Wat de vrouw draagt.
DE VERDWENEN DELORA
UW BOEKHOUDING IN ORDE
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 April 1930
Vierde Blad
No. 21506
FEUILLETON.
VOOR DE HUISVROUW.
wordt ePh ttóTTlWl getoond, die ongetwijfeld
opgang zal maken.
„Poeder-mascotte" heeten deze wonder
lijke dingskes, die het hart van de vtouw al
veroverd hebben, want het U maar al te
waar dal een vrouw niets liever dan een
talisman bij zich draagt.
DE MODE DEK KLEINTJES.
Een der vele vragen, die moeder bij het
begin van een seizoen wel het meest bezig
houden, is de garderobe van haar kinderen,
want het is een groote zorg en het kost ook
heel wat inspanning het kind op den juis-
len lijd in de lente netjes in de kleeren te
zien.
Natuurlijk wil men hiervoor niet te veel
geld uitgeven omdat dergelijke jurkjes toch
nooit van langen duur zijn. daar ze eener-
zijds veel te lijden hebben, aan den anderen
kant blootgesteld worden aan de grootste
zonnehitte; daardoor is het noodig meerdere
exemplaren te hebben, daar onder de vele
omstandigheden, een enkel jurkje niet toe
reikend zou zijn.
Vrouwen, die zich al meer op dit gebied
begeven hebben, zullen eenparig erkennen,
dat het hier niet op ingewikkelde modellen,
doch juist in tegendeel, op heel eenvoudige
maakseltjes aankomt. Alleen een eenvoudig
.toiletje zal het kind graag dragen.
Jurkjes met onnoodige garneeringen zul
len het kind bij het spelen last veroorzaken
en in de bewegings-vrijheid belemmeren.
Alle moeders moesten het zich daarom
lot principe stellen bij de samenstelling van
de garderobe hunner kinderen de grootst
mogelijke eenvoud te betrachten en onder
alle omstandigheden afzien van ieder effect,
daar dit laatste voor de kinderen in kwestie
toch niets anders dan een aaneenschakeling
van vervelende dingen beteekent.
Het eenige, wat de kinderen zelf we! aar
dig vinden is hier of daar een vlot borduur
sel, dat doordringt tot hun mentaliteit. De
hoofdzaak blijft echter de klenr. Het is be
wezen, dat alleen de vroolijkgekleurde en
daarbij lichte jurkjes het liefst gedragen
worden, terwijl de neutrale, uit onuitgespro
ken tusschenkleuren vervaardigde toiletjes
hen toch nooit werkelijk in verrukking zul
len brengen.
Men moet er ten strengste voor waken elk
teveel, zoowel aan garneering als materiaal
te vermijden. Hoe minder een kind aan
heeft, hoe beter, daar alleen dan de frissche
lucht vrije toegang heeft tot het lichaam,
zonder dat dit door onnoodige ballast al te
zeer wordt afgesloten.
Voor Ihet voorjaar en de zomer zal men
zich dus het liefst bepalen tot goed-wasch-
bare weefsels, allereerst tot wasch- en
kunstzijde, linnen enz., daar het bij zulke
jurkjes dan niels uitmaakt of er hier en
daar eens een vlekje in komt. Ze kunnen
zonder moeite in korten tijd gewasschen
worden en zullen daardoor nooit tot on
aangenaamheden aanleiding geven.
Het hoofdstuk „kindermode" is in den
zomer makkelijk op te lossen, want naast
de eenvoudige waschjurkjes en pakjes heb
ben de kleintjes niets anders noodig dan een
manteltje dat onder alle omstandigheden
gedragen kan worden en waarvoor de kin-
der-trenchcoats wel bij uitstek geschikt zijn.
Groote materieele offers eisohen ze niet en
toch slaan ze altijd erg netjes, of ze nu in
de stad, op uitstapjes of later op de vacantie-
reis gedragen worden. Afgezien van vele
andere voordeelen hebben ze nog het gróote
gerief waterdicht te zijn, wat in regenachtig
zomerweer van onschatbare waarde is,
temeer, daar door de trenchcoat het overige
toilet heelemaal beschermd wordt.
Een paar teekeningen zullen U misschien
over deze kindermode inlichten.
Allereerst zullen wij beginnen met het
speelschortje. Om het jurkje te beschermen
is zoo'n exemplaar onontbeerlijk. Het wordt
gemaakt van een of ander flanelachtige stof
en bij elkaar gehouden door op den rug ge
kruiste banden. De groote zak mag natuur
lijk niet ontbreken, waarop een embleem is
aangebracht, in dit geval de snel beroemd
geworden „Film-Micky", de opvolger van
„Felix de Kater", waar de kleintjes dol op
zijn Onder een dergelijk schortje dragen de
kleine jongens een speelbroekje van ge
kleurd linnen met een licht hemd, afge
werkt met een das van hetzelfde materiaal.
Om naar 9chool Ie gaan zien de jongens
er het aardigst uit in een korte broek met
ceintuur, waarbij kniekousen gedragen wor
den Een sportief flanellen hemd staat er
het best bij. Het kleine sportieve vlinder
kraagje is snoezig.
Om te wandelen, dus voor „uitgaans-
jurkje" dragen de meisjes een mooi pastel-
kleurig jurkje met plooirokje en borduursel
van onderen, aan het kraagjp en als afwer
king aan de mouwljes. (afb. 2). terwijl de
jongens er verrukkelijk uitzien in een wit
matrozenpak met langen broek, die van
onder extra wijd is.
Gebloemde etaminesiof is voor de een
voudige en toch altijd leuke jurkjes het ge
schiktst en laat zich gemakkelijk waaschen.
R. H.
EEN TRAWANT DER ELEGANTE VROUW
is haar poederdoos. Ze heeft het voortdurend
noodig, want het is voor haar van groot be
lang er steeds onberispelijk uit te zien en
een snufje poeder is verscheidene malen per
dag noodig om hier en daar een beetje op
te doffen.
De vele voorwerpen, welke poeder be
vatten en die men gewoonlijk ziet zijn,
echter in hun gewone doosvorm zoo weinig
elegant en alledaagsch, dal men blij is,
wanneer er ook op dit gebied van tijd tot
tijd eens iets nieuws gecreëerd wordt.
En juist bij den aanvang van het badsei
zoen, dus op een tijdstip, dat men de poeder
doos nog meer noodig heeft dan anders,
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
„Maar daar begrijp ik niets van", riep ik
"it- „U wilt toch met zeggen, dat zelfs al
stond Tapilow er op ,ik toch.
Decresson grijnslachte even en ant
woordde:
„Wat er in het Calé des Deux Epingies
gebeurt, gaat de wereld niet aan. Zonler
bijzondere vergunning zou het Tapilow Biet
mogelijk zijn de politie van dezen aanval n
tennis te stellen. Koop iederen avond een
„figaro" en u zult spoedig nader over deze
J-aak lezen Maar intusschen zou ik u, mijn
beer, in overweging geven niet al te lang
meer in Parijs te vertoeven."
Zij namen eenigszins plechtstatig afscheid
van ons op het trottoir voor het restaurant,
doch alvorens in zijn auto te stappen nam
Decresson mij nog even ter zijde en zeide:
„Kapitein Rolherby, ik wijs u er op, dat u
beden behandeld is als een bijzonder be
voorrecht persoon. U verscheen als gast in
hel Café des Deux Epingies en wij hadden
u uw optreden aldaar ten zeerste euvel kun
nen duiden."
„Misschieji heb ik niet genoeg gezegd",
antwoordde ik, „maar geloof geen oogenblik
dat ik u niet zeer dankbaar ben."
„Dat doet niets ter zake", antwoordde
Decresson koel. „Ik wilde er u alleen op wij
zen. U is nog jong. waarde heer, maaT u zult
wel reeds bij ervaring weten, dat iemand
niet gauw van zijn gewone wijze van doen
afwijkt ten einde zonder eenige bijbedoe
ling een onbekende van dienst te zijn. De
mogelijkheid bestaat, dat er een oogenblik
komt waarop wij u. hetzij door bemiddeling
van Louis, hetzij door een ander, zullen vra
gen ons op uw beurt een wederdienst te be
wijzen. Wanneer dat oogenblik daar is, ver
trouw ik dat u zich niet ondankbaar zult
toonen."
„Ik durf wel zeggen", antwoordde ik, „dai
daarvoor geen vrees behoeft te bestaan."
Decresson tikte Louis op den schouder en
verzocht hem in de auto te stappen, welke
op hem stond te wachten Onder het wisse
len van beleefde groeten namen wij daarop
afscheid van elkaar en ik bleef alleen op het
trottoir staan Ik wachtte tot de au to uit het
gezicht was verdweneD en ging vervolgens
den anderen kanl uil om naar Ritz terug tc
keeren. Wonderlijk intusschen. dal er bij
mij geen oogenblik twijfel opkwam aan de
waarde van de mij gedane belofte. Ik koes
terde geen oogenblik meer de vrees, dat men
De „poeder-mascotte" is niettegenstaande
de fantastische vormen (er zijn kunstig be
werkte fluweelen doosjes in den vorm van
apen, beeren, hondjes, visschen, pinguïns,
katjes) buitengewoon practisch, en dank zij
een mechanisme door middel van een veer
is het mogelijk er elk formaat compactpoe-
der in te bergen, waardoor een dergelijk
exemplaar jarenlang meek an. Zonder twij
fel zal deze nieuwe vinding zoo'n groote
opgang maken, dat „poeder-mascotte" en de
elegante vrouw in de toekomst een on
scheidbaar begrip zullen vormen.
DE GROVE LINNEN HOED
is het laatste nieuwtje der groote mode-
ateliers en stelt een tot dusver onbekend
type voor, dat in hoog-zomerweer algemeen
te bewonderen zal zijn.
Juist in het primitieve van het linnen
materiaal is de zeer bijzondere elegance
verborgen, want de vrouw van heden zoekt
niet naar kostbare, doch naar eigenaardige
details, welke tezamen met het overige toi
let zoo apart kunnen werken.
De linnen hoed wordt natuurlijk zijn
karakter in aanmerking genomen nooit
overvloedig gegarneerd en in den regel is
een lint van hetzelfde materiaal reeds vol
doende. Ook door hel uitrafelen der randen
wordt een eigenaardig soepel effect verkre
gen. (afb. 1).
Men ontmoet natuurlijk velerlei modellen
b.v. hoeden welke gegarneerd worden met
een in kleur verschillend lint, of met bloem
motieven. Het chicst zijn echter de ver
schillende applicaties, die men soms nog
verfraait met borduursels.
Tot dit type behoort het model No. 2 op
de teekening. dat aldus is samengesteld: op
een licht linnenfond zijn in harmo-
niêeerende tinten bladmotieven geborduurd,
waarbij zoowel door vorm als kleurschakee-
ring een buitengewoon schilderachtig effect
verkregen wordt. R. H.
RECLAME.
VANAF f.5.- PER MAAND.
Brieven Bur van dit Blad onder No 9334
Mijn lezeressen zijn onbevredigbaar! Als
maar meer patronen worden er gevraagd
Nu schrijft een Moeder van een driejarige
uk, of ik soms een lenk jurkje weet voor de
nu soms onverwacht half koude dagen.
Zeker: ik heb er een en een practisch
er bijpassend broekje ook.
Noodig heeft u alles bij elkaar: 196 gram
Templeton's Iris breiwol of andere kinder
wol. De kleur laat ik aan u over; voorts
5'/» M. Angora Layette, wit; 5 kleine parel
moeren knoopjes; ruim 4,5 c.M. elastiek van
c.M. breedte; een paar Stratnoid brei
naalden No. 10 en een Stratnoid haakpen
No. 16. Het jurkje wordt 40'/» c.M. lang ge
meten van den bovenkant der schouders De
wijdte van onderen is 91'/» c.M.; om het
middel 61 c.M.; lengte van de mouw, ge
meten vanaf den hals 19 c.M.
Het broekje is aan de achterzijde 29 c.M.
en van voren 26'/» c.M. lang; de wijdte op
het wijdste gedeelte is 36'/» c.M. en om de
pijpjes 27'/» c.M. Et moeten 15 steken op de
5 c.M in de breedte komen en 9 loeren op
de 2'/» c.M. in de lengte.
Van het jurkje worden de sdhulpjes eerst
afzonderlijk gemaakt Opzetten: 8 steken
voor den kant van één schulpje; in den
achterkant van deze steken werken en 2
steken opzetten. Averecht in den achterkant
van de opgezette steken breien; averecht
op de overige steken en weer 2 steken op
zetten aan het einde van den toer Aan elk
einde van de volgende twee toeren 2 steken
opzetten en steeds in den achterkant van
de opgezette steken werken. Hierna twee
steken breien in den steek naast den kant-
steek aan weerszijden van de naald in de
twee volgende rechte toeren. Aan het eind
van den laatsten loer een steek opzetten De
volgende toer averecht en één steek opzetten
(22 steken).
Dit vormt één schulpje met een extra
steek aan het einde van den rechter toer
vóór den uitersten kantsteek. Breek nu de
wol al.
Maak een tweede schulpje en laat den
opgezetten steek aan het eind van den rech
ten toer, waar de meerderingen gemaakt
zijn, aan weerszijden van de naald, weg;
doch zet een steek op aan het eind van den
averechten toer.
Ga zoo door. tot er zes schulpjes op de
naald staan. De volgende toer is dan een
rechte toer en wordt aldus gebreid: 1 recht,
omslaan, dan A 2 te zamen, 16 recht, 2 te
zamen, omslaan, 1 recht, omslaan en vanaf
A herhalen tot het einde van het laatste
schulpje; hier 2 te zamen, dan omslaan en
1 recht t
Tweede toer averecht. Herhaal deze 2
toeren, tot er ruim 15 c.M., ol, zoo u een
langer jurk wensc'ht. méér gebreid is.
Nu begint het minderen voor het boven
gedeelte. In den volgenden toer in plaats
van 2 te zamen, zooals in het patroon, dub-
belminderen; dat gaat zóó; 1 afhalen, 2 te
zamen en de afgehaalde over de mindering
halen. Er moeten maar 14 steken over zijn
tusschen de minderingen. Deze dubbele
minderingen aan weerszijden van elk
schulpje maken.
Dan 9 toeren zonder veranderingen; de
minderingen op de gewone manier in het
patroon; dan in den volgenden toer weer
dubbele minderingen den heeien toer door.
De laatste tien toeren nog eenmaal herhalen.
Zonder minderingen doorgaan tot het werk
in het geheel een lengte heeft var. 38 c.M,
Dan: 1ste toer: 1 recht, omslaan; A 2 te
zamen, omslaan en herhalen vanaf A tot
het einde van den toer, eindigende met 2
te zamen, 2de toer averecht. Dan nog eens
de 1ste toer; afkanten
De rug wordt op dezelfde manier gewerkt,
tot de lengte ruim 30 c.M. bedraagt. Het
werk wordt hier verdeeld, v. d. opening in de
achterz. en elike helft wordt apart afgemaakt
In den volgenden loer over drie strepen
werken tot den rechten steek in het midden
en in dezen steek een steek meerderen en
een van deze steken op de tegenovergestelde
helft brengen. Zoo komen er 46 steken op
elke helft Werk elke helft af, zóó dat hij
past op het voorste gedeelte.
Voor de mouwen zijn drie schulpjes noo
dig een beetje kleiner dan die voor de jurk.
Begin daarom 5 steken op te zetten in plaats
van 8 en volg verder de aanwijzingen voor
het groote schulpje. Er zijn 19 steken noo
dig voor het eerste schulpje en 18 voor
het 2de en 3de.
Als alle schulpjes op de naald staan, brei
dan het patroon van het lijfje, maar met
3 steken minder tusschen de minderingen
in. over een lengte van 7'/» c.M. ongeveer.
De patroontoer zal zijn: 1 recht, omslaan,
A 2 te zamen, 13 recht, 2 te zamen. om
slaan, 1 recht, omslaan en vanaf A her
halen tot het einde van den toer, eindigende
met 1 recht. Na 7'/: c.M. gebreid te hebben,
21 steken afkanten, 13 recht, 21 steken af
kanten.
Over de 13 middelste steken recht heen
en averecht terug breien over een lengte
van 7'/» c.M.; dan het randje maken als
aan den bovenkant van het lijfje; 1ste toer:
1 recht, omslaan; A 2 te zamen, omslaan,
en vanaf A herhalen tot het einde van den
toer, eindigende met 2 recht; 2de toer ave
recht; 3de toer als de 1ste. Afkanten. De
andere mouw gaat nét zoo
Om het jurkje ai te werken moet u alle
onderdeelen oppersen; eerst aan den ave
rechten en daarna aan den rechten kant
met een warm ijzer en een vochtigen dook.
Naai de sijhouderstukjes tusschen voor- eni
achterkant en Iaat hierbij twee breede
strepen aan de vóórzijde van den hals en
één aan eiken kant aan de achterzijde. Zet
de mouwen in de jurk en pers de naden
goed op. Naai de zijnaden en de mouw
naden dicht Voor den ouderkant met
rose wol een toer vasten haken langs den
onderkant; steek op steek. Ooik de onder
zijde der mouwen op deze manier afwerken.
Voor de rugopening aan de linkerzijde van
den rug twee toeren vasten haken, steek op
steek voor het reepje achter de knoopen.
Aan den rechterkant maar één toer vasten.
Haak één toer vaslen rond den hals, steek
op steek. Pers alle naden en randjes op, zet
de knoopen op het linkerreepje ter hoogte
van de gaatjes in het breiwerk, die voor
knoopsgat zullen dienst doen. Er moeten
twee galen tusschen de knoopsgaten onge
bruikt blijven.
Voor het broekje 93 steken opzetten, aan
den bovenkant van de achterzijde begin
nende. Brei: 4 toeren het ribbetje 1 a. 2
recht, in den achterkant van de steken van
den eersten toer werkende. In den volgenden
toer 1 a. 2 r. 1 a. dan 2 te zamen, omslaan.
1 a., dan A 2 recht, 1 a., 2 r. 1 a., dan 2
te zamen, omslaan, 1 a. en vanaf A her
halen tot het eind van den toer. Nog 3
toeren het ribbetje breien; nu redht heen,
averecht terug en het verhoogde gedeelte
beginnen. 1ste toer 57 r.; omkeeran; 2de t.
eerste steek afhalen, 20 a., omkeeren; 3de
toer 1ste st. afhalen 30 r., omkeeren; 4de
toer 1ste st. afhalen, 40 aomkeeren. Zoo
doorgaan, telkens 10 steken meer tot alle
steken gebreid zijn; dan de volgende toer
averecht. Doorgaan: recht heen, averecht
terug; aan weerszijden van de naald één
steek meerderend naast den kantsteek in
den volgenden toer en dan in eiken daarop
volgenden 4den toer tot er 115 steken op de
naald staan. Na de laatste meerdering 3
toeren breien zonder meerderen; dan aan
weerszijden van de naald naast den kant
steek minderen, in eiken toer, recht en
averecht, tot er nog 35 steken over zijn Nu
in eiken toer meerderen, in de rechte en de
averechte, naast den kantsteek aan weers
zijden van de naald, tot er weer 115 st. op
pe naald staan. Twee toeren breien zonder
meerderen
In den volgenden weer minderen (zie
loven) fol er 93 steken over zijn. Twee
Iperen breien zonder minderen; dan weer
Het ribbetje; 3 toeren; gaatjes maken voor
l|r-t elastiek; dan 4 toeren het ribbetje en
aifkanten Oppersen; zijnaden dichtnaaien,
elastiek doorrijgen en vastzetten. Rond de
pijpjes met de Layette een toer vasten
hakensteek op steek
mij zou arresleeren. Op weg daarheen kwam
ik voorbij het Café de Paris. Ik herinnerde
mij in eens het wonderlijke briefje van de
vrouw met de turkooizen. Ik bedacht mij
geen oogenblik. of ik al of niet verstandig
deed om er gevolg aan te geven en ging het
restaurant binnen. Er waren bijna geen
menschen, behalve een paar gasten, die wat
lang na zaten te tafelen. Ik riep Léon bij
mij, zeggende:
„Léon, ken je mij nog? Ik ben kapitein i
Rolherby
Hij hief zijn hand op en verklaarde:
,,'t Is in orde, mijnheer. Als mijnheer zoo
goed wil zijn.
Hij nam mij terzijde en zeide zachtjes;
„De dame wacht nog steeds. Wil mijn
heer zoo goed zijn naar boven te gaan."
„Naar boven?"
„De dame heeft een der kleine kamers in
beslag genomen. Wil mijnheer mij maar
volgen?"
„Wel zeker." antwoordde ik.
HOOFDSTUK VH.
Ik volgde Léon naar boven naar dat ge
deelte van hel perceel, waar de cabinets par
ticulier waren gelegen. Hij klopte aan de
deur van een er van en een vrouwestem
riep- „binnen 1"
De vrouw zat op de sofa een sigaret te
rooken Op de tafel voor haar stond een le
dig koffiekopje en daarnaast een ledig
likeurglaasje.
„Eindelijkl" riep zij uit. terwijl zij mij
met een verwijtend gezicht aankeek.
„Is het do heer, die mademoiselle ver-
wachttel" vroeg Léon discreet.
„In orde, je kunt gaan, Léon", antwoord
de zij.
Wij waren nu alleen en zij reikie mij
haar hand, die ik aan mijn lipjsen drukte,
waarna ik zeide;
„Mademoiselle, ik moet u duizendmaal
mijn excuses maken. Ik moet u evenwel ver
zekeren, dat ik zoo spoedig als in mijn ver
mogen lag hierheen ben gekomen."
„Misschien had u wel een aangenamer
samenkomst?"
„Onmogelijk, mademoisellel" antwoord
de ik.
Ik was het café binnengegaan, zonder er
een oogenblik aan te denken, het hof aan
de jonge dame te maken. Ik gevoelde in de
eerste plaats belangstelling voor haar. omdat
ook zij een habitué was van dat geheimzin
nige café en ook omdat ik reeds onmiddel
lijk had gevoeld, dat zij nog een andere
reden dan de meesl voor de hand liggende
had om mij dat brieje te doen toekomen. In
tusschen. was het zaak voor mij dit niet aan
haar te laten merken en ik aarzelde dan ook
geen oogenblik om. toen ik op haar uitnoo-
diging op de sofa naast haar had plaats ge
nomen, haar hand te grijpen Zij trok deze
niet terug, doch gaf ook geen enkel teeken
van aanmoediging.
„Mijnheer", begon zij, „bega, wat ik u
bidden mag, geen onbezonnen dingen. Heil
is misschien erg dwaas van mij geweest u
te verzoeken hier te komen. Wij kunnen
hier enkele minuten rustig praten en mis
schien zien we elkander later nog eens
weder, maar ik ben altijd bevreesd voor wat
er kan gebeuren."
„Mijnheer Bartot?" vroeg ik.
Zij knikte bevestigend en antwoordde:
„Ja. hij is buitengewoon jaloersch."
„Gaat u eiken avond met hem naar het
restaurant op de Place d'Anjou?"
„Ik kom daar zeer dikwijls. Als ik mij niet
vergis is mijnheer daar een vreemdeling?"
„Inderdaad, gisteravond ben ik er voor de
eersle maal geweest"
„En u is er heengegaan", zeide zij, met
haar ledig likeurglaasje spelend, „in gezel
schap van Louis?"
„Inderdaad", erkende ik.
„Louis brengt daar nooit iemand zonden
een bepaalde bedoeling."
„Kent u Louis dan?" vroeg ik.
Zij trok de wenkbrauwen op en vervolgde:
„Dien kent iedereen! Een grooter mooi
prater bestaal er op de wereld niet"
„Louis zou zich gevleid gevoelen, wan
neer hij dat hoorde."
„Louis kent zichzelven en hij weet dat ook
anderen hem kennen. Het speet me werke
lijk. mijnheer in zijn gezelschap te zien."
„Wel bedankt voor zooveel belangstel
ling", zeide ik.
(Wordt vervolgd), J