CORRESPONDENTIE. OPLOSSING REBUS. TEEKENEN. VOORJAAR! AI heb ik de vorige week aangekondigd dat ik deze week geen correspondentie zou geven, daar er mij na de ontvangst van het pakket de tijd toe zou ontbreken, toch ie er nu een klein stukje correspondentie, maar dit schrijf ik al op Paschen nog lang vóór dat het pakket er is. Het is namelijk even een hartelijk bedankje aan eenigen mijner raadsel jeugd Jan en Eempien Wassenaar en familie, wat werd ik Zaterdag verrast door die reu- zenhoeveelheid bloemen, ik wist niet wat ik zag, die massa bloemen. Hartelijk, hartelijk dank ervoor, ik vind het buitengewoon aar dig en vriendelijk bedacht en de hartelijke woorden die er bij waren geschreven gaven mij het bewijs van oprechte vriendschap voor de raadsel tante. Ik hoop heel erg dat ik nog weer zoo flink gezond en sterk mag worden dat ik weer eens in Haarlem ga lo ge eren en dan weer eens met de aufo naar Noord wijker hout kom rijden. Nogmaals dank, ik verzeker jullie dat vele vazen zijn gevuld met de bloemen en mijne kamer op- vroolijken. Dora van (JKnatra Bleeker je bent weer zoo lief geweest om mij bloe men te brengen, eerst op mijn verjaardag en nu Zaterdags voor Paschen. Als ik in mijne eigen kamers thuis in de van Bleiswijk straat was geweest, dan had je Zaterdag wel even bij mij binnen kunnen komen. Maar zie je. ik ben al vele weken niet in eigen kamers, maar bij eene pleegzuster in buis in de van Beuningenstraat, dus ook vlak bij jou niet waar? Tk heb al vele weken den heelen dag verzorging noodig en nu ben ik bier uitstekend verzorgd. Het is maar een halve minuut van mijne kamers, daarom om geen moeite en verwarring van adressen te geven, vermeldde ik het nog maar niet in de kindercourant. Tk ging onverwachts hier heen. en weet niet voor boe lang. dus alle3 kan gewoon naar de van Bleiswijkstraat 149 worden gezonden want het is geringe moeite om het mij even hierheen te brengen, zoo vlak bij Tk ben in de van Bcuningenslraat op hetzelfde nummer als dat jij in de van Slingelandtstraat woont. Te bent vlak bij mij. dus als je eens naar mij toe wilt ko men, en als ik dan geen ander bezoek heb, dan kom je maar eens even mij goeden dag zegcen Willy de Neys dank voor die aardige Paaschkaart. een leuk haasje, en zoo lief dat kuikentje dat uit het ei kruipt. Anjo de Gelder dank voor de mooie Paaschgroet. Je kuikentje zit toch zoo grap pig boven op het kleine klokje dat op mijn tafeltje voor het bed staat. Zoovelen die mij komen bezoeken, vragen verwonderd: wat zit daar op je klokje? To de Wekker vriendelijk dank voor dia grappige kaart met al die dansende kui kentjes. je hebt een heel aardige voor mij uitgezocht. Nico en Cel ia Kret wel bedankt voor de kaart om mij een goed Paaschfeest (oe te wenschen Francien den Hoed en Rika Sluymer dank voor de mooie kaart van de Hollandsche bloemenvelden. Wie wil mag mij nu wel weer nieuwe raadsels toezenden. Corrie Rodenburg dank voor je ansicht kaart uit Nieuwpoort. Was je daar gelogeeid met Paschen? Ziezoo dit alles heb ik al geschreven vóór dat het pakket kwam, want dan heb ik er geen tijd meer voor. Allen hartelijk gegroet door Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKERJ3N. De oplossing van den rebus uit een vorig pummcr luidt als volgt: De pelikaan ving twee baarzen en een spiering tegelijk in zijn bek. Janneman en kleine Toos Liepen door den regen, Onder Moeders paraplu Konden zij er tegen. Maar de wind, die looze guit, Plagen dat-ie kan! Ach, die maakte, 't is heel naart Er een grapje vanl Wat een wind op eens! zei Toos, Wat een wind! zei Jan. Moeders mooie paraplu Breekt er bijna van! Met griilel en lei is ons jongetje klaar hij teekent er huizen en hoornen, en koeien en schapen, een boerderij vol', ook mannetjes om van te droomen; en kan er niets meer bij, dan veegt hij het uit, begint weer op nieuw met veel ijver, de guitl Hij leekendc laatst ook zijn eigen portret en iedereen riep: „o, wat sprekend 1" en iedereen vroeg hem: „o jongetje, zeg, „heloot, dat je mij ook zoo teekent, „maarsta ik er op, veeg mij dan niet weer uit! „pas op, als je 't doet, hoor, je bent me zoo'n guitl" Nauw'lijks had hij het gezegd, Ot hij riep: O, wee! Moeders mooie paraplu Brak pardoes in twee! O, die beide kleutertjes: Broer en kleine Toos, Waren toen op Jan de Wind Zoo verschrik'lijk boosl Jan de Wind had een plezier. Dacht: Wat ging dat tijnl Maar ik vind het leelijk, hoorl Om zoo kwaad te zijnl R. WINKEL. door C. E. de Lille Hogerwaard'. Door 't voorjaarsboöch ruischt ar eeu stern Een fluisterstem: 't Wordt Lent'i Weest geen van allen nu meer lui', Zorgt, dat je wakker bent! Komt, blaadjes b'ruin en blaadjes groen En bloempjes rose'n blauw, Ook.wit en geel, de jurkjes klaar: 't Wordt Lente nu heel gauw: Trekt allen 't voorjaarspakje aan; Verschijnt daarmee op 't feest: Nog nooit is 't in het groote bosch Zoo heerlijk mooi geweest: Niet ieder kan de stem verslaan. De stem, die ruischt door 't bosch'. Dc blaad'ren en de bloemen wel En zelfs het teere mos! Maar wij, verslaan wij haar ook goed: Die stem, die spreekt van 't mooi, Dat in het bosch te vinden is? Wat zegt die voorjaarstooi Dat ieder nu zijn best moet doen Ter eere van de Lent', Of je nu boom of bloem of mos Of menschenkleuter bent. 't Wordt alles nieuw en wondermooi', De winter is vooibijl Zoo juicht nu immers de natuur En daarom zijn we blijl HERMANNS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 14