71»fe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 April 1930
Derde Blad
No. 21505
KUNST EN LETTEREN.
kunstaardewerk
van g. de blanken.
o
tentoonstelling
„de kunst om de kunst"
christine poolman f
„de keizer van amerika".
nieuwe uitgaven.
LAND- EN TUINBOUW.
mond- en klauwzeer.
landbouw ongevallen
verzekering.
reclame.
reclame.
NI.VA TANDPASJA
VRAGENRUBRIEK.
Het leven en de toenemende behoeften der
roenschen hebben het noodzakelijk gemaakt,
dat alleriei dagelijksohe gebruiksvoorwerpen
van aardewerk in steeds groolere massa's
jn de fabrieken werden vervaardigd; en de
vorderingen der techniek waren oorzaak dat
die massaproductie onbelemmerd in de
stijgende behoeften kon voorzien. Maar ook
jn het kunstaardewerk: borden, schotels,
pullen, enz. ontstond een technische massa
productie welke evenwel met kunst niets
meer te maken had. In een kunstwerk, hetzij
dit een gebouw, een beeld, een schilderij,
een muziekstuk of een pul of vaas is, moet
zich tenslotte de persoonlijkheid van den
maker uiten. Maar als er honderd vazen van
precies denzelfden vorm, precies dezelfde
teekening of kleur in een fabriek worden
gemaakt, hoofdzakelijk lang9 zuiver mecha-
ni9chen weg, dan mag zoo'n voorwerp be
drieglijk veel op kunst gelijken het is ten
slotte met een huiselijk wooTd boerenbedrog
Nu is er gedurende de laatste dertig jaren
een streven, om ook het kunstaardewerk in
eere te herstellen. En evenals bij de Chi-
neezen en tot op zekere hoogte bij ons in de
Middeleeuwen en in de 17de eeuw wordt in
de eerste plaats de. ambachtelijke zijde van
dit kunstbedrijf weer beoefend. Met dank
baarheid mogen we zeer zeker Willem G.
Brouwer wel. ais een der eersten noemen,
die geslaagde pogingen waagde, om ons te
verrijken met iets anders dan de wezen-
looze massaproductie van wat men als
kunstaardewerk in den handel bracht
Inlusschen zijn er thans meerdere aarde
werkkunstenaars gekomen, die aan elk voor
werp, dat zij afleveren een zeer persoonlijk
cachet weten te geven. We denken aan
Ohris Lanooy en ditmaal in 't bizonder aan
Gerrit de Blanken. De Blanken was op
16-jarigen leeftijd nog werkzaam in de sme
derij op de werven van Boot. Daarna is hij
werkman geworden in een gewone aarde
werkfabriek. Duizenden porten, pannen,
schotels, bloempotten, enz. zijn door hem
gedraaid. Door dit handwerk voor de massa
productie heeft hij een zeldzaam technische
vaardigheid gekregen, om de klei te behan
delen. Intussdhen lag het niet in zijn bedoe
ling om tot in 't oneindige bloempotten, e.d.
te draaien. Toen hij eenige jaren later in het
huwelijk trad met een meisje, evenmin als
hijzelf van kunstzin ontbloot, besloot hij
weldra een experiment op het gebied van
het kunslaardewerk te wagen. In zijn wo
ning vond hij een geschikt plaatsje, waar hij
zelf een klein oventje kon bouwen, van
70 fi.M. breedte. Het ijzeren omhulsel van
dezen oven vervaardigde hij zelf, alles werd
eigenhandig geïnstalleerd. De inridhting was
primitief en het was de vraag, of met deze
inrichting wel een behoorlijk succes zou
worden'Verkregen. Enkele vormen werden
gedraaid, gedroogd, bijgewerkt, geglazuurd,
gebakken en het resultaat was verras
send. Maar men vrage niet hoeveel tijd man
en vrouw de eerste was nog altijd werk
zaam op de fabriek moesten besteden,
om te zorgen, dat de oven goed functio
neerde. Altijd moest er toezicht zijn, want
hij de hooge temperaturen was brandgevaar
in de woning niet denkbeeldig. Inlusschen
het ging! En op den duur zag De Blanken
kans zich geheel aan het vervaardigen van
kunstaardewerk te wijden. Het verdere ver
loop der gesdhiedenis doet weinig ter zake.
Éindelijk zag De Blanken kans, beslag te
leggen op de perceelen met erf Hooge Rijn
dijk 149 onder Zoeterwoude, waarin le voren
een fabriek van bouwmaterialen was ge
vestigd. Het eerste en voornaamste werk was
nu het bouwen van een oven, waarin ge
makkelijk 400 vormen konden worden ge
plaatst. Aan dezen oven, van boven rond
gemetseld geheel uit de hand. dus zonder
gebruikmaking van een houten pasvorm zijn
14000 steenen verbruikt. Behalve de zware
ijzeren banden er om heen en de ijzeren
deuren welke door een smid zijn vervaar
digd, is alles het werk van De Blanken. De
oven is zoodanig ingericht, dat de hitte aan
de wanden naar boven stijgt en in de mid
den naar beneden slaat, zoodat overal een
zooveel mogelijk gelijkmatige temperatuur
kan worden verkregen. De rookleiding kon
hij laten aansluiten op de fabriekspijp, die
er reeds was.
De Blanken is zich zelf tot personeel. Hij
heeft geen andere hulp dan het critisch oog
van zijn vrouw.
Hij zet zich aan de draaischijf, neemt
een stuk klei door hem zelf gemengd
en begint te draaien. Hij bepaalt alleen, zon
der voorafgaande teekening. wat het worden
moet neem aan: een schaal. Men ziet de
kleiklomp uitwijken onder zijn vaste en
tevens gevoelige hand. De randen worden al
dunner en worden lichtelijk omgebogen. En
al draaiend voelt hij met zijn vingers, ziet
hij met zijn oogen of er iets moois ontstaat
naar den vorm. Is de vorm klaar, dan wordt
deze terzijde gezet om te drogen. Een nieuw
stuk klei en een nieuwe vorm wordt ge
maakt. Dat doet hij zoo lang tot hij het be-
noodigde aantal heeft om een oven te vul
len. Voor het zoöver is, gaan de vormen nog
een paar malen door de handen, om ze glad
bij le werken, om de holte in den voet uit te
diepen, enz. Nu worden de vormen maar
niet zóó in den oven gezet. Elk afzonderlijk
komt in een soort ronde steenen doos en
deze doozen worden in den oven opeenge
stapeld als een aantal ronde pilaren. On-
noodic le zeggen, dat de kunstenaar ook
deze benoodigdheden zelf maakt
Als de vormen gebakken zijn. is het werk
nog maar half klaar. Of eigenlijk is het zóó:
het gewichtigste komt nog. Want nu hebben
nog maar grijs aardewerk, waarvan
alleen de vorm bekoort. Het moet worden
geglazuurd En nu bereidt De Blanken ook
al weer zijn glazuren zelf uit de grondstof
fen. Hoe? Dat zou men zijn vakgeheim
kunnen noemen. Als het aardewerk is ge
glazuurd, gaat het opniuw in den oven. Deze
wordt nu geleidelijk weg verhit tot een tem
peratuur van 800 tot 1000 graden, al naar
het noodig is. En nu schijnt het oog van den
meester hier de beste pyrometer te zijn. Door
de kijkgaten kijkt hij in de gloed van den
oven en de tint van dien gloed zegt hem ten
maastebij hoe hoog de temperatuur daarin is.
Ten naastebij weet hij altijd, welke kleur
effecten het glazuur, dat zich aan de opper
vlakte innig met de klei verbindt, zal aan
nemen, maar verrassingen zijn niet uitge
sloten. Elke 10 of 20 gr. meer of minder geeft
andere kleureffecten. Zoo is het altijd weer
een verrassing wanneer de oven na lang
zame en geleidelijke afkoeling wordt leeg
gemaakt.
En nu het resultaat van een en ander?
Daarvoor moet men nu eens naar „De
Lakenhal" gaan. U ziet daar die kommen en
schalen, zoo dun als porcelein, allen even
sober en bevallig van vorm: zie b.v. die
kelk-vormige §chaal met glanzende herfst
tinten aan binnen- en buitenkant; die
kleine kom met zijn donkere tintelende me
taalglansen; een bronskleurige schotel met
zachtgroene vlammen; een bronskleurige
dito, naar het midden toe overgaand in.
bruin en groen. Zie verder de groote pullen,
69. 70 en 71. eenvoudig van vorm, in bruin
metaalgrauw en groen. Eigenaardig is, dat
op enkele uitzonderingen na. De Blanken
voor zich zelf het best tevreden is. over de
eenigszins naar het donkere neigende tin
ten, waarin hij een wereld van schakeerin
gen en glansen weet te scheppen. De diepe
blauwen, de diepe zwarten, de opaliseerende
melaalglansen met lichtende groenen, maar
ook de fijne roomkleuren en de varieerende
bruinen scheppen steeds andere aspecten.
U zult geen twee gelijke voorwerpen vinden.
Elk werkstuk is individueel, staat als kunst
product op zic'h zelf. Zoo is hier het zuiver
ambachtelijke veredeld tot kunst. Bij aan
dachtige en liefdevolle beschouwing van dit
werk kunnen we ons overtuigen, dat een
schaal of pul even mooi kan zijn als een
goede schilderij en even zeer de aandacht
verdient. En luistert u ten overvloede eens
naar de fijne klokkenklank van zoon voor
werp. Het is misschien niet aan iedereen
bekend, dat De Blanken zijn werk vooral
levert aan „Liberty" te Amsterdam. Ook in
de inrichting voor Binnenarchitectuur „De
Ploeg" vindt men meermalen van zijn werk.
Maar thans is een keurcollectie tentoon
gesteld in de zaal van de „Lakenhal" waar
Schjifer exposeert.
Wij bevelen een en ander ten zeerste aan
in uwe belangstelling.
O
Men kent het mooie oude geveltje aan de
Pielerskerkgracht, waar „Ars Aemulae" is
gevestigd. Breitner heeft er nog les gegeven;
Verster heeft cr gewerkt, Van der Nat had
er zijn atelier.
De kunst, troosteres der menschheid,
vertoeft er zusterlijk naast „het Groene
Kruis" een andere hulp der menschheid.
Op een der antieke zalen kijkt u maar
eens naar de mooie zoldercoii9tructie
heeft de Vereeniging „De Kunst om de
Kunst" haar expositie, 't Ziet er aardig uit.
De wanden bespannen met goudbruin jute,
waartegen alles goed uitkomt; eenige an
tieke meubelen, die een mooi decor vormen
en, welgeteld, 68 werken van 20 kunstmin
nende Leidenaars.
Bij dezen zijn slechts een vijftal „be-
roeps"-kunstenaars. de overigen zijn ama
teurs, dus dezulken, die buiten hun gewone
bezigheden de kunst beschouwen als een ont
spanning, maar van eene, waar aan zij hun
ziel geven en het beste trachten te vertol
ken wat in hun leeft. En stemt het nu niet
tot dankbaarheid, dat in onzen tijd van ba
nale levensvulling er nog zoovelen zijn, die
op ernstige wijze de schoonheid trachten te
dienen, al zijn ze dan maar „dilettanten"?
Wij voor ons hebbea met groote interesse
het tentoongestelde werk gezien. Er is na
tuurlijk hier en daar technische onmacht, er
is zwakheid van beelding, maar er is
overal ernst en toewijding. Dat juist maakt
deze tentoonstelling zoo sympathiek. En ten
slotte zijn in de kunstgeschiedenis de geval
len niet zeldzaam, dat de amateur, de „dilet
tant" het tot een ongewone hoogte weet te
brengen door zijn toewijding.
Het is moeilijk deze Tentoonstelling in haar
geheel te bespreken men zou te uitvoe
rig worden. Het maken van een keuze is
niet gewenscht. omdat de niet genoemden
zich achteruit gezet zouden wanen, wat nic'
in onze bedoeling kan liggen. En ten slotte
meenen we dat de beste eritiek hier een
waardeering met begrip van de bedoelingen
is Critiek is er niet in de eerste plaats om
af te breken, maar om waardeerend op te
bouwen.
Een kort overzicht dus in alphabetische
volgorde, IT. J. van Doorn komt uit met een
goed doorgevoerd portret van een heer, een
gelijkend zelf portret en een bloemstuk
„Anemonen" waarin de kleurwaarden en
schakeeringen heel mooi zijn getroffen. Toch
had de sfeer er van iets warmer gekund.
A. .T. van Driesten exposeert een prachtig
werk „Nazomer", oen boerenwoning in het
zware hier en daar iets bruinende loover
van Augustus. Op den voorgrond herfstbloe
men, alles heel donker gehouden. Maar in
dat donker leeft een weelde van coloriet.
Kijk maar eens hoe fijn genuanceerd allee
is, b.v. een klein deel van het oppendak der
schuurwand. Van Driesten is een gevoelig
colorist, wat hij ook toont in zijn beide wil-
genboomen, malsch in het zonneland en in
een grijs riviergezicht bij Gorinchem. Vooral
de grauwe motregenlucht is vol stemmingen
eveneens het silhouet van het stedeke.
F. W. A. Funke is nog jong. maar bezit
nu al goede coloristische kwaliteiten, welke
zich bijv uiten in zijn Katwijksch binnen
plaatsje. waarin een geslaagde poging is ge
daan om de oude verweerde, door den zee
wind aangevreten kleuren van muren, da
ken en schuttingen te geven. Zijn aquarel
van Cyclamen is mooi van plastiek en
kleur.
H. A. Kres komt uit met een negerkop in
kleurpastel. de teekening van een Straatje
en een olieverf „Duinen in de sneeuw". Er
is in zijn werk een toewijding, welke hem
op den duur verder zal brengen. Zijn pastel
vertoont de neiging tot karakteruitdrukking;
het duinlandschap is nog studie-aanleg.
J. Hirscher komt uit met een paaT ver
dienstelijke teekeningen: de liggende vrouw-
is goed geobserveerd en in mooie plastiek
voorgedragen.
J. C. Kruit schilderde een goed zelfportret.
Zijn groot Stilleven, goed in toon gehouden
heeft een allure van oudheid.
R. H. Oldeman gaf een Stilleven met
bloemkool en verder een stuk met een paar
Cactussen waarin heel veel te waardeeren
is, b.v. de roodaarden potjes, die goed op de
tafel staan en mooi van toonwisseling zijn.
Aardige etsjes zijn er van H. C. Riphagen,
die in „Oud breistertje" een vlotte en rake
sludieteekening gaf.
De frissche buitenstudies van Rosemeier
verdienen zeer zeker de aandacht. Zijn Mo
len aan de Kaag is in 't groene land mooi in
het volle zonnelicht gezet. Eveneens frisch
is het „Buurtje bij de Kaag" terwijl hij in
„Onweerslucht te Noorden" een impressio
nistisch beeld van de dreigende luchten bo
ven het grauwe water heeft gegeven. Een
mooi werk.
Mevr. Van de Sande BakhuyzenGerieke
teekende een fijn kinderkopje. De haartooi
en de versieringen in 't kleedje zijn met
zorg en fantasie bewerkt. Bijzonder werden
we evenwel geboeid door een heel vlotte
figuurkrabbel die zij te Parijs vervaardigde.
Het spontane en gespannene der lijnen van
dit 5-minutenwerk scheen ons eeri volmaakt
zuiver persoonlijke uiting.
Van mevr. Schouten noteeren we een
paar knappe Stillevens, waarvan we dat met
de visschen, goed van observatie, vlot van
weergave de voorkeur geven.
A- Schreuder komt uit met een drietal
stadsgezichten, waarin hij blijk geeft van
een eenigszins modern georiënteerde kleur
gevoeligheid.
IT. H. Schreuder geeft bloemstukken. We
denken hierbij vooral aan zijn Amaryllis,
goed geschilderd in Tood en rose. Die eene
rood© bloem vonden we voortreffelijk. Voor
ons gevoel domineert de achtergrond, een
oude sjaal, een ietsje te veel.
De Chrysanten van C M. van Sillevoldt
hebben in hun fijne witte en goudbruine
toonwaarden iets voornaams en zijn gebon
den in een fijne stemmingsfeer. Frisch en
malsch is zijn duingezicht, waarvan de
compositie opvalt. Tussohen twee met toe
wijding geschilderde toornen door ziet men
de duinen. Er zit ruimte in dit werk.
J. Irisch Stephenson bezit coloristische
durf in zijn beide knappe portretten van
meisjes De kopjes zijn met distinctie be
handeld en de uitdrukking der oogen is ge
voelig.
De „Duizendschoonen" van Dr. D. G.
ITbbels zijn heel mooi van kleur en typeo-
ring en met aandacht geschilderd. Zelfs do
fijne nerfjes van het craquelé van den pot
zijn suggestief en levendig vertolkt. Bijzon
dere aandacht verdient ook zijn voornaam
Stilleventje met Rozenboltels en Sneeuw-
bes, waarin een mooie kleurencombinatie
valt te waardeeren. Dan zijn er van hem
nog een paar elsjes.
L. Verkoren komt uit met een drietal lino
leumsneden hij kan bes: in hout snijden!
en een mooie litho. Ook zijn buurtje in
die sobere, mooie tinten is bezichtiging
waard.
Een aquarel van .T. TI. Wattez, ccn kerk
interieur uit Mecheleh treft, door de mocue
vloeiing van kleuren en linten in de rijzige
statuur van het geheel. Zierikzee met zijn
oranje-daken en grauwen toren heeft hij
blond en malsch zien liggen tegen 't fijne
parelmoer der luchten.
En eindelijk noemen we een levendige
pittige studie van C van der Windt, een
buurtje te Valkenburg en een Stilleven
studie. waarvan de bokking alleen reeds een
meesterstukje van observatie en uitbeelding
is. Op zeldzaam vlotte wijze zijn die rimpe
lingen en goudige en bruine glanzen van de
huid weergegeven.
Nu zijn er ten slotte van D. Vermeulen
nog een zestal beelden in terra-cotta. waar
van wc de voorkeur geven aan een vrouwen
kopje dat blijkbaar met zeldzame liefde is
geboetseerd, gevoelig van lijn, nobel var.
expressie. In voorstellingen als „Werklooze"
en „Ontplooiing" is' een zucht naai drang
en actie, die getuigen van het idealisme van
den modelleur.
J. C. Kruyt gaf nog snijwerk in ivoor,
kleinkunst, welke in een vitrine is opge
steld. De onderwerpen, waarbij hij zijn
phantasie een zekere vrijheid heeft gegund;
twee worstelende aapje9 op een camée. een
gesp met een opaal, twee draken, die samen
een servetring vormen, dunken ons het ge
lukkigst. Mooi van houding is ook het beeldje
van een gevleugelde figuur, die vooruit
treedt.
En ten slotte wijzen we op het borduur
werk van mevr. Van de Sande Bakhuyzen,
voorstellend de dood van de H. Clara, met
iets sobers en naïefs in de compositie en
houding der figuren. In dergelijke met de
hand vervaardigde naaldwerken zit toch
steeds meer bekoring en meer leven dan in
het mooiste wat uit 'abrieken komt.
Moge deze tentoonstelling veel bezoek
hebben.
o
Overleden is de bekende tooneelschrijf-
ster Christine Poolman, 80 jaar oud. Bij de.
oudere tooneelliefhebbers zal dit herinne
ringen wakker roepen aan eenvoudig, on
gekunsteld spel.
Negen jaar oud was Christine Elisabeth
Poolman, toen zij in haar geboortesrad
Amsterdam onder directie van Duport voor
het eerst de planken betrad, in „De Kleine
Waarzegster". Als haar eigenlijke debuut
beschouwde zij echter haar rol in „Vuur
en Strijd", in 1869 in den Stadsschouwburg
aldaar onder Roobol en Tjasink. De drie
jaren bij dit gezelschap zijn voor haar van
groote beteekenis geweest, omdat zij er do
leiding heeft genoten van niemand minder
dan mevrouw KleineGartman.
Toen in 1872 de Vereenigde Tooneelisten
rich hadden aaneengesloten, heeft Chris
tine Poolman rich bij hen gevoegd vijf
jaren later kwam zij onder directie van
Judels en Bouwmeester; vandaar heeft zij
haar intrede gedaan bij de Kon. Vereen.
„Het Nederlandsch Tooneel", welke zij
verder trouw ia gebleven tot. zij ging rus
ten. Reeds spoedig is zij door den Koning
onderscheiden, die haar na de vertolking
van Claire in „Amerikaansch oi niet" een
gouden armband bezet met diamanten en
saffieren schonk. In 1895 heeft zij ex haar
zilveren feest gevierd als Marie in „De
Compagnon van 1'Arrange", 15 jaar later
heeft zij er haar 40-jarige loopbaan her
dacht.
Christine Poolman heeft vrijwel in alle
genres gespeeld. Zij was Kreusa in
„Medea", Melita in „Sappho", Dorine m
„Tartuffe", Badeloch in „Gijsbreght van
Aemstel" en in „Kloris en Roosje" Pie
ternel, als hoedanig zij den len Januari
vrijwel klassiek was geworden. Zij was Pru
dence in „Marguerite Gautier", Valentine
de Santis in „Le Demi-Monde", van Alex.
Dumas fils, maar geleidelijk vernieuwde
zich het repertoire: mevrouw Oddendahl
in „De Redder" van F. Philippi, Rosalie
in „Rosalie" van Max Maurey, mevrouw
Debney in ,.De Bruggenbouwer" van Alfred
Sutro. Lady Hunstanton in „Een onbe
langrijke vrouw" van Oscar Wilde, mevr.
Klaus in „Dokter Klaus". Uitgemunt heeft
zij in oorspronkelijke tooneelwerkenJulia
van Bommel in „Candidatuur van Bom
mel", van Doctor Juris (De Koo), in „Dom
heidsmacht" van Marcellus Emants, mevr.
Tilly van Sloten—Van den Berg m „Veer
tig" van Willem Schürmann, de oude mevr.
Vreede in „De teruggevonden weg", van
Frans Mijnssen; in een aantal stukken van
mevrouw SimonsMees: Emilie van Ereke
tens in „Een Paladijn", tante Co. v. d.
Bank in „De Veroveraar", de +ante in
„Aty's huwelijk".
Maandag 28 April a.s. geeft liet Ver. Rot-
terdamsoh-Hof stad-Toon eel, directeur Cor
van der Lugt Melsert in den Leidschen
Schouwburg een vertooning van Shaw's
nieuwste stuk: „De Keizer van Amerika"
(The Apple Cart.), met Cor en Annie v. d.
Lugt MelsertVan Ees, Hermann Schwab,
Anton Roemer, Piet Bron, Fie Carclsen,
Louise Kooiman e.a. in de hoofdrollen.
Regie: Cor van der Lugt Melsert. Décor
Eduard Veterman.
Het stuk is in korten t.ij'd reeds meer dan
25 maal vertoond.
Als vlugschrift no. 10 van de Stadieclub
van moderne Theologen is verschenen het
boekje „Vergeving" van ds. P. D. Tjalsma
en ds. D. A. Vorsten Eerstgenoemde schreef
„Zondevergeving", terwijl het tweede deel
van het werkje „Het bewustzijn van ver
geving in Godsdienstoefening en Catechese"
van de hand van laatstgenoemde is. De
prqs bedraagt f. 1,25.
In opdracht van het gemeentebestuur
van Baarn heeft de bekende hoffotograaf
Van Agtmaal een dozijn schitterende an
sichtkaarten van dit aan natuurschoon
rijke Utrechtsche dorp vervaardigd.
De N.V. Drukkerij Oranje-Nassau heeft in
panlonedruk een omslag vervaardigd. Het
geheel is bestemd om bij officieele ont
vangsten den congressisten aan te bieden.
Waarschuwing van den directeur van het
Veeartsenijkundig Staatstoezicht.
De directeur van he<t veeartsenijkundig
staatstoezicht vestigt de aandacht van vee
houders en veeüanae.aren op de verschil
lende gevallen van mond- en klauwzeer,
welke zich de laatste dagen, vermoedelijk
door middel van de veemarxten, op ver
schillende bedrijven hebben voorgedaan.
Voor zooveel noodig, wordt belangheb
benden nogmaals op het hart gedrukt, de
meest nauwkeurige voorzorgen te nemen
tegen verbreiding der ziekte en hg verden
king of constateeren van mond- en klauw
zeer onverwijld aangifte te doen en in dit
geval vooral niet met vee ter markt te gaan.
Overigens is het voor een ieder, die vee
wenscht te markten, van het grootste be
lang tevoren zijn geheelen veestapel nauw
keurig op verschijnselen, duidende op
mond- en klauwzeer, te onderzoeken en bjj
twï'fel geen vee te vervoeren.
Centrale Landbouw Onderlinge.
Te Amsterdam werd in een der zalen van
„Krasnapolsky" onder leiding van den heer
K. Czn. de Boer uit Assendelft, de alge
meen© ledenvergadering gehouden der
„Centrale Landbouw Onderlinge", bedrijfs-
vereeniging als bedoeld in artikel 1 der
Land- en Tuinbouwongevailenwet.
De elf afdeelingen der vereeniging waren
alle in deze vergadering vertegenwoordigd,
terwijl van de bedrijven, die als direct aan
geslotenen deel van de Centrale Landbouw
Onderlinge uitmaken (de Nederlandsche
Heide-Maatschappij, de N.V. Grondverbe
tering en Ontginnings-Mij., de N.V. Ou»
ginnings-Mij. ,de Drie Provinciën", het
Kroondomein en het Staatsboschbedrijf) de
Nederlandsche Heide -Mij. vertegenwoor
digd was.
De balans en rekening en verantwoor
ding over het met 31 October 1929 geëin
GEVEN AAN UW UITERLIJK DE
„FINISHING TOUCH".
Alle prijzen, maten
en kleuren.
N.V. OSWALD EL1E, K. Rapenburg
9096 H. Noordeinde.
digd boekjaar werden onveranderd goed
gekeurd.
Aan het ter vergadering behandeld jaar
verslag ontleenen wij het volgendein hes
verslagjaar dat loopt van 1 November
1928 tot 31 October 1929 bleef het aan
tal aangesloten landbouwers vrijwel onver
anderd. De organisatie telde op 31 October
1929 34057 leden. Het over het verslagjaar
verzekerd loon, met inbegrip van he't be
drag, waarvoor patroons en inwonende en
in het bedrijf medewerkende kinderen vrij
willig verzekerd werden, bedroeg ruim t>4
millioen gulden.
Van de gelegenheid om zich zeiven tegen
ongevallen te verzekeren, werd door 314tt
landbouwers gebruik gemaakt, terwijl op
31 October voorts 1588 leden hun inwonen
de kinderen in de verzekering hadden ge
nomen. De vrijwillige ziekte-regelingen
voor inwonende en uitwonende arbeiders
breidden zich wederom uit. Voor beide re
gelingen tezamen waren op 31 October
1928, 11566 deelnemers ingeschreven.
In het verslagjaar werden aangegeven
8113 ongevallen, in welk cijfer de met be
drijfsongevallen gelijkgestelde bedrijfsziek-
ten zijn begrepen- Van deze 8113 gevallen
werden er 293 niet als ongeval of als be-
drijfsziektc erkend. De kosten zijn in het
verslagjaar hooger dan in de voorafgaande
jaren. Dit komt uitsluitend omdat do on-
gevallenkosten door het toenemen van het
aantal ongevallen en in het bijzonder
door de stijging van het aantal zeer ern
stige ongevallen belangrijk rijn vermeer
derd. De bijkomende kosten, samengevat
onder de benaming administratiekosten
zijn daarentegen, vergeleken bij 't vooraf
gaande jaar, onveranderd gebleven.
Het totaal der ongevallen- administratie-
en andere kosten van de Centrale Land
bouw Onderlinge heeft bedragen over het
-erslagjaar f. 693.341,98*4. De onkosten do*
Centrale Landbouw Onderlinge bedragen
over het verslagjaar per f. 100 loon f. 1.06.
Behalve bovenvermelde kosten van de
Centrale Landbouw Onderlinge moeten
door de leden bovendien nog worden opge
bracht do kosten der ongevallen, die .gor
ter duurden dan zes weken. De totaaTkos-
ten door elk lid alzoo per f. 100 loon op te'
brengen loopen uiteen al naar gelang vart
de afdecling, bij welke het lid is aangeslo
ten. Gemiddeld bedragen deze totaalkosteu"
per f. 100 loon, thans f. 1.64.
In de vacature, ontstaan door het be
danken als Commissaris van den heer R. P.
Dojes te Uithuizen, werd voorzien door*
benoeming van den heer J. Wuite Jz. te
Leeuwarden. Tot plaatsvervangend com
missaris. in de vacature ontstaan door het>
bedanken van den heer J. Huges te Assen,
werd benoemd de heer C. 8. vnn Bouniru
gen te Maarsbergen.
Tot voorzitter der Commissie van Arbi
trage bedoeld in art. '14 der Statuten wer
den wederom benoemd prof. mr. W. L. P.
A. Molengraaff, tot. plaatsvervangend voor
zitter der Commissie, prof. mr. C. TV. Star
Busmann.
VOORKOMT TANDBEDERF
en'poetst 's morgens en 's-avonds met
75 ets.per 'A tube. 25eb p. 'A tube.
3849 I
A. J. B. te N. Geel uw dieren zoo
veel mogelijk groenvoer. In plaats van het
gewone gemengd graan nit-luitend haver.
Een prima merk ochtendvoer. Geel ze be
weging, door den haver in de ren onder
te harken, zoodat ze er naar krabben moe
ten. Vet is er gemakkelijker op dan of
te kragen!
J. N. te L. Uwe beschrijving dnidi
op een verlammingsverschijnsel, waar de
kippen meer aan lijden, wanneer in hun
voeder bepaalde etoffen ontbreken. Meng
per kip 1 droppel levertraan per dag door
het zachte roer of doe dit 's morgens in
het harde voer, waarna men het 's avonds
geeft. Bovendien krijgt de patiënt een pille
tje van gist, hetwelk u bij een bakker kunt
krijgen. Zorg, dat ze voldoende groenvoer
krijgen.
N. K., fe L Leiden, Leiderdorp, Koude
kerk, Alphen, Zwammerdam, Bodegraven,
Woerden Harmeien, de Meern, Utrecht, de
Bilt, Zeist, zijweg naar Driebergen, uitspan
ning „De Pyramide", Woudenberg, Ede,
Lunterecv Totaal 101.1 K.M.