DE VERDWENEN DELORA
71«fc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 April 1930
Derde Blad
No. 21504
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
JAN KLA ASEN EN TRIJNTJE.
BINNENLAND.
DE VERGADERING DER
CHR. HISTORISCHE UNIE.
FEUILLETON.
341. 't Was verschrikkelijk wat nu gebeurde, Piero ver
loor zijn evenwicht. De politie, die er niets van merkte
hield de auto in 'het gezicht. Piero, braaf geschrokken, riep
luide en hij gilde: „slop ik val". Doch de agenten aan
dachtig kijkend, hoorden niets door al 't geknal.
342. Aan de voet van 'n boom was hij gevallen en zijn
rug deed hem veel pijn. „rk zou graag", zeide hij, „nu
willen weten, waar die and'ren nu wel zijn. En waar
zouden de dieven z>ilten, of de politie ze nog krijgt? Wat
is het hier eenzaam en hoe rustig, alles in de omgeving
zwijgt"
De verantwoordelijkheid
van Kamerleden.
Besprekingen over de Handelspolitiek.
De voorzitter deelde het programma
mede van het volgende congres te Lunt-e-
ren, dat zal worden gehouden van 9—12
Juli a.s. Uit naam van het H.B. spoorde
vervolgens de voorzitter in een kort op
wekkend woord de Ghrietelijk-Historisehe
pers aan tot groote activiteit, zulks om e#n
voldoende tegenwicht te verkrijgen tegen
de gestage uitbreiding van de Socialisti
sche en Roomsche per©.
Een zeer uitvoerige discussie ontstond
naar aanleiding van het voorstel van de
afdeeling Kaarden, behelzende om in arti
kel 3, punt X der statuten te bepalen, dat
het lidmaatschap der Staten-Generaal on-
vereenigbaar zal zijn met het stemhebbend
lidmaatschap van het hoofdbestuur der
Unie.
Ook de afdeeling Amersfoort, had een
soortgelijk voorstel ingediend, doch wilde
als datum van 1 Juli 1933 bepaald zien en
bovendien, dat de voorzitter der Tweede
Kamerfractie, als zoodanig, eere-voorzitter
der Unie zal zijn Voorts was er een amen
dement van de afdeeling Alphen, dat het
voorstel van Amersfoort tot drie leden be-
I perkt wenechte te zien. Verschillende stem
men, pro en contra, deden zich hooren
nadat de voorstellen door de afgevaardig
den van Naarden en Amersfoort waren
toegelicht. O.m. wees professor Slotemaker
de Bruine er op, dat de gedachte, die in
de voorstellen belichaamd is, hem sympa
thiek is, doch dat de daarvoor aangevoerde
redenen hem onjuist voorkwamen. De beste
reden is z.i.hoe meer menschen aan het
werk, hoe meer meeleven er zal zijn; sta
tutair dient zulks echter niet te worden
vastuelead. De voorzitter liet in zijn be
antwoording der sprekers uitkomen, dat
ook hij niet tegen de gedachte van de
voorstellen is, wèl tegen de motiveering
van den inleider van Waarden. Wij zijn
aldus dr .Schokking bereid om onze
houding in de Kamer ten allen tijde toe
te lichten, doch riep spr. met stemver
heffing uit tegen het argument: „de
Kamerleden moeten ter verantwoording
kunnen worden geroepen" wil ik slechts
vaststellen, dat ik alleen op deze voor
waarde Kamerlid en lid van het hoofdbe
stuur blijven wil, indien ik niet tot ver
antwoording word geroepen' Wij zijn geen
mandatarissen van n, wij zijn vertegen
woordigers van het volk, niet van de partij.
De gedachto van verantwoording is een
insluipsel van de leer der volkssouvereini-
t-eit. Spr. verklaarde zich er absoluut tegen
dat zulke dingen in de reglementen woe
den vastgelegd. (Daverend applaus).
Nadat Alphen haar voorstel had inge
trokken, werden de voorstellen Naarden
©n Amersfoort met groote meerderheid
verworpen.
Het voorstel van Leeuwarden om in het
vervolg de algemeene vergadering der Unie
weer te Utrecht te houden wegens de gun
stige ligging dezer stad meer in het cen
trum des lands, zal door het H.B. worden
overwogen.
Voorts vereenngden zich het H.B. en de
vergadering met de gedachte, neergelegd
in het voorstel van Uithmzermedendat
de algemeene vergadering zich uitspreke
voor gepasten aandrang op de regeering,
opdat zoo spoedig mogelijk, door wetswij
ziging, de gelegenheid geopend worde tot
deelneming in de ouderdoms- en invalidi
teitsverzekering voor de velen, die daar
aan behoefte hebben en die tot heden van
deze deelneming zijn uitgesloten. Plannen
in deze richting zijn bij de regeering reeds
in overweging.
Behandeld werd hierna het voorstel van
Loosdrecht dat de algemeene vergadering
haar instemming betuigt met de door de
regeering aangekondigde handelspolitiek,
met name inzake het streven naar vast-
shelling van een onderhandelingstarief, en
dat de vergadering het H.B. zal uitnoodi-
gen in deze richting krachtig mede te wer
ken. De afgevaardigde dezer afdeeling hing
een somber beeld op van deD toestand van
land en tuinbouw, veeteelt en industrie
in het land en drong er bij het H.B. op
aan, om het „gedrocht" dat buitenlandsch
protectionisme heet, uit den weg te rui
menGeroep: „Dat gaat zoo maar niet".)
Een lid uit de vergadering wees er op,
dat het wel heel gemakkelijk is om critiek
uit te oefenen, maar dat hij van geen der
sprekers ook maar iets gehoord had, dat
een kans van oplossing der bestaande pro
blemen bood (De heer Schokking: zeer
juist!). Vergeet men dan wat de heer Co-
lijn in het buitenland doet? (Applaus).
Een volgende spreker zeide tot nu toe
immer het vrijhandelstelsel te hebben aan.
gehangen; nu echter het buitenland ons
aanhoudend door politiek in tegengestel
den zin teleurstelling op teleurstelling be
reidt, is spr. wel gedwongen geworden om
in te zien. dat tegenmaatregelen in den
vorm van rechten niet meer kunnen uit
blijven.
Nadat ook dr. Lovink zijn standpunt had
uiteengezet, er op neerkomende dat een
actief vechttarief weinig zal uitwerken,
doch dat het beter is, om in de tegenwoor
dige moeilijke omstandigheden te doen, wat
men doen kan om buiten de protectiepoli-
tiek om de Nederlandscbe land- en tuin
bouw te steunen, beantwoordde dr.
Schokking de verschillende sprekers, er o.m.
op wijzende, dat het vraagstuk de volle
aandacht van het H.B. zal hebben, omdat
het stellig als één der belangrijkste be
schouwd wordt.
Met het oog op het late uur het was
inmiddels Tuim zes uur geworden kon
den de overige voorstellen niet meer in
behandeling komen en sloot de voorzitter
de vergadering met gebed.
O
DE LANGSTE HEFBRUG
VAN ETJROPA.
Over de Oude Maas bij Barendrecht.
De brug over de Oude Maas bij Baien-
drecht, welker bouw in 1885 begonnen en
in 1889 voltooid werd, zal thans in verband
met de verbetering van den waterweg van
Dordrecht naar de Noordzee een belang
rijke verandering ondergaan. Naar bekend
is bestaat deze overbrugging uit vijf brug
gen, n.L één draaibrug in het midden en
ter weerszijden daarvan twee vaste brug
gen. Aangezien nu de doorvaartopening van
de bestaande draaibrug in de naaste toe
komst niet meer voldoen kan aan dc
eischen, welke de groote scheepvaart stel
len gaat, zal de vaste brug, welke ligt aan
de Noordzijde van de draaibrug, weggeno
men en vervangen worden door een hef-
brug, welke de langste heftuug van Europa
zal worden 1
Zoowel van den onderbouw als van den
'bovenbouw zijn de ontwerpen gemaakt door
ir. W. de Klerk te 's-Gravenhage. De uit
voering van den onderbouw is reed» aan
gevangen en zal dit jaar gereed komen.
Met het geheöle omvangrijke werk wordt
de meeste spoed betracht.
„GEEN GOEDE ROOMSCHE
OPVOEDING".
Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den
minister van Justitie gevraagd:
Is het den minister bekend, dat de drie
kinderen der Roomsche moeder, waarover
bij het hoofdstuk Justitie der jongste Rijks-
begrooting is gesproken, nog steeds aan die
moeder worden onthouden?
Acht de minister het oordeel van den rech
ter, dat deze kinderen bij die moeder geen
goede Roomsche opvoeding zouden krijgen,
wat men daaronder dan ook verstaan moge,
voldoende reden om het onrecht, die moeder
en kinderen aagedaan, maar steeds te laten
bestaan?
Welke maatregelen denkt de minister te
nemen om hieraan eindelijk een eind te
maken?
NEDERL. R.K. BOND VAN
OVERHEIDSPERSONEEL
ST. PAULUS.
Aan de besprekingen over het bondsbeleid
op het congres te Nijmegen hebben verschei
dene afdeelingen deelgenomen. Het werd
over het algemeen goedgekeurd; alleen Den
Haag en Nijmegen konden het beleid van
het hoofdbestuur ten aanzien van de be
moeiing van gesalarieerde hoofdbestuurderen
niet geheel goedkeuren. Die afdeelingen
meenden dat bij deze benoemingen de alge
meene vergadering invloed had moeten kun
nen doen gelden. Ook meenden zij dat
bondsbestuurderen zoo min mogelijk poli
tieke baantjes behooren te aanvaarden.
In huishoudelijke vergadering werd onder
leiding van den vice-voorzitter van gedach
ten gewisseld over het al of niet vereenig-
baar zijn van de functie van bondsvoorzitter
en het Tweede Kamerlidmaatschap. Na her
opening van de vergadering werd medege
deeld dat met overgroote meerderheid het
voorstel van het hoofdbestuur om den heer
Guit, Tweede Kamerlid, als bondsvoorzitter
te handhaven, was aangenomen.
Gisterochtend droeg de bondsadviseur,
pastoor Janssen uit den Haag, in de Sint-
Augustinuskerk een Heilige Mis op. Daarna
werd in tegenwoordigheid van alle deelne
mers aan het congres op de R.K. begraaf
plaats aan den Daalschenweg, vanwege den
bond een monument onthuld op het graf van
den heer Hofhuizen, in leven gesalarieerd
hoofdbestuurder van den bond. Nadat de heer
Guit de onthulling had verricht, hield pastoor
Janssen een gedachtenisrede.
SCHOUT-BIT-NACHT
H. HERMAN f
Op 68-jarigen leeftijd is gisteren te (Haar-
iem overleden gep. schout-bij-naoht-titulair
'H. Herman.
Toen de thans ontslapene in 1912 den zee
dienst met pensioen verliet, kon hij terug
zien op een ruim 30-jarige loopbaan als offi
cier bij de Koninklijke Marine.
Den lsten September 1879 werd de heer
Herman benoemd tot adelborst 1ste klasse
en 2 jaar later volgde zijn aanstelling tot
luitenant ter zee der 2de klasse. Op den 16en
Juni 1907 werd hij bevorderd tot kapitein
ter zee en na zijn pensioneering op 1 Aug.
1912 werd hem den 27en Augustus 1921 de
titulaire rang van schout-bij-nacht verleend.
De thans ontslapene was officier in de
orde van Oranje-Nassau en gerechtigd tot
het dragen van het eereteeken voor belang
rijke krijgsverrichtingen met de gespen voor
Atjeh, voor Zuid-Celebe9 19051908 en
voor de Kleine Soenda-eilanden 19051909.
De ter-aarde-bestelling is Zaterdag om
halféén op Oud-Eik en Duinen te 's-Graven
hage.
DE SLUIZEN TE IJMUIDEN.
Naar de „Msb." verneemt bestaat het plan
de vaargeul van de tweede doorvaart naar
zee te IJmuiden, welke zijn weg vindt van
het buitentoeleidingskanaal van de Noor-
dersluis benoorden het fort, in verband met
de opening van deze sluis op 29 April a.s.
tijdelijk op zulk een diepte te brengen, dat
het nieuwe motorschip „Joh&n van Olden-
barneveldt op dien datum voor het eeTst
langs deze nieuwe doorvaart zeewaarts zal
kunnen gaan. Het definitief in gebruik
nemen van dezen zeeweg zal eerst over
eenige maanden kunnen plaats vinden.
Dr. LODER.
In de aanstaande najaarszitting van de
Volkenbonds-vergadering komt aan de orde
de nieuwe verkiezing van de leden van het
Permanente Hof van Internationale Justitie,
aangezien de amblsduur van de thans zitten,
dc leden verstreken is.
Naar wij vernemen, heeft de Nederland-
sche rechter in het Hof Dr. B. G. J. Loder,
in verband met zijn hoogen leeftijd te kennen
gegeven niet voor een herbenoeming in
aanmerking te willen komen.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Gisterochtend is op 66-jarigen leef
tijd overleden de heer W. Bonnema, burge
meester der gemeente Grootegaet. De heer
Bonnema, die in Februari van dit jaar 20
jaar burgemeester was van Grootegast, werd
te Midwolde (Leek) geboren op 14 Maart
1864.
Bij Kon. besluit van 22 April is M. D.
van Dijk, voorzitter der Nederlandsche ver-
eeniging voor teekenonderwijs te Haarlem,
benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau.
Bij Kon. besluit van 22 April is B. M. A.
Ingen Housz, beeldhouwer te 's Gravenhage,
benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau.
Binnenkort zullen van Nederland uit
proefgesprekken worden gevoerd met Bra
zilië, welke zullen worden afgewikkeld langs
den radioweg BerlijnRio de Janeiro. In
dien de proefgesprekken een gunstig ver
loop hebben, is de opening van den radio-
telefoondienst Nederland-Brazilië spoedig te
verwachten.
Het tarief zal eventueel gelijk zijn aan
dat voor Argentinië.
De 2de ploeg der zeemilitie van de lich
ting 1929, wordt 26 dezer in het genot van
groot verlof gesteld.
Bij Kon. besluit van 22 April zijn be
noemd tot notaris binnen het arrondisse
ment:
Rotterdam, Ier standplaats Ouderkerk aan
den IJssel; A. T. van der Leeden, candidaat-
notaris te Ouderkerk aan den IJssel;
Rotterdam, ter standplaats Rotterdam: A.
van der Leeden, candidaat-nolaris en inspec
teur der registratie en domeinen te Rotter
dam;
Leeuwarden, ter standplaats Wolvega, ge
meente Weststellingwerf: L. Pijlman, candi-
daat-notaris te Lunteren;
Middelburg, ter standplaats de gemeente
Middelburg: J. L. van der Harst, thans no
taris te Vlissingen,
en is bepaald, dat de vacature van notaris
te Vlissingen, opengevallen door de verplaat
sing van J. L. van der Harst, niet zal wor
den vervuld.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van hoofdstuk V der Rijk^begrooting
voor het dienstjaar 1930. Aangevraagd wordt
een bedrag van f. 25.000 ten behoeve van
de „Centrale Commissie voor de deelneming
van Nederland aan de in 1930 te houden
Wereldtentoonstelling voor Koloniën, Zee
vaart en Vlaamsche kunst" om de deelne
ming van den Nederlandschen land- en
•tuinbouw te steunen en voorts een bedrag
van f. 30.000 als subsidie voor de Bacon
Oontrole-Vereeniging.
PnTT AMV
8957 l
J
Door E PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
7)
Maar zij keek niet naar den man die
op den grond lag. doch haar oogen zochten
de mijne En toen onze blikken elkander
kruisten, verhief zij zich op haar teenen en
boog zich over haar tafeltje. Zonder zich om
Bartol te bekommeren, hoewel zij naast hem
stond, maakte zij een gebaar mei haar hand
dat op een goedkeuring geleek en ik hooide
haar zeggen „Zoo moet een man met zijn
vijand afrekenen."
Enkele oogenblikken later reden Louis en
ik naar mijn hotel. Het was reeds licht en
een reeks van marktwagens, die van buiten
de siad kwamen, reden wij voorbij.
„Het is later dan ik dacht", merkte >k
kalm op.
.,'t Is reeds half zes", antwoordde Louis.
Hij bracht mij naar mijn hotel Hij vroeg
geen verklaring en ik gevoelde geen roeping
hem er een Ie geven. Toen wij de Place Ven-
dóme bereikten, boog hij zich intusschen
Paar mij loe. zeggende:
„Mijnheer gevoelt zeker ook wel. dat hij
vannacht groot gevaar heelt geloopen?"
„Natuurlijk! Maar er zijn van die dingen
tvelke een mensch moet doen, ongeacht de
gevaren die hij daarbij loopt. Hwr stond ik
tooi een dergelijk geval."
„U is een moedig man", fluisterde Louis.
„Laat ik er dit nog bijvoegen: Er waren van
nacht in de zaal mannen voor wie moed
even noodig is als lucht om te leven. Zij
hebben gezien een man. die niemands sym
pathie had. behandeld werd gelijk hij blijk
baar verdiende. Ik moet u doen opmerker,
dat nergens ter wereld een plek is te vinden,
waar u hem zoo veilig een afstraffing kou
toedienen als de inrichting waar we geweest
zijD. Blijf morgen in uw hotel totdat u van
iemand onzer iets hoort Ik mag niet te vee!
beloven maar ik geloof, ik ben overtuigd,
dat wij u kunnen redden
Op dat oogenblik zeiden de woorden van
Louis mij weinig ik verkeerde nog steeds
onder den indruk van het oogenblik, was
nog steeds vervuld met vreugde, dat ik aan
mijn vurig verlangen naar wraak had kun
nen voldoen. En eerst later werd ik mij van
de practische beteekenis er van bewust.
HOOFDSTUK VI.
Tegen den middag werd ik door den hotel-
kellner gewekt mei de mededeeling dat een
lieer beneden was. die mij wilde spreken,
een heer, die zich monsieur Louis noemds.
Ik droeg hem op mijn bad in orde te maken
en mij koffie ie brengen Toen Louis bij mij
was binnen gelaten, zat ik op den rand vaD
mijn bed. gehuld in mijn kamerjapon en
van mijn eerste sigaret genietend Louis zag
er uit alsof hij geen oog dicht had gedaan.
Wat mij betreit. ik was geen minuut wak
ker gebleven zoodra ik het hoofd op het kus
sen had gelegd fk had geen last van mijn
zenuwen en ik had niets gedaan waarover
ik spijt gevoelde Ik geloof dan ook wel, dat
mijn uiterlijk en de wijze, waarop ik hern
ontving, mijn vroegen bezoeker een beetj»
verbaasde. Hij scheen werkelijk mijn zorge
loosheid als een soort van beleediging op te
vatten en hij deed onmiddellijk zijn best om
mij in een andere stemming te brengen.
„Mijnheer verwachtte misschien een ander
bezoek, vermoed ik," begon hij.
Ik knikte van neen en zeide: „Ik heb er,
eerlijk gezegd, geen oogenblik meer aan ge
dacht. Na wat je mij in den afgeloopen nacht
hebt medegedeeld, heb ik mij volkomen op
mijn gemak gevoeld."
„Weet u. dat men er nog niet zeker van
is, of de heer Tapilow er het leven af
brengt?"
„Dan heeft hij zijn verdiende loon."
„Maar de wet", voer hij hier tegen aan,
„veroorloof! dergelijke schuldverrekeningen
toch niet."
„Dan mag men met mij doen, wat de wet
eischt", verklaarde ik.
Louis keek mij een paar oogenblikken
ernstig aan en ik vermoed, dat er iets van
de bewondering, welke een voorzichtig
mensch soms gevoelt voor een waaghals, lag
in den blik, dien hij op mij vestigde.
„Heeft mijnheer goed geslapen?"
„Uitmuntend", verklaarde ik.
Hij keek op zijn horloge en ging voort:
„Over twintig minuten moeten wij in het
café Normandiê zijn."
Ik keek hem met eenige verbazing aan
en zeide droogjes- ..Zoo? Ik ben anders
niet van plan je op den voet te volgen
Louis haalde schouders op en vervolgde:
Mijnheer, het i9 nu niet het goede oogen
blik om op iemands woorden kritiek te oefe
nen. Er ligt daarginds in hei caté des Deux
Epingles een man mei den dood te worste
len en binnen de eerstvolgende uren moet
beslist worden, wat er met hem moet ge-
j beuren."
„Ik begrijp je niet recht, Louis", verklaar
de ik, een nieuwe sigaret aanstekend.
„Dan zult u het binnen een half uur in
het café Normandie wel duidelijk worden
gemaakt. Maar heeft u een bediende? Zoo
niet, laat dan de holelkellner komen om u
te helpen. U moet u gauw aankleeden. Het
is werkelijk van het grootste gewicht."
„In tien minuien ben ik gekleed", ant
woordde ik, „maar ik moet mij scheren voor
ik uit ga. Daarmede zijn nog eens tien minu
ten gemoeid Intusschen zal je misschien
wel zoo vriendelijk zijn mij mede te deelen,
wat dat alles beduidt."
„Wat dat alles beduidt!" herhaalde Louis,
de handen omhoog heffend, „begrijpt u dat
dan werkelijk niet? Heeft u dan totaal ver-
geien wat een paar uur geleden is voorge
vallen? Het hangt van een of twee personen
af. of u voor wat u in den afgeloopen nacht
heefl gedaan, zal worden overgeleverd aan
de politie gevoelt mijnheer dat wel? De
politie!.
„Om je de waarheid te zeggen, Louis",
antwoordde ik „heb ik nooit gedacht, dat ik
uit haar handen zou blijven. Het scheen mij
onmogelijk toe."
„En in dat geval?" vroeg Louis met
nadruk.
Ik wees naar een revolver op den schoor
steenmantel en vervolgde:
„Wij begaan allen de fout te vee! waarde
te hechten aan het leven
Louis rilde even Ik constateerde zoowel
toen al9 later dal hij zich nooit op zijn ge
mak gevoelde in de nabijheid van vuur
wapens.
„Een uiterste maatregel", stelde ik hem
gerust, „maar een men9ch moet op alle3
voorbereid zijn."
„In deze stad gaat het anders toe dan te
Londen", vervolgde Louis. „Te Londen
vindt men geen hoeken, welke door de poli
tie ongemoeid worden gelaten. Op dit oogen
blik zou u te Londen in een gevangeniscel
zitten."
„Dat is ongetwijfeld waar Des te gemak
kelijker voor mij. dat ik meneer Tapilow tg
Parijs en niet te Londen ben tegen gekomen.
Maar doo mij nu hel genoegen mij mede ia
deelen, waarom je er op staat, dat ik mei je
naar het café Normandie ga, en hoe je er toe
komt, dat dit voor mij van nut zaJ zijn."
„Dat zou te lang duren. We kunnen In
het rijtuig het gesprek voortzetten misschien.
Maar u mag nu geen oogenblik laten verlo
ren gaan. geen enkel oogenblik."
Ik schikte mij naar zijn wensch om spoed
te maken en een paar minuten later vertrok
ken wij uit mijn kamer Er was heel waL dat
ik hem wilde vragen omtrent de gebeurte
nissen van den afgeloopen nacht en omtrent
de plaats van bestemming van onzen rit,
maar als bij afspraak wisselden wij aan
vankelijk er geen énkel woord over. Toen
wij evenwel reeds halfweg waren, kon ik
niel langer zwijgen
„Louis", zeide ik, „licht me toch eens in
omtrent het doel van ons bezoek aan dat
café Waf zijn het voor menschen, die wij
er zullen ontmoeten?"
Hij keerde zich naar mij toe tn de laatste
uren scheen er een vertrouwelijker verhou
ding lusschen ons te zijn gekomen Hij noem
de mijn naam en al was zijn houding nog
steeds eerbiedig zoo was er toch eenige ver
andering ie constateeren in zijn wijze van
optreden.
(Wordt vervolgd), j