik niet begrijp. Maar ik mag dat niet, ik mag dat juist niet," quels, ensemble avec elle, torment le Royaume des Pays-Bas". (Door zijn uit gestrektheid maakt Nederland geen indruk op de andere landen der wereld. Toch is zijn kleine grondgebied, van economisch standpunt, zeer belangrijk, zoowel door zijn aardrijkskundige ligging als door het werkzame karakter zijner bevolking en ver volgens dooT zijn overzeesche gebieden, welke, samen met het grondgebied in Europa, vormen het Koninkrijk der Neder landen). Wij komen, èn in Antwerpen, èn in Luik, goed voor den dag. En dat is verheugend. S. S. S. KON. NED. VEREENIGING VOOR LUCHTVAART. Belangstelling voor de zweefsport. De Koninklijke Nederlandsche Vereeni ging voor Luchtvaart hield haar 23ste jaar vergadering onder voorzitterschap van ir. J. F. de Vogel. In het door den algemeen secretaris, den heer Walaardt Sacré, uitgebrachte jaarver slag wordt een overzicht gegeven van de voornaamste gebeurtenissen op luchtvaart gebied in binnen- en buitenland. Voorts wordt herinnerd aan de in het begin van 1930 gemaakte proefnemingen inzako zweefvliegen. Waarmee zal worden voort gegaan. Bij acclamatie vereenigde de vergadering zich met de benoeming, voorloopig gedaan ingevolge de statuten door het hoofdbestuur, d.d. October jl., van mr. J. A. N. Patijn. burgemeester van 's-Gravenhage, lot lid van het hoofdbestuur, in de vacatur? A A. baron Sweerts de Landas Wyborgh, die niet herkiesbaar was. De voorzitter wenschte de vergadering geluk met deze keuze. Herkozen werd jhr. I. C. van den Berch van Heemstede, als lid van het hoofdbestuur Medegedeeld werd dat een 50-tal perso nen belangstelling hebben betoond voor de oprichting in beginsel van een club voor zweefvliegsport in Nederland, welke op richting thans in voorbereiding is. In antwoord op een opmerking van mr. Patijn, die meende dat zulk een club reeds bestond, zeide de voorzitter, dat de bestaan de club een besloten karakter draagt, terwijl zij niet meer dan 20 leden telt. De belang stelling der genoemde 50 personen geldt een eenigszins ander doel-, dit zijn meest jongelui van middelbaar-technische scholen e d. Op voorstel van jhr. Van den Berch van Heemstede werd besloten aan H. K. H. Prinses luliana het eerelidmaalschap dor vereeniging aan te bieden. Aandacht zal worden gewijd aan een voorstel om de toetreding van jongelui tot de Vereeniging voor Luchtvaart te verge makkelijken en aan een advies om de vol gende vergadering op Schiphol of Waal haven te houden en daaraan eventueel eenige opstijgingen te verbinden in het be lang van de propaganda voor de luchtvaart. o HET LORENTZ-MONUMENT TE ARNHEM. Eind Mei 1931 gereed. Zooals reeds vroeger werd gemeld heeft het Nationaal Lorentz-comité aan den beeld houwer L. O. Wenckebach te Noordwijker- hout opdracht gegeven tot het vervaardiging van een Lorentz-monument, dat te Arnhem zal worden geplaatst. De maquette van dit monument wordt „Wanneer u het oogenblik dan wel geko men acht, ben ik bereid naar u te luisteren. En als u mijn diensten noodig heeft, dan sta ik tot uw beschikking „U vertrouwt mij dus nog een klein beetje?" vroeg zij haastig. „Onvoorwaardelijk!" „U gevoelt zich niet geërgerd, dat ik u nog eens moet zeggen, dat ik uitga en dat ik on- vergezeld wil blijven?" „Wel neenl" verklaarde ik. „A's u mijn hulp noodig heeft, dan ben ik steeds bereid." „U is wel heel vriendelijk voor me. Zou het u mogelijk zijn een paar minuten voor mij over te hebben, dat we nog eens praten kunnen?" „Op elk uur van den dagl" antwoordde ik. „Zeggen wij dan vijf uur. Komt u dan hier en houd me een beetje gezelschap. Als u misschien vanavond niets beters te doen heeft „Ik heb niels te doen", haastte ik mij haar te verzekeren. „Ik weet nog niet, of ik lust zal hebben om uit te gaan, maar ik zou u in ieder geval nog eens gesproken willen hebben." „U kunt op mij rekenen", beloofde ik. ,.Ik moet alleen binnenkort voor korten lijd naar Norfolk..." „Naar Norfolk?" viel zij mij in de rede. ..Is dat ver hier vandaan?" „Maar een paar uur sporens." „En blijft u daar?" Ik schudde het hoofd en zeide: „Denkelijk niet. fk ben van plan terug te keeren nadat ik mijn broeder de hand heb gedrukt „Waarom komt u zoo gauw terug?" vroeg zij mij aanziende. „Omdat ik u misschien van dienst zou kunnen zijn." „U is toch wel zoo vriendelijk voor mij", thans in de koepelzaal van het Arnhemsch Gemeentemuseum tentoongesteld. Het monument zal ongeveer zestien meter lang worden bij een hoogte van vier meter. De achtergrond zal een gesloten geheel vor men: een muur met sober versierde kroon lijst, daarvóór een terras met breede trap pen over de geheele lengte van het monu ment. Voor het verdiepte middenvak van den muur staat de figuur van Lorentz, in de houding, welke hij steeds in de collegezaal placht aan te nemen, de linkerhand bij de revers van de gekleede jas, de rechter ge strekt langs het lidhaam. Ter weerszijden springen muurvlakken uit, die aan de voorzijde elk verdeeld zijn in drie pilasters. In dien ter rechterzijde van Lorentz zijn gebeiteld de beeltenissen van Ohristiaan Huygens, Augustin Fresnel en James Clarck Maxwell, terwijl aan zijn linkerzijde die van Max Planck, Albert Ein stein en Niels Bohr prijken. In den muur achter het standbeeld (dat iets meer dan tevensgroot in brons wordt uitgevoerd) is gegrift: HENDRIK ANTOON LORENTZ. MLCCCLIIIiMCMXXVIH. Het monument zal in ongeveer een jaar voltooid zijn en einde Mei 1931 worden onthuld. CONFERENTIE TOT UNIFICATIE VAN HET WISSELRECHT. De Nederlandsche afvaardiging. Naar gemeld wordt zijn benoemd in de afvaardiging ter morgen te Genève te hou den conferentie tot unificatie van het wisselrecht: tot leider der afvaardiging prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, oud- hoogleeraar, tot algevaardigden: mr. C. D. Asser, advocaat en procureur te Amsterdam; prof. mr. F. G. Schel tema, hoogleeraar aan de gem. universiteit te Amsterdam, mr H. A. van Nierop, dir. van de Amsterdamsche Bank te Amsterdam en de lieer G. A. Dun- lop, dir. van de Ned. Ind. Handelsbank, tot secretaris der afvaardiging mr. Max Fransen te Roermond. VERGADERING GEWESTELIJKE BESTUREN VAN DE A.V.R.O. In de groote zaal van het A.V.R.O. ge bouw te Amsterdam heeft een vergadering plaats gehad van alle gewestelijke be sturen. Na behandeling van enkele huishoude lijke zaken werd aan het dagelijksch bestuur opgedragen stappen te doen om te komen tot het bouwen op korten termijn van een eigen zender voor de beschikbare golf lengten. Op een vraag uit de vergadering betref fende de door de dagbladen gedane mede- deelingen over een nabije zendtijd verdee ling antwoordde de waarnemend voorzitter dr. Molhuysen, dat hem bekend is, dal hier over van regeeringswege nog geen nadere mededeetingen worden gedaan en dat de be. richten in de Pers voor verantwoording der bladen blijven. Een der gewesten drong er op aan om thans reeds uitvoering te geven aan de reed9 eerder voorbereide plannen van actie met betrekking tot handhaving van de A.VR.O. De voorzitter achtte hiervoor den tijd niet rijp omdat daarvoor op dit oogenblik zeker geen aanleiding bestaat. De vergadering ging hiermede accoord omdat zij na de uit voerige uiteenzetting van den voorzitter met vertrouwen de beslissing van den mi nister van Waterstaat kon afwachten, aan gezien deze bewindsman de A.V.R.O. zijn bescherming niet zal onthouden. RECLAME. zeide zij op ernstigen toon. „En dan te be denken, dat ik, toen ik u voor het eerst zag, u voor een man hield, die.Maar dat doel niets ter zake", besloot zij haastig. „Doe mij het genoegen met mij naar de lift te gaan en voor mij te bellen. Ik weet geen weg in al die gangen." Zij stapte in de lift en nadat zij mij ten afscheid had toegewuifd, keerde ik naar mijn kamer terug. Om klokke half een ging ik naar het café om te lunchen. De zaal was goed bezet, maar haast de eerste dien ik zag, wa3 Louis, die minzaam en beleefd een ge zelschap bezoekers naar hun plaats geleid de. Ik nam plaats aan mijn vaste tafel en keek toe hoe hij zijn werk deed. Wat moet hij een pracht van een kellner geweest zijn, dacht ik. Vlug en geruischloos herwoog hij zich, zijn oogen schenen overal heen te kij ken, zoodat hij de geriDgste fout van zijn on dergeschikten opmerkte, evenals hel haast onmerkbare voorhoofd fronsen van zijn klanten. Ieder, die daar zijn lunch gebruikte, kreeg het gevoel alsof hij een deel van Louis' persoonlijke belangstelling deelach tig werd. In de verte zag men, hoe hij met zijn innemend lachje een behoorlijk menu opstelde voor een bedeesd jongmensch. ter wij! hij een paar oogenblikken later met een smulpaap of een trouwen klant de herinne ring ophaalde aan een of andere kostelijke saus Zoo'n man had als maftre d'hotel zijn carrière gemist Hij bezat de gaven van een diplomaat, de vlotheid en inspiratie van een genie. Ik had gemeend, dal hij niet gemerkt had, dat ik de zaal was binnengekomen, doch plotseling slond hij met een vriendelijke buiging voor mijn tafel. „De plat du jour", merkte hij op, „is van daag voortreffelijk. Mijnheer moet hem be HULDE AAN DE REDDERS VAN DE „HAGFORT". Te Oostmahorn, het reddingsstation aan Frieslands Noordoostkust, heeft de huldiging plaats gehad van de bemanning van de motorboot „Insulinde", welke in den nacht van 28 op 24 November 1928, op telefonisch verzoek van de reddingscommissie te Bor- kum zich bij vliegenden storm derwaarts heeft begeven om vijf Duitsche loodsen van het aldaar gestrande en in nood verkeerende stoomschip „Hagfort" te redden. De Duitsche consul te Amsterdam, de heer Von Billow, vergezeld van den kanselier van het consulaat, was voor deze gelegenheid naar Oostmahorn gekomen, ten einde per soonlijk de huldeblijken uit te rijken. In ge voelvolle woorden schetste hij wat tijdens deze redding, die onder uiterst moeilijke om standigheden heeft plaats gehad, door de bemanning van de „Insulinde" is gepres teerd en sprak zijn dank en waardeering uit voor deze helfhaftige daad. Aan den schipper Toxopaeus reikte hij een gouden horloge uit, aan den eersten stuur man J. v. d. Meulen en den motordrijver Reiniger! ieder een fraaien prismakijker en aan de drie matrozen ieder een zilveren horloge. De heer De Booy, secretaris van de Noord-Zutd-Hollandsche Reddingmij., dankte namens de bemanning. Na afloop vertrokken beide heeren per motorreddingboot „Hilda" naar Schiermon nikoog en Ameland, ten einde een betzoek te brengen aan de graven van de aldaar tijdens den oorlog overleden Duitsche zeelieden. RECLAME. VOORKOMT TANDBEDERF eri poetst 's morgens en 's-avonds met 75 cts.per'/itube. 25ds.p.'A- tube. 3849 I RADIO-KLACHT. Abonné verzoekt vriendelijk doch drin gend dengene, die het geloei en gefluit ver oorzaakt mei zijn radiotoestel Tuinstadwijk' in het bijzonder Leliestraat, met zijn snood bedrijf op te houden. Er is al haat. geplaag en getreiter genoeg in de wereld; laat men dit in de radio zooveel mogelijk vermijden. Perron H. S. M. Op werkdagen: Richting: Amsterdam. Rotterdam. Utrecht, •3.10 •3.10 6.13 7.20 7— 1310 10.30 1040 15 55 13.35 13.— 20.10 15.15 1325 15.55 14.30 16 20 16.45 .16 60 18.45 19.20 22.10 23 05 Des Maandags en daags na den feest, dag niet Op Zon- en feestdagen: 3.16 310 23.20 22— Station Heerenringel. Bus aan den trein, niel op perron. Vertrek der posttreinen op werkdaem la 1228 1624 18.46 4740 paald bestellen. Als men een paar dagen genoten heeft van de Fransche keuken", ging hij voort, „dan is een eenvoudige Engelsche schotel soms een ware lekkernij." „Wel verplicht, Louis", antwoordde ik. „Maar deel mij eens mede wat er van den heer Delora is geworden." Mijn plotselinge aanval werd gepareerd met het gemak van een volleerd meester, tenzij hij waarheid sprak. „De heer Delora I" herhaalde hij. .Logeert die dan niet hier met zijn nichtje? Ik heb al naar ze uitgekeken tegen dat de lunchtijd aanbrak." „Zijn nichtje is hier, maar de heer Delora is weggebleven." Louis deed toen iets wat ik hem vroeger noch daarna heb zien doen, hij liet iets val len dat hij in de hand hield Het was niet meer dan een wijnkaart en hij boog zich om hel papder op te rapen met een woord van verontschuldiging. Maar ik zag duidelijk, dat toen hij weer rechtop stond de inspanning van het bukken geen kleur naar zijn gelaat had gejaagd, maar juist alle kleur van zijn wangen had doen verdwijnen. „Wou u zeggen, dat de heer Delora ergens elders zijn intrek genomen heeft?" Ik schudde ontkennend het hoofd, zeg gende „Van Folkestone af hebben zij met mij in dezelfde coupé gereisd Op het Charing Cross Station is de heer Delora. die deerlijk van zeeziekte le lijden had gehad en blijk baar zeer zenuwachtig en weinig op zijn gemak was. uit den frein gesprongen eigen lijk nog voor deze goed stil stond en is in een laxi gekropen om zich naar dit hotel te begeven. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9